Groenbemesting en de onkruidbestrijding
Afnemende belangstelling voor groenbemesting
is een teleurstellende ontwikkeling
PATENTKALI
I n de wintertarwe komen als ondervrucht in aanmerking een
aantal grassoorten voor zaadteelt en afs groenbemestingsge
wassen Italiaans en Engels raaigras, rode en witte klaver. Bij de
keuze van het onkruidbestrijdingsmiddel zal het belang van de
bestrijding van de schadelijke onkruiden in de dekvrucht voor
op moeten staan. In dit verband is het belangrijk of er wel of
geen duist is te verwachten. Is er duist te verwachten, dan is het
noodzakelijk om in de herfst een bodemherbicide toe te passen.
Móet er graszaad worden ingezaaid, dan blijkt het mogelijk te
zijn gewoon- en uitlopersvormend roodzwenk alsmede veld-
beemd tegelijk uit te zaaien met de wintertarwe en vervolgens
methabenzthiazuron (Tribunil en andere) toe te passen. De kans
op een goede aanslag van het graszaad neemt evenwel toe als
pas 3-6 weken na het spuiten van methabenzthiazuron wordt
ingezaaid. Het gebruik van andere bodemherbiciden moet in dit
geval ontraden worden. Bij uitzaai van graszaad in het voorjaar
zijn er meer mogelijkheden.
A Is regel zal in vlas een bodemherbicide worden toegepast,
namelijk Venzar of linurorr. Wanneer dit het geval is, geldt voor
alle ondervruchten dat het het beste is te wachten met inzaai tot
het vlas 5 cm hoog is. Met grassen zijn er ook dan nog risiko's,
hoewel er verschil is tussen de verschillende grassoorten. Rood
zwenk is bijvoorbeeld minder gevoelig dan veld beemd.
Wanneer klaver moet worden ingezaaid verdient het gebruik
van Venzar de voorkeur. Dit geldt ook bij inzaai van luzerne.
Moet echter karwij worden ondergezaaid dan kan het beste
linuron worden gebruikt. Bij gebruik van het bladherbicide
Basagran-vloeibaar na opkomst van het vlas, is de onderzaai van
gras, rode en witte klaver altijd mogelijk, zowel voor als na de
toepassing van het middel. Zodra de klaver echter is gekiemd,
moet met spuiten worden gewacht totdat de plantjes zich in het
tweebladstadium bevinden. Karwij verdraagt dit middel niet.
Naast Basagranvloeibaar kan er in vlas ook gebruik gemaakt
worden van DNOC-natrium, ioxynil/MCPA, DNOC/MCPA
en MCPA. Het gebruik van deze middelen en de inzaai van
grassen geeft meestal geen problemen. Klavers lopen meer risi-
ko. Wanneer de klaver nog niet is opgekomen is het gebruik van
DNOC-natrium wellicht mogelijk. Ook de kombinatie ioxy
nil/MCPA kan mogelijk worden toegepast, zelfs na opkomst
van de klaver. Door de lage dosering valt de schade meestal mee
maar er moet wel rekening worden gehouden met enige groei-
remming. De kombinatie van DNOC/MCPA en MCPA alleen,
doen aan de klaver teveel schade. Witte klaver kan ook ge
mengd met het vlas worden uitgezaaid. Oppassen voor te diep
zaaien is dan wel gewenst. Ook bij Engels raai is gemengd
uitzaaien met het vlas mogelijk. Bij het toepassen van de dauw-
rootoogstmethode is onderteelt van gras gunstig voor het rooi-
proces.
H et gebruik van bodemherbiciden in erwten maakt de teelt
van gras als ondervrucht geheel onmogelijk. Om toch onder te
kunnen zaaien is men geheel aangewezen op de kontaktherbi-
ciden dinoseb, dinoseb-acetaat of Basagran-vloeibaar.
M ede in verband met groenbemesting komt na enkele ge
wassen, in plaats van een ondervrucht, ook een volgteelt van
bijvoorbeeld wikken of Italiaans raaigras in aanmerking. Dit zal
vooral het geval kunnen zijn na de teelt van erwten of graszaad.
Na de teelt van graszaad zijn er geen problemen te verwachten,
omdat de bodemherbiciden reeds in de herfst zijn toegepast. Er
is dan voldoende tijd verstreken om de middelen af te laten
breken. In principe geldt dit ook voor alle andere teelten. Erw
ten hebben echter een veel kortere groeiperiode. Het risiko is
hierdoor wat groter.
Uitslag enquête C.A.R. Goes
Kweekbestrijding in grasland
28% K2O 8% MgO
Dr. Ir. C.J.A. Barel en J. Kodde.
De uitzaai van Italiaans en Engels raaigras als groenbemester
vindt pas in het voorjaar plaats. In die gevallen verdient het
aanbeveling om duistbestrijdingsmiddelen te gebruiken met een
wat kortere werkingsduur.
In de praktijk worden goede resultaten behaald bij het gebruik
van bijvoorbeeld Duphar TOK Ultra en Chandor. Opgemerkt
moet worden dat in proeven ook deze middelen niet geheel
veilig zijn gebleken. Wel is het zo dat grassen deze middelen
beter verdragen dan klavers. Na het gebruik van bodemherbi
ciden in de herfst blijft de uitzaai van klavers altijd riskant.
Wanneer er echter geen duist wordt verwacht, is het gebruik van
deze middelen overbodig. Voor de bestrijding van tweezaad-
lobbige onkruiden bestaan er ook in het voorjaar goede moge
lijkheden, ook wanneer klavers moeten worden ingezaaid.
Wanneer er in de herfst geen onkruidbestrijding is uitgevoerd, is
het raadzaam de in het vooijaar aanwezige onkruiden alsnog te
vernietigen, in verband met de konkurrentie met de in te zaaien
ondervrucht. Een bespuiting met kleurstoffen, DNOC of dino-
terb is dan zeker aan te raden. Ook is een vroegtijdige toepassing
van kontaktmiddelen samen met een groeistof te overwegen. Er
moet hierbij echter wel altijd rekening worden gehouden met
een nawerking van deze middelen via de grond. Voor grassen is
dit minder klemmend, omdat grassen vrij goed kleurstoffen en
groeistoffen kunnen verdragen, maar geheel zonder risiko's is
het niet. Aanbevolen wordt met het zaaien van grassen tenmin
ste één week 10 dagen te wachten.
Na het toepassen van een kleurstof kan men na 1 week ook reeds
klaver inzaaien. Het toepassen van een kombinatie van kleur
stoffen en groeistoffen moet worden afgeraden. Na gebruik van
deze kombinatie kan pas na drie weken een klaver worden
ingezaaid en voor een goede slagingskans van de klaver is het
dan als regel reeds te laat.
Grassen hebben het voordeel dat er na opkomst nog met ver
schillende onkruidbestrijdingsmiddelen kan worden gespoten.
Toch zal men hier voorzichtig mee moeten zijn, omdat vooral
een late bespuiting met mecoprop (MCPP) opbrengstderving bij
het graan kan veroorzaken. Bij de onderzaai van klaver is het
nog wel mogelijk om b.v. tegen distels een MCPA-bespuiting uit
te voeren. Wanneer de klaver reeds goed ontwikkeld is en wat
wordt beschermd door de dekvrucht, verdraagt vooral rode
klaver deze bespuiting goed. Een bespuiting met andere groei
stoffen is bij de teelt van klaver als ondervrucht niet mogelijk.
Klaver
Klaver moet vooral onder wintertarwe vroeg worden gezaaid.
Bij voorkeur reeds in de tweede helft van maart, eventueel begin
april. Omdat witte klaver en ook Engels raaigras geen gevaar
opleveren voor te hoog opgroeien in de dekvrucht, kunnen deze
gewassen eventueel ook reeds begin maart worden gezaaid.
Vooral op de wat zwaardere gronden is het vaak mogelijk eêrder
in het voorjaar klaver of Engels raaigras in de tarwe te zaaien
dan b.v. suikerbieten in open land. Italiaans raaigras moet i.v.m.
de kans van te hoog opgroeien in de dekvrucht niet vóór half
april gezaaid worden.
Groenbemesting - broodnodig!
Zomergranen
In zomergranen is bij het gebruik van bodemherbiciden de
inzaai van een ondervrucht geheel uitgesloten. De noodzaak om
in zomergranen met een bodemherbicide te spuiten is vaak ook
minder groot. Voor het overige geldt hetzelfde als wat onder
wintergranen is vermeld. Daarnaast is het mogelijk Basagran
vloeibaar toe te passen. Dit middel heeft een zekere selektiviteit
voor klavers, maar het is raadzaam dit middel toe te passen
wanneer de klavers door het overhangende graan enigszins
worden bedekt.
Vooral onder zomergranen kan zeer gemakkelijk Engels raai
gras worden geteeld. Door de vrij trage bovengrondse ontwik
keling van Engels raaigras kan dit gras zonder gevaar voor te
hoog opgroeien gemengd met het zomergraan worden uitge
zaaid. Dit vraagt dan geen extra werkgang meer, terwijl de kans
van slagen bijna 100% is. Bij de teelt van gras onder zomergraan
komt Engels raaigras dan ook het meest in aanmerking. Als de
onkruidbestrijding het toelaat kan vooral onder gerst ook zeer
goed witte klaver worden geteeld. Rode klaver onder gerst
brengt i.v.m. de kans op te hoog opgroeien wat risiko's mee.
Om de teelt van witte klaver onder gerst veilig te stellen is het
noodzakelijk kort na opkomst de bestrijding van de zaadon
kruiden uit te voeren met een middel dat géén groeistof bevat. In
dit geval dus DNOC, ioxynil of Basagran-vloeibaar. Met het oog
op de klaverteelt is het dus ongewenst de onkruidbestrijding uit
te stellen en het te laten aankomen op kombinaties met MCPP
zoals Certrol Combin en Basagran P. Ook wat betreft de ak
kerdistel (stekels) kan men beter vroeg spuiten met een middel
dan géén vloeistof bevat en dan later - vooral niet te vroeg - met
MCPA.
Vlas
Vooral onder vlas ziet men vaak zeer goed geslaagde onder
vruchten.
Erwten
Bij de teelt van karwij als ondervrucht kunnen wel bodemher
biciden worden gebruikt, maar de keuze is beperkt tot Ivorin en
Campagard.
Volgteelten
Na vroege gewaseen zoals graszaad en erwten worden vaak
wikken ingezaaid. Mits tijdig gezaaid vormt dit een prima
groenbemester. Ook als met een bodemherbicide is gespoten
levert dit als regel voor de wikken geen problemen op.
(Ontleend aan Aktualiteiten no. 13)
door dr.ir. C.J.A. Barel en J. Kodde
O p veeloze bedrijven is de teelt van groenbemestings-
gewassen vaak de voornaamste mogelijkheid om extra
organische stof aan de grond toe te voegen. Toch varieert
de belangstelling voor deze teelt sterk. Uit een door het
C.A.R. te Goes in het najaar van 1977 uitgevoerde en
quête kwamen grote verschillen naar voren in opper
vlakte groenbemesters van bedrijf tot bedrijf en van streek
tot streek. In bepaalde regio's kwam op slechts 9 a 12%
van de oppervlakte bouwland een groenbemester voor. In
andere gebieden was dit 31 tot 37%.
Omdat ook in 1970 een dergelijke enquête is uitgevoerd
geeft vergelijking van de cijfers inzicht in de ontwikke
lingen gedurende deze periode. Om een kompleter beeld
te krijgen is ook de oppervlakte ondergeploegd bietenloof
er bij vermeld.
Tabel 1 geeft een overzicht van de totaalcijfers in ha en in
Tabel 1: Oppervlakte groenbemestingsgewassen en onderge
ploegd bietenloof in ha en in van de oppervlakte bouwland.
Omschrijving 1970
ha
Groenbemestingsgewassen 23.242
Ondergeploegd bietenloof 8.395
Totaal 31.637
22
30
1977
ha
16.628 16
12.855 13
29.483 29
Hieruit blijkt dat de totale oppervlakte groenbemesters in deze
periode is gedaald van 22 naar 16%. Gezien het belang van een
goede organische stofvoorziening en de geringe hoeveelheid
organische mest in onze provincie is dit een zeer teleurstellende
ontwikkeling.
Omdat bij voornoemde enquêtes ook de soorten groenbemes
ters zijn geïnventariseerd zijn ook hierover gegevens beschik
baar. Tabel 2 verschaft hierover nadere informatie.
Tabel 2: Onderverdeling naar soort groenbemester
Soort
1970
1977
ha
ha
Raaigras
12.118
53
11.433
69
Rode en witte klaver
8.454
36
3.375
20
Wikken en bladramenas
2.670
11
1.820
11
Totaal
23.242
100
16.628
100
Hieruit blijkt dat de daling van de oppervlakte vooral komt door
een geringer areaal rode en witte klaver. De oppervlakte rode en
witte klaver liep in deze periode terug van 8.500 ha tot
3.400 ha. Daarnaast is ook het areaal wikken en bladramenas
gedaald. Mogelijk is dit laatste mede veroorzaakt door de late
graanoogst in 1977. Er kwam toen minder stoppelland tijdig
genoeg vrij.
De daling van de oppervlakte klavers onder dekvrucht is vooral
ook beïnvloed door de toegenomen noodzaak juist in de granen
de onkruiden intensief chemisch te bestrijden. Bovendien was in
het voorjaar van 1977 gewaarschuwd voor risiko's met klaver
teelt door nawerking van in het najaar gespoten bodemherbici
den.
Juist nu door de komst van CCC en steviger graanrassen het
legeringsgevaar veel geringer is geworden, is het kombineren
van een chemische onkruidbestrijding en de teelt van een on
dervrucht, zo mogelijk een vlinderbloemige, wel zeer aktueel.
De teelt van ondervruchten stelt soms grote beperkingen aan de
keuze van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. De bestrij
ding van schadelijke onkruiden in de dekvrucht kan hierdoor in
de knel komen. Daarnaast is het mogelijk dat een chemische
onkruidbestrijding gewenst is juist met het oog op de onder-
vrucht. Gewassen als klavers en luzerne zijn bijzonder gevoelig
voor onkruidkonkurrentie. Een bezetting met onkruiden die in
granen geen enkele schade doet, kan funest, zijn voor de inge
zaaide ondervruchten.
In interprovinciale proeven, van het afgelopen jaar, is dit nog
eens duidelijk gebleken. Hier werden ernstige beschadigingen
aan de ondervrucht waargenomen als gevolg van de toegepaste
bodemherbiciden, maar ook in onbehandeld was de stand bij
zonder slecht.
Dit laatste werd dan veroorzaakt door de onkruidkonkurrentie,
die in de behandelde veldjes niet was opgetreden. Uiteindelijk
was men even ver. Men zou hieruit kunnen afleiden, dat het niet
veel uitmaakt of men wel dan niet een bodemherbicide toepast.
Het lijkt echter beter om bij de verschillende dekvruchten eens
na te gaan welke andere mogelijkheden er zijn.
Door de keuze van de te telen groenbemester en de methode van
onkruidbestrijding op de juiste wijze op elkaar af te stemmen, zijn
er in veel gevallen zeker nog mogelijkheden.
(Ontleend aan Aktualiteiten no. 13)
(vlugschrift nr. 274)
Het Proefstation voor de Rundveehouderij heeft in samenwer
king met een aantal andere instellingen voor onderzoek en
voorlichting een vlugschrift samengesteld dat handelt over de
bestrijding van kweek in grasland. Dit vlugschrift is verkrijgbaar
bij de regionale konsulentschappen en bij het Proefstation voor
de Rundveehouderij, Runderweg 6 te Lelystad.
De ideale meststof voor
chloorgevoelige gewassen
-o
9