Vreugdeloze beslissingen
in Brussel
M et deze woorden werd het prijsbesluit van de E.G. land
bouwprijzen gekarakteriseerd. Een prijsbesluit na maandenlang
geharrewar met tot slot een onverantwoord lange marathonzit-
ting.
W at wel duidelijk is, en wat centraal heeft gestaan bij de
voorstellen van de Europese Commissie, is dat wij opnieuw
voorop moeten lopen bij de bestrijding van de inflatie. Steeds
meer gaan anderen zich met het gemeenschappelijk landbouw
beleid bemoeien.
M inister van der Stee vraagt om een spoedadvies over het
besluit toetsingskriteria.
VANUIT DE Z.L.M. GEZIEN
I jmnirl rm ^97^
mrn BI II mm f 66e jaargang - No. 3432
zuidelijke landbouw maatschappij
Voor ons echter, ondernemers die afhankelijk zijn van wat de
landbouwministerraad beslist, is het een trieste en vernederende
vertoning geweest.
Maanden van onrust en onzekerheid, en voor de veehouderij
een opschuivend prijsjaar. hebben wij moeten7accepteren, zon
der dat er fundamentele wijzigingen ten opzichte van oor
spronkelijke voorstellen tijdens deze onderhandelingen tot
stand zijn gekomen. Triest is het om als ondernemers te moeten
ervaren dat wij op moeten draaien voor het enige stukje werke
lijke Europese Gemeenschap waarvoor de verschillende part-
nerlanden nog verantwoordelijkheid willen dragen. Verant
woordelijkheid. voor sommige landen slechts op voorwaarde
dat het hun voldoende voordeel oplevert.
Wij ervaren steeds meer. dat zolang de E van Ekonomische
Gemeenschap geen inhoud krijgt, de problemen steeds meer
toenemen, met alle nadelige gevolgen voor de.landbouw.
Als klein exporterend land zijn wij bijzonder afhankelijk van de
E.E.G. Het is dan ook bijzonder triest te moeten ervaren in wat
voor ongunstige positie wij zijn komen te verkeren door de grote
monetaire verschillen tussen de partnerlanden.
Vernederend is het voor ons, dat men als verdediging voor de
geringe prijsaanpassing het argument gebruikt dat een hogere
prijs de overproduktie verder in de hand zal werken.
En dat nu weet ieder die een beetje op de hoogte is met de
landbouw, dat dit een absoluut verkeerde voorstelling van zaken
is.
Het is veel meer een falend E.E.G.-beleid, waardoor een goede
afstemming van vraag en antwoord mislukt.
Wij denken aan het suikerbeleid van enkele jaren geleden.
Wanneer wij in de toen heersende tekortsituatie niet waren
gestimuleerd meer bieten te zaaien en wanneer er een beter
exportbeleid was gevoerd, waren er nu minder problemen ge
weest. Ook met de opbrengst van de melkheffing weet men geen
beleid te voeren gericht op het doel waarvoor deze gelden be
schikbaar, zijn n.l. bevordering van de afzet van de melkpro-
dukten.
(Consumentenorganisaties hebben daarbij een gewillig oor ge
vonden bij landbouwkommissaris Gundelach.
De voedingsbond F.N.V. vond het blijkbaar nodig direkt kom-
mentaar te leveren en dat n.b. onafhankelijk van het landbouw
schap waarin zij wel vertegenwoordigd zijn.
Het F.N.V. vond een prijsverhoging voor de konsument van
0,2% a 0,3% wel aanvaardbaar.
Men beoordeelt wel de produktiekosten van de grondstoffen,
maar spreekt niet over de prijs van het eindprodukt.
Juist door de sterke stijging van de loonkosten en de eisen van de
konsument is het voedselpakket steeds duurder geworden, en
daardoor is de inflatie sterk beïnvloed.
De opkomst van de bieten liet op veel plaatsen niets te wensen over. Het leek bijna ideaal,
toch zorgde het bietenkevertje hier en daar nog voor problemen. Er moesten percelen
opnieuw worden gezaaid.
Ook stak er toch nog meer onkruid dan verwacht werd het kopje boven de grond. Inmiddels
zijn de bieten op de meeste bedrijven al voor de eerste maal doorgereden. Er kan nu weer
wat meer lucht en warmte de grond binnendringen, terwijl het kleine onkruid in de kiem
kon worden gesmoord....
tuinbouwblad
De kostenstijging, veroorzaakt dóór de grondstoffen, wordt in
derdaad met cijfers achter de komma berekend, maar die van
verwerking en afzet gaat met volle procenten tegelijk omhoog.
Elders in dit blad kunt U meer uitgewerkte cijfers van de be
sluiten lezen en over de verschillende uitgangspunten bij de
onderhandelingen wordt verder ingegaan door de heer Luteijn
in zijn kommentaar.
Ik wil mij dan ook beperken tot enkele korte konklusies.
De interventieprijs voor zachte tarwe is met 1,26% verhoogd.
Wij hebben geleerd dat de interventieprijs alleen van invloed is
op de prijsvorming.
De richtprijs (2,72% verhoging) is steeds meer een papieren prijs
geworden. Bij de maïs is ook de interventieprijs belangrijk
(1,56%).
De drempelprijs wordt door de interventieprijs beïnvloed terwijl
deze drempelprijs van maïs van invloed is op de marktprijs van
tarwe door de toepassing van het kathedrale stelsel.
De richtprijs voor melk is met 2% verhoogd. De interventieprijs
voor boter 2,07% en voor melkpoeder met 1,8%. Ook hier dus
voor melkpoeder een mindere verhoging van de interventieprijs.
Wel is de medeverantwoordelijkheidsheffing verminderd van
1,5% naar 0,5%.
Hier is wel gedeeltelijk tegemoetgekomen aan de wensen van
het bedrijfsleven. Voor de akkerbouw is er een verbetering ten
opzichte van de oorspronkelijke voorstellen, doordat het B-
quotum van suiker niet 20% maar 27,25% is geworden.
De veronderstelling dat de prijsverhoging van gemiddeld 2,25%
voor Nederland 3% zou betekenen lijkt mij echter wel bij
zonder optimistisch.
Al met al heeft Gundelach wel grotendeels zijn zin gekregen, en
het kommentaar was dan ook dat hij zeer tevreden was. Men
was er niet in geslaagd fundamentele veranderingen in de
voorstellen van de kommissie aan te brengen, aldus Gundelach.
V oor de Nederlandse landbouw betekent het wel dat wij op
deze manier niet verder kunnen. Steeds opnieuw meerdere
procenten achterblijven ten opzichte van de kostenstijging ver
oorzaakt een onhoudbare situatie.
Lang hebben wij door steeds verder gaande rationalisatie en met
minder mensen langer werken de zaak kunnen redden. De rek is
er nu echt uit. Dat openbaart zich steeds meer.
Wanneer er maar iets tegenloopt, komen direkt de moeilijkhe
den.
Ook de konkurrentie positie van de Ned. landbouw komt steeds
meer in gevaar.
Er zal verandering in het Nationale beleid moeten komen, wil
de landbouw als belangrijke peiler van onze ekonomie, zich
kunnen blijven handhaven.
Wij denken aan o.a. de kompensatie van het gat tussen de
Brusselse prijsverhoging en onze kostenstijging.
Lastenverlichting (keurings- en onderzoekkosten) en afzetbe
vordering ter verbetering van onze konkurrentiepositie.
Maatregelen in de sociale en fiskale sfeer enz.
Het landbouwschap heeft een beleidsvoornemen gereed liggen
en als 3 Zuidelijke Landbouw Organisaties hebben wij gele
genheid eind mei over specifieke Zeeuwse problemen met het
D.B. van het Landbouwschap te praten.
Minister van der Stee heeft de onderhandelingen in Brussel als
vreugdeloos ervaren.
Hij kan zich nu op Nationaal niveau inzetten voor de landbouw
en daar dan hopelijk wel vreugde aan beleven!
Wij hopen dat daaruit het landbouwbedrijfsleven opnieuw ver
trouwen kan putten voor de toekomst.
Wet "Vervreemding landbouwgronden"
Bij de eerste kennismaking konstateren wij vrij ingrijpende
maatregelen die een nadere studie en bespreking noodzakelijk
maken voordat wij algemeen kommentaar zullen geven.
Een punt echter springt wel heel duidelijk naar voren n.l. het
afstandskriterium.
Een beperking bij de mogelijkheid van bedrijfsvergroting met
gronden binnen een afstand van 2 km van de bedrijfsgebouwen
is wel zeer ingrijpend. Hierdoor zal het gezegde "Buurmans
grond is maar eenmaal te koop" nog zwaarder gaan wegen.
Het gevolg hiervan zou wel eens kunnen zijn dat daardoor de
konkurrentie tussen buren onaanvaardbaar groot gaat worden.
Immers, zo is de mogelijkheid om het bedrijf te vergroten wel
heel beperkt geworden.
Als wij dan ook kennis nemen van de oppervlaktenormen, is het
wel duidelijk dat deze voorstellen nog heel wat stof zullen doen
opwaaien!
Doeleman
1