Van bus naar tank,
of wat anders?
rijve"
Vervolg „Zegge en Scl
N u Campina heeft besloten om eind 1980 het ophalen van melk in bussen te stoppen, vraagt dij: bij de bussenmelkers een
bezinning over de toekomstige bedrijfsopzet. De mogelijkheden voor omschakeling van bus naar tank zijn voor ieder
bedrijf weer anders. Tevens zullen er ook een aantal veehouders zijn die nu met de melkveehouderij willen stoppen.
M elkproduktie: naarmate de melkproduktie per koe hoger is,
zal ook het inkomen per koe hoger zijn. Bij een goede voeding
en verzorging is een gemiddelde melkproduktie van 5.000 kg per
koe goed bereikbaar. Melkveehouders met een gemiddelde
melkleverantie van 4.000 kg per koe dienen andere moge
lijkheden voor het grondgebruik goed te overwegen.
D insdagmorgen werd er een exkursie gemaakt door een
deel van het werkgebied van de Z.L.M.: Zuid-Beveland is
een gebied waar alle aspekten waar de land- en tuinbouw
mee te maken heeft te vinden zijn: rekreatie, industrie,
leiding strook, hoogspanningsmasten, dijkverzwaringen,
vaste oeververbinding, akkerbouw op verschillende
schaal, tuinbouw, fruitteelt, kleinfruit, veehouderij in di
verse vormen, etc. De tocht voerde onder meer door de
gebieden waarvan ruilverkavelingen zijn aangevraagd
Wolphaartsdijk en Yerseke. Wat dat betreft werd de re-
daktie van het blad van de Vereniging Milieu-hygiëne
Zeeland (V.M.Z.) "de Gouden Delta "weer zeer snel op haar
wenken bediend: de Z.L.M. hield een exkursie door ge
bieden waar nog een ruilverkaveling moet komen in
plaats van door een gebied waar deze vrijwel achter de
rug is, zoals met de ledenraad. Ik moet toegeven dat de
genoemde gebieden door een ruilverkaveling wel eens
bijzonder zouden kunnen opknappen. Oggel
N a voorgaande aspekten goed te hebben overwogen zal de
melkveehouder moeten kiezen tussen de mogelijkheden: door
gaan of stoppen met melkvee.
Ing. P.A.W. Veldman,
C.R.A. te Waalre
Over de mogelijkheden van bedrijfsaanpassing kan de bedrijfs-
voorlichter van het betreffende Consulentschap u nuttige in
formatie verstrekken.
De agrariërs die met de melkveehouderij willen stoppen zullen
meestal vanwege het inkomensverlies zoeken naar andere mo
gelijkheden van grondbenutting.
De volgende produktietakken zouden hiervoor in aanmerking
kunnen komen:
1. vleesstieren houden met snijmais als ruwvoer (7.5 stuks per
ha).
2. jongveeopfok op kontraktbasis (6.4 stuks per ha).
3. jongveeopfok voor eigen risiko (6,4 stuks per ha),
4. schapenhouderij (16 ooien per ha),
5. inscharen van jongvee (7 pinken per ha),
6. diverse akkerbouw- en voedergewassenteelten.
Bij de 4 eerstgenoemde produktietakken kan men naast de
grond ook de bedrijfsgebouwen produktief aanwenden. Zowel
bij het inscharen van jongvee als bij de teelt van bouwlandge
wassen kunnen de bedrijfsgebouwen mogelijk ingericht worden
voor de varkenshouderij.
CjT rootte van de melkveestapel: of de aanpassing van melk-
winningsapparatuur ekonomisch verantwoord is, hangt sterk af
van de omvang van de melkveestapel. Als de melkveestapel
kleiner is dan 10 melkkoeien zal stoppen met melkleverantie
meestal gewenst zijn.
Bij een omvang van 10 tot 20 melkkoeien kan het aanhouden
van melkvee aantrekkelijk zijn, mits met zeer beperkte bedrijf-
saanpassingen van bijvoorbeeld minder dan 25.000,- de
melkerij arbeidstechnisch goed kan worden rondgezet.
Tussen de 20 en 40 melkkoeien dienen de mogelijkheden van
mechanisatie op de bestaande grupstal worden overwogen. In
dien men de melkveehouderij gaat stoppen zal dit een saldo-
verlies geven van 2.000,— per koe. Andere mogelijkheden
van bedrijfsaanpassing dienen dan serieus te worden overwogen
om dit inkomensverlies zo goed mogelijk op te vangen.
Sociale aspekten: of een melkveehouder zal omschakelen
naar tankmelken is tevens afhankelijk van de leeftijd, de op
Dit fruit wordt dan in Nederland op de markt gebracht
met alle gevolgen van dien voor het eigen bewaarfruit
Van K.N.L.C.-zijde werd medegedeeld dat aan dit pro
bleem reeds meer malen gewerkt is, tot op heden echter
zonder resultaat.
Akkerbouw
De voorzitter van de Z.L.M-akkerbouwkommissie
bracht onder de aandacht dat virus-ziekpootgoed voor de
gebruikers zeer behoorlijke opbrengstdervingen tot ge
volg heeft zonder dat de telers deze schade kunnen clai
men. Hij pleitte daarom voor een betere nakontrole. Me
degedeeld werd dat de normen inmiddels zijn aangepast
wat inhoudt dat vrijwel alle zgn. "A 's in de nakontrole
komen. Een ander punt waarvoor Dhr. van der Maas
pleitte was de fusarium kontrole door de N.A.K. door
middel van een speciaal label. Verder ging Van der Maas
nog zeer kort in op het kontraktenstelsel en een eventuele
aardappelregeling waarvan hij overigens zei bijzonder
weinig te voelen.
Exkursie
9
Of de koeien zullen verdwijnen dient goed overwogen te worden.
!Zowel voor het omschakelen naar tankmelken als voor het
stoppen met het houden van melkvee dienen de gevolgen hier
van goed te worden overwogen.
Welke aspekten zijn hierbij nu belangrijk?
CjT ebouwen: naar gelang de aanwezige rundveestalling groter
en doelmatiger is, zal het vee met minder uren per eenheid
kunnen worden verzorgd. Als in de bestaande gebouwen geen
ruimte meer beschikbaar is voor een melkkamer met melktank
kan deze worden aangebouwd of eventueel los worden ge
plaatst. Voor een investering van 10.000,- is dit meestal wel
mogelijk.
B edrijfsoppervlakte en verkavelingssituatie: bij een bedrijfs-
grootte kleiner dan 12 ha zal de bouw van een ligboxenstal
meestal ekonomisch niet verantwoord zijn. Voor de bouw van
een ligboxenstal is wel een minimum omvang van 40 melk
koeien gewenst. Tevens verdient bij een oppervlakte van minder
dan 12 ha de melkveehouderij prioriteit boven jongveeopfok.
Jongveeopfok door derden is hierbij gewenst.
Naarmate de huiskavel groter is zijn er betere mogelijkheden
voor de melkveehouderij. Bij beperkt weiden kan men gaan tot
5 stuks melkvee per ha op de huiskavel.
volgingssituatie, de gezondheid van de veehouder en de durf om
te investeren.
Als hij 58 jaar of ouder is en geen opvolger heeft zal slechts
een beperkte bedrijfsaanpassing met lage investeringen, bij
voorbeeld onder 25.000,— verantwoord zijn.
Indien een Opvolger aanwezig is en men de melkveehouderij wil
voortzetten, dient de kontinuïteit van het bedrijf en zo mogelijk
ook van de melkveehouderij voldoende verzekerd te zijn.
Als de gezondheid te wensen overlaat en de veehouder een
AAW-uitkering geniet, dient het bedrijfsplan te worden afge
stemd op de redelijk te verwachten mogelijkheden voor be-
drijfsverzorging. Meestal zal dan echter een minder arbeidsge
bonden produktietak wat méér zekerheden bieden, bijvoor
beeld akkerbouw en/of jongveeopfok.
Melkveehouder moet gaan kiezen
Voor diegene die de melkerij wil voortzetten is het gewenst
overleg te plegen met de melkwinningsadviseur, over de ver
schillende mogelijkheden van melkwinningsapparatuur.
Bij het stoppen van de melkveehouderij dienen ook de fiskale
gevolgen goed te worden overwogen.
Samenvatting
O mschakeling van bus naar tank vraagt altijd een investering.
Naar gelang de melkproduktie per bedrijf hoger is, gaan deze
omschakelingskosten per kg melk dalen. De hoogte van de in
vesteringen bij omschakeling is sterk afhankelijk van de keuze
van de aan te schaffen apparatuur.
Stoppen met de melkveehouderij geeft een inkomensdaling van
2.000. per melkkoe (inklusief jongvee). Deze inkomens
daling is vrijwel niet geheel te kompenseren door om te scha
kelen naar andere grondgebonden produktietakken.
Naast de bedrijfstechnische en bedrijfsekonomische aspekten
kunnen ook sociale aspekten zwaar wegen bij de keuze van
bedrijfsaanpassing.
Ook de fiskale aspeken dienen bij de besluitvorming te worden
betrokken.
Overweeg hierbij goed uw mogelijkheden en uw moeilijkheden
om tegenvallers te voorkomen.
Vraag zo nodig advies bij de betreffende voorlichtingsinstanties.
Dat de bussen verdwijnen staat wel vast