Stikstofbemesting
van
akkerbouw
gewassen
Voorjaarsbemesting
graszaadpercelen
D it is van diverse faktoren afhankelijk zoals onder andere
grondsoort, bodemvruchtbaarheid, gebruikte voorvrucht etc.;
het moet voor elk perceel afzonderlijk worden beoordeeld.
Wel is het mogelijk een algemene richtlijn te geven, gebaseerd
op een gewas wintertarwe.
I
D
KORTE WENKEN
X roefveldresultaten en praktijkervaringen hebben ons
geleerd dat de graszaadpercelen zeer vroeg hun voorjaar
sstikstof moeten hebben. De graszaadplant gaat na de
winter reeds vroeg groeien en het is nodig te zorgen dat de
plant op dat moment over voldoende stikstof kan beschik
ken. Indien de stikstof later wordt gegeven dan kan dit,
vooral voor de grassoorten die hun stengelaanleg voor de
winter hebben, tot gevolg hebben dat niet alle zaadstengels
die in aanleg aanwezig zijn, zich kunnen ontwikkelen.
Ten gevolge van het betrekkelijk zachte weer is de hergroei van
het gras alweer begonnen. Het gewas heeft vooral in deze ont
wikkelingsfase behoefte aan gemakkelijk opneembare stikstof.
Indien de winter zacht blijft, is het gewenst om gezien deze
bijzondere situatie reeds van 1 februari af de gehele benodigde
stikstofgift te verstrekken zodra de weersomstandigheden dit
toelaten. Een bijkomend voordeel van een vroege bemesting is
nog dat een eventueel "iets te veel" aan toegediende stikstof als
regel niet of minder schadelijk is.
Bij een vroege gift komt de stikstof namelijk in bijzondere mate
ten goede aan de algemene opbouw van de plant. Een nog
vroegere bemesting heeft echter geen zin en kan zelfs nadelig
zijn. Ook het strooien tijdens een vorstperiode en in het bijzonder
als er sneeuw ligt ontraden wij ten sterkste.
veroorzaakt een sterkere vegetatieve groei dus te veel bladvor
ming, hetgeen de zaadproduktie niet ten goede komt, ook be
moeilijkt dit het dorsen. Dit geldt nog te meer op de kalkrijke
gronden.
Alleen voor de zeer late grassen, kan het voorkeur verdienen-om
de stikstof geheel of gedêeltelijk in de vorm van kalkammon-
salpeter of mengmeststof te geven.
Nog meer dan bij andere gewassen is het bij graszaad een ve
reiste de stikstof nauwkeurig te strooien. Tijdens de groei kun
nen we "stikstofbanen" duidelijk onderscheiden. Overbemeste
banen geven een vertraagde afrijping van het zaad. Hierdoor
ontstaat twee wassigheid.Dit bemoeilijkt in ernstige mate het
bepalen van de juiste oogstdatum. Afhankelijk van het weer kan
dit wel een week of meer verschil geven; de opbrengst wordt
daardoor negatief beïnvloed.
HOEVEEL STUKSTOF OP UW PERCEEL?
Aan dit gewas wordt al naar gelang de grond, het ras en om
standigheden, 60 - 80 - 100 - 120 kg zuivere stikstof per ha
gegeven (zie rassenlijst).
Voor onze diverse soorten en rassen komen we dan tot het
volgende overzicht:
Olymprisp veldbeemdgras
Pion veldbeemdgras
Birka veldbeemdgras
Orna veldbeemdgras
Bosbeemdgras
n het algemeen en zeker voor de soorten welke vroeg worden
geoost: zoals roodzwenkgras, veldbeemdgras, hardzwenkgras,
beemdlangbloem en italiaans raaigras die dus een korte groei
periode hebben, is het wenselijk dat het gewas zoveel mogelijk
profiteert van de gegeven stikstof. Zeker voor deze soorten dient
de stikstof dus in snel opneembare vorm als nitraat (kalksalpe-
ter) te worden toegediend. Laat gegeven stikstof, evenals het
gebruik van meststoffen die langzaam worden opgenomen,
Dufa
Wendelmoed
Largo
Tiara
Terli
Deltex
Tetila
Rasengold
Öelft
Primo
beemdlangbloem weidetype
beemdlangbloem weidetype
beemlangbloem hooitype
Italiaans raaigras
Italiaans raaigras
Italiaans raaigras
Italiaans raaigras
gewoon roodzwenkgras
N gift als b.v. Lely en Clement.
veldbeemdgras
veldbeemdgras
100 a 150 kg kalksalpeter per ha
méér dan Lely en Clement.
Pablo Engels raaigras hooitype
Agresso Engels raaigras hooitype
Hora Engels raaigras hooitype
Terhoy Engels raaigras hooitype
Hubal Engels raaigras hooitype
150 a 200 kg kalksalpeter per ha
of 100 a 150 kg kalkammonsalpeter
per ha méér dan Lely en Clement.
Perma Engels raaigras weidetype
Caprice Engels raaigras weidetype
Player Engels raaigras sportveldtype
Hunter Engels raaigras sportveldtype
200 k 250 kg kalksalpeter per ha of
ca 200 kg kalkammonsalpeter per ha
méér dan Lely en Clement.
Fijnbladig schapengras en hardzwenkgras kunnen wat bemes
ting betreft gelijkgesteld worden met een vrij stevige zomergerst.
De stikstofbehoefte van Westerwolds raaigras tenslotte komt
ongeveer overeen met die van zomertarwe.
Al de genoemde hoeveelheden gelden voor eerstejaars-percelen.
Tweede en oudere-jaarspercelen kunnen 100 a 200 kg kalksal
peter per ha méér hebben.
De fosfaat- en kalibemesting
eze kan dezelfde zijn als voor wintertarwe op hetzelfde
fierceel. Sommige gronden reageren gunstig op een extra fos-
aatgift.
Voor zover U nader overleg over de bemesting gewenst acht,
kunt U zich in verbinding stellen met een teeltdeskundige.
CEBECO-HANDELSRAAD.
Ing. J.H. Smorenburg
O tikstof heeft een duidelijke invloed op de droge stof produktie
van de plant en in veel gevallen ook op de kwaliteit van het te
oogsten produkt.
Te veel gegeven stikstof werkt kostenverhogend en opbrengst-
verlagend door:
a. een terugval in produktie aan oogstbare delen en geldop-
brengst door veelal een verkeerd gerichte groeiexplosie;
(b.v. legering van granen of het te sterk in het loof groeien van
suikerbieten, waardoor het suikergehalte wordt gedrukt).
b. de kosten van de te veel gestrooide stikstof.
Het is bekend dat de stikstofbehoefte van de gewassen per jaar
en per perceel sterk kunnen verschillen.
Dit houdt verband met de verschillen in de voorraad aan minerale
stikstof die in het vroege voorjaar nog in de grond aanwezig is.
Sinds enkele jaren is het mogelijk om de voorraad minerale
stikstof door grondonderzoek te laten bepalen.
Uit landbouwkundig onderzoek is bekend hoe groot de stikstof
behoefte is van de diverse akkerbouwgewassen. Aan de hand van
deze gegevens is het mogelijk een stikstofbemestingsadvies te
geven.
De geadviseerde gift is dus de aanvulling op de bodemvoorraad
aan minerale stikstof tot de totale stikstofbehoefte van het ge
was.
De grootte van de voorraad bodemstikstof in het voorjaar is
onder andere afhankelijk van de neerslag in herfst en winter, de
grondsoort, de zwaarte van de grond, het humusgehalte en de
voorvrucht.
Aardappelen of suikerbieten als voorvrucht vormen twee uiter
sten, waarbij de eerste in het algemeen een grote voorraad en de
suikerbieten daarentegen vaak een kleine voorraad minerale
stikstof in de grond achterlaat.
In 1977 zijn vanaf 3 januari tot en met 6 februari per week de
gemiddelde gehalten aan N-mineraal op de Zuid-Hollandse
eilanden berekend. Gemiddeld over deze 5 weken was het ge
halte aan stikstof in de grond bij de voorvruchten consump
tieaardappelen, suikerbieten en granen achtereenvolgens 173,
76 en 96 kg N/ha.
De hoeveelheid te strooien stikstof is o.a. afhankelijk van
de stikstofbehoefte van het gewas
de in de grond beschikbare minerale stikstof
de bodemstruktuur
het voorkomen van ondoorlatende lagen in het profiel
Op dit moment (begin januari '78) is het nog niet te voorspellen
welk algemeen geldend stikstofbemestingsadvies voor de ver
schillende gewassen gegeven moet worden. Wel is uit onderzoek
bekend (12/12-1977) dat op de klei- en zavelgronden de bo
demstikstof tot 1 meter diepte redelijk door het profiel is ver
deeld.
In totaal gezien is momenteel op deze op vergelijkbare tijdstip
pen (bemonsteringen 9/10 en 12/12-1977) dit jaar meer stikstof
in de grond beschikbaar dan vorige winter bij de voorvruchten
graan, aardappelen, en suikerbieten. Afhankelijk van de neer
slag die na half december zal zijn gevallen kan deze stikstof zich
naar diepere lagen verplaatsen, waardoor we weer kunnen ver
vallen in de situatie van voorjaar 1977. Toen bleek de stikstof in
het profiel veelal naar diepere lagen te zijn gespoeld, waardoor
de wintertarwe tijdelijk een schrale stand had.
Later heeft dit zich zonder enige ingreep goed hersteld, toen het
wortelstelsel van de wintertarwe de stikstof weer ''inhaalde".
Wilt u echter zekerheid over de in de bodem aanwezige voor
raad stikstof, laat u dan grondmonsters nemen!
De onttrekking van stikstof aan de grond door een goed pro-
duktief gewas kan worden beschouwd als de totale stikstofbe
hoefte.
Voor granen gelden de volgende hoeveelheden:
wintertarwe 180-220 kg N/ha
wintergerst 180-200 kg N/ha
zomertarwe 170-200 kg N/ha
haver 170-200 kg N/ha
zome^erst^j}lmJ2(Tk^N/ha^^^^^^^^^^^^^^^^^^
Advertentie IM
Van de gewassen suikerbieten en consumptieaardappelen is de
stikstofbehoefte nog in onderzoek.
Voorlopig wordt voor suikerbieten 200-220 kg N/ha en voor
consumptieaardappelen 280-300 kg N/ha aangehouden.
(Bedrijfsvoorlichting Z.-Holland)
C.A.R.-Zevenbergen
AKKERBOUW
DE SPROEIMA CHINE IS EEN WERKTUIG dat vol
maakt moet werken. Elke kleine afwijking is beslist fout.
Zorg voor een eerste klas machine die goed werkt. Die
schoon is en waarvan de pomp een behoorlijke overkapaci-
teit heeft. De manometer moet de juiste druk weergeven.
Met andere woorden: het beste is maar net goed genoeg.
Denk hieraan, ook bij de aanschaf van een nieuwe spuit-
machine.
DE VOLLEVELDFREES vraagt heel weinig trekk acht,
maar wel 35 pk per meter werkbreedte. Het werk gebeurt
door de aftakas. De resultaten worden dan ook zeer gunstig
beoordeeld. Speciaal voor het klaarmaken van aardappel
land maakt de hakenfrees goed werk. Het land moet wel
droog zijn voordat U begint en de afstelling niet te diep, dus
alleen in droge grond laten werken.
DE BELANGSTELLING voor grondontsmetten om dan
meer suikerbieten te telen, is groot. Om 1 ha suikerbieten
meer te gaan telen, moet U minstens 2 ha ontsmetten. De
meerdere opbrengst van deze hektare suikerbieten moet dus
altijd minstens voor 2 ha, maar meestal voor meer hektares
de onkosten goed maken. In de praktijk zal dat niet mee
vallen. Reken voor dat U begint.
WINTERTARWE VRAAGT om 200 kg stikstof per ha.
Dus de voorraad in de grond plus de eerste gift, plus de
tweede gift van 50 kg N moet samen 200 kg bedragen. Als U
nu weet hoeveel er in uw grond zit, kunt U zelf uitrekenen
hoe groot de eerste gift moet zijn. Na een natte winter is de
grondvoorraad lager dan na een droge winter. De uitslag
van een stikstofmonster geeft een betere basis om de juiste
gift vast te STELLEN.
VEEL VROEG GEPLOEGDE percelen worden al wat
groen van de onkruidopslag. Duist en muur enz. groeien in
een open winter bijzonder goed. Worden deze onkruiden te
groot, dan werkt alleen een chemisch middel afdoehde. 3a4
liter Gramoxone is nodig voor het verkrijgen van een goed
resultaat.
RUNDVEEHOUDERIJ
EERST GOED DENKEN en dan een besluit nemen en aan
de slag gaan, is een kenmerk van goed ondernemersschap.
Te lang aarzelen voor de beslissing valt, veroorzaakt tijd
nood. Elk jaar opnieuw is dit waar te nemen bij stalbouwers
wanneer in het voorjaar te laat wordt begonnen om voorge
nomen plannen te verwezenlijken. De staltijd is er altijd
eerder aan U verwacht.
WANNEER U ZELF of iemand uit de familie of in de
buurt getroffen wordt door ziekte of een ongeval, wordt
dikwijls pas beseft hoe kwetsbaar het eenmansbedrijf is.
Dan merkt men pas hoe belangrijk het is om aangesloten te
zijn bij een bedrijfsverzorgingsdienst. Bent U nog geen lid
van deze dienst? Wacht dan niet langer maar meldt U zich
zo spoedig mogelijk.
EEN GEMIDDELDE MELKPRODUKTIE in Neder
land van 5.200 kg per koe per jaar is een behoorlijke plas.
Een gemiddelde is echter altijd opgebouwd uit een aantal er
boven en beneden. Hoe verder U onder de gemiddelde grens
zit, hoe moeilijker het zal zijn om een behoorlijk inkomen te
halen. Ga na wat de redenen van deze negatieve resultaten
kunnen zijn en breng zonder uitstel de noodzakelijke ver
beteringen aan.
8