KNLC KO MM ENTAAR
Reina... N
Eerste lustrum Brabantse Milieu Federatie
Lonen en prijzen
D e laatste twee weken is er druk onderhandeld over de nieuwe
CAO voor de landbouw, tuinbouw en landbouw-ambachten. Dat
gebeurde dan met name in de betrokken sociale kommissies van
het Landbouwschap, nadat eerst de hoofdafdeling sociale zaken
van het Landbouwschap al een advies had uitgebracht. Aan de
orde waren zowel een aantal zaken die direkt de loonkosten
beïnvloeden, alsook een aantal meer immerateriële maar wel
principiële zaken. Dat naast de prijskompensatie geen normale
loonsverhoging zou worden gegeven stond eigenlijk al bijvoor
baat vast. Materieel ging het dan ook vooral om de vraag of ook
een aantal bijkomende vergoedingen verhoogd moest worden.
N adat het rond de vaststelling van de EG-landbouwprijzen van
1978/79 enige tijd stil is geweest, begint zo langzamerhand het
radarwerk wat tot de uiteindelijke besluitvorming moet leiden,
weer op gang te komen. Zoals bekend stelt de kommissie 2% voor
en vragen de Europese boeren 5%, met de opmerking erbij dat
Open dagen
Rundveeproefbedrijf
"Cranendonck"
te Maarheeze
H oe komt men uit die impasse? De regering stelt voor de
meest kwetsbare gebieden aan te kopen en voor de iets minder
kwetsbare gebieden beheersovereenkomsten af te sluiten.
Voorwaarde is echter wel dat de boer bereid gevonden moet
worden om daaraan mee te werken. Dat zal hij aldus de heer
Vollebregt alleen doen als hij genoeg vertrouwen kan hebben in
wat hem aangeboden wordt.
I n een kommentaar op de verschillende bijdragen in het boekje
stelt de adviseur van het BMF dat de bijdrage van de heer
Vollebregt min of meer rechtstreeks voor de bestaande orde
kiest. Wat het BMF sterk interresseert is waar de immer voort
gaande aanpassing van het agrarisch bedrijf toe leidt. Wat er
van de buitenruimte overblijft en of deze ontwikkeling werkelijk
tot een bevredigende oplossing voor de boeren zal leiden. De
milieubeschermers voelen er niets voor om een aantal claims te
laten vallen als niet duidelijk is waar de ontwikkeling toe zal
leiden. De kontroverse tussen landbouw en milieu is slechts een
uiting van de spanning tussen voortgaande ekonomische ont
wikkeling en milieu. Overigens is het zonder meer redelijk dat
boeren voor hun werk een tegenprestatie verlangen die anderen
voor zichzelf normaal vinden. Een oplossing van het konflikt zal
niet ten koste mogen gaan van de landbouw of anders gezegd
van afzonderlijke boeren. Uiteindelijk zal er nationaal in de
struktuur van produktie en inkomensverdeling iets moeten ver
anderen.
«j»
het oogstzekere vlasras.
Tariefsverhoging dierenartsen
Brochure Rabobank over bedrijven en
B.V.'s
Afkalfpatroon Ned. veehouderij!
Doel en effekt van het milieu-aktiewerk
Met name verhoging van de vakantietoeslag, uitbreiding van het
aantal vakantiedagen met 1 dag en voor 60- tot 65-jarigen met
oplopend 1 tot 5 dagen extra. Meegerekend de overeengekomen
vrijwillige vervroegde uittreding van 64-jarigen betekent dit toch
nog een extra loonkostenstijging van zo'n 1%. De extra stijging
van deze bijkomende regelingen en vergoedingen is in KNLC-
kringen steeds met argusogen bekeken. Daarnaast stond een
aantal uiterst belangrijke, meer principiële zaken ter diskussie.
In de eerste plaats de zogenaamde arbeidsplaatsenovereenkom
sten in het kader van het werkgelegenheidsbeleid zoals de vak
bonden dat voor zich zien. Via een verwijzing naar geregeld
overleg in landbouwschapsorganen kon hier een voor allen be
vredigende oplossing worden gevonden. Te meer daar de voe
dingsbonden niet op invloed bij het investeren op individuele
bedrijven aandrongen. Uiterst moeilijke punten voor de KNLC-
delegatie vormden met name de afschaffing van de vaste jaar-
kontrakten en het beschikbaar stellen van 0,25% van de loonsom
voor de financiering van aktiviteiten op het gebied van voorlich
ting, vorming en scholing van agrarische werknemers, een voor
ziening in de loonderving bij edukatief verlof en wegens bezoek
aan vakbondsvergaderingen. Vooral ook de mogelijkheid om uit
het bedrag van 0,25% of circa 3 miljoen een jaarlijkse terug
betaling aan vakbondsleden (helft kontributie) te doen, stuiten
bij de KNLC-mensen op grote weerstand. Dit alles heeft ertoe
geleid dat de KNLC-onderhandelaars niet hun instemming aan
het principe-akkoord voor de nieuwe CAO's hebben gegeven.
Eerst zal daarover in de afdeling sociale aangelegenheden en
desnoods in het dagelijks- of hoofdbestuur beraad plaatsvinden.
Wij vinden dat de onderhandelingsdelegaties hiermee verstandig
hebben gehandeld. Immers het gaat hier om belangrijke, princi
piële zaken en dan is het niet juist zich zonder tijd voor goede
ruggespraak, besluiten te laten opdringen. Wij betreuren het dat
in dit kader binnen de CLO's geen gemeenschappelijke lijn mo
gelijk bleek. Eens te meer is naar mijn mening duidelijk gebleken
dat reëele CAO-onderhandelingen in feite alleen mogelijk zijn,
als ze kunnen funktioneren zonder de adem van het Landbouw
schap steeds in de nek te voelen.
Prijzen
Nederland en België dan nog de mogelijkheid moeten krijgen hun
boeren extra te kompenseren. Twee weken geleden nu is er een
diskussie in het Europese parlement op gang gebracht doordat
het ontwerp-verslag over de kommissievoorstellen van de (En
gelse) rapporteur Hughes verscheen. Helaas bleek ook deze En
gelsman volstrekt niet tot een objektieve meningsvorming in
staat. Het verslag geeft dan ook grotendeels het Engelse (kon-
sumenten)-standpunt weer en konkludeert uiteindelijk dat het
maar bij de 2% van Gundelach moet blijven. Er was voor de
COPA-delegatie vorige week tijdens de gesprekken met de poli
tieke groeperingen in het Europese parlement dan ook het nodige
werk aan de winkel. De vele gesprekken die plaatsvonden, hebben
er in elk geval toe geleid dat bij de behandeling van de land
bouwprijzen in maart het Europese parlement ongetwijfeld meer
in de boerenrichting zal gaan dan Hughes in zijn rapport. Overi
gens heb ik de indruk gekregen dat ook Europees kommissaris
Gundelach begint in te zien dat zijn voorstellen veel te laag zijn
en hij al hier en daar heeft laten blijken wel met een hoger
percentage prijsverhoging te kunnen leven. Het blijft dan ook
zonder meer gewenst dat zowel op nationaal als Brussels niveau
we als boerenorganisaties ons op alle mogelijke manieren blijven
inspannen om ervoor te zorgen dat de uiteindelijke besluiten
dichter bij het COPAvoorstel dan bij Gundelach's ideeën uitko
men. We zullen in dat kader onder meer moeten bezien of be
paalde manifestaties, die de moeilijke positie van de boeren nog
eens duidelijk maken, daarbij gewenst zijn. LUTEIJN.
Op het rundveeproefbedrijf "Craenendonck" cranendonck 10 te
Maarheeze worden weer een aantal open dagen gehouden. Op 8
en 9 maart kunt U er terecht voor een bezoek. Het bedrijf is
opengesteld van 10.00 uur tot 16.00 uur.
In de eerste plaats zijn deze dagen toch wel bedoeld voor de
rundveehouders die op deze beide dagen kennis kunnen nemen
van de vele voor de praktijk nuttige proeven, alsmede van de
bedrijfsvoering. Vele medewerkers van de zuidelijke voorlich
tingsdiensten zullen op deze dagen aanwezig zijn om u te ver
welkomen.
Programma
Om u enigszins behulpzaam te zijn en om u een indruk te geven
van wat het proefbedrijf u kan bieden, volgt onderstaand een
overzicht van het programma van de beide dagen.
1. Exkursiezaal: ontvangst en koffie; uitreiking gids, folders en
vlugschriften.
2. Melkstal: melkwinning en hygiëne; ,astitisbestrijding,
melksystemen, celgetal en kiemgetal.
3. Kalverenstal: opfokmethodes, kalversterfte, hygiëne en
huisvesting.
4. Afkalfstal: vruchtbaarheid/ziektekaart, hygiëne, stierenkeu
ze, tussenkalftijd, en Kruifkalender K.I.-kalender.
5. Ligboxenstal: koppelingsprojekt, voeding melkvee, produk-
tiegroepen, krachtvoerverstrekking en -verdeling, boxenvul
ling, koeherkenning, melkkontrole, melkproduktie, be-
drijfsstandaardkoe en laktatiewaarde.
6. Jongveestal: voeding en tijdstip afkalven.
7. Boerdenjbouw: staltypes, erfverharding, silobouw en stalin
richting.
8. Mechanisatie: voederwinningsapparatuur
9. Weidegebruik: graslandgebruikskalender, bemestingsplan,
beweidingsplan, veebezetting en inkuilmethodes.
Unieke gelegenheid
Gebruik deze "open dagen" om u op de hoogte te stellen van de
nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de rundveehouderij,
ontmoet uw kollega's en diskussieer met de aanwezige bedrijfs-
voorlichters, specialisten en bedrijfstakdeskundigen, alsmede
met de gestationeerde van het Proefstation voor de Rundvee
houderij en de bedrijfsleider, over al datgene wat u bezig houdt.
De Ministers van Ekonomische Zaken en van Landbouw en
Visserij hebben na overleg met de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij voor Diergeneeskunde er mee ingestemd, dat de
dierenartsen hun tarieven per 1 februari voor zowel de kleine als
de grote huisdierenpraktijk met 2xk% verhogen.
Dit nadat overeenstemming was bereikt over de opzet van een
enquete naar de onzet en kosten van deze beroepsgroep.
Zoals bekend heeft de Minister van Ekonomische Zaken in een
gesprek met vertegenwoordigers van organisaties van vrije be
roepsbeoefenaren op 12 januari j.l., alsmede in een aan de Tweede
Kamer gerichte brief van 16 januari j.l. zijn standpunt uiteenge
zet voor wat betreft het in 1978 te voeren prijsbeleid ten aanzien
van de vrije beroepsgroeperingen. Met het oog op dit beleid
worden recente gegevens van de verschillende beroepsgroepen
over omzet en kosten noodzakelijk geacht.
De desbetreffende Prijzenbeschikking dierenartsen 1978 is op 3
februari 1978 in de Staatskourant bekend gemaakt.
vdW.
De Rabobank geeft een publikatie uit waarin de vraag wordt
behandeld "Moet mijn onderneming een B.V. worden. Ja of
Nee?" In de inleiding stelt men dat steeds meer ondernemers
hun eenmanszaak omzetten in een besloten vennootschap. Men
kan zelfs van een rage spreken. Het lijkt er op alsof de B.V.
vooral om fiskale redenen de meest ideale ondernemingsvorm
is. Wat is daar nu van waar?
De Rabo-brochure doet hierover alles uit de doeken. U kunt
zich dan een voorlopig oordeel vormen over de vraag of om
zetting in Uw geval interessant is.
De brochure is voor belangstellenden verkrijgbaar bij de afde
ling Public-Relations van de Rabo-instellingen, tel. 030 -
362897....
De voordelen van een volkomen vlak afkalfpatroon, veronder
steld dat dit bereikbaar zou zijn' lijken minder groot dan men
misschien wel eens denkt. Inderdaad zou dat wel voordelen
opleveren voor de kalfs- en stierevleesproduktie.de zuivelindus
trie en de slachterijen, als gevolg van een betere benutting van
arbeid, gebouwen en installaties. De studiegroep heeft deze
voordelen geraamd op globaal vijftig miljoen gulden. Op grond
van ruwe taxaties moet men echter aannemen dat daarvan on
geveer eenderde tot de helft weer verloren gaat door kostenver
hogingen in de melkveehouderij. Dit betekent dat het netto
voordeel van een geheel vlak afkalfpatroon ruwweg geschat
moet worden op slechts 10 tot 15 gulden per koe per jaar.
Het verslag "Het afkalfpatroon in de nederlandse melkveehouderij" is
verkrijgbaar door storting van 10,— op giro nr. 2307421 van het
Proefstation voor de Rundveehouderij te Lelystad, met vermelding van:
zend mij publikatie nr. 9.
O p zaterdag 4 maart zal de Stichting Brabantse Milieu Federatie haar eerste lustrum vieren in het Provinciehuis te 's
Hertogenbosch. Deze dag zal worden besteed aan een bezinning op het thema "Doel en effekt van het milieu-aktiewerk".
Ter gelegenheid van dit lustrum is een boekje uitgegeven waarin een dertigtal Nederlanders vanuit verschillende maat
schappelijke invalshoeken hun visie op het onderwerp "doel en effekt van milieu-aktie's" geven.
Dit interessante boekje is te bestellen door overschrijving van f 8,50 (inkl. porti-kosten) op giro 3309161 t.n.v. BMF te
Tilburg, onder vermelding van "lustrumbundel". Tegelijkertijd met de themadag die voor iedereen toegankelijk is, mits men
zich van te voren opgeeft bij de Brabantse Milieu Federatie, wordt ook een tentoonstelling georganiseerd waaraan dertig
landelijke, regionale en plaatselijke organisaties deelnemen.
Deze tentoonstelling is gratis toegankelijk van 10.30 uur tot 16.30 uur. Het adres van de Federatie is Stationsstraat 15, tel.
321025, Tilburg.
L-j en van de medewerkers aan het lustrumboek is de heer ir.
L.J. Vollebregt hoofd dienst grondgebruik N.C.B. Het onder
werp dat hij behandelt is Milieu akties en Landbouw.
Hij komt tot de konklusie dat de kontroverse tussen boeren en
natuur en landschapsbeschermers niet kan worden opgelost met
claims. Slechts wanneer de beschermers van natuur en land
schap bereid zijn tot overleg met de boer en in samenspraak
bezien wat de boer uitgaande van zijn bedrijfsomstandigheden
kan doen ten behoeve van natuur en landschap, kan een we
zenlijke bijdrage worden geleverd ten dienste van de natuur en
het landschap, die de boer ook ter harte gaan maar niet ten koste
van zijn inkomen en arbeidsvreugde.
De heer Vollebregt schrijft verder dat aan de ene kant de boeren
staan die terwille van hun werksituatie en hun inkomensvor
ming voortdurend hun bedrijven moeten aanpassen en verbe
teren. Aan de andere kant streven de beschermers van natuur en
landschap naar behoud van het bestaande omdat zij dat waar
devol vinden en omdat de wetenschappelijke kennis nog niet
zover is ontwikkeld dat aangegeven kan worden welke veran
deringen in ecologisch opzicht aanvaard kunnen worden.
Aktievoerders zullen er begrip voor op moeten brengen dat dit
vertrouwen er niet van vandaag op morgen zal zijn. Ze zullen er
echter zelf wat bewust aan mee moeten werken. Dat kan door
een voordurende dialoog met de boer en zijn organisatie's. In
plaats van hun claims nog verder uit te breiden zullen zij er een
paar moeten laten vallen. In gezamelijk overleg met de boer
zullen ze na moeten gaan wat haalbaar is en hem daarvan dan
trachten te overtuigen.
Goed onderhoud van aangekochte natuurgebieden is belang
rijke zaak. Het lijkt een goede aanbeveling om daarbij de kennis
en de jarenlange ervaring van de boeren in de omgeving bij te
betrekken.
B oeren en milieugroepen staan tegenover elkaar. Uitdruk
kingen als milieurakkers, milieu maffia en "we zijn tegën na
tuurbeschermers, maar niet tegen natuurbescherming" geven
aan hoeveel boeren en tuinders er over denken. Andersom
wordt gesproken over bio-industrie. augiusstal in natuur en
landschap, platwalsen van landschappen (ruilverkaveling) en
landschapsvernietiging. Toch vloeit deze houding voor een be
langrijk deel voort uit onbekendheid met eikaars gedachten en
leefwereld. De heer Vollebrecht schrijft; hoewel het een hache
lijke onderneming is zal toch getracht moeten worden beide
werelden wat nader te ontdekken.
Hoe dat zou moeten gebeuren stelt de adviseur, de heer de Loor..
komt echter niet in de bijdragen tot uitdrukking.