O. V.M.
Jaarverslag 1977
D e stringente beperking van de acceptatie in Brabant heeft
niet kunnen verhinderen, dat daar toch de grootste toename
werd geboekt. Brabant is in dit verslagjaar wederom ingelopen
op koploper Zuid-Beveland, en zal ongetwijfeld in 1978 langszij
komen te liggen.
D e belangstelling voor een ongevallen-inzittenden verzeke
ring neemt toe. Bij de nieuw binnenkomende verzekeringen
voor personenauto's wordt gelijktijdig op de polis rond 70%
O.I.V.'s bijgesloten.
TER INLEIDING
B ij alles wat de mens onderneemt heeft hij kans schade te lijden aan lijf en goed. Zo loopt iedereen dagelijks veel
risiko's, vaak zonder er ook maar een ogenblik bij stil te staan. En het verzekeringsbedrijf is er voor om de financiële
gevolgen van al deze risiko's op te vangen. Dat de risiko's toenemen blijkt wel uit het feit, dat het schadeverzekerings
bedrijf in het algemeen, ondanks regelmatige premieaanpassingen, toch te kampen heeft met een ongunstige rentabili-
teits- en solvabiliteitspositie. Al een aantal jaren wordt bij een omzet van thans 8 miljard gulden premie met een technisch
verlies gewerkt. Dat per saldo toch een bescheiden positief resultaat wordt geboekt is te danken aan de inkomsten uit
beleggingen.
D,
13
I
Het vrije vermogen is van 41.9% in 1968 teruggelopen tot 30.6% in 1975; een daling van 25%.
De ongunstige uitkomsten in het schadeverzekeringsbedrijf treden op in een tijd waarin in Europees verband de
solvabiliteitseisen juist aanzienlijk zijn verscherpt.
Nationaal gezien staat de motorrijtuigenverzekering wat grootte en premie-inkomen betreft op de tweede pjaats in het
schadeverzekeringsbedrijf.
Het wagenpark neemt nog steeds in omvang toe.
Uit C.B.S. cijfers blijkt, dat we de 4 miljoen personenauto's zijn gepasseerd, terwijl we in 1972 de 3 miljoen noteerden.
Met een autodichtheid van 1 auto op 3,7 inwoners ligt Nederland overigens lang niet op kop in EEG verband.
Integendeel zelfs: West-Duitsland met 1 op 3,2, Frankrijk met 1 op 3,3, België en het arme Italië met 1 op 3,5 liggen
duidelijk voor op Nederland. Alleen Denemarken en Engeland met resp. 1 op 3,8 en 1 op 3,9 blijven iets achter.
De prognoses wijzen in de richting van 5 miljoen personenauto's in 1980, waarmede Nederland dan wel veruit aan kop
gaat wat de autodichtheid per km2 betreft. Dit laatste roept vooral ook grote problemen op met betrekking tot
wegenaanleg - verbetering en parkeerruimtes. Deze autodichtheid is er ongetwijfeld ook mede oorzaak van, dat het aantal
verkeersongevallen steeds groter wordt.
De aansprakelijkheid t.a.v. verkeersslachtoffers berust tot nu toe op het schuldvraagprincipe. Op grond van het feit, dat
het schuldvraagonderzoek dikwijls veel tijd vergt en het slachtoffer daarvan de dupe kan worden streeft men naar een
sneller vergoedingssysteem voor dood en lichamelijk letsel. Zojuist is daarover een rapport verschenen van een studie
groep, ingesteld door het Ministerie van Justitie. Beoogd wordt het verkeersslachtoffer schadeloos te stellen zonder dat
een schuldvraagonderzoek wordt ingesteld. Daaraan zitten uiteraard grote financiële consequenties en dat is een punt,
waaraan nu gedokterd gaat worden.
Het zal derhalve nog enige tijd vergen voordat de nieuwe verkeersaansprakelijkheid van start gaat.
Ontwikkeling van de maatschappij
H et bestuursbeleid is gericht op een zeer rustige ontwikkeling.
Daarop is ook het acceptatiebeleid afgestemd.
Uitgaande van het principe, dat de O.V.M. destijds werd inge
steld voor de agrarische beroepsbevolking is acceptatie in de loop
van de jaren in hoofdzaak beperkt gebleven tot de plattelands
bevolking.
Op deze wijze kan de groei beperkt gehouden worden tot een
redelijk niveau overeenkomende met de landelijke groei van het
motorvoertuigenpark.
Dat wij in het boekjaar 1977 wederom een groeirekord te ver
werken kregen n.l. van 5426 objekten impliceert dus niet, dat het
acceptatiebeleid is verruimd. Integendeel, er heeft eerder een
verscherping van het beleid plaatsgevonden. Dit moet ook wel
omdat, als gevolg van de grote premieverschillen met partiku-
liere mijen, de mond tot mond reklamc zijn werk doet. De
toename van 5426 objekten betekent een groei van 11,2% en dat
korrespondeert precies met de landelijke omzetstijging.
GROEI VANAF DE OPRICHTING IN 1951
Branche
1954
1960
1966
1972
1970C
Personen- en
bestelwagens
1.010
3.783
10.409
19.440
37.440
Traktoren
87 r
2.260
4.372
5.857
7.925
Bromfietsen
890
2.894
4.718
6.071
Combines
36
319
490
740
Landbouwmachines/
aanhangers
239
340
1.410
Motoren/scooters
169
172
120
337
Totaal
-1 881
7.138
18 405
30.965
53.923
Dit overzicht geeft weer hoe de ontwikkeling in de loop der
jaren verliep.
Van 1954 tot 1960 hadden we een groei van 380%; in de volgende
6 jaren een groei van 260%; daarna 190% en de laatste 5 jaren
174%. Relatief dus een afname; in aantallen zien we een juist
omgekeerde situatie. Vooral de laatste 5 jaar is de toename
groot. Niet onwaarschijnlijk is, dat in 1978 een aantal van 60.000
verzekerde voertuigen wordt bereikt.
Samenstelling portefeuille
V oor de verzekeraars is enorm belangrijk hoe de portefeuille
is samengesteld. Niet alleen wat betreft de verhouding tussen de
verschillende branches maar vooral de dekkingsvorm. Bekend
is, dat bij iedere premieverhoging het percentage zgn. all-risks-
verzekeringen afneemt. Een euvel waar de partikuliere maat
schappijen al jaren mee worstelen. Vandaar, dat we de laatste
Toen de vijftig duizendste verzekerde, de heer Verburg uit Kam
perland werd ingeschreven was dat een mooie gelegenheid om er
iets feestelijks van te maken. Van links naar rechts ziet u de heer
van der Werf voorzitter O.V.M., de heer Verburg en Mr.Schlin-
gemann die op dat moment het woord voert.
jaren dan ook pogingen zien om via een W.A.-plus, mini-kasko
of iets dergelijks toch een stukje kasko-premie binnen te halen.
Van de rond 4 miljoen verzekerde personenauto's in Nederland
zijn er 42% uitsluitend verzekerd tegen W.A.-risiko; 14% hebben
een W.A. beperkte kaskodekking en 44% is W.A. volledig
kasko(zgn. all-risks) verzekerd. In dat opzicht behoeven wij nog
geen afwijkende dekkingsvormen te creëren.
Onze lage premietarieven zijn een waarborg voor een hoog
percentage all-risks verzekeringen. Dat komt alweer tot uit
drukking in onderstaand overzicht.
Bij de personenauto's is het all-riskspercentage nog met 0,1%
gestegen. Wij realiseren ons overigens wel, dat een premiever
hoging onzerzijds evenmin achterwege kan blijven en dat zulks
op de percentages van invloed kan zijn.
Totaal
All-risks
WA
Personenauto's
35.442
24.515
69,2
10.927
30,8
Bestel- en vrachtauto's
1.998
1 066
53,4
932
46,6
Traktoren
7.925
5.801
73.2
2 124
26,8
Bromfietsen
6.071
2 538
41,8
3.533
58,2
Motoren
337
131
38,9
206
61,1
Combines
740
579
78.2
161
21,8
Kaskoverzekeringen
1,410
1.410
100
Totaal
53 923
36 040
67
17.883
33
Ko Zuidweg hier achter het zenuwcentrum van de komputerka-
mer
Toename per kring
Overigens is in alle kringen de toename iets groter dan vorig
jaar, waarbij Walcheren er extra uitspringt met 11,9%. De totale
toename bedraagt 11,2% tegen 10,5% in 1976.
Stand per
Stand per Toename in
Toename in
1-1-78
1-1-77
1977
procenten
Zuid-Beveland
13.269
12 002
1.267
10,6
Noord-Brabant
12.776
11.123
1.653
14,9
Walcheren
7.707
6.887
820
11,9
Schouwen en
Duiveland
4.751
4378
373
8,5
Kring Axel
3.784
^.474
310
8.9
Tholen en
St. Philipsland
3.690
3.396
294
8,7
W Z. Vlaanderen
3.720
3.358
362
10,8
Kring Hulst
2.519
2.276
243
10,7
Noord-Beveland
1.707
1.603
104
6.5
Totaal
53.923
48.497
5.426
11.2
Ongevallen-inzittenden Verzekering
Vanaf de start per 1-1-75 ziet de ontwikkeling er als volgt uit:
1975 4.449 posten 109.000,-premie
1976 7.128 posten 192.000,-premie
1977 10.430 posten 296.000,-premie
Was eind 1976 reeds 21 Vi% van de autoportefeuille voorzien van
een O.I.V., thans is dit percentage gestegen tot 30%. Wij ver
wachten in deze branche de eerstvolgende jaren een zeer sterke
stijging naar een percentage van 60 a 70%.
Medische varia
Z oals wij reeds in het vorig verslagf signaleerden heeft als
gevolg van de invoering van de Algemene Arbeidsongeschikt-
heidswet(A.A.W.) per 1 oktober 1976 een aanpassing plaats ge
vonden wat betreft de vrijwillig gesloten arbeidsongeschikt
heidsverzekeringen. Dit proces heeft zich in dit boekjaar nog
verder doorgezet.
Een goede zaak omdat de ondernemers veel te laag verzekerd
waren en over het algemeen nog zijn. Overigens zijn er nog een
vrij groot aantal ondernemers, die geen enkele vrijwillige voor
ziening tegen arbeidsongeschiktheid hebben. Enerzijds als ge
volg van het feit, dat zij medisch gezien, een te zwaar risiko
vormen en derhalve niet worden geaccepteerd, anderzijds om
dat zij van mening zijn zo'n A.O.V. niet nodig te hebben.
Nu de A.A.W. intussen ruim een jaar in werking is kan voor
zichtig gekonkludeerd worden, dat evenals bij de W.A.O. rui
mere arbeidsongeschiktheidsnormen worden gehanteerd. Dat
zulks zijn invloed zal hebben op de vrijwillige A.O.V.'s kan
haast niet uitblijven.
Intussen is door de Minister van Sociale Zaken een brede studie
opgezet over het arbeidsongeschiktheidsbegrip. De resultaten
van dit onderzoek zijn ook voor ons zeer belangrijk.
:\jöw
•.•:=W9j"7
ftni 2£w Jnarnr
sgi. ls.b'C-2
»rv
T„' ;LÜÜ£ aabij
Schadeoverzicht
ic. afwihmirt Kr,<
e schadefrequentie is voor alle verzekeraars een uitermate
belangrijk gegeven. Vandaar, dat grote aandacht besteed wordt
aan het schadeverloop. Uit statistische gegevens blijkt, dat jaar
lijks op 26,5% van alle verzekerde auto's een schade wordt aan-
—J