Selektie in de melkveestapel
50 jaar laboratorium grond- en
gewasonderzoek
onkruidvrij met
®TRIBUNIL i
N a de gedwongen afvoer en de selektie op melkproduktie
blijft er nog enige ruimte voor de selektie op gebruikseigen
schappen. De meeste koeien moeten thans zelf hun voer halen
(aan het voerhek) en de melk gaan brengen (naar de melkstal).
Hiervoor is een goed stel beenwerk nodig. Voor koeien die
"achteraan lopen" is op het moderne bedrijf geen plaats. De koe
moet tevens vlot te melken zijn. Een moeilijk te melken koe
levert 300 dagen per jaar problemen op. Door koeien met min
der goede uiers te ruimen wordt veel ergernis en ongemak
voorkomen.
I n een veestapel, waarin geen uitbreiding plaats vindt wordt
jaarlijks ruim 25% van de koeien vervangen. De redenen van
opruimen zijn globaal: onvoldoende produktie-aanleg 22% -
slecht vruchtbaarheid 30% - melktekens 22% - beenwerk 6% -
ziekte en sterfte 8% - ouderdom 5% - overige 7%.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat een groot deel van de dieren
onder de z.g. gedwongen afvoer valt. Dit zijn de dieren met een
slechte vruchtbaarheid, ziekte, te oude en gestorven dieren, als
mede dieren met ernstige beengebreken of doorgezakt uier.
Het percentage dieren dat wordt afgevoerd en onvoldoende
produktie, omvat niet alleen de dieren met een te geringe aan
leg. Beschadiging van uier of spenen (mastitis, speenbetrapping)
heeft vaak een blijvend nadelige invloed op de produktie, terwijl
de koe lichamelijk hersteld kan zijn. Men neemt aan dat het deel
van de koeien met blijvend lage produktie (aanleg plus de ge
volgen van ziekte) ongeveer 40% van de totale afvoer bedraagt.
Op de gehele veestapel is dit 10% 0.4 x 25%).
Ir. F. II. B. Vermeulen - Officier in de Orde van Oranje - Nassau
AKKERBOUW INTERNATIONAAL
Laktatiewaarde van de koeien
75 of lager 2.2
76 - 80 3.0
81 - 85 5.5
86 - 90 10.2
91- 95 14.1
96- 100 15.4
101- 105 14.5
106- 110 13.4
111 - 115 9.3
116- 120 5.9
121 - 125 3.7
hoger dan 125 2.8
Uit de tabel blijkt dat ongeveer 10% van de koeien een lakta
tiewaarde heeft van 85 of lager. Dit zijn de minst produktieve
koeien en deze komen dus in aanmerking om te worden ge
ruimd. Niet elk dier met een lage laktatiewaarde behoeft een
slechte producente te zijn. Bij de beoordeling moet ook rekening
worden gehouden met de mogelijke oorzaak, b.v. melkziekte,
keizersnede e.d. Bij het ruimen kan men tegenover vaarzen wat
kritischer zijn dan tegenover oudere dieren, omdat:
een matige vaars wordt zelden een goede koe
een matige koe produceert meer dan een vaars met dezelfde
laktatiewaarde en brengt daarom gauwer de kost op.
Gebruikseigenschappen
Een goede selektie kan alleen plaatsvinden als men de dieren
kent. Een goede administratie is daarvoor een belangrijk hulp
middel om de goede en de slechte dieren te onderscheiden.
Hier ziet U de Atoom absorbtie Spectrofometer Model 5000
Perkin-Elmer met automatische monsterwisseling.
De monsterhouder kan 50 extrakten bevatten, die achter elkaar
op zes elementen worden geanalyseerd.
Het apparaat zal bij het Bedrijfsiaboratorium onder meer worden
ingezet voor het onderzoek op de zogenaamde zware metalen
zoals cadmium lood, nikkel, koper enz. enz. In totaal kan het
apparaat voor enkele tientallen chemische elementen worden
ingezet.
a li ij Specialist Rundveeverbetering bij het Konsulentschap
Ing. A. Helder voor de Rundveehouderij en Akkerbouw te Tilburg/Waalre.
H oewel de weersomstandigheden de afgelopen maand geen aanleiding gaven aan de winter te denken, toch staan we
binnenkort weer voor de stalperiode. De ruwvoedervoorraad is op de meeste bedrijven ruim voldoende. De beschikbare
stalruimte wordt dan bepalend voor het aantal te houden koeien. Óm ook de jonge vaarzen te kunnen plaatsen, zullen een
aantal koeien moeten worden geruimd, voor zover dit nog niet is gebeurd.
ijdcns een feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het
50-jarig jubileum van het Bedrijfsiaboratorium voor Grond- en
Gewasonderzoek, dat samenviel met de officiële in gebruikname
van het gerenoveerde landhuis "Mariëndaal", werd de direkteur,
Ir. F.H.B. Vermeulen, benoemd tot Officier in de Orde van
Oranje - Nassau.
De onderscheiding werd uitgereikt door de Direkteur-Generaal
voor de Landbouw en de Voedselvoorziening, Ir. A. de Zeeuw.
In zijn toespraak wees Ir. de Zeeuw erop dat hij, als oud-voor
zitter van het Stichtingsbestuur van "Oosterbeék", de heer Ver
meulen had leren kennen als iemand die zich er terdege van
bewust is, dat het Bedrijfsiaboratorium een instelling van en
voor de Nederlandse land- en tuinbouw is.
Zijn streven is erop gericht het laboratorium een responsieve
organisatie te doen zijn, waarbij de verlangens van de praktijk
de koers van het beleid bepalen. Binnen de organisatie is de heer
Vermeulen steeds voorstander geweest van een krachtig sociaal
beleid en staat hij op de bres voor goede arbeidsverhoudingen,
aldus Ir. de Zeeuw.
Waardoor worden koeien opgeruimd?
Melkproduktie
13 e meest betrouwbare weergave van de produktie van een
koe is de laktatiewaarde. Daarbij is binnen het bedrijf rekening
gehouden met leeftijd en seizoen van afkalven. De laktatie
waarde heeft betrekking op de opbrengst aan grammen vet en
eiwit. Het gemiddelde is voor elk bedrijf op 100 gesteld. Laag-
"Een koe die moeilijk melkt is iedere dag opnieuw een ergernis."
In zijn dankweord merkte Ir. Vermeulen op dat hij zijn. hoge
onderscheiding ziet als een blijk van waardering van de Neder
landse Land- en Tuinbouw aan het adres van "Oosterbeek" en
dat hij daarom gaarne alle medewerkers bij deze onderscheiding
wil betrekken.
produktieve dieren hebben ?en laktatiewaarde beneden 100,
hoogproduktieve dieren zitten daarboven. Onlangs is bij de
Koop. Ver. voor Rundveeverbetering "De Kempen" bij 40 be
drijven (totaal 1789 koeien) nagegaan hoe de variatie van de
laktatiewaarde ligt. Deze is als volgt:
STEUNMAATREGELEN PEULVRUCHTEN
In mei van dit jaar heeft de Raad bijzondere steunmaatregelen vastges
teld voor erwten, tuinbonen en veldbonen.
De bedoeling van deze maatregel is de produktie van eiwithoudende
grondstoffen in de Gemeenschap te stimuleren, omdat de Gemeenschap
voor deze grondstoffen bijna geheel afhankelijk is van invoer uit derde
landen. De steun zal worden toegekend aan diervoederfabrikanten die
in de Gemeenschap geoogste erwten, tuinbonen en veldbonen verwer
ken. Voorwaarde is dat aan deze verwerking een teeltkontrakt ten
grondslag ligt. op basis van een minimum-prijs die door de Gemeen
schap is vastgesteld. Het steunbedrag is gerelateerd aan een z.g. steun-
drempelprijs. Er wordt steun verleend, wanneer de wereldmarktprijs
voor sojaschroot. die maatgevend is. lager is dan de steundrempelprijs.
Het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten is belast met de
uitvoering van deze steunregeling.
Een dienovereenkomstige verordening werd door het bestuur van dat
schap vastgesteld.
GRAANINVOF.R EN UITVOER NEDERLAND
In het op 31 juli geëindigde jaar werd in Nederland 5.500.600 ton graan
ingevoerd, vergeleken met 7.034.800 ton in 1976/77.
Het aandeel daarvan dat uit derde landen kwam daalde van 5.949.300
ton tot 3.685.200 ton, dat wat uit de partnerlanden kwam steeg van
1.085.500 ton tot 1.815.400 ton.
Mais maakte het leeuwedeel van de invoer uit, te weten 3.504.800 ton
(4.829.100). waarvan 2.901.300 ton (4.641.600) uit derde landen en
603.500 ton (186.500) uit de partnerlanden.
Aan tarwe werd 2.272.900 ton ingevoerd (1.106.000), waarvan 751.300
ton (632.700) uit partnerlanden en 521.600 ton (473.300) uit derde lan
den. De uitvoer van granen is gestegen van 1.714.669 ton tot 2.102.559
ton. Van deze uitvoer ging 1.987.395 ton naar de partnerlanden
1.635.836) en 115.164 ton naar derde landen (78.833).
Het aandeel inlandse granen aan deze export bedroeg 454.235 ton
(379.706) het aandeel overige EG-granen was 85.776 ton (66.689) en het
aandeel granen.uit derde landen was 1.447.384 top (1.189.441).
Duitsland was de grootste afnemer met in totaal 1.393.540-ton
(1.117.873).
Van de totale uitvoer had 1.165.874 ton betrekking op mais, waarvan
855.672 ton naar Duitsland ging.
AMERIKAANSE T ARWE NAAR CHINA
China heeft in de Verenigde Staten 500.000 ton tarwe aangekocht. Dat
betekent dat sinds april China ongeveer 2 !6 miljoen ton tarwe in de
Verenigde Staten heeft aangekocht.
WERELDTARWEPRODUKTIE HOGER GERAAMD
De F.A.O. verwacht dat de wereldproduktie van tarwe in 1978 tot 408
miljoen ton zal stijgen, dat is 5,7% meer dan de produktie in 1977, doch
toch nog lager dan de rekordproduktie van 1976 die 418 miljoen ton
bedroeg. De voergraanproduktie zal met naar raming 2,3% toenemen tot
721 miljoen ton. In 1977 was er reeds van een rekordproduktie sprake.
De overvloedige oogst dit jaar zal ertoe leiden dat de voorraden aan het
einde van het seizoen met 195 miljoen ton ongeveer 18 miljoen ton
groter zullen zijn dan een jaar geleden.
Vöoral in Afrika en het Verre Oosten, waar vorig jaar de tarweoogst
nogal tegenviel, rekent men met een toeneming van de produktie.
De voergraanprijzen zijn sinds medio augustus met 20% gedaald.
MEER TAPIOCA IN THAILAND
In 1977/78 zal de produktie van tapioca in Thailand ongeveer 10,6
miljoen ton bedragen dat is 640.000 ton meer dan de aanvankelijke
planning heeft aangegeven aldus het Thaise Ministerie van Handel.
In de eerste zeven maanden van dit jaar werd 3,3 miljoen tapioca
uitgevoerd, in hoofdzaak naar de landen van de Europese Gemeen
schap. Vorig jaar was dat rond 2,1 miljoen ton. Mogelijk zal de export dit
jaar tot bijna 5 miljoen ton kunnen oplopen.
Met zorg wordt gezien naar de maatregelen die in de E.E.G. bepleit
worden om de import van tapioca te beperken.
GRAANOOGST DUITSLAND GROTER
De graanoogst in Duitsland zal naar raming dit jaar rond 23,6 miljoen
ton opleveren, dat is 9,4% meer dan vorig jaar en ook hoger dan de
rekordoogst van 1974 die 22,65 miljoen ton opleverde.
Ongeveer 105 miljoen ton (9,9) zal betrekking hebben op broodgraan en
12,5 miljoen ton (11,2) op voer- en industriegranen alsmede 600.000 ton
(onver.) op korrelmais.
Het zijn voorlopige ramingen, gezien het feit dat nog een belangrijk deel
van de oogst moest worden binnengehaald toen deze opstelling gemaakt
werd door het Duitse ministerie van Landbouw.
De grotere opbrengst wordt vooral toegeschreven aan grotere ha-op
brengsten. De gemiddelde ha-opbrengst bedroeg 4430 ton, dat is 34 ton
of 8,3% meer dan vorig jaar. Het graanareaal werd met 1% uitgebreid tot
5,33 miljoen ha. Het areaal wintergerst steeg met 17%, het areaal rogge
en haver daalde met respektievelijk 7% en 5%.
Over het algemeen valt over de kwaliteit nog weinig te zeggen. Alleen bij
wintergerst kan reeds van een bevredigende kwaliteit gesproken worden.
Bij brouwgerst van een goede tot zeer goede kwaliteit. Bij rogge is in het
westen en zuiden de kwaliteit beter dan in het noorden van de BRD.
Advertentie IM
AKKERBOUW DUITSLAND
Het areaal granen in Duitsland zal dit jaar met 5,33 miljoen ha ongeveer
1 groter zijn dan vorig jaar, aldus een voorlopige opgave van het Duitse
ministerie van Landbouw.
Voor aardappelen zal het areaal met 336.000 ha ongeveer 11% kleiner
zijn, voor suikerbieten is de daling geraamd op 5% tot 403.000 ha en voor
voerbieten op 9% tot 204.000 ha.
Wat granen betreft is het areaal wintergerst met 1,04 miljoen ha onge
veer 17% groter dan vorig jaar, het aandeel korrelmais vertoont een
toeneming van 16% tot 115.000 ha en wintertarwe met 1% tot 1,44
miljoen ha. Bij rogge bedraagt de'daling 7% tot 651.000 ha en bij haver
5% tot 754.000 ha.
BRITSE MAATREGELEN AARDAPPELMARKT
De Britse Aardappelraad (Potato Marketing Board) wil ter ondersteu
ning van het prijspeil z.g. outgrade aardappelen, dat zijn aardappelen
die te groot zijn of te vreemd van vorm, uit de markt nemen en wil de
telers daarvoor een prijs betalen van 14 per ton. Op zijn beurt zal de
Raad deze aardappelen als veevoeder verkopen tegen een prijs van 12
per ton of 15,50 per ton, indien verpakt in papieren zakken,
in 1973 heeft men reeds afwijkende aardappelen uit de markt genomen,
doch de laatste jaren, toen de oogst gering was, heeft men deze maatregel
niet toegepast.
Dit jaar heeft de Raad zich bereid verklaart 10% van de produktie uit de
markt te nemen. De mogelijkheid daartoe sluit deze dagen, zo is aan de
telers meegedeeld.
17