KNLC K0 MM ENTAAR
I n het rapport Hofstra wordt gesteld dat bij een inflatie
percentage van 6 tot en met 8% de rente maar voor de helft
ten laste van het inkomen mag worden gebracht. Wij gaan
er nu voor ons voorbeeld van uit dat het inflatiepercentage 6
bedraagt en dan kan de rente ten bedrage van f 8.000,—
slechts voor de helft ten laste van het inkomen worden
W ij hebben voorgaande visie van de gezamenlijke onderne
mers als Centrale Landbouworganisaties duidelijk ondersteund.
Daar zijn vele argumenten voor bij de hand.
D 6 ^Cz.l.m.
Langspeelplaat
Kant A:
Kant B:
A
Koers naar herstel
Omstreeks eind september zal de grammofoonplaat van het op 21 juni in de Grote Kerk te
Goes gehouden concert gereed zijn gekomen. Degenen, die inmiddels op deze plaat inte
kenden door overschrijving van 17,50 kunnen dan rekenen op directe toezending. Zoals
bekend zal deze bijzondere plaat slechts in een beperkte oplage verschijnen. Belangstel
lenden adviseren wij dan ook thans niet meer te wachten met bestelling. Verzekert U zich
van toezending door betaling van 17,50 op een van onderstaande rekeningen of door beta
ling per kas aan ons kantoor.
Postgiro 172503 t.n.v. Zuidelijke Landbouw Maatschappij te Goes.
Rabobank 320503275 t.n.v. Zuidelijke Landbouw Maatschappij te Goes.
De samenstelling is als volgt:
Medewerkenden: Zeeuws Mannenkoor o.l.v. Han Beekman; Kees van Eersel - orgel; Wim van Boven -
trompet en cornet; Marie Cécile Moerdijk - zang; Sjoerd Tamminga beiaard.
Divertimento no. 5 (gedeeltelijk)
(E. Uten) beiaard
Brabants Volkslied
(trad.) orgel
Domine Salvam Fac
(A. Giesen)
Organist: S. Gunst orgel en koor
Ich bete an die Macht der Liebe
(Bortniansky arr. H. Beekman) mannenkoor
Musique Héroïque (a. La Majesté; b. la Grace; c. La
Vaillance)
(G.Ph. Telemann) trompet en orgel
Zeeland
(M.C. Moerdijk)
Ons Zeeland blijft bestaan
(muziek M. C. Moerdijk)
Variaties en fuga over "Waer dat men sich al keerd'
of wend''
(Willem Mudde) orgelsolo
De ballade van Hertog Jan
(oudned. volksliedarr. M.C. Moerdijk)
Marie-Cécile Moerdijk
Marie-Cécile Moerdijk
Fröhliche Wanderer
(F. W. Mö/ler)
Old Black Joe
(trad./arr. S.C. Foster)
Alleluia
(W.A. Mozart)
Zeeuws Volkslied
(trad.)
mannenkoor
mannenkoor
cornet en trompet
samenzang en orgel
Marie-Cécile Moerdijk
De totale speelduur van deze 33 toeren stereo Mirasoundplaat bedraagt ca. 46 minuten.
Korige week hebben wij geschreven over de voorstellen in
het rapport Hofstra over inflatie neutrale belastinghef
fingDe aftrek van rente zou voor de belastingheffing
buiten de ondernemingssfeer in het geval van inflatie slechts
gedeeltelijk kunnen plaats vinden en wel afhankelijk van
het percentage van inflatie.
Dat gedeelte wordt als volgt berekend.
Indien de inflatie bedraagt: Wordt het buiten het
inkomen te laten gedeelte
van de rente
1%
nihil
2%
1/5
3 en 4%
Zs
5%
2/5
6 t/m 8%
Z2
9 t/m 11%
3/5
12 t/m 15%
M
boven 15%
Va
In het slot van ons artikeltje van vorige week hebben wij
aangegeven dat direkte invoering van zulk een maatregel
onaanvaardbaar is wegens zijn maatschappelijke gevolgen.
In zoverre zitten wij op dezelfde lijn als het rapport. Er zijn
n.l. mensen die rentelasten op zich hebben genomen onder
de huidige bepalingen van de wet Inkomstenbelasting en die
maken volledige rente-aftrek mogelijk.
Een bekende situatie is, dat door banken en makelaars de
"netto-jaarlast" wordt berekend bij aankoop of bouw van
woningen.
Wij vergelijken nu de twee systemen.
Stel iemand heeft een belastbare inkomen
uit loon en huurwaarde woning van f 35.000,—
Rente van hypotheek op woning 8% van
f 100.000,— volledig aftrekbaar) f 8.000,—
Belastbaar inkomen f 27.000,—
Bij een tariefgroep gehuwd met 2 kinderen is dan verschul
digd aan inkomstenbelasting f 3.228,—
gebracht.
De berekening wordt dan:
Belastbaar inkomen uit loon en huurwaarde
woning f 35.000,—
Aftrekbaar deel van de rente van de hypot
hecaire schuld Z2 x f 8.000 is 4.000,—
Belastbaar inkomen F. 31,000,—
Over dit inkomen van f 31.000,— is verschuldigd aan In
komstenbelasting f 4.508,—
(De belastingbedragen zijn volgens het tarief 1978)
H et nadeel voortvloeiende uit een wijziging van de bepa
lingen van de wet Inkomstenbelasting volgens het rapport
Hofstra betekent dus een nadeel voor onze hypothecaire
schuldenaar van f 4.508
O nder deze titel "Koers naar herstel" hebben de Centrale
ondernemersorganisaties VNO, NCM, Middenstand en 3
CLO's, samenwerkend in de Raad van Bestuur in Arbeidszaken
hun visie op de sociaal-ekonomiscf ontwikkeling in ons land deze
week gepresenteerd.
Uiteraard speelt daarbij de reaktie op het ombuigingsplan van
het Kabinet Van Agt een Centrale rol.
Kort gezegd luidt die reaktie ongeveer als volgt.
Het Kabinet ziet de problemen en wil er serieus wat aan doen; het
kabinet zoekt oplossingen in de goede richting, namelijk door
beperking van de stijging van de kollektieve kosten en door
versterking van de financiële positie van het bedrijfsleven. De
vraag is evenwel of er niet te weinig waarborgen voor het welsla
gen van de operatie zijn.
De gezamenlijke ondernemersorganisaties komen vervolgens tot
de konklusie dat de ombuiging van 10 miljard wel eens te weinig
zou kunnen zijn gezien een aantal tegenvallende ontwik
kelingen (met name export) en een aantal nieuwe problemen dat
zich na 1980 zal aandienen. Zo zal rekening gehouden moeten
worden met groter aantal mensen dat jaarlijks zijn entree op de
arbeidsmarkt zal maken, met het teruglopen van de aardgas-
produktie en met de grote hoeveelheid vervangingsinvesteringen
die vele bedrijven in de komende jaren hoe dan ook zullen moeten
doen om niet hopeloos achterop te raken bij buitenlandse kon-
kurrentie.
Landbouwbelang
In de eerste plaats is er welhaast geen sektor die de overmatige
groei van de kollektieve lasten gedurende de 70-er jaren zo sterk
voelt drukken als juist de land- en tuinbouw. Het beïnvloedt
immers direkt onze internationale konkurrentiepositie in de
E.G., waar de prijzen voor de belangrijkste landbouwproduktie
op één niveau liggen. Voorts heeft de loonontwikkeling ertoe
bijgedragen dat onze Nederlandse kostenontwikkeling de laatste
jaren in verhouding tot onze sterke gulden veel te hoog was. Het
min f 3.228,— is f 1.280,— dit betekent
een verhoging van lasten van ongeveer f 25,— per week.
Nu stelt het rapport wel dat door de inflatie het inkomen
normaliter ook is gestegen, maar een niet gering aantal
mensen heeft financiële lasten op zich genomen, die in feite
te zwaar waren voor een lange periode, maar die verder door
de voorthollende inflatie spoedig werden genivelleerd en
daarom geaksepteerd.
Verandering van het regiem van aftrek kan voor deze kate-
gorie dan ook funest zijn.
Naar onze mening is op de huizenmarkt reeds nu de invloed
merkbaar na de te verwachten maatregelen op dit gebied. Er
wordt gelukkig in het rapport Hofstra gesteld dat over
gangsmaatregelen noodzakelijk zijn, maar toch zijn wij van
mening dat voorzichtig handelen aanbeveling verdient.
Paauwe.
heeft bovendien zonder twijfel tot een extra afstoten van arbei
derskrachten geleid en daardoor tot de welzeer lange werktijden
van de achterblijvende boer met zijn gezin.
Kortgezegd komt de kwaal van onze huidige ekonomie erop neer
dat gedurende de laatste 4 tot 5 jaar veel te veel de toename van
ons nationaal inkomen naar de overheid is gegaan, teveel naar de
werknemer en duidelijk te weinig naar de bedrijven en zelfstan
digen.
Dit heeft ertoe geleid dat de basis waarop eigenlijk onze hele
welvaartsekonomie rust, n.l. de produktie in industrie en land
bouw, te snel is geworden. Een paar cijfers spreken wat dit betreft
boekdelen. Van alle inkomenstrekkers was in 1960 nog 63%
werkzaam in de marktsektor, in 1968 was dat tot 57% gedaald,
terwijl nu nog slechts 48% in de sektor die de basis van onze
ekonomie vormt werkzaam is. Daarentegen is het percentage
inkomens trekkers werkzaam bij de overheid gestegen van 12% in
1960 tot 16% nu. Meest opvallend is evenwel de stijging van het
aantal niet aktieve inkomenstrekkers, namelijk van 25% in 1960,
via 30% in 1968 tot 36% op dit moment. Voegen we daarbij dan de
cijfers omtrent de gemiddelde loonkosten per uur in de E.G. dan
blijkt Nederland duidelijk bovenaan te staan.
Een voorzichtiger loonbeleid en een forse ombuiging in de
stijging der kollektieve lasten lijkt dan ook, of men het nu poli
tiek leuk vindt of niet, de enige reeële mogelijkheid om uit
eindelijk uit de ekonomische malaise te geraken. Natuurlijk zal
de overheid daarbij ook direkt moeten bijdragen aan verlichting
van de meeste schrijnende problemen in verband met de wer
kloosheid. Dat komt inderdaad in "Bestek 81" te weinig uit de
verf. Het vragen van harde garanties dat met de voorgenomen
maatregelen de werkloosheid tot aanvaardbaar niveau wordt te
ruggedragen, is volstrekt irreël. Nog veel te weinig overheerst het
besef dat zonder maatregelen om de rentabiliteitspositie van het
bedrijfsleven te verbeteren, het aantal mensen dat iedere dag op
straat komt te staan, zal blijven toenemen. Dit komt simpel
omdat men onze te dure Nederlandse produkten in binnen- en
buitenland niet meer koopt. In de land- en tuinbouw is in elk
geval zeer duidelijk dat lastenverlichting en herstel van rende
ment behoud van arbeidsplaatsen betekent en in toeleverende
en verwerkende sektoren zelfs kreatie van nieuw werk met zich
mee brengt. Het verder kreëeren van arbeidsplaatsen bij (se-
mi)overheid biedt zeker op langere termijn gezien geen oplossing
evenals het invoeren van een 55-urige werkweek die de uurlonen
verder omhoog jaagt. Al met al is het voor het behoud van onze
welvaart te hopen dat politiek Den Haag kiest voor een funda
mentele versterking van de positie van het Nederlandse bedrijfs
leven, waartoe in "Bestek 81" een eerste aanzet is gegeven en
waarop in Koers naar Herstel verder richting wordt gegeven.
LUTEIJN.
9