Vervolg: Hoofdbestuursvergadering
Akkerbouw
Veehouderij
V
Tuinbouw
D e fruitoogst is momenteel in vol
le gang, zei de heer M.J. Goud in zijn
tuinbouwoverzicht. In de kleinfruit-
sektor zijn het vooral de bramen die
geoogst worden en ze brengen ge
lukkig een goede prijs op. Bij de ap-
peloogst, waar het nu voornamelijk
om de rassen Benonie en James
Grieve gaat is de prijsvorming stevig
onder druk komen te staan.
Andere
zaken
v
D e graanoogst is in het zuid-wes
ten zeer goed geweest, zei H.C. van
der Maas tijdens zijn akkerbouwo-
verzicht. Hoe de opbrengsten precies
zijn valt op dit moment nog niet met
zekerheid te zeggen.
Volgens voorlopige oogstramingen,
die overigens volgens van
der Maas vaak te vroeg worden samengesteld, zodat ze eigenlijk
onbetrouwbaar zijn, zou de tarwe ongeveer 15% meer kg op
brengst per ha geven dan vorig jaar. Omdat er minder tarwe
werd uitgezaaid dan anders zal dit er echter volgens ruwe
schatting op neer komen dat er in Nederland ongeveer 10%
meer tarwe zal zijn gedorsen dan in 1977. Deze goede opbreng
sten betekenen een belangrijke sprong voorwaarts bij de tarwe-
teelt, die we te danken hebben aan gunstige klimatologische
omstandigheden, maar ook en vooral aan het verrichte kweek-
werk om goede tarwerassen te kreëren. Wanneer dit samen gaat
met een optimale verzorging en gewasbescherming dan zijn
dergelijke uitstekende resultaten als dit jaar de kroon op het
werk.
Landelijk bestaat een kwart van het akkerbouwareaal uit tarwe,
in Zeeland is dit zelfs meer. vandaar ook dat een produktivi-
teitsstijging zo belangrijk is. Toch geldt ook nu weer "Let op uw
saeck" want er zijn reeds Brusselse opmerkingen betreffende
een eventuele lagere graan-prijsvaststelling voor volgend jaar.
Van der Maas meende dat men het volgende hiertegenover
diende te stellen. Voorrang aan inlands graan bij de verwerking
tot broodmeel en tot veevoer. Dit moet dan gepaard gaan met
een afremming van de invoer van uitheemse tarwe, maar vooral
van graanvervangende produkten. Deze zaken moeten van nu
af aan de niet aflatende aandacht van de Nederlandse akker
bouwer hebben.
De opbrengsten van gerst zijn goed maar zeker niet zo spekta-
kulair als bij tarwe, ditzelfde gaat ook op voor de peulvruchten.
Het bijprodukt stro is dit jaar maar heel erg weinig waard. Hier
en daar stagneert de afzet zelfs omdat er nauwelijks enige vraag
is tegen een redelijke vergoeding. Het brengt dus niet veel op,
daarentegen kost het extra geld omdat het stro gehakseld dient
te worden om het op een verant woorde manier onder te kunnen
ploegen.
Aardappelzaken
I nzake de prijsverwachtingen voor uien en aardappelen heerst
er nog geen hoera stemming. Gelukkig heeft de regen van de
laatste tijd de toename van de kg opbrengst nog belangrijk
bevorderd. Bij proefrooiingen is gebleken dat we bij de aard
appelen opbrengsten kunnen verwachten die overeenkomen
met het tienjarig gemiddelde. Dat betekent een goede oogst,
maar zeker niet die top die door sommigen werd voorzien.
Van der Maas noemde de volgende punten die van belang
kunnen zijn bij de prijsvorming voor aardappelen dit jaar;
enerzijds, 5% minder areaal in Nederland zowel als in de EEG;
verhoudingsgewijs een kleiner areaal Bintje; veel grove maat en
meer aardappelen bestemd voor veevoer; anderzijds; uit de
pootgoedsektor wordt nogal wat grove maatsortering overge
heveld naar de konsumptiemarkt; Engeland raamt zijn over
schot op ongeveer 500.000 ton en dat is dan twee maal zoveel als
vorig jaar.
Een meevaller is op het ogenblik dat het ten behoeve van de
konsumptieteelt aan te kopen pootgoed relatief niet duur is en
dat is een verheugend feit, voor de konsumptieteler enerzijds.
Het is wel jammer, zei van der Maas verder dat er ook dit
seizoen weer geen garantie voor de pootgoedgebruiker is dat het
produkt ook gekontroleerd is op virusbesmetting, omdat er we
derom geen algehele nakontrole van het pootgoed heeft plaats
gevonden, iets waarom bij herhaling door de Z.L.M. is ge
vraagd. Van der Maas, zei nu nieuwsgierig te zijn hoe de lan
delijke organisatie het K.N.L.C. die deze zaak naar aanleiding
van een Z.L.M. brief nu verder zou regelen, voor het eerstvol
gende seizoen denkt op te treden.
Het produktschap voor aardappelen heeft nog steeds geen af
doend antwoord gegeven op de vraag waar de 100.000 ton
aardappelen die "zoek" waren zijn gebleven. Daarom herhaal ik
nogmaals mijn vraag van vorige keer, zei van der Maas, wat was
er fout in de inventarisatie, of heeft men inderdaad geen in
zichten in de quantiteiten voor de industriële verwerking? Zo ja,
dan direkt daarop de vraag wat kan er dan verbeterd worden
aan de inventarisatie om ook deze gegevens erbij te betrekken.
Wanneer hierop geen antwoord volgt, dan rest de vraag of we
een inventarisatie van aardappelen op een dergelijke onbe
trouwbare basis niet af dienen te wijzen.
Het Nederlands Instituut voor afzetbevordering van konsump-
tieaardappelen heeft een interessant onderzoek verricht, waar
bij twee markante feiten aan het licht kwamen, zei van der
Maas, n.l. de vooringenomen mening van de Nederlandse kon-
sument over de aardappel beinvloedt de konsumptie op een
negatieve wijze. Verder koopt slechts 21% van de Nederlandse
gezinnen de aardappelen in de groentenwinkel en slechts 10%
bij de aardappelhandelaar/detaillist. Op de straatmarkt wordt
10% gekocht, 25% in de supermarkt en schrik niet, zei van der
Maas, 21% rechtstreeks bij de teler. Het zijn feiten waaruit we
lering kunnen trekken. Het instituut voor afzetbevordering
(NIVAC) kan ons daarbij helpen, zeker wanneer het over een
ruimer budget zou beschikken.
Verwijt aan produktschap
55 cent per kg voor de boer te realiseren is. De onbekendheid,
onduidelijkheid en ambtelijk moeilijke uitvoerbaarheid belem
meren blijkbaar de toepassing in de Nederlandse praktijk en dat
is bijzonder jammer. Hiervoor wil ik een rechtstreeks verwijt
maken aan het produktschap voor granen, zaden en peulvruch
ten.
Ten aanzien van het voorstel dat van der Maas enige tijd
geleden lanceerde om op pariteitsbasis met de overheid, als
landbouw zelf ook een bijdrage per ha te leveren ter bevor
dering van de afzet voor aardappelen en uien waren de
meeste kringen het wel eens. Wel werd er de opmerking
bijgemaakt dat iets dergelijks dan ook gekoppeld dient te
zijn aan een betere kwaliteitsbewaking tot aan de konsu-
ment. Want soms verlaat de aardappel prima van kwaliteit
het boerenerf om toch min of meer mishandeld bij de kon-
sument terecht te komen.
P.C.W. subsidie voor heel zuid-westen
Naar aanleiding van een persbericht van het ministerie
van Landbouw waarin wordt gesproken over het opnieuw
openstellen van P.C.W. subsidie op grondverbetering voor
Zeeland, merkte de vice voorzitter de heer G.P.A. van
Nieuwenhuyzen op dat hij het vreemd vond dat alleen van
Zeeland werd gesproken, temeer omdat juist de laatste tijd
steeds gepleit is voor het opvijzelen van de produktiviteit in
het zuid-westen. Wanneer zou blijken dat inderdaad alleen
Zeeland bedoeld is dan zou dit van een diskriminatie getui
gen en dient dit aanbod door de Z.L.M. niet aanvaard te
worden, totdat ook Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden
van de P.C.W. subsidie gebruik kunnen maken. De voor
zitter de heer Doeleman was het eens met deze zienswijze en
zei dat hij zo snel mogelijk klaarheid in deze zaak zou
proberen te brengen.
Wanneer de P. C. W. (partikulier kultuurtechnische werken)
regeling ingang zou vinden is evenmin duidelijk. Dit is wel
van groot belang omdat er nu reeds veel land vrij is van een
gewas waarop men deze grondverbetering onmiddellijk zou
kunnen uitvoeren. Ook is nog niet duidelijk voor welke
soort verbeteringswerken de subsidie zal gelden. De bedrij
ven die grondverbeteringswerken kunnen uitvoeren hebben
eveneens belang bij een snelle duidelijkheid, want momen
teel hebben ze weinig te doen en het zou voor de arbeids
verdeling en de werkgelegenheid in die bedrijfstak bijzonder
gunstig zijn wanneer zo snel mogelijk zou kunnen worden
begonnen.
Het hoofdbestuur toonde zich overigens bijzonder inge
nomen met de toezegging van de subsidies die een duidelijke
onderschrijving zijn van de erkenning van de zuid-westelijke
problematiek.
V oor de varkensmester is het op
het ogenblik een slechte tijd, zei de
heer J.M. van Heijst in zijn veehou
derijoverzicht. Hij noemde als voor
beeld dat op één varken van 80 kg
gewicht momenteel een verlies gele
den wordt van bijna 55 gulden.
Wanneer iemand 500 mestvarkens
heeft is dat helemaal niets bijzonder.
Wel is dan snel uitgerekend dat deze ondernemer zijn dieren af
moet zetten voor 27.000 gulden onder de kostprijs. Het ziet er
ook voorlopig nog niet naar uit dat er enige verbetering van
betekenis op komst is, ja, men kan zelfs de vraag stellen of we
het dieptepunt al hebben bereikt! Met andere woorden het kan
nog slechter.
In de veehouderij was men erg gelukkig met de regen van de
afgelopen tijd, want op veel weilanden waren al weer verdro-
gingsverschijnselen waar te nemen. De grondwaterstand is op
sommige plaatsen uitzonderlijk laag. Gelukkig is er overal veel
ruwvoer op de bedrijven, want het ziet er naar uit dat de snijmais
dit jaar op veel plaatsen heel wat minder op zal brengen dan
anders. Vooral de laat gezaaide mais heeft het kwaad te verdu
ren gehad door het aanhoudende koude en natte weer deze
zomer. Toch vormen de 120.000 ha snijmais in ons land de
hoeksteen van de moderne melkveehouderij. De bedrijfsver-
grotingen overal in den lande zijn mede mogelijk geworden
door de enorme areaaluitbreiding van snijmais. Van Heijst vond
het onbegrijpelijk dat er toch nog steeds kopers waren voer
nuchtere kalveren die rekord prijzen opbrengen van 6 tot 700
gulden per stuk. Op deze manier is het onmogelijk om nog enig
rendement te kunnen behalen in de mesterij. De melkaanvoer
wordt nog steeds hoger en daarmee helaas ook de zuivelover-
schotten.
In Brussel heeft een kommissie zich over dit probleem gebogen
en haar bevindingen zullen nu aan de raad worden voorgelegd.
De voornaamste punten hieruit zijn.
Een schorsing van de melkpoederinterventie waardoor het
marktinstrumentarium wordt verzwakt, met dien verstande dat
een bepaalde overschothoogte per zuivelbedrijf wordt geaccep
teerd, gekoppeld aan een vastgesteld kwantum.
Deze systemen betekenen een achteruitgang van het inkomen
van de veehouder. Verder denkt men aan een premiestelsel
wanneer men bereid is minder melk af te leveren en een lagere
prijs voor de eventueel meer afgeleverde melk. Dit voorstel
komt wat sympathieker over, zei van Heijst, maar het is de vraarg
of zoiets in alle EEG landen uitvoerbaar zal zijn. Er wordt ook
wel gerept over een heffing op grondstoffen voor de mengvoe
dermiddelen. Dit zou echter fataal zijn voor de Nederlandse
veredelingslandbouw. Ook zijn er gedachten gaande om het
geld van de medeverantwoordelijkheidsheffing te gebruiken om
de overschotten te financieren. Maar dan zal er toch zekerheid
dienen te komen dat de richtprijs voor melk normaal wordt
aangepast en interventieregelingen blijven bestaan, wil men er
tenminste enige vrede mee kunnen hebben, aldus van Heijst.
Ten behoeve van de rundveeverbetering wil men de melkhef-
fing van 0,12 per 100 kg melk verhogen tot 0,14. Van Heijst
zag dit als een goede zaak en meende dat het geld dat aan de
rundveeverbetering wordt besteed zeker altijd de moeite waard
is. Ten aanzien van verzekering van slachtvee merkte van Heijst
nog op dat het bijzonder belangrijk is om bij de verkoop goede
afspraken te maken omtrent eventuele verborgen gebreken zo
dat de aansprakelijkheid later geen moeilijkheden geeft. Ten
slotte toonde hij zich nogal ontstemd over het feit dat men eerst
heeft gewerkt om met subsidies z.g. koebalies in het leven te
roepen. Nu het echter zo ver is doet het wrang aan dat men deze
diensten hiervan weer gaat belasten met een 18% B.T.W. heffing
an der Maas merkte op dat de EEG steunregeling voor
erwten en tuin- en veldbonen (voor veevoederdoeleinden) die
per 1 juli j.l. van kracht werd vrijwel geen belangstelling van het
Nederlandse bedrijfsleven ondervindt, terwijl deze regeling juist
was bedoeld om de produktie van eiwithoudende grondstoffen
binnen de gemeenschap te stimuleren. Toch kan deze regeling
grofweg betekenen dat een minimumerwtenprijs van meer dan
Voor het ras Benonie wordt in feite, gezien de hoge teeltkosten
van deze appel, te weinig betaald. Er hangen weliswaar veel
kilo's aan de bomen, maar toch zal de financiële uitkomst door
het lage prijspeil tegenvallen. James Grieve daarentegen geeft
minder kilp's dan aanvankelijk werd verwacht, terwijl ook
prijverloop' teleurstellend is. Ofschoon er op een goede Euro
pese appeloogst kan worden gerekend ziet het er toch niet naar
uit dat de markt zal worden overvoerd. De heer Goud toonde
zich verontwaardigd over het feit dat er toch nog steeds weer
telers zijn die bepaalde soorten appels onrijp op de markt
brengen. Ze plukken hun produkt voortijdig met het gevolg dat
de kwaliteit van deze onrijpe appel bij de konsument tegenvalt,
waardoor het imago van het Nederlandse fruit een flinke deuk
oploopt met alle gevolgen van dien voor de afzet. Hij noemde
dit een vorm van "paniekvoetbal, waarmee geen enkele fruitte
ler ooit een wedstrijd zou kunnen winnen."
Ten aanzien van onze konkurrentiepositie hebben we weinig
terrein te verliezen en dienen we er met alle kracht op toe te zien
dat we onze positie verstevigen. Het blijkt voorts aan alle kan
ten dat het afzetbeleid op vele punten aan herziening toe is. Wel
was de heer Goud van mening dat er de laatste tijd nog al vrij
sterk de nadruk is komen te liggen op de problematiek rond de
appels, waarbij de peren bijna geheel buiten beschouwing wer
den gelaten. De vroege perensoorten die nu op de markt worden
aangeboden kunnen vlot worden geplaatst. Bij de vollegronds-
groenten is de prijsvorming redelijk. Plantuien en vroege aard
appelen blijven veel te laag in prijs. Ten aanzien van de prijs
vorming van zaaiuien zei de heer Goud dat we moeten beden
ken dat er een kleiner areaa, is en dat de opbrengst waarschijn
lijk stukken lager is dan vorig jaar, waardoor dus enig optimisme
zeker gerechtvaardigd is. Verder zei de heer Goud nog dat de
gladiolen er na de regen overwegend erg goed voor staan, alles
wat ze nu nog nodig hebben is voldoende zon en wat warmte.
et hoofdbestuur werd nader geinformeerd over de uit
komsten van het vraagpunt 1977 waarin de taak van de
landbouworganisaties centraal werd gesteld en met name de
eigen Z.L.M. organisatie kritisch werd bekeken. Volgende
week zal het vraagpunt in zijn geheel worden gepubliceerd
in dit blad. Deze week kunt U alvast de konklusie lezen.
Tevens werd in overleg met de kringvoorzitters het schema
voor de rondgang langs de kringen vastgesteld. Dit schema
kunt U aantreffen op pagina 2 van dit blad. Een voorstel van
de heer Kosten, kringvoorzitter van Tholen en St. Philips-
land om de statuten zodanig te wijzigen dat de kommissie
voorzitters ook langer dan 2 keer vier jaar aan kunnen
blijven in die funktie werd met algemene stemmen afgewe
zen. Wel werd overwogen om ter zijner tijd deze zaak nog
eens nader te overwegen. Zoals bekend zullen dit jaar zowel
de kommissievoorzitter tuinbouw de heer M.J. Goud en de
kommissievoorzitter veehouderij J.M. van Heijst statutair
af moeten treden.
De algemene vergadering die dit jaar op 15 december zal
worden gehouden zal plaats vinden in Middelburg.
Aanwezigen op de
Hoofdbestuursvergadering van 4-9-78
A.J.G. Doeleman, voorzitter; G.P.A. v. Nieuwenhuijzen, vice-
voorzitter; S. de Visser, vice-voorzitter; Mr. J. Oggel, algemeen-sekretaris;
R. Hoiting, sekretaris; L.J.v. Gastel, kring Schouwen-Duiveland; M.C.J.
Kosten, kring Tholen-St. Philips land; H.C.v.d.Maas, kring Noord-Beve
land; K. Dees, kring O.Zuid-Beveland; J. Nieuwenhuyse, kring W. Zuid-
Beveland; C.J. A Imekinders, kring W. Zeeuws- Vlaanderen; Av. Hoeve,
kring Axel; J. Scheele, kring Hulst; W. v. Veldhuizen, kring O. en M.
Brabant; B H. Maijers, kring Langstraat; M.J. Goud, tuinbouw; PA.
Hoogenboom, tuinbouw; J.M. v. Heijst, veehouderij; C. de Visser, vee
houderij; J. Akkermans, P.J.Z.; R. v. Wezel, redaktie J.C.B. Priem, se-
kretariaat.
17