Een bijna redelijke bietenprijs Ruime afstand zaai suikerbieten dit jaar geen risiko Goede opkomst van de gewassen! Een uitstekende opkomst van alle gewassen! Op 'Tholen en St. Philipsland" zijn alle gewassen gezaaid en gepoot met uizondering van een aantal soorten late konserven- erwten. We hebben er begrip voor dat de fabrikant, middels een lange uitzaai periode een zo lang mogelijke oogstperiode tracht te verwezenlijken waarbij hij z'n noodzakelijke machines zo goed mogelijk kan benutten. Anderzijds komt bij de teler dan toch wel de vraag naar boven of hij, tengevolge van een latere inzaai, de optimale opbrengst van z'n gewas kan verwachten. Immers voor alle gewassen is een zo lang mogelijke groeiperiode belangrijk. Onderzoek in deze richting, via proeven, lijkt ons een goede zaak die zeker aandacht verdient. Zo er al sprake van onderzoek mag zijn dat dan de resultaten aan de praktijk worden doorge geven. Waren we begin april wat bevreesd dat er zoutschade op zou kunnen treden omdat we de kunstmest pas vlak voor de inzaai op het land konden brengen, nu is daar geen sprake meer van na regelmatig wat regen te hebben gehad. Misschien moeten we nu, na de onweersbui van 28 april met zo'n 10 mm neerslag en weersberichten die nog meer regen aangeven eerder bevreesd zijn voor een te felle werking van de bodemherbiciden met name op de lichtere gronden. Hopelijk kunnen we over een maand konstateren dat ook dit allemaal is meegevallen. Een zeer aktuele zaak op dit moment is de toewijzing van het quotum A Bieten dat we net voor 1 mei met de post kregen. Hierin staat immers zwart op wit hoeveel ton bieten we voor "een bijna redelijke prijs" kunnen telen. Als het percentage B-bieten later bekend wordt kunnen we daarmee gemakkelijk uitrekenen hoeveel bieten we dan nog kunnen telen voor "een bijna niet redelijke prijs". En onze eerste indruk is, dat er bij een redelijke goede oogst, dan toch nog heel wat C-suiker geproduceerd gaat worden. Een financieel onverantwoorde produktie. We kunnen begrip hebben voor de manier waarop de suiker industrie de toewijzing heeft gebaseerd nu het zaad al aan de grond is toevertrouwd. Het kon ook moeilijk anders, maar voor de toekomst mag een ha-opgave door de individuele teler na tuurlijk nooit als grondslag voor de toewijzing dienen. Die toewijzing in de toekomst zien we toch met enige zorg tegemoet. Deze zal dan n.l. gebaseerd zijn op de hoeveelheid suiker die ieder van ons, in een achter ons liggende periode heeft gepro duceerd de z.g. referentieperiode. Je kunt je dan de vraag stellen of dat redelijk is. Immers iemand die in 't verleden een wijze matiging heeft betracht en zodoende de hoeveelheid C-suiker heeft helpen beperken krijgt als dank nu een kleiner A-quotum toegewezen. Terwijl iemand die de produktie heeft opgevoerd (om welke begrijpelijke reden dan ook) in 't verleden en de mengprijs in negatieve zin heeft beïnvloed, nu een relatief grotere A-quotum krijgt toegewezen. Ons dunkt dat naast de hoeveelheid gepro duceerde suiker in de referenteperiode ook gezocht zal moeten worden naar een relatie tot de oppervlakte bouwland. Een moeilijke materie? Inderdaad! Maar we moeten toch een zo eerlijk mogelijke verdeling nastreven. Temeer geldt dit voor de toekomst. Wanneer er een definitieve regeling uit de bus zou komen, die er toe zou leiden dat we nu al een hoeveelheid C-suiker zouden moeten produceren om over b.v. 3 jaar ons A-quotum niet te zien verminderen zou dat betekenen dat we elkaar onderling gaan bekonkurreren. En dit laatste is voor schrijver dezes, als lid van een (Coöperatieve Suikerindustrie onaanvaardbaar. De laatste weken nogal wat regen gehad in Zuid-Beveiand. Ruim voldoende voor de opkomst van de gewassen. Ook goed voor de werking van de chemische onkruidbestrijdingsmidde len. De struktuur heeft er niet van geleden. Gelukkig voor de groei dat de temperatuur nu ook wat aangenamer is geworden. Het poten van de laatste aardappelen is er wat door vertraagd, maar niet zo veel, dat het van veel belang voor de groei kan zijn. De struktuur is zodanig, dat het niet zo veel moeite kost om flinke ruggen te maken, alleen op de allerzwaarste gronden zal wellicht een tweede maal frezen noodzakelijk zijn. Sommige aardappeltelers hebben er bezwaar tegen om kort voor het pootklaar maken nog met de kunstmeststrooier over het land te rijden. Ze wachten dan met het kunstmeststrooien tot na het poten. In een zo laat voorjaar als dit, toch wel iets met het risiko dat de N. veel te traag begint te werken en daardoor misschien ook veel te laat zijn nut kan doen. Schade door een te hoge zoutconcentratie is dan ook niet bij voorbaat uitgesloten. De wintertarwe begint nu wat door te groeien. Voor een deel van de percelen gaat het zo weer tijd worden voor een toepassing met CCC. Voor Arminda, dat hier toch ruim 30% van de op pervlakte wintertarwe inneemt is zo'n toepassing minder ge wenst. Een aantal tarwetelers zal konsekwent aandacht besteden aan het mogelijk voorkomen van gele roest. Wanneer nodig, dan zullen alle tarwetelers tijdig gewaarschuwd dienen te wor den. We moeten het toch ook weer niet overdrijven, van de meest vatbare en kwetsbare rassen, te weten Clement, Lely en Norda hebben we tesamen hooguit slechts 15%. Het nieuwe middel Bayleton, kosten inwe echt niet zien als een preventief middel in zo'n vroeg stadium. Het toepassen heeft alleen zin als er echt wat te bestrijden is. Het op ruime afstand zaaien van de suikerbieten lijkt, nu met de goede struktuur van de grond en de regenbuitjes daarna, echt geen groot risiko voor de opkomst meer te geven, 't Is nu even afwachten hoe de totale opkomst zal zijn en in hoeverre er nog wafteruggedund moet worden. Met de uitzaai van de snijmais is men inmiddels al een eind gevorderd. De grond was goed en kon voldoende diep bewerkt worden, zodat ook voldoende diep gezaaid kon worden. De grondtemperatuur was tot nog toe nog wat aan de lage kant. De oppervlakte snijmais lijkt zowat even groot te worden als vorig jaar. Begin april leek de grasgroei aardig op gang te komen, door de daaropvolgende koude viel het later wat tegen. Toch is al heel wat jong vee en ook al wat melkvee op het grasland gebracht. In het algemeen was de haast minder groot dan het vorige jaar. De reserves aan kuilvoer en hooi zijn nu belangrijk groter dan voorjaar 1977. In de tweede helft van april werd op Schouwen-Duiveland het zaaien en poten van de voorjaarsgewassen afgewerkt. Het betrof nog zo ongeveer 20% van de suikerbieten, 15% van de uien en ongeveer 3A van het aardappelareaal. Uiteraard moeten nog enkele gewassen gezaaid/geplant worden zoals bonen, mais, knolselderij en conservenerwten. De grond omstandigheden waren van dien aard, dat er over het algemeen geen problemen waren t.a.v. een goed zaaipootbed, mits men maar niet te diep kwam met welk werktuig dan ook. Ondanks de nu niet bepaald aangename temperatuur iis de opkomst, voorzover momenteel te bepalen, van de eerstgezaaide gewassen goed te noemen. Vooral de zomergranen komen goed op. Bij de schokkers veel last van vreterij door duiven. De opkomst van de uien en sui kerbieten is traag maar temperatuurverbetering op het einde van april doet gunstig resultaat verwachten. Gunstig weer op de plaatselijke aanwezige korstvorming is voor de vroeg gezaaide gewassen, vooral suikerbieten, van gunstige invloed geweest. De laatste week van april werd er druk gewerkt aan de opbouw van de aardappelruggen. Op vele percelen werd hiervoor de rijenfrees-aanaarder gebruikt. Toch is het aan te raden de poters niet te "begraven". De wintertarwe gaat zich nu herstellen van het schrale, koude weer. De komende dagen zal elke tarweteler zijn gewas goed moeten beoordelen: noodzaak van CCC toepassing en be strijding tegen voetziekte, aanwezigheid van meeldauw, aanwe zigheid van gele roest, al of niet toepassing van 2e N. gift en de hoogte daarvan. Weer in andere gewassen kan een insectenbes- trijding nodig zijn en verder zullen in alle gewassen aanwezige onkruiden bestreden moeten worden. Het wil nog wel eens voorkomen, dat bij een trage kieming de gevoeligheid voor allerlei ongerechtigheden! toeneemt. Dus goede kontrole is een vereiste. Tijdige maatregelen tegen onge wenste situaties kunnen veel narigheid voorkomen, zowel t.a.v. onkruid als van insecten. Algemeen is het eigenlijk al dat men bij suikerbieten een naop- komst bespuiting toepast. Het aangewezen middel is hier dan Betanal, al dan niet in kombinatie met andere middelen, zoals Pyramin, Venzar, Schering II E olir. Op sterk afgeharde on kruiden is Betanal alleen soms niet toereikend. Toevoeging van 5 1. Schering II E olie is dan op zijn plaats, vooral tegen kamille, kleefkruiden en varkensgras (wel 's avonds spuiten). Een kom binatie met Venzar (0,75 - 1 1.) ve:betert en verlengt de werking van Betanal op nuur, melde, ganzevoetachtigen en éénjarige grassen. Bij nachtvorstverwachting behandeling uitstellen en verder is enkele uren droog weer na de toepassing gewenst. Minimaal 2 gestrekte (horizontaal) kiemblaadjes moeten ge vormd zijn, wil men Betanal in welke vorm dan ook, met succes toepassen. Het beeld in de Westhoek is wel helemaal veranderd. Helemaal ten goede zouden we haast zeggen. Wat kan de natuur toch wonderlijk meewerken. Je wordt er bijna stil van. Wanneer we hetzelf de laatste 10 dagen hadden moeten laten groeien dan was het niet sneller gegaan. De bieten beginnen al goed te rijen". Nu en ze staan erop: als haren op een hand! Ieder zaadje is dan ook tevoorschijn gekomen. Alleen zij die een flinke afstand in acht hebben genomen zullen er dit jaar zonder korrektie afko men. 70.000 planten is het ideaal, dat we graag willen per ha. In de meeste gevallen zullen het er echter nogal wat meer worden. Een vol gewas heeft wat aanzien betreft zeker zijn voordelen, maar natuurlijk zijn er ook nadelen, 't Is nu de tijd om dé gewassen goed in de gaten te houden. De komende weken moet de boer a.h.w. doktertje spelen met zijn gewassen, 't Is opletten geblazen, want kleine mankementen kunnen behoorlijke oogst dervingen tengevolge hebben. Wanneer we de Westhoek zoeens doorkruisen hebben we niet de indruk dat het aardappelareaal t.o.v. vorig jaaf veel is verminderd. In het algemeen komen de aardappelbedden er goed bij te liggen. De struktuur van de grond viel in zijn totaliteit nog niet eens zo tegen en voor aard appelen en zeker voor de aardappeloogst is dit van groot belang. We hebben u al geschreven dat het beeld in de Westhoek erg is veranderd. Ook de boomgaarden, die onze streek nog velen telt, doen het prima en bloeiende boomgaarden brengen altijd een aparte sfeer in 't voorjaar. De nachtvorsten kunnen met name bij de boomgaarden nog flink toeslaan. Het ene jaar is dit erger dan het andere. Maar rond deze tijd, dat "de ijhuiligen" bekend staan kun je altijd wel eens nachtvorst verwachten. Laten we hopen, dat de natuur dit jaar niet al te sterk zijn eigen schoon heid ten dele weer te niet doet. D it voorjaar heeft veel geduld gekost voor de boer, maar het is toch allenaal weer goéd gekomen. Het werk kwam laat op gang en de regen fungeerde nogal eens als spelbreker, maar toch ligt het land er prima bij en de opkomst is buitengewoon goed te noemen. Na het zaaien hebben we immer vocht nodig voor een vlotte kieming en voor een goede werking van de bodemherbi ciden. Deze laatstgenoenden zijn bekend om hun slechte op losbaarheid waaraan ze hun trage en langdurige werking heb- 10 ben te danken. Regelmatig lichte regen is daarvoor ideaal en daarom is het huidige weertype zo bijzonder goed te noenen. Mede door de monenteel hoge kiemingstemperatuur in de grond komen van de zaadonkruiden zowel de vroege als de late soorten gelijktijdig boven en worden in één klap chemisch bes treden. Voriq jaar hebben we ook laat in kunnen zaaien en later is ons opgevallen, dat we praktisch geen zaadonkruiden in de gewassen hebben gehad. Achteraf bezien hadden we toen met de na-opkomst middelen wat zuiniger aan kunnen doen, maar dat is juist de noeilijkheid in ons vak, want dat weten we nooit van tevoren. Een boer ligt vanwege zijn bezorgdheid nogal eens voor op het schema. Van nature is hij al zuinig genoeg en soms wordt door de regering op nog meer zuinigheid aangedrongen, wat in zo'n jaar wel eens pijnlijk wordt ervaren. Momenteel is onze provincie op zijn mooist. De bloeiende boomgaarden en meidoorns lokken ons naar buiten want al het jonge groen is een lust voor het oog. Alles heeft als 't ware op nooi en beter weer gewacht, want opeens zien we, dat de bomen gaan uitbotten en dat alles nieuwe kleuren krijgt. Te velde zien we de jonge gewassen mooi op rij staan en hier en daar de vroege aardappels reeds boven komen. Nog maar enkele weken en dan zullen de gewassen hopelijk allemaal nog groter en nog mooier staan en dan vindt juist de Z.L.M.-manifestatie plaats. Onze standsorganisatie is de enige in de lande die een dergelijk groot gebeuren op stapel zet. Grote terreinen, gebouwen en tenten zijn al uitgestippeld om straks aan de grote vraag naar stand ruimte te voldoen. Een uitgebreid programma geeft een bepaald cachet aan het buitengebeuren, waar de levende have, de rij paarden, de schapen, de geiten en de windhonden zeer zeker voor veien een geliefde attractie zullen zijn. Er is te veel om op te noemen, maar zeer zeker voor ieder het bezoeken waard: Z.L.M. Manifestatie op 23 en 24 juni a.s. Op die dagen wordt gepresenteerd, hoe in 't zuiden wordt gemechaniseerd. Wat er mogelijk is als boerenstand, om nog boer te blijven in dit land. Vele instellingen zijn er ook van de partij, dragen ruimschoots hun steentje er aan bij. Moderne landbouw staat niet stil, immer in beweging is bepaald geen gril. Op deez manifestatie is voor ieder wat te zien, men ontmoet er vele bekenden bovendien. Daarom vragen we nu met klem, Kon naar deze feestdagen van de Z.L.M. Breng op die dagen uw familie en vrienden mee, dat juist stemt onze organisatie zeer tevree. Een Z. L. M. met durf en moed, treden we in deze met zijn allen gaarne tegemoet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 10