Diepe grondbewerking op klei- en zandgrond Kalkbemesting bij graslandvernieuwing O H et begrip diepe grondbewerking heeft op zich een rekbare betekenis. Wanneer men normaal gewend is de grond te bewerken tot een diepte van 25 cm, is een éénmalige bewerking tot 35 a 40 cm al een diepe grondbewerking. Om misverstand te voorkomen, bedoelen we met een diepe grondbewerking een zodanige ingreep in het bodemprofiel, dat daardoor een blijvende bodemverbetering tot stand wordt gebracht. Een bewerkingsdiepte van minimaal 80 cm tot 1 meter en meer zal vaak nodig zijn. Van nature aanwezige storende elementen als vaste lagen en scherpe overgangen in het bodemprofiel, worden er door opgeheven. De plantenwortels kunnen hierdoor vrijwel ongestoord over een groter en dieper grondvolume beschikken en vocht onttrekken. Meer bodemvocht betekent in dit verband een betere produktie. W anneer het nederlandse grasland zowel kwalitatief als kwantitatief op de produktie zou worden beoordeeld dan zal blijken dat een groot percentage voor vernieuwing in aanmerking komt. De praktijk is zich hiervan voldoende bewust en uiteraard zullen in de toekomst nog veel hektares onproduktief grasland worden gefreesd of geploegd. De maanden augustus en september zijn i.v.m. gunstige vochtvoorziening en bodemtemperatuur hiervoor bij uitstek geschikt. W anneer wordt gefreesd kan de kalk op de bestaande zode worden gestrooid waarna de meststof tijdens het frezen goed Stoppelland biedt ideale bekalkingsmogelijkheden H H wordt gedeeltelijk vermengd met de zandon- dergrond, terwijl een gedeelte van de klei uit de bouwvocr vrij intensief wordt gemengd met het zand in de ondergrond. De zwaarte van de bouwvoor wordt terugge bracht tot ongeveer 30% afslibbaar. De onder grond krijgt tot de bewerkingsdiepte een groter poriënvolume. In tegenstelling tot het pure zand is de klei in de ondergrond plastisch. Door het grotere poriënvolume en door het zwel- en krimpvermogen van de klei neemt de toegan kelijkheid voor de plantewortels in de onder grond sterk toe. In verband met de kapilaire opstijging mag de grondwaterstand niet te diep wegzakken. Wanneer zowel boven- als ondergrond erg licht zijn, kan men beter niet mengen en een brede diepwoeler gebruiken. De bouwvoor moet dan immers zoveel mogelijk behouden blijven. De zandgronden O p veel zandgronden reikt de effektieve be- wortelingsdiepte niet dieper dan 30-50 cm. Be neden deze diepte is de grond dan veelal der mate vast en dicht van struktuur dat er prak tisch geen wortel in kan. De dichte strukturen zijn meestal, door de eeuwen heen, ontstaan door het proces van bodemvorming. Met een penetrometer ('n sondeerapparaatjkan met de drukweerstand, die de plantewortels ondervin den, meten. Wanneer de drukweerstand meer dan 25 kg/'cm2 bedraagt dringen nog maar spora disch wortels in de grond door omdat de grond dan veel te vast is. Met effekt van een diepe grondbewerking is in wezen tweeledige en wel: a) Het toegankelijk maken van de beworteling tot een grotere diepte in het bodemprofiel b) De kapilaire aanreiking van vocht uit de ondergrond naar de onderkant van de be- wortelingszone. Om van de kapilaire nalevering vanuit het grondwater voldoende te kunnen profiteren, mag het grondwater zich niet dieper dan 50 cm onder de effektieve wortelzone bevinden. De kapilaire nalevering kan variëren van min der dan 1, tot 3 mm per dag. Dit is afhankelijk van de diepte van de grond waterstand en uiteraard ook van de fijnheid van de ondergrond. Met een diepe grondbe werking zijn prachtige resultaten bereikt bij gewassen zoals suikerbieten, mais en granen. Bij grasland vallen de resultaten tegen. Wel wordt een flinke wortelontwikkeling van het gras verkregen als reaktie op de diepe grond bewerking. Door het aldoor maaien en weiden in een jeugdig stadium sterven kennelijk weer veel wortels (te) vroegtijdig af. Het onderzoek in deze wordt nog voortgezet. Bij erg hoogge legen zandgronden heeft een diepe grondbe werking, ook voor akkerbouwgewassen, niet het gewenste resultaat. Het grondwater zit te diep weg. Deze gronden zijn voor het vochtte- kort meer aangewezen op beregening. Op verschillende bedrijven voert men het woelen vaak zelf uit. Dikwijls vallen de resul taten erg tegen. Door de beschikbare trek kracht kan men meestal niet voldoende diep gang bereiken. Bovendien blijft door het ge bruik van te scherpe woelers een groot gedeelte van de ondergrond vast zitten. Bij een slechte kwaliteit werk mag geen 100% resultaat worden verwacht. Goed diep, 1 meter en meer, woelen of mengwoelen van de grond kost veel trekkracht. Veel trekkracht betekent z\yare machines, waarbij de kosten per ha in loonwerk al gauw 1.500,-tot 2.000,-/ha bedragen. Een goed uitgevoerde grondverbetering is ech ter een investering op langere termijn. Een in vestering die, zonder verdere kosten, steeds permanent en latent aanwezig zal zijn. Ing. A.M. v.d. Veeken C.A.R. Zevenbergen Effektieve beworteling belangrijk D e effektieve bewortelingsmogelijkheid van de gewassen in de grond is van groot belang. Op dit punt zijn er praktisch elke zomer grote verschillen waar te nemen. In de kleigebieden zijn het de plaatgronden die het dikwijls laten afweten. Bijzonder scherpe overgangen van klei naar (grof) zand zijn hier kenmerkend. De beworteling is bij deze scherpe overgangen dan ook meteen vrijwel nihil. Is het kleidek boven dien maar 30 of 40 cm dik. dan is het met de vochtvoorziening van de gewassen vaak droe vig gesteld. In de zandgebieden zijn het vooral de jongere ontginningen met dun kultuurdek die het in verband met de vochtvoorziening laten zitten. Intensieve beworteling reikt ook hier meestal niet dieper dan 30 tot 50 cm minus maaiveld. Deze machine maakt de grond goed los.... De kleigronden O fschoon we op kleigronden met storingen in de wortelontwikkeling en vochtvoorziening op de eerste plaats aan de plaatgronden den ken. zijn er wel meer varianten met gebreken. Elk individueel geval kan verschillend zijn. Alvorens aan een diepe grondbewerking te be ginnen, is het zinvpl eerst een bodemkundig onderzoek te (laten) verrichten. Dit onderzoek verschaft informatie en inzicht omtrent be- wortelingsdiepte. hoedanigheid van de boven- en ondergrond (granulaire samenstelling) en de hoogte van de grondwaterstand. Deze ge gevens zijn belangrijk om het effekt van een Maar ook deze. diepe grondbewerking zo goed mogelijk te kunnen takseren en welke machine het beste kan worden gebruikt. Bij een plaatgrond, met een zwaar kleidek van 50% afslibbaar, kan een roterend werkende machine goed werk verrichten. De zware klei in de bouwvoor Stichting Nederlands Landbouw Kalkbureau OORZAAK VAN SLECHT GRASLAND D e oorzaken van de verslechtering van de zode kunnen ve lerlei zijn. Zo kunnen bijv. droogte maar ook onvoldoende ont watering de kwaliteit van de zode ongunstig beïnvloeden. Een zorgvuldige graslandexploitatie kan eveneens de kwaliteit van de graszode benadelen. Ook een foutieve bemesting of het ge deeltelijk nalaten ervan verstoort een optimale groei. BEKALKING E en onderdeel van dat totale bemestingsbeleid, de bekalking, wordt in tegenstelling tot een aantal jaren geleden weer steeds aktueler voor het grasland. Veranderde bemestingsgewoonten en wijzigingen van gehalten van kunstmeststoffen hebben ertoe geleid dat de pH van het grasland geleidelijk is gaan dalen. Een kalktoestand die op grasland gezakt is naar een niveau van de ondergrens van de klasse: goed (pH 4.8-5.1) kan met een on- derhoudsbekalking op de korte zode duidelijk gekorrigeerd worden. Wil de grondgebruiker over gaan tot vernieuwing van het grasland dan gelden voor de bekalking ander normen. Het is in dat geval verstandig in de eerste plaats een grondmonster te steken en op pH te laten onderzoeken, van de te bewerken laag. Of er nu gefreesd of geploegd wordt, het nieuwe zaaibed bestaat dan uit grond die voornamelijk van onder de oorspronkelijke zodelaag afkomstig is. De pH hiervan is als regel beduidend lager dan die van de zode van o-5 cm. Aan de hand van de analyse van het grondonderzoek kan dan het juiste bekalkings- advies worden opgesteld. HET STROOIEN met de grond wordt gemengd. Bij het ploegen ligt de zaak wat moeilijker. Ideaal is in dat geval een gedeelte van de kalk op de oorspronkelijke zode te strooien. Daarna met een gewone frees de zode bewerken. Vervolgens het gefreesde grasland ploegen en de rest van de kalk op het zaaibed strooien en inwerken. In beide bovenstaande gevallen is het resultaat dat in een grondlaag van rond 15 cm dikte een kalktoestand wordt ver kregen die een goede basis vormt voor een vlotte opkomst en wortelontwikkeling van een jong en produktief grasbestand. Ten overvloede zij erop gewezen dat, wanneer geen grondon derzoek is toegepast het voor alle zekerheid toch aanbeveling verdient ongeveer 1500 tot 2000 kg kalkmeststof per ha bij graslandvernieuwing toe te passen. et meest gunstige tijdstip voor het weer op peil brengen of onderhouden van de kalktoestand van het bouwland is nog altijd de nazomer en/of herfst. Wanneer na de graan oogst de stoppel vrij komt biedt deze alle ruimte om een zogenaamde stoppelbekalking zo goed mogelijk uit te voeren en te doen slagen. Bekalken op de stoppel Kombinatie stoppelbekalking? en stoppelbewerking et grote voordeel van de stoppelbekalking is natuurlijk dat de kalkgift bestemd voor het volgend - kalkminnend - gewas ruim op tijd wordt toegediend. Het stoppelland leent zich op zichzelf ook bijzonder goed voor het effektief uitvoeren van een bekalking. Zo gauw de maaidorser het land heeft verlaten en het stro is verwijderd of gehakseld kan met het kalk strooien worden gestart. Als regel is de berijdbaarheid van de graanstoppel uit stekend en vormt dus geen enkel beletsel voor dé "gewichtige" kalkstrooier. mdat voor een goed rendement van de kalk ook een goede inwerking noodzakelijk is past na de stoppelbekalking de stop- pelbewerkirig (stoppelploegenkultivator met evt. ganzevoet) uitstekend in het totale schema. De stoppelbekalking met de daarna uit te voeren stoppelbewerking vormen een ideale kom binatie die ertoe leidt dat naast het o.a. wegwerken van sporen, onkruidbestrijding e.d. ook de pH van de grond weer in goede banen wordt geleid ten gunste van het hierna te verbouwen gewas. Omdat in de praktijk een bekalking dikwijls wordt uitgesteld naar het voorjaar is de vraag in die periode bijzonder groot. Er ontstaat dan een zgn. "kalkpiek" met, soms lange wachttijden als gevolg. Deze nadelen kunnen worden omzeild door in het najaar (te vens voordeliger kalkprijs) de kalk te laten strooien Het stoppelland biedt hiervoor de ideale mogelijkheid. I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 7