Vervolg Vraagpunt E N QU ETE Bestuursbegeleiding? Meer invloed van jonge ren? Ook de vrouwen erbij be trekken? Een goed Landbouwblad? Nog andere wensen? Sommige afdelingen zouden zelfs bij el kaar gevoegd kunnen worden. De ledenraad zou kunnen worden afgeschaft. Deze werkt niet effektief; veelal herhaling. Graag zou men meer algemene kringavonden georganiseerd zien met onderwerpen die bij het publiek aan slaan. Een afdeling Public Relations mag ook niet ontbreken bij de Z.L.M. De jeugd zou aktief moeten worden betrokken bij de afdelingsvergaderingen en andere akti- viteiten. De vrouwen zouden als volwaardig lid tot de organisatie moeten kunnen toetreden. Aangaande het voorzitterschap wordt opge merkt of het niet beter zou zijn een voorzitter te hebben die zich volledig voor de landbouw kan inzetten. overige: Hier pleit men voor één landbouworganisatie. Verder benadrukt men dat één kringbestuur van hoge kwaliteit beter werkt dan de vele af delingen. waarvoor moeilijk bestuursleden zijn te krijgen. Ook hier vindt men terug dat de ledenraad kan worden afgeschaft, daar deze geen wezenlijke funktie heeft. De algemene vergadering zou voorts moeten beslissen over de benoeming van de algemeen-voorzitter en van de hoofdbestuursleden. De funktie van de algemene-vergadering zou moeten worden versterkt tot het hoogst bestuurlijke orgaan binnen de organisatie. VRAAG 5d: Hoe ziet u een geheel nieuwe organisatievorm en waarom? De volgende organisatievormen worden ge noemd: één totale akkerbouworganisatie; een krachtige, bedrijfstakgewijze opge bouwde organisatie; één boerenorganisatie; afdelingen opheffen; toespitsing op krin- gen. VRAAG 6a: Vindt u dat uw organisatie meer moet doen aan het begeleiden van afdelings-, kring- en hoofd bestuursleden? afdelingen: nee 24; ja 34; geen mening 7. overige: nee 3; ja 7; geen mening 2. VRAAG 6b: Als u vindt dat uw organisatie meer moet doen aan het begeleiden van het bestuurskader, hoe dient uw organisatie dat dan te doen? afdelingen: hoofdbestuursagenda aan ieder bestuurs lid; meer publikaties via het Landbouwblad; kadervorming voor alle bestuursleden; E.E.G.-problematiek; zoetwatervoorziening, beheersovereen komsten, bestemmingsplannen, milieu vraagstukken; voldoende kontakten voor de kommissies; voorlichting, informatie en begeleiding over het besturen en over het aktiveren van leden. overige: vergadertechniek/diskussietechniek. VRAAG 6c: Vindt u dat uw organisatie de leden moet sti muleren tot aktiviteiten buiten de direkte sfeer van de land- en tuinbouw, zoals gemeenteraad, waterschap e.d.? afdelingen: nee 3; ja 50; geen mening, overige: nee ja 9; geen mening 3. afdelingen: Onze stem moet zover mogelijk reiken om zo doende begrip en steun voor de landbouw te verkrijgen. Aangezien alle beslissingen in het politieke vlak getrokken worden zal ook de or ganisatie zich meer en meer met politiek moe ten inlaten. Het bezwaar bestaat echter ook dat de boeren vaak geen tijd hebben om buiten de landbouw nog wat aan te pakken. overige: Mits men bij deze aktiviteiten maar niet de landbouwbelangen uit het oog verliest. VRAAG 7a: Vindt u dat de agrarische jongeren voldoende bij uw afdeling zijn betrokken? afdelingen: ja 24; nee 32; geen mening 9. overige: ja 3; nee 4; geen mening 5. VRAAG 7b: Als u vindt dat de jongeren onvoldoende bij uw 14 afdeling zijn betrokken, hoe is dat dan naar uw mening te verklaren? afdelingen: In de afdeling/kring zijn maar weinig agrari sche jongeren meer en onder hen is de belang stelling voor de organisatie niet erg groot. De jongerenorganisaties op zich werken ook te weinig samen met de standsorganisaties. De Z.L.M. zou meer belangstelling moeten tonen voor de jongeren en omgekeerd. overige: Aangezien de toekomstvooruitzichten in de landbouw voor de jongeren niet erg gunstig zijn, zoeken zij zoveel mogelijk werk buiten de landbouw. VRAAG 7c: Vindt u dat de jongeren voldoende kansen krij gen in uw afdeling? afdelingen: nee 8; ja 40; geen mening 17. overige: nee 1; ja 4; geen mening 7. VRAAG 7d: Als u vindt dat de jongeren onvoldoende kansen krijgen om aktief te worden in uw afdeling hoe is dat dan te verbeteren? Verbetering kan geschieden door de jongeren voor alle vergaderingen uit te nodigen en door meer propaganda te maken. De jongerenorga nisaties spelen hierbij een grote rol. De Z.L.M. moet de jongeren meer steunen. VRAAG 7e: Zijn de jongeren naar uw mening bereid aktief te worden in de organisatie? afdelingen: ja 26; nee 11geen mening 28. overige: ja nee 5; geen mening 7. VRAAG 8a: Vindt u dat uw organisatie de vrouwen van de leden aktief bij het beleid moet betrekken? afdelingen: nee 12; ja 46; geen mening 7. overige: nee 1ja 11; geen mening VRAAG 8b: Als u vindt dat uw organisatie de vrouwen van de leden aktief bij het beleid moet betrekken, dient dit dan te gebeuren via een volwaardig (gezin^- lidmaatschap van de organisatie? afdelingen: nee 14; ja 30; geen mening 21. overige: nee 3; ja 8; geen mening 1. VRAAG 8c: Hoe kunnen de vrouwen van de leden anders bij het beleid worden betrokken? afdelingen: Als mogelijke oplossingen wordt o.a. naar vo ren gebracht dat de vrouwen zoveel mogelijk aan vergaderingen en aan andere .aktiviteiten zouden moeten deelnemen. De vrouwen zou den ook bestuurslid moeten kunnen worden. Om het hele gezin min of meer bij het land- bouwgebeuren te betrekken zou men b.v. ge zinsavonden kunnen organiseren. overige: Hier wordt eveneens als voornaamste punt ge zien het uitnodigen van de vrouwen voor ver gaderingen en de vrouwen in bestuursfunkties te laten treden. Ook via de Bond van Platte landsvrouwen en de Agrarische Kommissies kunnen de vrouwen bij het beleid worden be trokken. VRAAG 9: Wat vindt u van het Z.L.M. Land- en Tuin bouwblad? a. Naar vorm: afdelingen: voor verbetering vatbaar 1; vol doende 8; goed 50; uitstekend 4; geen mening 2. overige: voldoende 1; goed 9; uitstekend 1; geen mening 1. b. Naar inhoud: afdelingen: voldoende 8; goed, overzichtelijk 41; op hoog peil 7; redelijk 1; eenzijdig 2; in teressant, nuttig 2; te voorzichtig 1; geen me ning 3. overige: voldoende 1: moet eenvoudiger 1; goed 8; uitstekend 1; geen mening 1. VRAAG 9c: Eventuele wensen: afdelingen: marktberichten zo recent en zo bijgewerkt mogelijk; goede informatie over de stand van de ge wassen in Europa en van de opbrengstver wachtingen; overzicht van aktuele landbouwproblemen in de E.E.G.-landen; meer informatie over evenementen op landbouwgebied; een goed leesbare financiële rubriek en veel voorlichting over praktijkervaring, zowel over pacht- en grondzaken, als verzeke- ringsvormen en rechtzaken. Over het algemeen is men zeer tevreden over de huidige uitgave van het Z.L.M. Land- en Tuinbouwblad. Enkelen zouden graag nog een verandering zien in de vormgeving. overige: meer ruimte voor de Plattelandsvrouw en voor de jongeren; er moet meer naar samenwerking gezocht worden met andere organisaties. VRAAG 10: Hebt u nog andere opmerkingen over het funk- tioneren van de organisatie van de land- en tuinbouw, met name die van de Z.L.M.? afdelingen: Naar aanleiding van deze vraag werden de volgende opmerkingen en suggesties geplaatst. men vraagt zich af of de beantwoording van de vraagpunten ooit wel eens tot verande ringen van de organisatie of tot inzicht heeft geleid bij de Z.L.M. een hardere opstelling wordt door vrijwel elke afdeling noodzakelijk geacht; ook wordt door veel afdelingen aange drongen op veel meer samenwerking - en zelfs op samengaan met - de andere orga nisaties; verder wordt aangedrongen op veel meer en betere Public Relations; aangaande de benoeming van bestuursle den heerst er verschil van mening. Zowel het standpunt van goede bestuursleden zo lang mogelijk laten blijven als dat van een roulatiesysteem worden verdedigt; met andere organisaties zou een vergader kalender moeten worden opgezet, om een zo goed mogelijke koördinatie te verkrij gen; snellere informatie wordt gewenst vanaf de top naar de leden; belangrijk wordt voorts geacht dat er een goede fundamentele studie over de renta biliteit tussen nu en 10 jaar wordt opgezet, waarop de organisatie duidelijk haar stem pel drukt. Door velen wordt de Z.L.M. in de huidige vorm als een goed funktionerend lichaam ge zien. De jongeren zouden hierin wat aktiever moeten meedoen. overige: bij de E.E.G. in Brussel proberen te berei ken dat er ieder jaar een normaal inkomen is voor alle boeren; vraagtekens worden gezet bij het huidige landbouwonderwijs. De opleiding is niet meer specifiek gericht op diegenen die op het bedrijf terecht komen; men vraagt zich af waarom er zo weinig informatie is geweest over de manifestatie en waarom niet gezamenlijk met Z.L.M. en Plattelandsvrouwen een ontwikkelingspro- jekt kon worden aangepakt; de beantwoording van voorgelegde vragen en brieven neerrit een lange tijd in beslag. De Z.L.M. is dat wat ieder lid er ook persoonlijk aan bijdraagt, zoals nu deze uitkomsten van het vraagpunt. VRAAG A: Vergadert het bestuur van uw afdeling voor elke hoofdbestuursvergadering? nee 40; ja 2; soms 9; nooit 7. VRAAG B: Vergadert (het bestuur van) uw kring voor elke hoofdbestuursvergadering? nee 2; ja 45; soms 8; nooit 3. VRAAG C: Houdt uw afdeling elk jaar minstens een alge mene vergadering? nee ja 47; soms nooit meerdere 11. VRAAG D: Hoe is de gemiddelde opkomst in procenten (van het totale ledental) op de algemene verga dering van uw afdeling? gemiddeld: 33%. VRAAG E: Worden de vrouwen van uw afdelingsleden op de algemene vergadering uitgenodigd? nee 27; ja 11; soms 21nooit 3. VRAAG F: Vindt u het gemiddelde bezoek van de leden aan de afdelingsvergaderingen te laag? nee 8; ja 47; soms 1. VRAAG G: Hoe is de verhouding van uw afdeling met de plaatselijke afdeling van de N.C.B. en C.B.T.B.? goed 12; normaal 14; slecht 4; n.v.t. 28. VRAAG H: Onderhoudt uw afdeling kontakten met niet- agrarische verenigingen en instellingen? nee 31; ja 5; zo nu en dan 22; intensief VRAAG I: Onderhoudt uw afdeling kontakten met de plaatselijke overheid? nee 16; zo nu en dan 25; ja 17. VRAAG J: Komt de spreker op uw algemene vergadering meestal uit eigen Z.L.M.-kring of daarbuiten? eigen Z.L.M.-kring 31daarbuiten 4; beide 20. VRAAG K: Wordt het Z.L.M.-blad regelmatig gelezen? altijd 58; soms nooit VRAAG L: Hoeveel van alle leden van uw afdeling denkt u dat een bedrijfsopvolger hebben (in procenten)? gemiddeld: 36%. N.B. de laatste vraag werd vaak als moeilijk te beantwoorden aangemerkt, of werd helemaal niet beantwoord. Niet alle afdelingsbesturen hebben de bij het vraagpunt behorende enquête ingevuld of elke vraag daarvan ingevuld.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 14