9Cz.im. Land en Tuinbouwers^
reiken de helpende hand
r d aan Kenyaanse kollegaü
M aar Johnson zoals we hem nu verder maai
zullen noemen, voelt er niet veel voor om
voortdurend van de grillen van deze rivier af
hankelijk te zijn. Hij wil vooruit en iets onder
nemen dat hem en de rest van de bevolking
meer zekerheid kan bieden. Daarvoor is hij wat
verderop gaan kijken en meer naar het zuid
oosten getrokken. Hier in het Kipini district
min of meer aan de mond van de rivier is de
regenval een stuk hoger en bestaat er veel meer
zekerheid dat een gewas tot zijn recht komt.
Dit gebied dat enorm groot is, bestaat nu nog
uit wildernis. Dat er nog nooit iemand wat
heeft ondernomen ligt voornamelijk aan het
feit dat er geen personen zijn die kapitaalkr
achtig genoeg zijn, en ook ontbreekt hen de
durf en het initiatief. Johnson gaat er nu be
ginnen en we hopen dat hij erin slaagt om er
iets van te maken.
J ohnson's vrouw en kinderen zijn nu altijd in
de woning op het bedrijf aanwezig. Hij zelf
niet. Naar Hollandse begrippen zouden we
hem kunnen rangschikken onder het ver
schijnsel part-time boer. Hij kan nu nóg niét
helemaal zelfstandig gaan boeren ook al zou hij
willen. Daarvoor zou het inkomen op deze ba
sis te laag zijn. Hij is nu werkzaam op het Tana
Irrigation Scheme als trekkermonteur. Daar
verdient hij een schamel loon maar in ieder
geval hij heeft een vaste bron van inkomen.
Dat is een groot geluk. Hij behoort tot de uit
zonderingen, want werk in de omgeving is er
nergens te vinden. Alleen dat irrigatieproject
verschaft wat betaald werk.
J ohnson is -een vakbekwaam monteur. In
eerste instantie heeft hij zich dat vak groten
deels zelf eigen gemaakt. Kijken en doen, was
het devies.
N ederland is hem niet vreemd. In 1974/75
heeft hij een halfjaar in ons land rondgekeken.
Hij heeft er gewerkt bij de Massey Ferguson
importeur Brinkman en Niemeyer in Zutphen
en daarna bij de werktuigen-garage van de
Heidemij in Nederland. Hij heeft daar veel
geleerd, hij moest zich natuurlijk enorm aan
passen. Het was zijn eerste grote reis buiten het
land, of beter gezegd buiten zijn eigen streek.
Maar iedereen in Nederland was heel erg te
vreden over hem. Hij zelf vond Nederland een
pracht land. Een land waar de mensen het al
lemaal zo goed hadden vond hij. Maar ook een
land waar je als zelfstandige boer zogoed je
brood kon verdienen. Zoiets moest toch in zijn
eigen land ook mogelijk zijn.
D at zelfstandig zijn in Kenya bestaat, voor
de zwarte man nog niet zo lang. Tot aan de
onafhankelijkheid (1964) was de middenstand
voor het grote deel in handen van Aziaten,
Arabieren en Europeanen. Nu begint dat an
ders te worden. Johnson wil daar ook graag
bijhoren. Hij knokt ervoor om het zover te
krijgen.
ETH.IOPIE
Meer regen meer zekerheid.
Na de wildernis een huis en
haard.
Werk is toekomst voor je
kinderen.
O nlangs heeft het hoofdbestuur van de Z.L.M. besloten daadwerkelijk
aan ontwikkelingshulp te gaan doen. Ze doet dat echter niet zo maar aan
een project waarvan de resultaten soms met wat geluk vaag en traag
zichtbaar worden. De ontwikkelingshulp van de Z.L.M. zal gericht zijn op
één man en zijn familie. Gericht op een Kenyaan die boer wil worden op
zijn eigen stuk grond.
Hiermede wordt de hulp een kollegiale geste tegenover een beginnende
boer. Een man die wel de kennis heeft, maar helaas niet het kapitaal.
Johnson A de Doyo hakt zich uit de wildernis een bedrijf
Vakbekwaam monteur
Veel geleerd in Nederland.
Zelfstandige zwarte mid
denlaag.
SOEDAN^ r.
TANZANIA
MjnJeri^Jo
Bij het plaatsje Hola werkt
Johnson op het irrigatieprojekt.
Zijn gezin en het landbouwbedrijf
vinden we in de buurt van het
plaatsje Kipini.
RUOOLF MEER
Ifjrog»
i. meer
Kitale
VICTORIA MEER
Machakos
meer
Nitron
Amboseh.
meer
Celine
ikambala
Johnson A de - Doyo is een zeven en dertig jarige Kenyaan en
behoort tot de Pokomostam. Deze bevolkingsgroep leeft voorname
lijk langs de Tana Rivier van eenvoudige landbouw. Of de oogst tot
een goed resultaat komt hangt helemaal af van de regen en van de
stand van de rivier. De landbouw wordt alleen uitgeoefend op de
vloedbanken naast de rivier. Wanneer de rivier buiten haar oevers
treedt en de vloedbanken overspoelddan pas zijn de voorwaarden
aanwezig voor een kleine kans van slagen om aan eten te komen via
een gewas mais rijst of bonen.
Hier een beeld van het huis, met ervoor
een paar Papaya en kassave planten.
O m te beginnen heeft hij daar een stuk land
aangepakt, dat reeds lang in het bezit van zijn
familie was. Het is ongeveer 90 ha groot. Hier
van heeft hij nog maar 2 ha ingebruik. Het
ontbreekt hem natuurlijk aan machines om
grootscheeps de wildernis te schonen waarmee
het land nu is begroeid. Maar die 2 ha zijn dan
inmiddels opgeschoond. Dat is gebeurd met
mankracht. Hiervoor heeft hij een aantal ar
beiders gehuurd die als dagloner werkten. Met
een groot kapmes en wat bijlen zijn ze aan het
werk getogen om in ieder geval ergens te kun
nen gaan boeren.
Zoiets is een zwaar karwei, dat veel energie eist.
Johnson zou natuurlijk veel liever de zaak wat
grootscheepser aanpakken maar dat is finan
cieel niet haalbaar.
Inmiddels heeft hij wel een huis gebouwd op
zijn stuk land. Nu moeten we ons bij het woord
huis niet laten verleiden tot gedachten over een
huis zoals wij dat kennen. Johnson heeft samen
met vrienden en kennissen en zijn vrouw en
kinderen een Afrikaans huis gebouwd. Een
bouwsel van palen en geolochten stokken,
waarop modder wordt gesmeerd. Deze modder
droogt in de zon, waarna de muren worden
afgepleisterd met zand en cement. Het dak
bestaat uit "makuti", een vlechtwerk van ko
kospalm bladeren. Het voordeel van zo'n dak is
datje daar wel heerlijk koel onder kunt blijven.
Binnen zijn een aantal scheidings muurtjes ook
van klei en modder gemaakt, zodat er voor
vader en moeder en de kinderen gescheiden
slaapkamertjes zijn.
Voor zijn kinderen, dat weet hij nu al zeker, zal
er geen werk te vinden zijn. Mede daarom al is
hij begonnen om een eigen landbouwbedrijf op
te zetten. Hij wil daar voor zijn zoons een
12
M.vanWezelTj
broodwinning van maken. Als ze dat niet heb
ben dan zullen die kinderen straks als gefrus
treerde jongelui toegevoegd worden aan het
leger der werkelozen. Johnson is ook vast van
plan zijn kinderen zoveel mogelijk te laten le
ren. Dat betekent toch minstens de lagere
school te laten doorlopen. Als het kan ook nog
naar de middelbare school. Maar dan wordt de
weg voor velen geblokkeerd. Werk is er niet.
De grote stad is een enorme trekpleister. Men
heeft gehoord van de geneugten en de kansen
die er in Nairobi of Mombasa zouden
zijn...Daar is reeds een leger werkelozen. Door
de armoede gaat er de misdaad en de prostitu
tie welig tieren.
Johnson wil dat voorkomen. Hij wil voor zijn
kinderen een gedegen toekomst. Die kans ziet
hij zitten in een landbouwbedrijf, waarop
straks goed de kost te verdienen moet zijn. Een
lofwaardig initiatief!
Maar nu kun je hem ook bijna iedere klus
zelfstandig uit laten voeren. In sommige ge
vallen heeft hij zelf gereedschap ontworpen om
de trekker beter te kunnen repareren. Dat ge
reedschap bestond dan wel, in grote garagebe
drijven, maar hij heeft het nagemaakt, omdat
de dure aanschaf ervan niet werd toegestaan
door de direktie van het irrigatieproject.
Hij heeft een goed gevoel voor machines, mo
toren en andere mechanisatiezaken. Op een
klein akkertje in de buurt van het irrigatiepro
ject heeft hij al eens geexperimenteerd met
door hem zelf ontworpen pompje, gemonteerd
op een kruiwagenonderstel. Hier mede kon hij
irrigatiewater uit de river oppompen om een
stukje land te bevloeien. Maar in deze streek
was het op den duur toch niet om te doen. De
enorme droogte eiste te veel water. Vandaar
dat hij het nu meer naar het zuidoosten gaat
proberen. Ook is daar een grotere kans op afzet
van produkten, nu en zeker in de toekomst.
Wij kunnen hem daarbij helpen, met zijn allen.
We weten waar we het voor doen. De hele
wereld tegelijk van ontwikkelingshulp voor
zien dat is toch een schier onmogelijke zaak.
Nu kunnen we één geval ter hand nemen.
W-N
metr
Kilimenjerv