DIM6EN VAM KE WEEK
Vooruitzichten klein fruitteelt niet rooskleurig
H et is reeds geruime tijd geleden dat we in deze rubriek
schreven over de erbarmelijk slechte gang van zaken bij de afzet
van uien. Het was al vroeg duidelijk dat er veelte veel uien zijn
gegroeid in heel West Europa en daar buiten en ondanks de lage
prijzen in het najaar zagen velen niets in het opslaan van dit
produkt. In de slechte situatie rond de afzet van dit ook voor ons
gebied zo belangrijke produkt is sinds het najaar geen enkele
verbetering gekomen. De telersprijzen liggen nog altijd volko
men in de goot. Wanneer men al een koper kan vinden kan een
prijs worden gemaakt van 1-2 cent per kg. Het Produktschap
voor Groenten en Fruit noemt dit terecht een symbolisch bedrag.
Naar een betere struktuur?
Goede resultaten
met bloementeelt
Met de vorige week begonnen vorstperiode is er toch weer kans,
dat ook de Thoolse grond weer in een betere staat kan komen.
Tot eind januari lagen veel percelen lichte grond er wel slempig
bij, zodat een nawintertje met een droge dooi wel zeer w lkom
zou zijn. Soms kan men niet begrijpen, hoe slordig sommige
mensen met hun grond omgaan, als men ziet dat men do r een
kleinigheid werk; soms véél water kan aflaten. Beslist slempige
grond zou dikwijls veel verbeterd kunnen worden met het toe
dienen van schuimaarde, hetwelk een verantwoorde uitgaaf is.
Van groot belang is het ook dat in goed ontwaterde grond,
meestal wat vroeger gezaaid en gepoot kan worden, wat speciaal
voor de vollegrondstuinder van zeer groot belang kan zijn. Zijn
teeltwijze moet immers gericht zijn op een zo vroeg mogelijke
oogst, omdat bij primeurteelten daar meestal het beste rende
ment zit voor zijn bedrijf. Vorige week is er zo hier en daar over
de vorst wat kalizout gestrooid, maar meestal wil men met de
stikstof nog wat wachten tot eind februari of begin maart Toch
is het wel nodig dat de winterbloemkool in deze maand nog aan
wat stikstof geholpen wordt, en dan eind maart nog een laatste
bemesting.
Overwegend staat dit gewas er nog aardig goed bij;
ofschoon bij wat winters weer, de hcutduiven er nog veel schade
aan kunnen doen. Bij wat natte plekken komt er echter geel blad
aan, wat wijst op verrotte wortels. Tot op heden toe zijn er in ons
Thoolse gebied nog flinke voorraden uien, want de telers kun
nen en willen, voor deze miserabele lage prijs niet afzetten. Men
kan praktisch zeggen dat ze waardeloos zijn want zelfs de sor-
teerkosten komen er niet uit. Men hoopt soms nog tegen beter
weten in op een, al was het maar enkele centen prijsstijging, om
alsnog de opruimkosten vergoed te krijgen, maar wij kunnen de
uienteelt 1977 wel afschrijven, als geheel waardeloos. Niettemin
zullen wij ook hier weer overheen moeten komen, en al onze
aandacht moeten besteden aan het nieuwe seizoen. Ook hier ziet
men wat meer aandacht voor de vervroeging van gewassen door
middel van het gebruik van plastik-folie. Als men de ervaringen
leest van telers uit andere gebieden, zit daar toch wel iets in voor
de vollegrondstuinbouw. Als men leest dat even over de grens in
België, soms al veel ha afgedekt zijn met dit vervroegingsmate
riaal, vraagt men zich toch af, waarom gebeurt dit hier in veel
mindere mate? Uit kleine proefnemingen op ons eiland, is ech
ter wel gebleken dat met het aanleggen van de folie nog moei
lijkheden zijn, in verband met de Soms wat harde wind; terwijl
men ook moet beschikken over zéér lichte grond. Niettegen
staande de nog voorkomende gebreken, willen toch weer enkele
telers een perceeltje vroege aardappelen afdekken met folie,
want juist deze teelt is in het vroege, dikwijls een goed betaald
produkt. Ook bij deze manier van telen zal er echter nog wel
leergeld betaald moeten worden want het slagen hangt van zéér
veel faktoren af. Als teler echter mag men hier niet tegen opzien,
want een rendabel produkt, komt zelden gemakkelijk tot stand.
Slechts degene die nieuwe mogelijkheden nauwlettend volgen, en
w£ar mogelijk hun voordeel mee doffn, hebben de beste kansen
om in hun bedrijfsmogelijkheden te slagen. Ondanks de voor
velen teleurstellende prijzen van 1977, zal er straks toch weer
gezaaid en geplant moeten worden, met de hoop op een lonend
teeltjaar. Juist dit wisselvallige in ons beroep zouden velen toch
niet willen missen, omdat dikwijls door stroomversnellingen het
bedrijf gezond blijft, al verlangen wij niet naar grote waterval
len.
Het verschil met het vorig jaar is bijzonder groot. Het vorig jaar
om deze tijd werd voor de uien aan de teler gemiddeld rond 62
cent per kg betaald en twee jaar geleden rond 50 cent. Het was te
begrijpen dat op de hoge prijzen van de voorgaande jaren ieder
een uien wou telen. In twee jaar tijds breidde het Nederlandse
uienareaal uit met 32%. Zo ging het niet alleen in Nederland
maar ook in het buitenland. Er werd al lang verwacht dat het mis
zou gaan met de afzet van uien maar tot en met 76/77 viel het
ieder jaar mee. Wanneer iemand ieder jaar uien heeft geteeld en
de twee voorgaande en dit seizoen bij elkaar telt dan zal het
resultaat zeker wel meevallen. Op grond hiervan is het Produkt
schap voor Groenten en Fruit van mening dat het best eens zou
kunnen meevallen met het ongedaan maken van de areaalsuit
De fruittelers op Zuid Beveland vinden het winterse weer van de
laatste dagen geen bezwaar, 's Nachts lichte vorst en overdag
temperatuur om het vriespunt met wat zon is heel wat prettiger
dan harde wind en regen. Het was tevens voor 't eerst ideaal
weer voor het verbranden van snoeihout. Op veel bedrijven
laaiden de vreugdevuren hoog op.
Verder is het rustig. De snoei vordert gestaag. Het ruimen van
fruit gaat regelmatig door. Terecht want de voorspellingen van
groter import van appels van het zuidelijk halfrond dan ooit
houden aan. De vraag is of de kwik-affaire het sinaasappelver-
bruik sterk zal benadelen en tevens of de appels hiervan zullen
profiteren. Voorlopig kan alleen worden gekonstateerd dat de
prijzen van onze appels en peren de laatste weken erg tegen
vallen. Bij de appels is er dan de dreiging van de Granny Smith,
maar wat is er met de peren aan de hand? Met de Conference is
het fout waarbij nog kan worden gewezen op het vrij grote
aanbod, omdat dit ras een flinke produktie gaf. Maar de tame
lijk schaarse Doyenné du Cornice laat ook een dalende tendens
zien.
Na veiling Goes heeft ook Kapelle besloten tot koelhuisver
nieuwing. Het zijn investeringen die ettelijke miljoenen vragen.
Maar de kost gaat voor de baat uit. Eventuele fusie wordt er niet
door vereenvoudigd, maar op korte termijn ziet ook niemand
dat gebeuren. De veilingomzetten zijn het laatste jaar fors ges
tegen en dat geeft bovendien weer wat lucht om afzonderlijk
verder door het leven te gaan. Elke veiling ziet dan ook de
toekomst met vertrouwen tegemoet. Krabbendijke maakt de
beste prijzen en laat al jaren een gezonde groei zien. Goes telt in
het ray n opvallend veel jonge of verjongde bedrijven, mede
door de verkaveling De Poel-Heinkenszand. En Kapelle ten
slotte mag eveneens door de verkaveling goede verwachtingen
koesteren voor een toenemende omzet en betere kwaliteit in de
komende jaren, want er is en wordt veel geplant. Het is dan ook
onbegrijpelijk dat de heer Van Soest op de fruitteeltdag zo
Met de kleinfruitteelt
is het de laatste jaren achteruit gegaan wat betreft de
areaaloppervlakte. De onbevredigende bedrijfsresultaten
zijn hiervan grotendeels het gevolg geweest. Er moeten
vele arbeidsuren worden besteed terwijl het produkt soms
industrieel verwerkt wordt. Tegen de met goedkope arbeid
geoogste produkten o.a. uit Oost-Europa is dan nauwelijks
meer op te boksen. Italië heeft het grootste deel van onze
export markt in West Duitsland voor glasaardbeien vero
verd. Daar kunnen ze die vroege aardbeien telen onder
plastic tunnels en van de volle grond. Hun oogst valt tege
lijkertijd met de oogst van onze glasaardbeien. Daartegen
is niet te konkureren. Bij ons zijn de kosten dan te hoog.
Op teelttechnisch gebied heeft men echter niet stil geze
ten. Er zijn andere en betere rassen gekomen, de produktie
is opgevoerd en de kwaliteit verbeterd. Hoe ziet het er nu
voor de toekomst uit?
Het lijkt niet rooskleurig, schrijft ir. J. Dijkstra van het Proef
station voor de Fruitteelt te Wilhelminadorp in het maandblad
bedrijfsvoorlicht van het ministerie van Landbouw.
Toch zal men de toekomst in het oog moeten houden waarbij
dan twee richtingen kunnen worden aangeven. A het aanbieden
van een produkt voor de verwerkende industie tegen konkure-
rende prijzen, b het zich meer richte op produktie voor de verse
markt.
Willen we de industriële richting uit dan zal er vooral bij het
houtige klein fruitgewassen gestreefd moeten worden naar
schaalvergroting. Hier moeten dan machines worden aange
schaft die het oogstwerk snel en goedkoop uit kunnen voeren. In
Engeland beschikken ze b.v. over zwartebessen oogst machines,
waarmee al driekwart van het areaal wordt binnengehaald. Bij
oppervlaktes van 20 tot 30 ha worden hiermede de oogstkosten
met 75% teruggebracht, waardoor globaal de kostprijs met
0,75 per kilo zou kunnen dalen.
Niet voor iedere teelt zijn er al oogstmachines. Wel wordt ge
probeerd frambozen zo te oogsten, maar er treedt toch nog te
veel beschadiging op. In Nieuw Zeeland ontwikkelt men een
methode, waarbij de frambozen horizontaal gebonden worden
geteeld, met vlak daaronder een tafel en een opvang scherm,
breiding voor de uienteelt welke het afgelopen jaar heeft plaats
gevonden. De omvang van de uienoogst is overal aanzienlijk
groter dan ooit tevoren. Men spreekt over een produktie die 40%
groter is dan het gemiddelde van de drie voorafgaande seizoenen.
Het vorig jaar was er een kleine oogst, vooral in Nederland en
Engeland. De Nederlandse uienoogst 1977 zal alweer volgens het
Produktschap, bijna 600 miljoen kg gaan bedragen. Daarin zit
dan een kwantum van 536 miljoen kg zaaiuien. Dit is een theo
retische benadering van de omvang van de produktie. In de cijfers
over de handelsproduktie die straks beschikbaar komen zal men
deze hoeveelheid zaaiuien niet aantreffen want het is duidelijk
dat veel uien dit jaar onverkocht zullen blijven. Het Produkt
schap voor Groenten en Fruit gebruikt de indikatie van een
produktie van 536 miljoen kg dan ook alleen om gegevens te
verschaffen over de omvang van het gedeelte dat niet verkocht zal
worden. Na een aantal berekeningen komt het Produktschap
voor Groenten en Fruit tot de konklusie dat het niet onmogelijk
is dat er dit jaar in ons land 155 miljoen kg zaaiuien onverkoop
baar zullen blijken te zijn geweest, dat is ongeveer 30% van het
totale kwantum dat beschikbaar was.
E r kan ook worden gesteld dat gezien de omvang van de oog
sten in het buitenland, de Nederlandse uienexporteurs tot dusver
wonderen hebben verricht. Fr werd nog meer naar het buitenland
verladen dan in het tot nu toe grootste exportseizoen 1975-1976.
West Duitsland bleef als vanouds de grootste afnemer, andere
Europese landen kochten belangrijk minder dan voorheen. De
export van uien naar verre landen als Afrika, Azië en Amerika
nam toe van 15 miljoen kg het vorig jaar tot 61 miljoen kg tot nu
toe. Deze verre export maakt tot op heden 26% uit van onze
totale uienexport.
Vooral de uitvoer naar Azië is sterk gegroeid en daarbij vooral
aandrong op fusie. Hij ging zelfs zo ver dat hij zonder fusie een
verdere ackteruitgang van de fruitteelt verwachtte. Geen won
der dat zijn kritiek niet bij iedereen in goede aarde is gevallen.
We mogen vertrouwen dat de veilingen zullen bewijzen dat hij
ongelijk had. Of niet?
We hebben het persoonlijk niet zo begrepen op die hele grote
veilingen, omdat je daar al vlug een nummer wordt. De direk-
teur zit meestal op zo'n hoge troon, datje tiem nauwelijks kunt
zien. Het persoonlijk kontakt met het personeel is meestal min
der dan op een kleine veiling. Toch schijnt het mee te kunnen
vallen. We spraken kortgeleden een paar bloementelers die hun
produktie in Aalsmeer veilen. Een veiling met meer dan 500
miljoen gulden omzet, bijna 15 maal zo veel als de BevelandSe
fruitveilingen samen. Naar verhouding van het totaal vormen de
Z.-Bevelandse bloemen maar een beetje, maar toch wordt men
zo gewaardeerd dat er jaarlijks een delegatie naar hier komt
voor toelichting en voeling. Het was over het algemeen een
bevredigend jaar voor de bloementelers. Op Zuid Beveland
leggen de meesten zich toe op de teelt van anjers. De kwaliteit is
goed en over het (gemeenschappelijk) vervoer is men zee goed
te spreken.
Minder goed gaat het nog steeds met de grove tuinbouwgewas-^,
sen (of intensieve akkerbouwgewassen) als uien, wijnpeen, kool,"
enz. Met name de uien zijn welhaast waardeloos, want 1 V2 a 2
cent per kilo kan men eigenlijk geen prijs noemen. Het beste zou
zijn als de helft van de voorraad vernietigd werd, dan kreeg je
voor de rest misschien nog een redelijke prijs. Maar dat is theo
rie, in de praktijk is zoiets onuitvoerbaar. Een lichtpuntje vormt
de knolselderij, die wordt na een slechte najaarsstart thans zeer
redelijk betaald. Met de vorst is ook de prijs van spruiten en prei
flink aangetrokken. Met tijdig binnenhalen van prei vóór de
vorst is vaak aardig te verdienen. Het gaat er steeds om de
kansen te benutten. Het is een slecht land waar het niemand
goed gaat. Wel hebben we vaak de indruk dat het aantal kansen
dat men in de agrarische sektor krijgt gemiddeld te klein is.
Welke kansen krijgt b.v. de aardappelen- en uienteler dit win
terseizoen?
waardoor de valhoogte gering is en beschadiging beperkt blijft.
Ook bij de aardbeien zijn ontwikkelingen aan de gang voor
mechanische oogst. Grootste probleem is de ongelijktijdige»rij
ping van de vruchten. Het zijn ontwikkelingen die nog uitge-*
werkt moeten worden. Toch ziet het er niet naar uit dat we in
Nederland ons zullen richten op industrieverwerking van de
produkten.
Dan blijft er de verse markt over, waarvoor een kwaliteitspro-
dukt dat goed houdbaar is geteeld moet worden. Die houd
baarheid komt door de weersomstandigheden nogal eens in de
knel. Bovendien kunnen lang niet alle produkten op de bin
nenlandse markt volledig worden afgezet voor direkte kon-
sumptie. Een gedeelte zal toch steeds moeten worden verwerkt
door de industrieën. Gemiddeld worden de aardbeien voor de
helft geconsumeerd in een verse toestand. Ook rode bessen zijn
goed gevraagd voor direkte konsumptie.
Om een betere prijs te verkrijgen zou spreiding van de aanvoer
ideaal zijn. Dit is te bereiken door spreiding van rassen en
nieuwe rassen die speciaal daarop zijn gekweekt. Ook een plas
ticbedekking van de houtig-klein fruitgewassen kan een sprei
ding in oogst geven. Met aardbeien zijn er wat dit betreft ook
vele mogelijkheden. Daarnaast is er ook de machines van z.g.
doordragende rassen. Wanneer hierbij de eerste bloemtrossen
worden weggenomen kan de oogst van half juli tot eind oktober
doorgaan. Ook een mogelijkheid is de z.g. zomerteelt met ge
koelde wachtbedden. De planten worden op een wachtbed ge
zet, in januari of december gerooid, in plastic verpakt of in
kisten bewaard bij een temperatuur van ongeveer - 2C tot mei
juni, en daarmee geplant.
Na het planten geven ze ongeveer twee maanden later oogstbare
vruchten.
Areaalvermindering van kleinfruit heeft o.a. tot gevolg dat het
aanfal ter zake kundige voorlichters gaat afnemen. Hierdoor
vermindert het onderzoek. Toch zal de voorlichting op peil
gehouden moeten worden, wil men de overblijvende telers ook
in de toekomst van advies dienen. Zakt het peil van de voor
lichting dan zal ook het rendement bij de teler kunnen dalen
waardoor dan wederom het areaal inkrimpt en waardoor de
voorlichting nog minder wordt.
naar landen als Maleisië, Libanon/ Saoedi Arabië en Sri-Lanka.
Aangenomen moet worden dat wanneer in april - mei Egypte aan
de markt komt met uien van de nieuwe oogst, het met de afzet van
ons produkt in die landen gebeurd zal zijn. Voorlopig is het wel
interessant wat daar is gebeurd en mogelijk zijn er blijvende
kontakten gelegd voor volgende seizoenen. Overigens zijn onze
exporteurs niet de enigen die de weg naar deze landen hebben
gevonden want ook vanuit Spanje is heel wat geleverd aan deze
landen in het Midden-Oosten. Verder zien we dit seizoen ook
weer heel sterk dat de prijzen van een produkt verderop in de
distributieketen veel minder sterk reageren op de omvang van het
aanbod dan aan de basis. Bij de telers heerst, zeker voor een
produkt als uien waarvoor geen minimumprijs bestaat, de ijzeren
wet van vraag en aanbod en we zien waartoe dit kan leiden.
Daar de distributiekosten van de handel grotendeels bestaan uit
vaste bedragen per collo of kilo wordt de marge en dus ook de
verkoopprijs slechts ten dele beinvloed door de hoogte van de
inkoopprijs. Terwijl de telereprijs in januari uitkwam op 12% van
de prijs van het vorige seizoenen kwam de Nederlandse detail
handelsverkoopprijs volgens het C.S. naar gegevens op 15 de
cember op 101% van het gemiddelde van de twee voorgaande
seizoenen. De Nederlandse groothandelsverkoopprijs kwam op
60% en de West Duitse op 64% van de twee voorgaande jaren.
Spanje dat twee tot tweeen half maal zoveel uien produceert als
Nederland heeft dit jaar ook een ongekend grote produktie ge
had. In januari is de Spaanse export ongebruikelijk groot ge
weest. Spanje is voor de afzet veel op Engeland georiënteerd,
Nederland op West-Duitsland. Spaanse uien zijn overwegend
wat zachter van smaak dan de Nederlandse en hebben een gro
tere maat. Die grotere maat doet het bij sommige afnemers
overigens goed want ook in ons land worden de grote Spaanse
uien nog regelmatig ingevoerd.