Hoe staan de gewassen elders in Nederland er voor? Groningen 13 e veehouders en de akkerbouwers in Groningen zijn in het algemeen niet ontevreden. I n de akkerbouw is het wat spannender. De suikerbieten heb ben zich voorspoedig hersteld en ontwikkeld. Op de kleigronden zijn ze niet meer zo weergevoelig. Ook de wintertarwe staat er weer gunstig voor en er is weinig roestaantasting Ook van de zomergranen wordt gemeld dat die zich gunstig hebben ont wikkeld. Bij de zomertarwe komt hier en daar een holle stand voor. De zomergerst is vaak wat aan de lichte kant. De pootaardappelen hadden het tot de langste dag te droog. Begin juni waren de groeiomstandigheden nog zeer goed, be houdens de gebruikelijke verschillen. Maar later waren alle beschikbare regeninstallaties in gebruik. Een praktijk-waarne ming is dat dit jaar de grootste helft van alle aardappelpercelen één of meermalen is beregend. De overmoedige regen heeft bij de pootaardappelen ook een sterke loofontwikkeling veroor zaakt, plaatselijk zo geil dat sommigen vrezen dat de opbrengst wel eens sterk kan tegenvallen. D e laatste maanden is het weerbeeld erg wisselvallig geweest. Een abnormaal lange droogteperiode is nu gevolgd door een periode met neerslag. Er deden reeds geruchten de ronde als zouden wij voor een even droge zomer staan als in 1976. De regen van de laatste weken heeft deze sombere voorspelling echter gelogenstraft. Wij waren wel benieuwd of er reeds schade is opgetreden vanwege deze droogte en kwamen tot het volgen de algemene beeld van de gewassen in Drenthe. De fabrieksaardappelen vertonen een zeer verschillende stand. Schade tengevolge van droogte is echter nauwelijks ontstaan; slechts op de meest droogtegevoelige gronden hebben de aard appelen iets geleden. Een redelijk gezond gewas aardappelen (minder dan 20% zieken) staat er over het algemeen goed voor en vormt een vol gewas. Helaas zijn er veel percelen met een beduidend hoger ziektepercentage en de stand van een dergelijk gewas is over het algemeen matig. Wij kunnen dan ook stellen dat de regen voor de (gezonde) aardappelen nog op tijd is gekomen om zich geheel te herstellen. D oor de natte periode in maart is op veel plaatsen de N- bemesting laat aangewend. Dit gaf met de koude en droge aprilmaand een trage vooijaarsgroei. Pas eind april kwam de grasgroei vlot op gang. Het vee ging dan ook wat later naar buiten en had verder in mei volop weidegras. Over het algemeen is ook de voederwinning dit jaar aan de late kant begonnen, met uitzondering van enkele plaatsen waar met toevoeging van landbouwzout is ingekuild. Door de gunstige weersomstandig heden eind mei en begin juni is de voederwinning wel vlot verlopen. De opbrengsten en de kwaliteit lijken redelijk tot goed. Op veel plaatsen zijn er door droogte problemen gerezen met de hergroei. Voor de hoger gelegen percelen gingen in de maand juni aan droogte lijden. Dit had tot gevolg dat op som mige bedrijven het weidegras krap werd en er ruim moest wor den bijgevoerd, of dat de koeien in gras moesten wat eigenlijk bestemd was voor voederwinning en dus veelal te lang voor goed weidegras. Doordat het droge schrale weer in juni vrij lang heeft aangehouden is de grasgroei in deze maand zodanig ge stagneerd dat er van een tweede snede voor de voederwinning nog nauwelijks sprake is. Het meest hebben geleden percelen waar laat een zware snede is geoogst. Met de regen in de laatste helft van juni is het herstel van de grasgroei begonnen, zodat de stand op dit moment weer gunstig lijkt. D e weersverbetering vorige week was in de IJsselmeerpoiders heel welkom. Grote schade door de langdurige regen was er nog niet, maar het was toch wel tijd dat er een einde kwam aan de nattigheid. Wat droger en warmer weer was zeker nodig. 13 e oogst van de eerste konservenerwten ging door de vele regen met grote moeilijkheden gepaard. De vroegste percelen D e rundveehouders in Overijssel hoeven zich weinig zorgen te maken over de voedervoorziening in de komende winter. Nu al ziet het er naar uit, dat er deze winter voldoende gras en mais zal zijn. D e langdurige regenval heeft ten aanzien van het grasland ook nog tot gevolg gehad, dat vrij veel gras is ingekuild dat eigenlijk bestemd was als hooi. N iet alleen vakantiegangers maar ook heel landbouwend Gelderland zitten te springen om zonneschijn. Veel zon en warmte is nu nodig om de opgelopen achterstand in het rij pingsproces weer in te kunnen halen. Uitgezonderd in de zachte fruitsektor, kan in de andere sektoren nog niet bijvoorbaat al van een slechte oogst worden gesproken. De algemene teneur is nu dat de gewassen door de lage temperaturen en de vele regen van de laatste weken (sinds de langste dag al meer dan 100 mm) hebben stil gestaan. Alleen door veel zon en warmte in de komende weken zal dit weer rechtgetrokken kunnen worden. Wat de granen betreft over het algemeen een goede stand. Wel hier en daar gelegerde percelen gerst en rogge. Door bespui tingen tegen gele roest heeft dit ook positieve effekten op de meeldauw gehad. Daardoor een behoorlijk gezond gewas. Aardappelen en bieten laten ook een goede stand zien. Er is wel veel blad gevormd. Met name voor de aardappelen kwam de regen overigens wel op tijd. Maar zoveel water was ook niet nodig. Vooral langdurig groeizaam weer zal de achterstand in de ontwikkeling weer goed kunnen maken. D e stand van de mais is wisselend. Door het koude weer stond hét wel stil in ontwikkeling. Daarnaast is hier en daar nogal wat Friesland Drenthe De IJsselmeerpoiders Overijssel Gelderland De grasgroei is na de regen weer goed op gang gekomen. Enkele percelen die wat rijkelijk laat zijn gezaaid, hebben wat van de droogte geleden, maar in het algemeen is dit niet het geval. De eerste snede gras is onder ideale omstandigheden in de kuil gekomen, want er viel vrijwel geen drup water in. De kwaliteit moet dan ook zonder meer goed zijn. De eerste snede was vrijwel overal net op tijd voor de regenpe riode, die hier op 22 juni begon, aan de kant. De enkele percelen die er toen nog lagen, hebben wel erg geleden. Dit jaar waren er, misschien mede door de dreigende weersom- slag, toch weer een drietal branden door hooibroei. In het alge meen wordt er overigens niet veel hooi meer gewonnen. In Groningen is men nu zo'n dag of tien volop aan de gang met de oogst van de tweede snede gras. Deze tweede snede is goed gegroeid en de kwaliteit valt ook niet tegen. In het algemeen heeft de Groninger veehouder nog niet veel zorgen voor de komende winter. De trage start in het voorjaar is grotendeels weer ingehaald. .A. kkerbouwend Groningen heeft niet onverdeeld gunstig ge reageerd op de regenval eind juni/begin juli. De aardappelen zaten op vele plaatsen om dat water te springen, maar de win- tergronden hadden het op de klei niet nodig. Door de regen is echter wel een belangrijk gedeelte van de gerst gaan legeren en ook komt hier en daar een gele plek in de bieten, waar het water schade heeft veroorzaakt. De percelen met een goede struktuur van de grond hebben de droogte en de regen het beste door staan. Wintertarwe staat er zonder meer goed voor. Met behulp van C.C.C. is de tarwe ook goed overeind gehouden. Vrij algemeen is er in het kader van het Groninger Baktarwe- projekt op tarwe een overbemesting toegepast, voor een betere opbrengst en voor een betere bakwaarde. Voor een toenemend deel is deze overbemesting gegeven met de sproeimachine in de vorm van vloeibare stikstof. Zelfs met druppelstokjes blijkt ver branding niet helemaal te kunnen worden voorkomen. Daarom worden hier en daar slangen toegepast die de stikstof meer onder in het gewas brengen. De aardappelen in Groningen doen het niet slecht. In een enkel perceel konsumptie-aardappelen komt wat doorwas voor, om dat de groei door de droogte te veel heeft stilgestaan. Van de pootaardappelen wordt echter een redelijke opbrengst ver wacht. Sommige rassen moeten echter nog voor de adviesdatum worden doodgespoten, omdat zij anders te grof worden en uit de maat groeien. De fabrieksaardappelen doen het wel goed maar de schade door Y-virus zal in vele gevallen meer dan 10% bedragen. De koolzaad heeft zich van een matig voorjaar goed ontwikkeld en staat er nu goed voor. De karwij is door de droge periode juist voldoende afgeremd, anders was die waarschijnlijk te zwaar geworden. Alles overziende zijn er in Groningen nog geen grote problemen geweest, zodat de kans op een goede oogst nog wel aanwezig is. 13 e broodetende weerprofeten kregen gelijk. Toen het voor jaar hardnekkig droog bleef voorspelden ze een weersomslag op de langste dag, temeer omdat het dan ook juist volle maan was. En we hebben het geweten; de omslag kwam en dus de regen. Eerst bejubeld en vorige week weer verwenst. Van het goede veel te veel. Inmiddels is ook de Leeuwarder kermisweek voor bij en die heeft ook de faam dat het dan slecht weer is. Maar in de eerste juli-week is het weer veel beter en daarom ter zake: De grasgroei was in praktisch geheel Friesland goed tot zeer goed. Zelfs op de lichtere gronden, die liever wat warmer voor jaarsweer hebben, werd een flinke eerste snede gewonnen. Wie er op tijd bij was trof het met de kwaliteit; bijna ideaal weer voor de voordroogkuil die een vrij grote plaats inneemt. Wie nog pakjes hooi wilde hebben moest al op zijn tellen passen, maar het lijkt ons toe dat het areaal hooi ieder jaar nog kleiner wordt. En hooi "hopen" (reakken op z'n Fries) hebben wij zelfs niet meer gezien. Nog wel zagen wij op een zaterdagavond een boer aan het 'opperen' kleine hooi hopen makend. Maar dan is de slag eigenlijk al verloren. Samenvattend dus: kwaliteit en kwantiteit eerste snede gras boven het gemiddelde. Nu maar afwachten wat de tweede snede doet. In de Friese kleibouwstreek was tot nu toe weinig last van virusziekten, dank zij het gure weer bleef de bladluisinvasie nog uit. Ook de phytophtora kreeg geen kans door het koude weer. Hoe dichter bij de zee, hoe beter of minder slecht, zo werd weer eens opgemerkt. Opnieuw weer argumenten die pleiten voor uitvoering van het veelbesproken "plan D" dat is een nieuwe zeedijk rond een 4000 ha. buitendijks liggend "land uit zee". De droogteperiode heeft wel schade van betekenis veroorzaakt in met name haver en gerst. Plaatselijk hebben deze beide ge wassen sterk geleden van de droogte en voor een algeheel herstel is dé regen te laat gekomen. Op de minder droogtegevoelige gronden en op de dalgronden is geen schade van betekenis veroorzaakt; de stand van het graan is daar goed te noemen. Wel is plaatselijk schade door meeldauwaantasting gekonstateerd. De suikerbieten staan er over het algemeen zeer goed voor en ze vormen op dit moment verreweg het beste gewas. Plaatselijk hebben de bieten wel iets slap gestaan maar de regen is op tijd gekomen voor een algeheel herstel. In het algemeen staan de gewassen er in de polders goed voor. Dat geldt zeker ook voor de granen, die er nog behoorlijk ge zond uitzien. De stand van de bieten is eveneens goed. Wel zijn deze in de natte periode niet al te hard gegroeid, maar dat kan in de komende maanden nog best weer ingehaald worden. Ook de uien staan er goed voor, al zijn sommige percelen wat onregel matig. De aardappels zijn in de afgelopen weken wat extra in het loof gegroeid, maar dooreen genomen is er sprake van een goed gewas. Over de verwachtingen voor de konsumptie-oogst valt nog niet veel te zeggen. De pootgoedoogst staat echter al weer voor de deur. Aanvankelijk leek de opbrengst aan pootgoed door het koude, natte weer niet mee te vallen. Maar nadat vorige week de zen een paar dagen doorbrak zette de knolgroei nog even flink aan. Hoewel er van perceel tot perceel nogal wat verschillen zijn lijkt het nu een redelijke opbrengst te worden met niet teveel knollen per plant en een vrij grove sortering. Er is weer heel wat selektiewerk verricht om een gezond gewas pootgoed te krijgen. Dat is in het algemeen aardig gelukt en het ziet er naar uit, dat de gezondheid van de pootaardappels beter is dan vorig jaar. Dit ook mede dank zij het feit, dat er niet veel bladluizen waren. Over het effekt van bespuiting met minerale olie - wat in de praktijk al heel wat werd toegepast - valt nu nog niet al te veel te zeggen, al lijkt dit wel positief te hebben gewerkt. werden daardoor te rijp geoogst en de erwten werden te hard. De opbrengst van dit gewas lijkt goéd. De stamslabonen leden wel van de nattigheid, maar ze lijken zich nu weer wat te her stellen. Voor de graszaadoogst kwam de weersverbetering net op tijd. De vroegste percelen zijn inmiddels geoogst. Ze hebben de regen goed doorstaan. Of ditzelfde ook van de latere soorten gezegd kan worden, moet nog worden afgewacht. Het rooien van de tulpen verliep in de natte periode erg moei zaam. Toch zal de oogst van deze bloembollen al weer vrijwel gebeurt zijn als dit artikel verschijnt. Veel schade is er door de vele regen in dit gewas niet ontstaan, al komt er wel eens een zieke bol voor. De opbrengst van de vroege soorten is goed, de latere zijn wat minder. Door elkaar genomen ziet de tulpenoogst er echter goed uit. De oogst van de waspeen - een gewas dat de laatste jaren in de NOP heel wat opgang heeft gemaakt - is inmiddels ook begon nen. De opbrengst hiervan lijkt ook goed. Wat de veehouderij aangaat, kan tenslotte worden vastgesteld, dat de melkgift tot nu toe uitstekend is. Er was ook steeds volop gras. Er groeide veel en van dé eerste snee werd een flinke voorraad wintervoer gewonnen. Maar ook de volgende snee levert weer veel gras. De voederpositie laat zich dan ook gunstig aanzien. De snijmais staat er echter niet al te florissant voor. Voor dit gewas was het tot dusver te koud. Wat meer warmte is hiervoor beslist nodig, maar die laat tot dusver helaas nog op zich wachten. Het gras staat er over het algemeen goed bij. Alleen in de uiterwaarden van de IJssel, die eerder dit jaar al met watero verlast te kampen hebben gehad, heeft de vele regenval van juni en juli nadelige invloed gehad. Sommige percelen zijn ronduit slecht. Voor de meeste boeren hield de regen precies op tijd op. In de tweede week van juli konden zij daardoor maaien en inkuilen bij droog weer. Overigens hebben de meeste melkveehouders al een behoorlijke wintervoorraad kunnen inkuilen dankzij een goede grasopbrengst in mei en juni. Het mais heeft het koude en natte weer van juni en juli boven verwachting goed doorstaan. Aanvankelijk leek het erop, dat dit gewas een geduchte klap zou krijgen. Na enkele dagen "groei-^ zaam" weer blijkt dat mee te vallen. Wel is er sprake van een groeivertraging. De snijmais is twee tot drie weken achter bij verleden jaar. Rampzalig ziet het er echter niet uit. De regenval heeft overigens toch wel invloed gehad op de melkproduktie. Met name bij de bedrijven, waar het vee dag en nacht buiten loopt is sprake van een daling. Op de bedrijven, waar het vee dag en nacht binnen kon blijven is van een vermindering niets te merken. Wel is het zo, dat het gras van deze bedrijven erg lang is geworden, doordat de koeien niet geweid zijn. In de akkerbouw in Overijssel is men redelijk tevreden over de stand van de gewassen. De fabrieksaardappels staan er goed bij. De regenval heeft ervoor gezorgd, dat het loof zich goed kon ontwikkelen. Eerst vreesde men voor een matige ontwikkeling, omdat het pootmateriaal niet zo denderend was. De bieten staan er nog beter voor dan de aardappelen. Hier geldt de betiteling bijzonder goed. Over de granen is men matig tevreden. Het koude droge weer heeft er in het voorjaar voor gezorgd, dat geen goede korrelzetting mogelijk was. Dat is straks in de opbrengst te merken. Gerst staat er zelfs slecht bij. Hier is sprake van veel doorwas. Vervolg op pag. 5 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 4