"Kwaliteitsverbetering mogelijk redmiddel voor konsumptieaardappel"" JR Lujten Kleine prijzen grote problemen strteNx™$ H et huidige areaal konsumptieaardappelen in de EG is in vergelijking met de vraag van dit moment aan de ruime kant. Jarenlang was er sprake van een areaal-afname, maar de laatste paar jaar is zelfs een zekere groei te konstateren. Daarnaast neemt de aardappelkonsumptie per hoofd in de EG af, terwijl in de ons omringende landen de gemiddelde opbrengst per hektare stijgt. Verder hebben we - denk aan de Duitse markt - te maken met steeds hogere transportkosten. Redenen genoegd om deze afzetpositie voor de konsumptieaardappel zeer kritisch te volgen en te konkluderen, dat we met elkaar aktie moeten ondernemen". W at betreft de afvoer van het produkt naar de kollekteur merkt Van Kempen nog op, dat de teler bepaald geen lijdend voorwerp is: "de teler kan eisen stellen aangaande het opladen. Hij kan zelfs medewerking weigeren en de aflevering laten sta ken, als het hem te mal wordt. De teler weet de kollekteurs met goed materiaal en verantwoordelijk personeel er uiteindelijk toch uit te pikken". N u de beslissingen in Brussel zijn genomen kunnen we achteraf konstateren dat we een goede keus hebben gemaakt. Met het nu toegewezen B-quotum van 27 xh% zal Nederland niet of nauwelijks C-suiker produceren. N aast de reeds veel besproken aspekten van de Brusselse prijsbesluiten zijn er nog een aantal andere kwalijke zaken die de aandacht vragen. Zoals een verdere aanslag op de gemeenschappelijkheid en de doelmatigheid van het EG-land- bouwbeleid. De nationale geldpolitieke verschillen zijn gebleven en tot in lengte van jaren kan deze storende onderlinge prijsafstand blijven bestaan. D e EG-Ministerraad heeft wel in deze prijsronde weer een incidentele stap gezet tot afbraak van de zojuist genoemde grensverrekeningen. Deze zgn. monetaire kompenserende be dragen (m.c.b.'s) betreffen, zoals bekend, invoerheffingen plus uitvoersubsidies in hoge-prijslanden (Duitsland en Benelux: sterke munten) en invoersubsidies plus uitvoerheffingen in lage prijslanden (Frankrijk, Italië, Engeland en Ierland: zwakke munten). De laatstgenoemde landen wilden deze verlaging (nationale prijsverhoging) perse, ze zijn nauwelijks geïnteres seerd in prijsverhoging over de hele EG (in zgn. rekeneenhe- den). W e moeten konkluderen dat in de naaste toekomst voor de Nederlandse landbouw niet meer gerekend kan worden op vol doende direkte inkomensbescherming via min of meer kosten dekkende prijzen of maatregelen met dezelfde uitwerking. We zullen ook mogen rekenen op veel minder inflatie, dan we de laatste jaren kenden. Wat de nationale maatregelen betreft die nodig zijn, zullen we erop bedacht moeten zijn niet zelf een verdere afbraak van de voor ons zo belangrijke eenheidsmarkt en -politiek uit te lokken. (Dat was ook de moeilijkheid met de recente Belgische eis aangaande de kompenserende enveloppe- met-inhoud van de EG). Drs. K.C. van Kempen van het Landbouwschap: afdeling Pers en Voorlichting Aan het woord is drs. K.C. van Kempen, voorzitter van de hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap. Rustig pratend en elke uitlating zorgvuldig overwegend laat hij uitko men. dat het de nederlandse konsumptieaardappelteler er alles aangelegen is de kwaliteit van het produkt op te vijzelen. Kwa liteitsverbetering kan in zijn ogen het redmiddel zijn voor het behoud van een niet onaanzienlijke afzetmarkt, die langzaam maar zeker in het gedrang begint te komen. Men kijkt niet op een paar cent \f olgens van Kempen kiest niet alleen de konsument, maar ook de industrie voor een kwalitatief goed produkt, ook als dat een paar centen meer kost. Over kwaliteit valt niet te twisten. Onze vaderlandse tuinders kunnen er over meepraten. Al vrij lang geleden werd de noodzaak om met een beter produkt op de proppen te komen voor elke tuinder wel zo duidelijk zichtbaar, dat met man en macht is gewerkt om dit doel te bereiken. Kwaliteitsverbetering staat nu ook voor de konsumptieaardap pel voorop en het beste middel hiertoe - en daar is men het na jarenlang praten in alle betrokken kringen over eens - is uitbe taling naar kwaliteit. De Algemene Modelvoorwaarden voor uitbetaling naar kwali teit van konsumptieaardappelen zijn een paar weken geleden door het bestuur van het Landbouwschap goedgekeurd. Van Kempen is zichtbaar blij. dat de kogel nu door de kerk is. "Het is een moeilijke, maar voor alle partijen aanvaardbare regeling. Ik kan de bedenkingen, die met name door de heer Van Tilburg in het bestuur werden geuit, best begrijpen. Dat het risiko vooreen klein deel naar de teler wordt verlegd, is een feit. We moeten ons daar echter niet blind op staren. Bij het ontwikkelen en uitvoe ren van een beleidsvisie moet je niet naar één punt kijken. Je moet alle facetten bij de voorbereiding onder de loep nemen en mee laten wegen. De bemonstering voor de kwaliteit kan alleen maar bij de kolLekteurs. In de praktijk resteert er nu eenmaal geen andere oplossing". Bemonstering D e meest objektieve manier van bemonstering met behulp van automatische apparatuur", aldus de stellige overtuiging van de heer van Kempen. "Voor het vaststellen van de inwendige kwaliteit (blauwgevoeligheid, onderhuidse verkleuringen, gla zigheid en onderwatergewicht) komt nogal wat kijken. Het schudden met behulp van een speciale machine, de opslag onder Sinds bijna negen jaar hanteert drs. van Kempen de voorzittershamer in de Hoofdaf deling Akkerbouw van het Landbouwschap. Hij was bereid wat nader in te gaan op de aktuele problematiek rond de suiker en de konsumptieaardappel. Het Landbouwschap heeft zich de laatste tijd onder meer uitgebreid met deze zaken bezig gehouden. Wat de suikerbieten betreft is Nederland dan toch overgestapt van het mengprijssysteem naar het kontraktenstel- sel. De telers weten inmiddels, hoe groot hun A-quotum is, en de EG-landbouwministers hebben elkaar op het punt van de B-quota eindelijk gevonden, zodat ook dat op zeer korte termijn aan de akkerbouwers kan worden toegewezen. In nevenstaand artikel gaat hij verder in op de Algemene Model- voorwaarden voor uitbetaling naar kwaliteit van de konsumptieaardappelen. Een rege ling, waarvoor het Landbouwschapsbestuur onlangs het licht op groen heeft gezet. konstante temperatuur en vervolgens de verdere bepalingen en beoordelingen, die in een klein laboratorium door een beëdigd persoon moeten worden uitgevoerd. De zaak ligt nu voor iedereen volkomen open. Wat wil je nog meer?" Teler er bij betrekken B ij de Nederlandse Aardappel Telers Organisatie (Nedato) kunnen volgens van Kempen de aangesloten telers terecht om eens te kijken hoe het nu bij die bemonstering precies in zijn werk gaat. "Het verdient de overweging om gezamelijk (land bouw en handel) na te gaan, hoe de telers rechtstreeks bij de uitvoering van de kwaliteitskontrole kunnen worden betrokken. Bij het Landbouwschap staan wij positief tegenover deze ge dachte. Ik denk bijvoorbeeld aan groepsbezoeken aan kollekte- rende bedrijven, waarbij men met eigen ogen kan zien, hoe de vork in de steel zit", zo luidt de redenering van van Kempen. De Algemene Modelvoorwaarden zijn overigens niet verplicht. Van Kempen gelooft, dat de meeste telers snel het nu* van de rege ling zullen inzien en daarnaar handelen. "D rcgeli.tg is nieuw. Je mag niet verwachten, dat alle telers op zeer korte termijn meedoen. Een aanloopperiode is nodig. Er zijn immers altijd mensen die de kat uit de boom kijken. Ik ben over de uitwerking op wat langefe termijn optimistisch. De kwaliteit van de aard appel ging er mede door de mechanisatie bepaald niet meer op vooruit. Extra zorg en kontrole is pure noodzaak. En voor die extra's wordt straks ook betaald". Teler geen lijdend voorwerp Wie mocht denken, dat de heer van Kempen alleen "papieren kennis" van landbouwzaken heeft, zit er glad naast. In Acht huizen (Overflakkee) runt hij een middelgroot bedrijf (48 ha), waarop hij voornamelijk konsumptieaardappelen (15 ha) en bieten (12 ha) teelt. De resterende akkerbouw zocht hij in tarwe, uien, graszaden, gerst en winterwortelen. Ook kreeg hij op de valreep van april jl. zijn toewijzing voor het A-quotum suiker bieten. Zoals bekend is Nederland nu ook overgestapt op het kontraktenstelsel. Het B-quotum zou, zo luidden de eerste Brusselse voorstellen, teruggeschroefd worden van 35% naar 20%. Nederland zou in dat geval met het mengprijsstelsel ge noegen moeten nemen met nog eens een halvering. Andere omstandigheden en dus een (min of meer gedwongen) andere keuze. Beslissing suiker Overigens moet het van Kempen wel van het hart dat Nederland met pijn afscheid heeft genomen van het mengprijssysteem. Want de zaak werd volgens hem niet reëel aangepakt: "Brussel is altijd van de theorie uitgegaan, dat het mengprijssysteem een expansievere uitwerking zou hebben op het areaal dan het kon traktenstelsel. Dat is een pertinent onjuiste theorie gebleken. Ik kan mijn stelling met cijfers hard maken. Welnu, omdat we hier de mengprijs hadden, werden we als het ware gestraft met een halvering van het B-quotum". Als nadeel van het kontraktenstelsel noemt van Kempen een mogelijk ingrijpen in de bedrijfsuitoefening van de individuele teler, dat wil ook zeggen in zijn inkomen. "Dat is geen plezierige bezigheid en vele telers zullen de komende jaren nog wel eens aan de mengprijs periode terugdenken. We konden eigenlijk geen kant meer uit en moesten de overstap dus wel maken. Wat betreft de B-suiker ben ik toch wel tevreden over de Brusselse uitspraak. Dankzij de standvastigheid van onze minister van Landbouw zijn we in elk geval op dat punt niet slecht uit de bus gekomen. We moeten echter niet te vroeg juichen. Voor alle landen is nu één lijn getrokken en zo hoort het ook! Laten we eerst maar eens bekijken hoe het de komende paar jaar met de suikerbieten uitpakt. Naar scheve prijsverhoudingen De Benelux kon geen mcb-verlaging (prijsverlaging dus) dul den. Duitsland stond 0,3 x procent-punt toe. Ierland en Italië kregen resp. 6 en 5 punt, Frankrijk 3,6 deze keer en volgend jaar weer 3,6. Het Verenigd Koninkrijk had al eerder 7,5% bedon gen. Maar vreugde over zulk een feitelijke prijstoenadering (al blijft er straks nog genoeg afstand tot het vroegere peil over: b.v. Frankrijk 10, Italië 20 en Engeland 30%) wordt moeilijk, als men ziet hoe dit per produkt wordt verwezenlijkt. Engeland mocht vooraf, vanaf januari jl., al 5% voor rund- en varkensvlees in- kasseren. Frankrijk heeft bereikt dat het vanaf nu al de twee maal 3,6% voor varkensvlees mag toepassen. Principieel is dit een heel verkeerde weg. Het betekent immers dat bepaalde landen kans zien om voor bepaalde produkten voor enige tijd hogere prijzen te maken. D.w.z. dat niet alleen nationale extra prijsverhoging op zichzelf wordt verkregen, maar ook nog een andere prijsverhouding tussen de produkten dan in andere lan den. Toestanden die niet mogen voorkomen in een eenheids- markt. Verdragsinbreuk toegestaan F rankrijk heeft vanwege de slechte eigen varkensmarkt ook geëist dat de mcb's op varkensvlees voortaan anders zouden worden berekend. In het. algemeen wordt nu een wat lagere uitgangsprijs genomen. Voor Nederland als exporteur betekent dat 9% lagere toeslagen bij uitvoer naar de zwakke muntlanden (naar Frankrijk voorlopig bijna de helft lager); de, geringere, uitvoer naar Duitsland wordt echter evenveel minder belast. Wat nu ook binnengeslopen is en waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn is het mogen handelen in strijd met het EG- Verdrag. We doelen op het feit dat de Britten is toegestaan hun op de wet gebaseerde melkafzetorganisaties (Milk Marketing Boards) te handhaven. Met hun bevoegdheid om het aankoop monopolie van boeren-melk uit te oefenen. Door op hun situatie afgestemde voorwaarden te stellen, konden de verdragsver plichtingen inzake afschaffing van monopolies worden ont kracht. Er zijn bepalingen gemaakt die moeten voorkomen dat de continentale zuivel oneerlijk wordt bekonkurreerd en mate rieel gezien is er op korte termijn geen reden tot klagen. Maar het kan betekenen dat in een ander land voor een ander produkt ook iets wordt bedacht, dat eigenlijk niet mag en waarvoor dan ook EG-gelegenheidswetgeving wordt geëist. Zo zullen b.v. de drie nieuwe kandidaatleden, met zwakke munten en enkele staatshandels-monopolies, ongetwijfeld geïnteresseerd kennis nemen van het EG-geknutsel met mcb's en marketing boards. Problemen opgeschoven O nder de landbouwprodukten zijn twee politieke zorgenkin deren, waarvoor de ministers in feite de oplossing voor zich uit geschoven hebben: wijn en melk. Bij de wijn zijn middelen voorgesteld die in strijd zijn met de eenheidsmarkt; al zijn deze problemen verder van ons producenten-bed, op enigerlei wijze kunnen kwalijke voorbeelden ontstaan. Met name het melk- en zuivelbeleid blijft helaas een zware hypotheek leggen op het hele EG-landbouwbeleid. Officieel zou er in 1978 3% meer melk in de EG komen, maar officieuze schattingen gaan stapje voor stapje hoger; konsumptiestijging is nauwelijks te verwachten. Het wegwerken van de overschotten kost steeds meer geld. Krachtig heeft de Kommissie gepleit voor het verzwakken van de garantie aan het zuivelbedrijfsleven door het opschorten, zogenaamd voorlopig alleen in de komende winter, van de inlevering van mager melkpoeder, gekoppeld aan verlaging van de medeverantwoordelijkheidsheffing. De Raad heeft dat laatste gedaan en wel vanaf 1 mei jl. (van 1.5 naar 0,5% van de geldende richtprijs). Verder is er wat deze zaken betreft voor na 1 oktober a.s. niets beslist. De Kommissie moet vóór 1 augustus a.s. komen met een rapport en met voorstellen over het hele melk- en zuivelbeleid; aan de hand daarvan zal ook worden beslist over de melkpoeder-inle vering en de melkheffing na 1 oktober a.s. Deze formulering doet vrezen dat er wel eens ingrijpender maatregelen zouden kunnen worden uitgedacht dan we nu nog aannemen. Hopelijk blijft ook hier de eenheid van de gemeenschappelijke" markt bewaard. Zo zou b.v. quotering van de garantie per bedrijf en per land - ze zullen ongetwijfeld gekoppeld worden - de Ne derlandse zuivelpositie ten zeerste benadelen. Werkelijkheidszin nodig Er is nog wat lastenverlichting te verwezenlijken. En verder vraagt de versterking van onze konkurrentiekracht alle aan dacht: een zo groot mogelijk aantal strukturele maatregelen, voor een zo groot mogelijk aantal bedrijven. Geen maatregelen die verstarring van bedrijfsopzet en -grootte bevorderen. Belastingfaciliteiten die interne versterking van bedrijven beogen. En tenslotte doelmatige en snelle hulp in onvoorziene en onverhoopte katastrofale omstandigheden. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 4