Systemische fungiciden op pootaardappelen bestrijden niet alles D e ongunstigere situatie voor de intensieve veehouderij is voor een belangrijk deel een gevolg van het voorschrift dat nieuwbouw op het bouwperceel is toegestaan mits daardoor geen gespecialiseerd bedrijf ontstaat; dit voorschrift geldt voor 38% van de bedrijven. Overigens is gebleken dat - ongeacht de produktietak waarvoor wordt gebouwd - nieuwbouw op het bouwperceel moeilijker is te realiseren en aan zwaardere be perkingen is onderworpen, naarmate aan de gronden een gro tere niet-agrarische waarde wordt toegekend. Dit geldt ook voor H et stichten van nieuwe bedrijven is op 9% van de kuituur- grond op geen enkele wijze mogelijk: voor de bestemmings- groep agrarisch gebied bedraagt dit 3% en voor de groepen agrarisch gebied van landschappelijke en grote landschappe lijke waarde ruim 17%, terwijl in geen van de gemeenten vah onderzoek nieuwvestiging op gronden behorend tot de groep natuurgebied is toegestaan. Voor het op de plankaart opnemen van nieuwe bouwpercelen is op 10% van de kultuurgrond een nadere planuitwerking voorgeschreven, kan op 64% een vrij stelling worden verleend en is op 17% planwijziging noodzake lijk. Laatstgenoemde moeilijkere procedure komt vooral veel voor in de bestemmingsgroep agrarisch gebied van grote land schappelijke waarde. Voor het gespecialiseerde intensieve vee houderijbedrijf is op 19% van de kultuurgrond geen enkele mogelijkheid tot nieuwvestiging, terwijl daarvoor op 9% pla nuitwerking, op 48% het velenen van vrijstelling en op 24% planqijziging noodzakelijk is. Voor een gemengd bedrijf met intensieve veehouderij gelden daarentegen dezelfde voorschrif ten ten aanzien van nieuwvestiging als voor een bedrijf met uitsluitend grondgebonden produktie. Bestemmingsplannen en hun betekenis voor het oprichten van bedrijfsbebouwing I Problemen met blauwmaanzaadgaiwesp KORTE WENKEN C.A.R.-Zevenbergen AKKERBOUW VEEH0UDERU Bouwvergunning en de W.I.R. Eerste kamer komt tegemoet aan landbouwbe- zwaren (L.E.I. Studie) Sinds onze vorige bijdrage zijn de weersomstandigheden aan zienlijk verbeterd. Vanaf 9 juli is er op Walcheren geen regen van betekenis meer gevallen. Toch bleef het aanvankelijk koel en veelal bewolkt. Voer de gewassen was dit wel gunstig. Het ziet er naar uit dat de oogst sterk verlaat zal zijn. We schrijven nu U it het onderzoek is gebleken dat de voorschriften ten aan zien van het bouwen op de bouwpercelen veelal ongunstiger zijn voor rundveehouderij en intensieve veehouderij dan voor an dere produktietakken. Voor slechts 10% van de bedrijven gele gen in de vier voor de landen tuinbouw belangrijke-bestem- mingsgroepen - agrarisc gebied, agrarisch gebied van land schappelijke waarde, agrarisch gebied van grote landschappe lijke waarde en natuurgebied - bevatten de voorschriften geen beperkingen voor het bouwen op de bouwpercelen t.b.v. de rundveehouderij. Voor de andere produktietakken (behalve de intensieve veehouderij) bevatten de voorschriften voor ruim een derdedeel van de bedrijven geen beperkingen. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de in de meeste plannen voorgeschreven maximum hoogte van de op te richten bedrijfs- bebouwing, waardoor de bouw van torensilo's onmogelijk wordt. Van de laatste 22 jaar kwamen 7 "schot" jaren voor, d.w.z. dat de kans op schot 1 op 3 is. Voor de telers van wintertarwe is het van belang te weten dat schot gepaard gaat met een verlaging van de korrelopbrengst per ha, die volgens som migen tot soms 20% kan oplopen. Warm weer voor de oogst in het deegrijpheidsstadium vergroot de kans voor het op treden van schot. Het Graancentrum in samenwerking met het K.N.M.I. zal ook dit jaar zo nodig weer tijdig een schotwaarschuwing laten horen. Stoppelbewerking is beslist nog niet uit de tijd. Voor wor telonkruiden is niets beter dan de stoppelploeg, want een stoppelploeg snijdt alles af en de wortelonkruiden moeten na deze aantasting weer opnieuw op gang komen. Dit resultaat bereikt U niet met een kultivator. Voor de tweede bewerking is een kultivator zeer geschikt. Hang achter de kultivator eens een lichte eg dan krijgt U een beter zaaibed voor de zaadonkruiden. Zorg dat de eerste stoppelbewerkingen zeer ondiep worden uitgevoerd. Voor een goed resultaat moet U om de 10 dagen terugkomen. Graszaad dat onder een graangewas uitkomt, moet zo snel mogelijk stikstof ontvangen. Dat wil zeggen, ga zo vroeg mogelijk maaidorsen. Zorg voor weinig korrelverlies en/of uitval en haal het stro zo snel mogelijk van het veld. Elke dag is er één. Werk sekuur en vlot achter elkaar door. Uw graszaad zal U er voor belonen. Wilt U tot bouwplanbemesting overgaan? U weet wel in een keer de bemesting geven wat kali en fosfaat betreft voor 4 of 5 jaar. Dan moet U dat doen op het perceel waar volgend 6 eind juli en er is behalve het trekken van vlas en het oogsten van wat graszaad nog weinig geoogst. Zo te zien zal het overgrote deel van de graanoogst pas in de tweede helft van augustus vallen. Hopelijk zullen ook dan de weersomstandigheden gun stig zijn voor een vlot verloop. Er is in ons gebied in ieder geval voldoende kapaciteit aan maaidorsers aanwezig, om maar niet te spreken van overkapaciteit. De granen zijn over het algemeen goed gezond gebleven. Gele roest komt nog het meest voor in het ras Lely. De luis in de granen is nog wat toegenomen, doch niet in al te ernstige mate. Ook in de bieten is er in veel percelen nog vrij veel zwarte luis gekomen. De laatste week is er echter een duidelijke achteruit gang van het luizenbestand te zien. Door het droge en warme weer vertonen verschillende percelen nu een wat bontere kleur. Minder goede struktuurplekken wor den duidelijk zichtbaar, o.a. in bieten en vooral in bruine bonen. Op veel percelen van dit gewas is de schade aanzienlijk. Bij het blauwmaanzaad blijkt de regen tijdens de bloei weinig schade te hebben gedaan. Er zijn veel mooie bollen gevormd. Helaas konstateren we nu een aantasting door de blauwmaan zaadgaiwesp. In de onderste gedeelten van de stengels komen vrij veel maden van dit insekt voor. Gevreesd moet worden dat dit vervroegde afrijping tot gevolg heeft, waardoor fijner zaad dus opbrengstderving. Omstreeks het jaar 1960, toen er ook een aanzienlijke oppervlakte blauwmaanzaad was, trad dit insekt ook massaal op. Dit leidde er toen toe, dat mede door de minder gunstige prijs, de blauwmaanzaadteelt in het begin van de zes tigerjaren geheel verdween. Er is tot op heden geen bestrijding van de blauwmaanzaadgaiwesp mogelijk. de andere in deze publikatie behandelde aspekten van het bou wen, t.w.: het stichten van nieuwe bedrijven, het bouwen over de vastgelegde bouwperceelsgrenzen heen en het oprichten van niet aan het bouwperceel gebonden bedrijfsbebouwing (melk- stallen, schuilgelegenheden voor mens en vee). jaar aardappelen komend Vooral op gronden met een rede lijke bemestingstoestand is dit een arbeidsvereenvoudiging. Op gronden die arm zijn aan kali of fosfaat en ook nog de meststoffen te vast liggen fixerenis het niet altijd aan te raden. Vraag uw bedrijfsvoorlichter eens wat hij er van denkt. Wilt U volgend jaar resultaten zien van uw schuimaarde, dan moet U de schuimaarde intensief door uw grond wer ken. Regelmatig stoppelen en kultivateren, brengt ieder gronddeeltje in aanraking met de kalk. Hoe beter verdeeld, hoe dichter U bij het hoogst mogelijke resultaat komt. Zonder lucht kan een dier enkele minuten, zonder drinken enkele dagen en zonder eten enkele weken leven voor het dood gaat. Hieruit is af te leiden dat enkele uren dorst lijden reeds een lagere melkgift tot gevolg heeft. Onbegrijpelijk, maar toch zijn er veehouders, die 's nachts hun melkvee in een huisweide doen waar geen drinkwater aanwezig is. Ook in de zomermaanden vragen de koeien om klauwver- zorging. Soms zijn de looppaden naar de stal niet verhard met beton of klinkers, maar met steenpuin. Een pracht gelegenheid om klauwverwondingen op te doen. Wanneer steenpuin op een looppad is gebruikt, kunt U verwondingen voorkomen door hierop een zandlaag van 10 cm aan te brengen. De zomerdrukte mag nooit tot gevolg hebben dat op het erf verspreidt, scherpe tanden van hooibouwwerktuigen of messen van de maaimachine door kinderen en vee zo maar bereikbaar zijn. Scherm deze gevaarlijke werktuigen af. Nog beter is het om ze na gebruik weer in de werktuigen- loods op te bergen. Bij de behandeling in de Eerste kamer der Staten-Generaal op 4 juli heeft de heer Zoutendijk zijn motie ingetrokken. De heer Zoutendijk drong er hierin bij de regering op aan, zo spoedig mogelijk met voorstellen te komen om de onvolkomenheden van de overgangsbepaling in de Wet Investeringsrekening op te hef fen, die daarin in verband met de ingangsdatum van de SIR-hef- fing waren opgenomen. Van regeringszijde werd medegedeeld dat de betreffende be paling allereerst beperkt blijft tot investeringen in gebouwen in het SIR-gebied en vervolgens tot die gebouwen, die voor de toepassing van het artikel, waarin de voor de SIR belastbare objecten worden opgesomd, niet zijn uitgezonderd. Onder de vrijstelling van de SIR-heffing vallen onder meer gebouwen, welke geheel of nagenoeg geheel worden gebruikt ten behoeve van bodemcultuur in de vorm van akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, fruitteelt, tuin bouw - daaronder begrepen het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - of teelt van griendhout, dan wel in enige andere vorm, voor het veilen van voortbrengselen van die vormen van bodemcultuur, welke in het SIR-gebied zijn Voortgebracht, of voor het houden van veemarkten. Dit betekent, dat investeringen in o.m. nieuwe landbouwbe drijfsgebouwen, waarvoor de aanvraag voor een bouwvergunning vóór 29 juni 1978 is ingediend, niet onder de overgangsregeling vallen en dus in aanmerking komen voor de volledige WIR-ba- sispremie van 23 pet. In het spraakgebruik worden met systemische schimmelbestrij dingsmiddelen, middelen uit de groep van de benzimidazolen bedoelt. Deze middelen hebben als werkzame stof, carbendazim, benomyl, thiabendazol of thiofanaat-methyl. Er zijn naast deze middelen ook nog andere fungiciden met een systemische wer king. Deze behoren echter niet tot de groep van de benzimida zolen en zijn hiermee niet te vergelijken. Goede bestrijding van zilverschurft en droogrot De benzimidazolen kunnen tegen vele schimmelaantastingen worden gebruikt. Een van de nieuwere toepassingen is de be handeling van aardappelen bij het in de bewaarplaats brengen. Door een bespuiting van de knollen kunnen zilverschurft en droogrot (fusarium) worden bestreden. Dit is vooral van belang voor pootgoed. Door een aantasting van zilverschurft kan de kwaliteit nadelig beïnvloed worden. Een bespuiting van de meest gevoelige rassen is zeker op zijn plaats. Het is dan een voordeel wanneer het middel direkt bij de oogst wordt toege past. omdat deze schimmel zich het sterkst uitbreidt tijdens het begin van de opslagperiode. Droogrot treedt meestal het sterkst op aan het einde van de bewaarperiode vooral wanneer er op dat moment wondjes zijn. Bij pootgoed is dat vaak het geval door sorteren, eventueel afspruiten, en transport. Het is geble ken dat. ondanks dit latere optreden, een toepassing van syste mische middelen bij de oogst, toch een goede bescherming geeft. Geen bestrijding van rhizoctonia en natrot Systemische middelen bestrijden niet alle ziekten. Door toe passing bij de oogst wordt geen effekt verkregen op lakschurft (rhizoctonia) en ook geen effekt op natrot. Dit laatste spreekt vanzelf, want natrot is een bakterie-ziekte. Fungiciden bestrij den schimmels, geen bakteriën. Dat rhizoctonia niet wordt be streden ligt aan het feit dat deze middelen niet werkzaam zijn op het ruststadium van deze schimmel, de sclerotiën. Dit is anders bij de behandeling van het pootgoed tijdens het poten. Na het poten lopen de sclerotiën uit. Dan wordt de schimmel wel be streden. Een eerdere behandeling heeft geen zin omdat het middel dan reeds voor het grootste deel is verdwenen. Juiste hoeveelheid water Omdat de fungiciden geen bakteriën bestrijden mag beslist niet teveel water worden gebruikt. Vocht werkt natrot in de hand. Een goede opstelling kan veel onheil voorkomen. Het goed en tijdig droogblazen van de partij is belangrijk. Het is niet uitge sloten dat van thiabendazol een formulering in de handel zal worden gebracht die gepoederd moet worden. Dit voorkomt natrot als gevolg van een bespuiting. Nieuwe middelen Benomyl (Benlate) en thiabendazol (Lirotect-60 en Lirotect Flowable) hebben reeds een toelating. Op korte termijn mag ook een toelating voor de andere systemische middelen ver wacht worden, van carbendazim (Dërosal en Bavistin) en van thiofanaat-methyl (Topsin M). n het kader van door de afdeling Struktuuronderzoek van het LEI verricht onderzoek naar de agrarische aspekten van het Ruimtelijk Beleid, is in 29 gemeenten in Noord- en Oost-Nederland een verkennend onderzoek ingesteld naar de betekenis voor de land- en tuinbouw van de gemeentelijke bestemmingsplannen voor het buitengebied. Over de resultaten van dit onderzoek zijn reeds verschenen een algemene publikatie ("Bestemmingsplannen buitengebied en de land- en tuinbouw") en een meer gedetailleerd rapport over de betekenis van bestemmingsplannen voor het grondgebruik en de verandering van kultuurtechnische produktieomstandigheden. De nu door het LEI uitgebrachte publikatie 1) behandelt in meer gedetailleerde vorm de voorschriften ten aanzien van het bouwen welke eveneens van grote betekenis zijn voorde ontwikkelingsmogelijkheden van de land- en tuinbouw.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 6