J&s Landbouwcomité op werkbezoek V corzitter Doeleman zette de oorzaken van de achter blijvende positie van het zuid-westelijk kleigebied uiteen. Tegen de achtergrond van een nijpend gebrek aan zoet water heeft het zuid-westen te maken met een reeks van zichzelf versterkende effekten: kleinschaligheid door de opzet van te kleine gezinsbedrijven in de herverkavelin gen; intensivering; ontmenging; verschraling van het bouwplan door het verdwijnen van teelten als pootgoed, vlas, lucerne en konserven, lagere relatieve produktie- verhoging; verhoogde kwetsbaarheid. Aldus kan er ge sproken worden van een min of meer gedwongen prakti sche ontwikkeling waardoor het zuidwesten in een bij zondere positie terecht is gekomen. „ZEGGE EN SCHRIJVE" R onduit bezorgd toonde Dhr. Luteijn zich over de voortzetting van het europese landbouwbeleid. Op euro- zuidelijke landbouw maatschappij De oogst is weer begonnen. Na de konservenerwten volgden graszaad, karwij en vlas, terwijl de granen ook spoedig aan de beurt zullen zijn. 't is maar eens praten: een bekende uitdrukking in boe- renkringen, die zoveel wil zeggen als dat men zonder direkt zaken te willen doen zich in de eerste plaats gaat oriënteren over een bepaalde aangelegenheid met de bedoeling met de verkregen informatie vervolgens zijn voordeel te doen. Voorzover deze karakteristiek opgaat voor het werkbezoek dat het voltallige dagelijks bestuur van het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité (K.N.L.C.) aan de Z.L.M. heeft gebracht kan gerust ge zegd worden dat dit praten voor beide gesprekspartners bijzonder nuttig is geweest en dat ze daarmee inderdaad hun voordeel kunnen doen en zeker ook zullen doen. Het werkbezoek, - dat geen bijzondere reden had, de Z.L.M. was gewoon aan de beurt - werd afgelopen maandag en dinsdag afgelegd en bestond uit een gezamenlijke ver gadering met het uitgebreide dagelijks bestuur van de Z.L.M. en een exkursie door een deel van het Z.L.M.- werkgebied. VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1978 66e jaargang, no. 3442 land- en tuinbouwblad pees topniveau zijn er recentelijk afspraken gemaakt waarmee serieus rekening gehouden dient te worden. Het gezicht van het europese landbouwbeleid zou daar door wel eens ingrijpend gewijzigd kunnen worden. In het geding zijn vooral het zuivelbeleid en het graanbeleid, maar ook over de suiker en een aardappelregeling zal zeer zeker gesproken gaan worden. Het landbouwbedrijfs leven mag dit daarom niet laten doorsudderen maar zal zelf op korte termijn met voorstellen moeten komen om aan te geven op welke wijze vraag en aanbod in balans gebracht kunnen worden. De tijd dringt en we moeten die moed opbrengen, ook wanneer dat pijn doet, om te voorkomen dat de europese markt ontploft. Daarbij speelt ook mee dat er nationaal een ingrijpend bezuinigingsplan op stapel staat. Z.L.M. Van Z.L.M.-zijde werd vanzelfsprekend uitvoerig infor matie gegeven over de relatief achterblijvende positie van het zuid-westelijk kleigebied en de daarvoor gewenste maatregelen. Verder kwamen aan de orde de servicever lening aan met name de Zeeuwse veehouders, de hagel- verzekering en de pootgoedkontrole. Achterblijvende positie Mede gelet op de veranderde opvatting over de water beheersing heeft dit geresulteerd in een zuid-westelijk wensenpakket gericht op profielverbetering, drainage, groenbemesting, transport van drijfmest vanuit Brabant en faktor-analyse. Daarnaast vormt de zoetwatervoorzie ning een hoofdstuk apart. Van K.N.L.C.-zijde werd erop gewezen dat er met de minister van landbouw reeds gesproken is over herope ning van de regeling partikulier-technische werken (p.c.w.) voor met name profielverbeteringswerken en dat er een basis voor verdere besprekingen aanwezig is. Het is dan ook volgens het K.N.L.C. logisch dat de daarvoor beschikbare gelden terecht komen in gebieden waar deze werken het hardst nodig zijn. Het zuid-westelijk kleige bied behoort daar zeker toe. Zegge en Schrijve K.N.L.C. Van de zijde van het K.N.L.C. werd bij monde van voorzitter Luteijn uitgebreid ingegaan, op onder meer, het grondbeleid en het europese landbouwbeleid. Wat hét grondbeleid betreft wees Ir. Luteijn erop dat de fase van het elkaar aftasten nu voorbij is: de komende maan den komt het aan op de werkelijke besluitvorming en is het voor de land- en tuinbouw zaak de belangen zoveel mogelijk veilig te stellen. Dhr. Luteijn benadrukte dat de betrokken partners - behalve het F. NV. - onderling niet zo ver uit elkaar liggen dan wel eens verondersteld wordt. De verschillen concentreren zich voornamelijk op het zgn. afstandscriterium. Het K.N.L.C. is er beslist nog niet van overtuigd dat met dit instrument het beoogde effekt - beteugeling van de grondprijzen - bereikt wordt. Dat zal dan toch eerst aangetoond moeten worden. Wel over eenstemming is er over de volgende punten: zuinig zijn met grond, een soepele doorstroming, landwinning en prioriteit aan diegenen die hun hoofdberoep in de land en tuinbouw hebben. Het standpunt van het K.N.L.C. wordt door de Z.L.M. gedeeld. Het europese landbouwbeleid Veehouderij Van Z.L.M.-zijde werd door de voorzitter van de Z.L.M.-veehouderijkommissie Dhr. J.M. van Heijst naar voren gebracht dat de serviceverlening aan de Zeeuwse veehouders bijzondere problemen oproept. Dat komt door de geringe veedichtheid en de zeer verspreid lig gende gebieden. Deze serviceverlening kan door de fusie van de gezondheidsdiensten en het inrichten van zgn. koe-balie s danig in de knel komen. Van K.N.L.C.-zijde was men van mening dat de serviceverlening aan de Zeeuwse veehouders niet onder een zeker minimum mag dalen. Het 'plaatje'' van de koe-balie is duidelijk niet zonder meer op iedere regio te plakken. De belangen zullen daarom zorgvuldig afgewogen dienen te worden. Het K.N.L.C. is bereid daarbij zonodig een bemiddelende rol te spelen. Tuinbouw De voorzitter van de Z.L.M.-tuinbouwkommissie Dhr. M.J. Goud wees erop dat voorkomen moet worden dat ook de laatste mogelijkheid om tegen hagelschade te verzekeren'(via de onderlinge fruittelers hagelverzeke- ring) komt te vervallen. De overheid zou dat in moeten zien en zich op een of andere wijze garant moeten stellen voor eventuele naheffingen. De teler betaalt dan het ba sistarief. Dhr. Gcud pleitte er verder voor dat er snel iets gedaan moet worden aan het zgn. Rotterdam-effekt: in Rotterdam worden grote hoeveelheden fruit uit derde- landen aangevoerd. De kans is dan groot dat dit fruit in Nederland blijft omdat de kwaliteit niet meer voldoet aan de eisen die de oorspronkelijke afnemers daaraan stellen. Vervolg op pag. 9 I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 1