►talvormen D< e opvangstal D e kalveren worden in de éénlingstanden meestal aangebonden. Achter deze boxen is een 80 - 100 cm brede kontrole-mestgang. Voor een vlotte mestafvoer en reiniging is het beter om de grup minstens 60 cm breed te maken en de boxen over de grup te plaatsen. D. I n veel stallen is een "zweeds" voerhek toege past. Dit voerhek wordt gemaakt van 1 V2" (48 mm doorsnee) stalen bokjes met kunststofhul zen om doorroesten te voorkomen. De jong veebokjes zijn 19 cm breed en 125 cm lang en de grootveebokjes 27 cm breed en 125 - 140 cm hoog. Bokjes van 19 cm breed wórden het oor de huisvesting van jongvee en vleesvee zijn er verschillende moge- theden. De inrichting van de stal wordt voornamelijk bepaald door de srsoonlijke voorkeur voor individuele- of groepshuisvesting. Beide syste- hebben voor- en nadelen. de besmettingskansen bij dieren te beperken, is het beter om de kalveren in leeftijdsgroepen in te delen en deze in aparte afdelingen onder te brengen. De volgende stallen zijn te onderscheiden: opvangsta! (0 - 2 weken) opfokstai (2-10 weken) stal voor oudere kalveren (vanaf 10 weken) Al veel is de kalveren naar een centraal opfokbedrijf gaan, blijft op het melk- bedrijf alleen de opvangstal voor dieren van 0-2 weken over. Zoals de naam reeds aangeeft, komen de kalveren - ook de stierkalveren - na de geboorte in de opvangstal. De eerste twee weken nè de geboorte moet voor kalveren de voorkeur worden gegeven aan een individuele huisvesting. Hierdoor wordt navel- zuigen of -betrappen voorkomen, is een goede kontrole op de dieren mo gelijk en kunnen beter hygiënische maatregelen worden genomen. Voor de individuele huisvesting zijn twee boxvormen beschikbaar: 1Boxen'zonder kontrole mestgang (éénlingboxen) 2. Boxen met kontrole-mestgang (éénlingstanden genoemd) 0e opfokstai Hoe kan een nieuwe roostervloerstal worden Stal voor oudere kalveren Voerhek D eze boxen worden tegen een gesloten wand geplaatst, zodat er geen kontrole - mestgang achter de boxen is. De afmetingen van de boxen zijn minimaal 60 cm breed en 125 cm diep achter het voerhek. Om de kalveren eventueel langer dan 2 a 3 weken te huisvesten, is een grotere boxbreedte (80 - 90 cm) gewenst. De kalveren lopen in deze boxen los en er wordt bij voorkeur strooisel gebruikt. Op be drijven met fokkalveren worden de éénling boxen veel toegepast. Per 6 a 7 melkkoeien is één box voldoende. Voor de huisvesting van fokkalveren ouder dan 2 a 3 weken en voor kalveren bestemd voor de vleesproduktie zijn de éénlingboxen /.onder kontrole-meetgang niet aan te bevelen en moet de voorkeur worden gegeven aan éénlingstan den en of groepshuisvesting. Een grupdiepte van minstens 30 cm is gewenst. De éénlingstanden zijn minimaal 60 cm breed en 125 tot 150 cm diep achter het voerhek. Voor fokkalveren geeft men de voorkeur aan groepshuisvesting, terwijl op vleesveebedrijven de éénlingstanden (ook wel vleeskalverenbox- en genoemd) veel worden toegepast. Om vleesveekalveren 2 a 3 maanden los in één lingstanden te huisvesten is echter een box breedte van 75 - 80 cm gewenst. Beide boxvormen worden voorzien van een hard houten roostervloer met latten van 3x6 Vi cm en een spleetbreedte van 2 lA cm. De ruimte tussen de betonvloer en de roostervloer is min. 15 cm. Gebruik van strooisel geeft een droger ligbed en een beter stalklimaat. Dit is vooral de eerste weken van groot belang. In goed geïsoleerde stallen wordt bij kalveren ouder dan 2 a 3 weken veelal geen strooisel meer in de boxen gebruikt. De voorzijde van de boxen wordt gemaakt van een wegneembaar of draaibaar fronthekje met een dubbele emmerbeugel en een hooiruifje. De tussenafscheidingen moeten worden ge maakt van goed te reinigen materiaal b.v. wa tervast verlijmd hechthout voorzien van een kunstharsverf. Bij een dubbelrijïge opstelling van de boxen moet de voergang minstens 160 cm breed zijn. Twee rijen emmers nemen ongeveer 60 cm ruimte in beslag, zodat er op de voergang een loopruimte van 100 cm breed beschikbaar blijft. Op bedrijven met niet teveel kalveren wordt de opvangstal en opfokstai vaak in één ruimte ondergebracht. Dit behoeft geen bezwaar te zijn. a een verblijf van enkele weken in indivi duele boxen kunnen de kalveren naar groeps- 10 Bij groepshuisvesting komen de volgende box vormen in aanmerking: 1 box zonder houten roostervloer met een diepte van 3.00 - 3.50 m (gestrooide loopstal); 2 boxen met houten roostervloer met een diepte van 2.50 - 3.00 m; 3 ligboxen met boxafmetingen van 0.50 bij 1.20 m en een diepte van de loop-eet-ruimte van minstens 1.50 m. Voor jonge kalveren is de gestrooide loopstal een goede stalvorm. Per box worden 5 a 6 kal veren gehouden. Het strooien en uitmesten vraagt echter* veel arbeid. Een hard houten roostervloer (latten 3 x 6 h cm - spleten 2 XA cm) bevordert de gierafvoer. Op veel bedrijven wordt op de houten roostervloer geen strooisel gebruikt. Onder de roostervloer ligt bij voorkeur een brede en diepe grup (drijfmestgrup) of een mestkelder (let op tocht). Roosterbalken van beton zijn voor jonge kal veren niet aan te bevelen. De klauwen slijten teveel. Hard houten latten zijn wel gladder, maar voor jonge kalveren geen bezwaar. Het voerhek wordt voor jonge kalveren bij voorkeur uitge voerd als vastzethek met verstelbare spijlen. Vóór het voerhek komt een voerbakje van binnenwerks 30 cm breed en voorzien van een draaibaar emmerdeksel van 19 mm dik multi- Leeftijd v. Breedte Lengte in cm d. kalveren h.o.h. in cm 2- 4m 55 - 60 130 4- 8m 65 - 70 150 8 - 12 m 80 180 12 - 18 m 90 190 18 - 22 m 100 200 Om de beschikbare stalruimte zo effektief mo gelijk te benutten, zal het in de praktijk nodig zijn om de benodigde boxmaten voor dieren van verschillende leeftijden te kombineren en het aantal boxafmetingen te beperken. De maten zullen dan op de grootste hierin onder te brengen dieren zijn afgestemd en b.v. alleen met een breedte van 70,90 en 100 cm worden uitgevoerd. Voor bedrijven met vleesvee is een ligboxen- stal niet interessant (vuile boxen). 3. Roostervloerstal e laatste jaren wordt steeds meer jongvee en vleesvee op roostervloeren gehuisvest. In de praktijk is gebleken, dat een hokdiepte van 3 m voldoende is. Gezien de benodigde mestop- slagruimte is het niét aan te bevelen rooster balken van 2,50 m toe te passen en de vloer tot 50 cm achter het voerhek als dichte betonvloer uit te voeren. Bij een dichte bezetting blijven de dieren goed schoon. Onder de roostervloer komt de mest kelder met een diepte van ca. 1 xh meter. plex. De bodem van het voerbakje ligt 10 - 15 cm hoger dan de standplaats van de kalveren. Per box wordt een drinkbakje geplaatst. Voor kalveren bestemd voor de vleesproduktie zijn ligboxen niet interessant (vuile boxen). f|8DÖUW£2f Ook op bedrijven met fokkalveren wordt de eerste maanden de voorkeur gegeven aan een gestrooide loopruimte of een box met een houten roostervloer. Eénlingboxen voor kalveren van 0-2 weken boxen worden overgebracht. De kalveren blij ven hier tot een leeftijd van ongeveer 2 XA maand of langer. De gestrooide loopstal is voor de dieren een gezonde stal maar vraagt voor de boer veel werk oor kalveren ouder dan 2 A a 3 maanden zijn de volgende stalvormen bruikbaar: 1Gestrooide loopstal op betonvloer Per groep worden 5 a 6 kalveren gehouden. Per kalf is een gestrooide ligruimte nodig van 3-5 m2 (afhankelijk van de leeftijd). Öm arbeid en stroverbruik te beperken, is het beter om de loop-eet-ruimte achter het voerhek uit te voeren als roostervloer. Een gestrooide loopstal vraagt per dier veel meer ruimte dan b.v. de roostervloerstal. Gezien het hoge stroverbruik en de vele arbeid voor strooien en. uitmesten bestaat er voor de gestrooide loopstal steeds minder belangstel ling. 2. Ligboxenstal V oor bedrijven met fokkalveren een ge schikte stalvorm. De loop-eet-ruimte uitvoeren als roostervloer van betonbalken en met een spleetbreedte van 3 cm. HL en roostervloerstal kan zowel open als ge sloten zijn. Gezien ons klimaat wordt de voor keur gegeven aan de gesloten stal. Bij de open stal zijn in de winter moeilijkheden te ver wachten met de mestafvoer en de drinkwater voorziening. Niettemin hebben we in gestrooide loopstallen en in gedeeltelijk open roostervloerstallen wei nig problemen wat betreft de gezondheid van de dieren! Het is gebleken dat in een gesloten rooster vloerstal de m3 stalinhoud per dier niet te ge ring moet zijn. Bij een dubbelrijige stal wordt als breedte veelal 11 a 12 m buitenwerks aangehouden. De hoogte van de zijwanden moet minimaal 2 XA meter zijn, beter is echter 3 meter. Het is bovendien sterk aan te raden om een dakhelling van minstens 30 graden aan te hou den in plaats van de gebruikelijke 22 graden. De lengte van de stal wordt bepaald door de benodigde ruimte per dier aan het voerhek. In Zeeland zijn in de meeste nieuwe stallen stalen spanten toegepast met een vrije overspanning en met een onderlinge afstand van 5 meter. De wanden kunnen worden gebouwd met bakste nen, betonstenen, gasbetonstenen, betonpla ten, hout en multiplex dik triplex). Betonstenen ter dikte van 15 cm worden veel toegepast, de stenen zijn niet duur en vragen geen onderhoud. Een bezwaar is de slechte isolatie en de regendoorslag. De beste kon- struktie is een spouwmuur van bakstenen. Wanden van halfsteens metselwerk, gasbeton stenen, betonplaten, hout en multiplex moeten aan de binnenzijde worden beschermd met 3 horizontaal geplaatste balken of buizen op resp. 40 - 80 en 120 cm hoogte. Gasbetonstenen, hout en multiplex worden door de dieren beschadigd en/of aangevreten (beter niet toepassen). Als dakbedekking worden asbestcementgolf- platen toegepast met een lichtdoorlatende open nok en eventueel een aantal lichtdoorla tende golfplaten in het dakvlak.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 10