D it gewas moet tijdig worden gezaaid, wat één van de faktoren is om een maximale op brengst te halen. Een plantenaantal van 60-80 per m2 is bij het ras Marianne gewenst. Daar voor is slechts weinig zaaizaad nodig, namelijk 0,5-1 kg per ha. In veel gevallen zal het daarom nodig zijn om vooraf te mengen met een vulstof zoals graszaad, witte klaver, karwij of kristal suiker. Tijdens het zaaien moet men ontmen ging in de zaaibak tegengaan. Een rijenafstand van 25 cm is gunstig. Voor de onkruidbestrij- ding is men aangewezen op Asulox tegen 6-7,5 ltr. per ha. Wanneer duist en straatgras voor komt of wanneer men karwij als ondervrucht wil telen verdient spuiten kort na het zaaien de voorkeur. Overigens is de behandeling na op komst wel zo bedrijfszeker. Zo wordt witte krodde beter bestreden na de opkomst en blijkt in dat geval ook klein hoefblad zelfs gevoelig. Meidesoorten en zwarte nachtschade zijn wei nig gevoelig voor Asulox. Veld beemd en witte klaver worden gedood, roodzwenk verdraagt Asulox wel. D e karwij die er nu ligt voor de oogst 1978 moet zo vroeg mogelijk in het voorjaar worden bemest met stikstof. Afhankelijk van de ont wikkeling varieert de stikstofgift van 60-100 kg N/ha. Bij te hoge voorjaarsgiften wordt het legeringsrisiko te groot. Gelegerde karwij rijpt onregelmatig af en kan bij loszadige karwij zaadverliezen veroorzaken. D e stikstofbemesting op vlas is een aparte aangelegenheid, waarmee in het verleden al veel brokken zijn gemaakt. Enerzijds omdat de behoefte van het gewas werd overschat, an derzijds omdat te weinig rekening werd ge houden met de in de grond aanwezige voor raad stikstof. Bovendien is het bekend dat bij vlas de marge tussen teveel en te weinig niet groot is. 23 maart: Interessante studiedag over rund-en kalfsvlees produktie Duistbestrijding Bij het ter perse gaan van dit artikel vernamen wij dat het middel Tervin voor duist bestrijding in bieten na opkomst alsnog is bieten goedgekeurd. Blauwmaanzaad Konsumptie-aardappelen Erwten Granen Karwij Zaaiuien Vlas jm taten te zien gegeven bij de bestrijding van zowel het bietenkevertje als de springstaarten. Voor de bestrijding van ritnaalden (koper worm) blijft de voorkeur uitgaan naar een grondbehandeling met lindaan. Verder is er weer een nieuw granulaat, Daca- moc 10 G. ter bestrijding van het bietenkever tje. De dosering van 6-10 kg/ha is evenals bij Temik te laag voor een goede werking op de bladluizen. Blauwmaanzaad is dankbaar voor een gedeel de stikstofgift. Afhankelijk van de vruchtbaar heid van het perceel en de voorvrucht is totaal 90-135 kg N nodig. Blauwmaanzaad is gevoelig voor een minder goede struktuur en kan daar om beter niet worden gezaaid op land dat pas laat in de herfst op wintervoor is geploegd. Afgelopen seizoen is het blauwmaanzaad op vrij grote schaal door de verdorringsziekte aangetast. Deze schimmel kan ook een jong gewas aantasten. Het is daarom zeer belangrijk om ontsmet zaaizaad te gebruiken. O p vele akkerbouwbedrijven wordt begin maart het uitgangsmateriaal voor de kon- sumptie-aardappelteelt weer aangevoerd. Het is zaak om het pootgoed zo op te stellen dat er volop licht en lucht bij kan. Hiertoe kunnen de zakken het beste in rijen - maèr los van elkaar - op de vloer worden opgesteld Om voldoende ventilatie te hebben moeten de schuurdeuren open blijven. Alleen bij gevaar voor nachtvorst worden de deuren gesloten. Bij uitstel van de pootdatum zullen de zakken eventueel overge- stort moeten worden. Op deze wijze ontstaan, afhankelijk van de buitentemperatuur, kleine en vrij taaie kiemen. O m vogelschade zoveel mogelijk te voorko men, zal de erwt vrij diep moeten worden ge zaaid. In vele gevallen zal dit gewas worden benut voor de onderteelt van graszaad of kar wij. Bij onderzaai van veldbeemd of rood zwenk is men voor de onkruidbestrijding aan gewezen op kontaktherbiciden. Wordt karwij ondergezaaid dan verdienen de bodemherbi ciden Campagard of Ivorin de voorkeur. Bij geen onderteelt zijn nog een aantal andere bodemherbiciden beschikbaar. "V ele wintertarwepercelen liggen er ver slempt bij. De verleiding is dan ook groot om dergelijke percelen, zodra het maar enigszins mogelijk is, te bewerken met een onkruideg. Het doel daarvan is de doorluchting te verbe teren en een wat warmere grond te krijgen. De ervaring heeft echter geleerd, dat dit niet over haast gedaan moet worden. Door te vroeg te bewerken gaat door het berijden de struktuur van de ondergrond sterk achteruit. Het middel is dan erger dan de kwaal. Bij drogend weer breekt de slempkorst vlotter. Men kan daarom beter wachten tot de omstandigheden geschikt zijn om de groenbemesters te zaaien. Bij het artikeltje over de bemesting is gesteld dat het strooien van de kunstmest op uien-, bieten- en aardappelland de prioriteit heeft. Op percelen wintertarwe met een matige struktuur, geringe standdichtheid en een mati ge gewasontwikkeling verdient het echter aan beveling om ook hier zo spoedig mogelijk de stikstof te strooien. Voor de uitvoering van on kruidbestrijding in het voorjaar zijn een hele serie middelen beschikbaar. Zoxivel voor de bestrijding van muur, kamille en kleefkruid als duist, plus kombinaties daarvan. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar de "handleiding 1978". In wintergerst, waarvan er dit jaar enkele hon derden hektares in het Zuidwesten liggen kun nen vaak dezelfde herbiciden worden gebruikt als in wintertarwe. Er zijn echter enkele uit zonderingen. Lees dus goed de gebruiksaan wijzing. Waar nodig kan in het vroege voorjaar nog een bestrijding van zaadonkruiden worden uitge voerd. Wanneer de karwij nog niet noemens waard is uitgelopen, kan Campagard worden gebruikt. Aresin kan nog worden toegepast tot een gewaslengte van 15 cm. De karwij voor de oogst 1979 moet zo vroeg mogelijk worden gezaaid. Hopelijk breekt in deze maand de tijd weer aan om het veld op te gaan. Een zaaizaadhoeveelheid van 7 Vi kg/ha geeft d&meeste zekerheid tot het verkrijgen van een goede standdichtheid. In wintertarwe kan de karwij worden gezaaid zodra de toestand van de grond h.et toelaat. Voor het slagen van de karwij mag de tarwe zich niet te zwaar ontwikkelen. Een CCC-be- spuiting en een voorzichtig bemestingsbeleid is dan ook zeker op zijn plaats. Karwij kan ge mengd met erwten worden gezaaid. Dit is een compromis. Erwten moeten niet te ondiep en karwij niet te diep worden gezaaid. Ontmenging van beide zaadsoorten moet wor den voorkomen. Het beste is om bij elke om gang een nieuw zaadmengsel toe te voegen. Voor de onkruidbestrijding is men op de bo demherbiciden Campagard en Ivorin en de kontak-tmiddelen DNOC (vóór opkomst) en Ivosit of dinoseb na opkomst aangewezen. Bij onderzaai in blauwmaanzaad kan Asulox ge bruikt worden. Dit middel mag dan uitsluitend kort na het zaaien van het gewas worden toe gepast. Wordt de karwij onder vlas ingezaaid, dan kan het beste linuron kort na het zaaien worden toegepast. Zodra de grond- en weersomstandigheden het toelaten, kunnen de zaaiuien worden ge zaaid, soms reeds eind februari - begin maart. De ervaring heeft echter geleerd dat de kans op een regelmatige opkomst groter is wanneer in de tweede helft van maart wordt gezaaid. Een voorjaarsgrondbewerking van 3 4 cm diepte is meestal ruim voldoende om een goed zaaibed te verkrijgen. Belangrijk is dat het zaaibed goed vlak ligt. Bij een goed zaaibed kan als regel een zaaidiepte van 2 cm wor den aangehouden (afhankelijk van de zaaitijd). De uien kunnen zowel met nokkenrad- als met precisiezaaimachine worden gezaaid. De zaai zaadhoeveelheid bij gebruik van een nokken- radzaaimachine bedraagt 7 tot 9 kg/ha (7 kg bij een kiemkracht van 90%). Bij de precisiezaai machine is dit 6 tot 7 kg/ha. Bij deze zaaimet- hode moet de kiemkracht minimaal 80% be dragen. Ten behoeve van de verplegingswerkzaamhe- den neemt de laatste jaren het rijpadensysteem toe. Hierbij worden steeds 5 rijen gezaaid op een afstand van 27 cm, gevolgd door een pad van 42 cm. Op deze wijze worden op een af stand van 1.50 m brede rijpaden verkregen, zodat de verschillende werkzaamheden ge makkelijker en met minder kans op beschadi ging kunnen worden uitgevoerd. Men moet er rekening mee houden dat bij precisiezaai geen zaadbehandeling met Phyto- sol kan plaatsvinden. Men is voor de bestrij ding van de uievlieg dus aangewezen op de toepassing van granulaten of op een volvelds- behandeling met Phytosol. Behalve Phytosol is nu ook het middel Temik 10 G tegen de uie vlieg toegelaten als rijenbehandeling. Hiervoor is een granulaatstrooier, gemonteerd op de zaaimachine nodig. De Temik-granulaten mo gen bij het zaad, dus in de rij worden toege diend. Temik is tegen de uievlieg minder werkzaam dan Phytosol, tegen het stengelaaltje echter wat effektiever. Op percelen waar het aantal stengelaaltjes ook voor Phytosol juist nog aan de hoge kant is kunnen met Temik eventueel nog wel uien geteeld worden. Bij de teelt van eerstejaars plantuitjes is Temik, ge zien de strenge eisen met betrekking tot sten gelaaltjes, juist zeer goed op zijn plaats. De onkruidbestrijding in dit gewas is veelal niet zo eenvoudig, vooral niet op percelen waar veel grasachtigen voorkomen. Avadex wordt na melijk niet verdragen door uien. Alicep tegen dicotylen is mogelijk voor opkomst op gronden met meer dan 25% slib. Propachloor (Ramrod, Luxan Propachloor) wordt nog het meeste gespoten, en gezien het feit dat noch Alicep, noch Propachloor 100% doding, van het onkruid geven en pas weer enkele weken na opkomst andere middelen mogelijk zijn, zal in de meeste gevallen kort voor opkomst een middel als Reglone of Gra- moxone gewenst zijn. De uitslagen van het profielonderzoek op stik stofgehalte kunt U als leidraad gebruiken. Het strooien van de stikstof moet met zorg worden uitgevoerd; stikstofbanen zijn funest. Een schotel- of pneumatische strooier verdient dan ook de voorkeur boven de centrifugaal strooier. De laatste jaren zijn goede ervaringen opge daan met de toediening van stikstof in vloei bare vorm. Hierbij wordt opgeloste ureum of de vloeibare stikstofmeststof urean, met een spuitmachine kort voor het zaaien toegediend en ingewerkt. De zaaibedbereiding kan op diverse wijze worden uitgevoerd. Eén voorwaarde blijft al tijd gelijk, het moet een ondiepe en egaliseren de bewerking zijn. Een rijenafstand van 4 cm geeft de beste resul taten. Hierdoor wordt een betere plantverde- ling en een regelmatiger groei verkregen met als resultaat een kwalitatief beter produkL Nadelige gevolgen van verruiming van de rije nafstand blijven tot 8 cm beperkt. Bij verdere toename van de rijenafstand neemt de kans op legering en op rendements- en kwaliteitsverlies sterk toe. Het overdwars eggen bevordert een regelmati ge stand. Zaaizaadhoeveelheid: 105 - 140 kg/ha. De te gebruiken hoeveelheid zaaizaad is o.a. afhankelijk van: de zaaitijd, de struktuur zaaibed, het ras, de kwaliteit van het zaaizaad (kiemkracht en 1000-korrelgewicht). Hierbij moet er naar worden gestreefd om een zaaidichtheid van 2000 kiemkrachtige zaden per m2 te verkrijgen. De keuze van de te gebruiken onkruidbestrij dingsmiddelen is afhankelijk van de onder vrucht die ingezaaid wordt. Veehouderij overzicht op pag.17 D e Nederlandse Zoötechnische Vereniging organiseert op donderdag 23 maart in het jaarbeurs en kongrescentrum te Utrecht een studiedag met als onderwerp "PRODUK TIE EN KONSUMPTIE VAN RUND EN KALFS VLEES". Niet leden van de vereniging zijn er ook van harte welkom. Zij moeten zich echter wel schriftelijk op geven bij de sekretaris van de Nederlandse Zoötechnische Vereniging, Binckhorstlaan 1 te Voorburg. Programma Het studiegedeelte van deze dag begint om 10.30 uur met een openingswoord door Prof. Ir. S. Boer Iwema. Daarna zal Ir. C.J.M. Siebelink, specialist Vleesproduktie van de EEG spreken over "Perspektieven van de rund en kalfsvlees produktie in de EEG en de rol, die Nederland daarbij kan spelen. Na een diskussie over dit onderwerp, spreekt vervolgens Ir. D. Oosterdorp, wetenschappelijk medewerker Proefstation Rundveehouderij te Lelystad over "Rentabiliteit van de rund en kalfsvlees produktie binnen het bedrijfsverband in ons land en de perspektieven". Er zal daarbij ook aandacht besteed worden aan de invloed, die de inbreng van Holstein-Friesians kan heb ben op de rundvleesproduktie. Omstreeks kwart voor één zal er een lunchpauze zijn. Een koffiemaaltijd is verkrijgbaar tegen betaling van 14,— In de middag zal Ir. G. van Dijk, wetenschappelijk medewerker vakgroep algemene agrarische ekonomie der landbouwhoge school te Wageningen het onderwerp "Karakteristieken van de vraag naar rundvlees" behandelen. Ter sprake komen o.a. in ventarisatie van de vraag, reaktie van de konsument op de ekonomische stimuli en de invloed van de tussenhandel. Na de theepauze zal omstreeks drie uur Drs. J. Oosterbaan. direkteur produktie van Hendrix Vlees Druten B.V.. het onder werp "Klassifikatie uitbetaling naar kwaliteit en distributie van rundvlees" behandelen. Speciaal zal de door "Hendrix Vlees" toegepaste methode van klassifikatie, uitbetaling en distributie worden toegelicht. Deze leerzame dag voor rundveehouders zal omstreeks half vijf worden beëindigd. Wanneer U zich opgeeft voor deelname, dan graag tegelijkertijd vermelden of U al dan niet deelneemt aan de lunch.... Het zaaien van suikerbieten met toevoeging van een granulaat. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 15