Een nieuwe methode voor klaarmaken van
het aardappelpootbed
G aan we met de combinatie aan het werk dan worden in d<
door het grondbewerkingswerktuig losgemaakte grond 3 geuler
getrokken door de aanaarders. De breedte van de bedden tusser
de geulen is 1.50 m en de diepte van de geulen is gelijk aan d<
grondbewerkingsdiepte (figuur 1 en foto 1).
D e trekker voor de snarenbedpootmachine heeft een spoor
breedte van 1.50 m, de rijenafstand bij het poten is 75 cm.
I n het voorgaande is uitgegaan van een 3 meter breed grond
bewerkingswerktuig met 3 aanaarders, een 2 rijige pootmachine
met bedden op 75 cm en een 4 rijige frees. Hanteren we de regel
dat men met de pootmachine en de aanaarder of frees binnen de
gang van de grondbewerkingswerktuig moet blijven dan zijn
ook andere combinaties denkbaar, zoals:
I n het voorjaar van 1976 ging het bedrijf in eigen beheer F 35,
bedrijfsleider H. Eissens, over van een 4 rijige pootmachine op
een 2 rijige snarenbedpootmachine.
f
Rentabiliteit en
financiering
van de groenteteelt
in de open grond
in Nederland over 1976
(oogst'76/'77|
Helft vollegronds
groenteteeltbedrijven
positief resultaat
uit de Pootaardappelwereld.
stelling van de stabilisatorkettingen is een goede bevestiging t<
bereiken.
De grondbewerking
Er wordt vanuit het midden 'van de trekker gericht op de in dt
voorgaande gang door een markeur getrokken streep. De bin
nenste aanaarder loopt juist door de geul die in de voorgaand*
gang door de buitenste aanaarder is gemaakt. Wordt de bin
nenste markeur niet opgetrokken dan loopt die ook juist dooi
een reeds getrokken geul.
Het resultaat van deze bewerking is dus dat evenwijdig aar
elkaar lopende geulen op 1.50 m onderlinge afstand ontstaan er
daartussen beide met losse onbereden grond.
Het aardappelen poten
Deze pootmachine rijdt met de wielen door 2 getrokken geulen
(figuur 1, foto 2). Op deze wijze wordt bereikt, dat de ruggen
evenwijdig aan elkaar en op 75 cm van elkaar komen te liggen
(foto 2). Tevens wordt bereikt, dat de aardappelen gepoot worden
in noch tijdens de grondbewerking noch tijdens het poten bere
den grondstroken of bedden.
Na het poten kunnen de aardappelen op normale wijze 4 rijig
worden aangeaard of gefreesd.
Andere mogelijkheden ^0t°
1) 3 meter grondbewerkingswerktuig met 2 aanaarders, 4 rijige
pootmachine en 4 rijige frees;
2) 4.50 m grondbewerkingswerktuig met 4 aanaarders, 2 rijige
pootmachine en 3 rijige of 6 rijige frees;
3) 4.50 m grondbewerkingswerktuig met 2 aanaarders, 6 rijige
pootmachine en een 3 rijige of 6 rijige frees;
4) 9 m grondbewerkingswerktuig met 6 aanaarders, 2 rijige
pootmachine en een 3 rijige, 4 rijige of 6 rijige frees;
5) 9 m grondbewerkingswerktuig, 6 aanaarders, 4 rijige poot
machine en een 3 rijige, 4 rijige of 6 rijige frees;
6) 9 m grondbewerkingswerktuig, met 4 aanaarders, 6 rijige
pootmachine en een 3 rijige, 4 rijige of 6 rijige frees.
Het werken met meerdere pootmachines tegelijk is verder ook
nog moeilijk.
Afdeling Agrarische Vestigingen van de Rijksdienst voor de IJsselmeer-
polders.
Daarmee dreigden wel problemen te ontstaan voor het poten
van aardappelen in vastgereden grond en voor het grotere aan
tal aansluitrijen. Hiervoor is een oplossing gezocht en gevonden
door het grondbewerkingswerktuig (op F 35 een 3 meter brede
rotorkopeg) te voorzien van 2 markeurs en 3 aanaarders.
Na 2 seizoenen ervaring kan gezegd worden, dat de resultaten
zijn:
1. geen problemen meer met aansluitrijen;
2. de voor de aardappelruggen bestemde stroken grond worden
noch tijdens de grondbewerking noch tijdens het poten bereden
(beddencultuur);
3. een minimale hoeveelheid trekkersporen en een optimale
benutting van de werkbreedte van het grondwerkingswerktuig.
De bevestiging van markeurs en aanaarders.
Z oals op foto 1 is te zien aan de achterzijde van de 3 meter
brede rotorkopeg een kokerbalk gevestigd.
Hieraan zijn precies in het midden en aan de beide uiteinden
normale aanaarders gevestigd. De onderlinge afstand van de
aanaarders is dus 1.50 m.
Aan elk uiteinde van de rotorkopeg is een opklapbare markeur
gemaakt. De constructie van de markeurs is zo, dat de afstand
tussen de te trekken markeurstrepen en de dichtstbij zijnde aan-
aarders eveneens 1.50 m is. Balk en aanaarders zijn zodanig
bevestigd, dat de aanaarders op dezelfde diepte als de onderkant
van de tanden van de rotorkopeg door de grond kunnen gaan.
De mogelijkheid om de aanaarders in de hoogte te verstellen is
aanwezig.
Bij de bevestiging van het grondbewerkingswerktuig aan de
trekker is het van belang, dat het hart van de middelste aanaar
ders, het midden van het werktuig en het midden van de trekker in
één lijn evenwijdig aan de rijrichting. Mede door een juiste af-
L.E.I. studie
De bedrijfseconomische opbrengsten en kosten van de bedrij
ven met groenteteelt in de open grond in 1976 (oogst 1976/1977)
waren gemiddeld per bedrijf resp. 148.760,— en
138.820,— Het ondernenersoverschot was derhalve
9.940,— d.i. 7% van de kosten (in 1975 was dit -12% van de
kosten).
Van de deelnemende bedrijven had 52% een positief resultaat.
Het aandeel van deze winstgevende bedrijven in de totale pro-
duktiewaarde was 69%.
De arbeidsopbrengst - bestaande uit het ondernemersoverschot
en de berekende vergoeding voor de handenarbeid van de on
dernemer - bedroeg gemiddeld 46.160.— per ondernemer
24.170,— in 1975). Het ondernemingsinkomenper onderne
mer - de arbeidsopbrengst vermeerderd met het saldo van be
rekende en betaalde rente en de rentesubsidie - was gemiddeld
51.640,— Het totaalinkomen - ondernemersinkomen ver
meerderd met de berekende vergoeding voor de handenarbeid
van de gezinsleden, alsmede het inkomen dat buiten het bedrijf
werd verkregen - bedroeg gemiddeld 63.590,— per onderne
mer. Van dit inkomen werd 28.010,— bespaard, dat is 44%
van het totaalinkomen.
Per bedrijf kwam 67.760,— aan Financieringsmiddelen ter
beschikking (mutaties in eigen en het vreemde vermogen en de
afschrijvingen), die als volgt werden aangewend:
Bruto-investeringen in duurzame produktiemiddelen
27.060,-
Investeringen en beleggingen buiten het bedrijf 9.910,—
Toename vlottende middelen
(veldinventaris, voorraden, vorderingen e.d.) 14.470,—
Toename liquide middelen (geldmiddelen) 16.320,—
Totaal 67.760,—
De toename van de bezittingen in 1976 (totaal van de aanwen
ding 67.760,— minus de afschrijvingen 11.990,— met
55.770,— 26.000,— in 1975) werd gemiddeld voor 79% met
eigen vermogen en voor 21% met vreemd vermogen gefinan
cierd.
De totale bezittingen van deze opengronds groentebedrijven
bedroegen per 31 december 1976 gemiddeld 349.970,— per
bedrijf. Deze bezittingen waren per voornoemde datum met
293.610,— eigen vermogen gefinancierd, dat is 84% van het
totale vermogen.
1) Deze publikatie - die binnenkort zal verschijnen - kan uitsluitend
worden besteld door overéchrijving van 8,— op giro no. 41.2235
ten name van Landbouw-Economisch Instituut te Den Haag.
Vermeld dient te worden: "Zend Mededeling No. 189".
BEDRIJFSRESULTATEN,
INKOMEN EN BESPARING IN 1976
Alle Indeling naar sbe per ha
bedrij
ven
minder dan
22 sbe
(extensief)
meer dan
22 sbe
(intensief)
Aantal bedrijven
55
31
24
Gemiddeld per bedrijf
Oppervlakte opengrondstuinbouw (are) 608
Oppervlakte landbouw (are) 136
Arbeidsbezetting (manjaar) 2,80
Geïnvesteerd vermogen per l-l-'76 287000
724
250
2,53
339000
491
21
3,07
236000
Kosten:
Arbeidskosten
Rente en afschrijving
Afleveringskosten
Materialen
Overige kosten
72400
22410
9460
14140
20410
66190
23580
9610
15510
25660
78640
21240
9310
12760
15130
Totale kosten
138820
140550
137080
Opbrengsten:
T uinbouwprodukten
Landbouw en veeteelt
Overige opbrengsten
Totale opbrengsten
129260
10060
9440
134260
16870
9630
124230
3210
9250
148760
160760
136690
Ondernemersoverschot
Idem in van de kosten
Percentage winstgevende bedrijven
9940
7
52
20210
14
71
390
0
33
Gemiddeld per ondernemer
Arbeidsopbrengst
Ondernemersinkomerl
Gezinsinkomen uit bedrijf
Totaalinkomen
46160
51640
57460
63590
53840
59900
67830
74800
39930
44950
49060
54500
AF: gezinsbesteding
35580
39400
32490
Besparing
28010
35400
22010
Idem in van het totaalinkomen
44
47
40
6