HfE MAAKIK EEN GOEDE
PR'JS vM Die TRACTOR o
IHBRBN, VnilÜ A.Ü3. BEN I
[yOOSÉéN UW BOD DOBN J
Drukkerij Vink b.v.
Postbus 16 - Axel
ONKRUIDBESTRIJDING
DOOR MIDDEL VAN
SCHOFFELEN OF RIJENBESPUITING?
MET ZlM'LAHD-eN'VIIN-
BOUWBLAD BEREIK IK
NATUURLIJK EEN I/ROOT kOPERf
-PUBLIEK
CEBECO-HANDELSRAAD
Is een warmtepomp
rendabel in de veehouderij?
E lektriciteit, huisbrandolie en propaangas voorzien in de
energiebehoefte van de veehouderij. Aardgas speelt een gerin
gere rol omdat een groot aantal veehouderijbedrijven door hun
afgelegen ligging niet op het net zijn aangesloten. Wat de elek
triciteit betreft, is in haar algemeenheid geen uitspraak over de
kosten mogelijk omdat zowel hier als in het buitenland geen
uniforme prijzen voor veehouders bestaan. De verschillende
elektriciteitsbedrijven berekenen namelijk geen gelijke tarieven.
Voor huisbrandolie en propaangas betalen de veehouders on
geveer dezelfde prijs als hun buitenlandse kollega's. Aardgas is
daarentegen bij ons goedkoper. Het hangt dus mede af van de
mate waarin de veehouder gebruik maakt van genoemde ener
giedragers hoe de energiekosten in ons land zich verhouden tot
die in het buitenland.
Ook in 1978 stijging van de varkensproduktie
voor
beide systemen
de meest geëigende
werktuigen, j
Werkgroep valorisatie stierevlees
1 en gevolge van verhogingen van de reeële energieprij
zen wordt de rentabiliteit van energiebesparende investe
ringen vergroot. Gezien de huidige en in de toekomst ver
wachte schaarste van energiedragers liggen verdere prijs
stijgingen voor de hand. De aanschaf van een energiebe
sparende warmtepomp zou daardoor ook voor kleinere
I melkveehouderijbedrijven in de toekomst rendabel kunnen
worden.
Dit deelt minister van der Stee (landbouw en visserij) te
vens namens minister Van Aardenne (ekonomische zaken)
mede in antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Jansen.
Overigens wijzen de bewindslieden erop dat in het kader van de
melktankregeling, bedrijven met geringe omvang die omscha
kelen op tankmelken, ook de investeringskosten van de instal
latie van een warmtepomp voor subsidie in aanmerking kunnen
komen. Dit betreft bedrijven met een omvang van doorgaans 12
- 30 melkkoeien. Verder zijn veehouders bij aanschaf van
warmtepompen in beginsel voor steun in aanmerking gekomen
uit hoofde van de op 15 december j.l. beëindigde regeling van
het ministerie van ekonomische zaken voor energiebesparende
investeringen in bedrijven. Voor dergelijke investeringen in de
veehouderij zijn veertien subsidieaanvragen ingediend waarvan
inmiddels enkele zijn toegewezen.
Onderzoek
Tegen het einde van 1978 kan de afronding worden verwacht
van het onderzoek naar de technische betrouwbaarheid en de
bedrijfszekerheid van de warmtepomp in de veehouderij, terwijl
dan tevens een uitspraak kan worden gedaan over de rentabili
teit van een dergelijke investering.
Dit onderzoek wordt reeds gesubdidiërd via een E.E.G.-bijdra-
ge. Ook buiten de landbouw wordt onderzoek verricht naar de
beste toepassingsmogelijkheden van warmtepompen t.b.v. bij
voorbeeld ruimteverwarming in woningen en gebouwen. Dit
onderzoek richt zich niet zo zeer op de betrouwbaarheid van
Warmtepompen, maar op het bepalen van het energetisch ren
dement van de verschillende typen warmtepompen onder ver
schillende gebruiksomstandigheden. Ook hier blijkt dat voor
alsnog de aanschaffingsprijs van warmtepompen in verhouding
tot de te bereiken energiebesparing in de meeste gevallen hoog
is.
Methaangas
O,
nderzoek naar andere warmtebronnen, zoals mest, vindt
reeds plaats aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Het
onderzoek richt zich op de winning van energie uit mest door
gisting.
Bovendien verrichten het Instituut voor Mechanisatie, Arbeid
en Gebouwen te Wageningen en de Rijks Agrarische Afvalwa-
terdienst te Arnhem onderzoek naar de ontwikkeling van een in
de praktijk toepasbare methaangistinginstallatie om de gewon
nen energie te kunnen gebruiken. Nog dit vooijaar zullen twee
van dergelijke installaties op praktijkbedrijven worden ge
bouwd.
Kosten
Sterkste stijging in Nederland en Duitsland
In 1977 is in de Gemeenschap het aanbod aan slachtrijpe var
kens ongeveer 5% groter geweest dan in het jaar daarvoor. In
Nederland was het aanbod ongeveer 6% groter dan in 1976. Op
grond van de tellingscijfers van december 1977, heeft het Pro-
duktschap voor Vee en Vlees een nota opgesteld, waarin ge-
konkludeerd wordt dat in 1978 in alle lidstaten, behalve in
Engeland en Ierland het aanbod aan slachtrijpe varkens groter
zal zijn dan in 1977. Wel zal het mééraanbod vrij goed over het
gehele jaar verdeeld zijn, waarbij nog opgemerkt wordt dat in de
"Zes" de stijging groter zal zijn dan in de "Negen".
Het sterkst zal de uitbreiding zijn in Duitsland en Nederland,
het zwakst in Frankrijk.
Voor Engeland wordt een belangrijke teruggang in de produktie
verwacht.
Prijsontwikkeling
In april en mei van 1977 bereikten de varkensprijzen in de
Gemeenschap een dieptepunt. In het tweede halfjaar liepen de
prijzen geleidelijk op, tot hun hoogste punt in december.
Daarna trad in de meeste lidstaten weer een daling op. Alge
meen wordt gerekend dat de prijzen verder zullen dalen en dat
de gemiddelde prijs in 1978 lager zal zijn dan die in 1977, althans
lager dan in december.
Gezien de regelmaat van de varkenscyclus zou de eerstvolgende
top van de prijzen omstreeks begin 1979 moeten komen.
Rundersektor
Het ziet er niet naar uit dat, gezien de grote voorraden rundvlees
in de interventie, de situatie op de slachtveemarkt verlichting zal
geven aan de in 1978 gedrukte varkensmarkt.
In de Gemeenschap als geheel wordt het aanbod aan slacht-
runderen voor 1978 geraamd op gelijk niveau als in 1977.
De melkveestapel in Nederland was begin 1978 ongeveer even
groot als in 1977. Uit deze melkveestapel is 60% van het aanbod
aan slachtvee afkomstig.
Er werden begin dit jaar aanmerkelijk meer jonge mestrunderen
geteld. Er zullen daardoor in 1978 meer slachtrunderen worden
aangeboden dan in 1977, waarbij evenwel de gunstige ruwvoe-
derpositie in deze stalperiode het aanbod wat kan afremmen.
Niettemin is van de rundvleessituatie geen of nauwelijks enige
verlichting te verwachten voor de varkensvleessektor. vdw
De ruime voorraden stierevlees in de interventie, gevolg van
zeer ruime aankopen medio 1977, heeft de Direktie Veehouderij
en Zuivel van het ministerie van Landbouw en Visserij aanlei
ding gegeven tot het instellen van een werkgroep "Valorisatie
stierevlees".
De werkgroep heeft als opdracht het bestuderen van de valori
satie van stierevlees in Nederland, alsmede het doen van aan
bevelingen ter bevordering yan een juiste ontwikkeling van
produktie en afzet van stierevlees.
e
GOES Dr. A. F. Philipsstraat 9 Telefoon 01100-21200
18