Weinig waardering
van de Tuinbouwkommissie
der Z.L.M. voor E.E.G. beleid
O
I
D
D,
D e tuinbouwers in de huidige E.E.G. zijn
vrijwel allen beducht voor de gevolgen van
uitbreiding van de gemeenschap door toetre
ding van Spanje, Portugal en Griekenland. Tot
nu toe voelden Italië en Frankrijk zich sterk
door hun warme klimaat en vrij lage lonen,
maar thans zijn ze ook allerminst op hun ge
mak. Dit te meer omdat vooral Spanje, met een
zeer laag loonpeil, voor hen angstig dichtbij is.
Daarom hebben de genoemde landen voor
stellen gedaan die ten doel hebben hun positie
te versterken en konkurrentie te vergroten. De
voorstellen, die nu ten dele door de Europese
Kommissie zijn overgenomen zijn ook voor
Nederland van belang. Zo is er b.v. sprake van
een re-konventie premie oftewel een subsidie
bij het rooien en herplanten van boomgaarden.
Dit punt werd uitvoerig in de kommissie bes
proken. De bedoeling is duidelijk, in Frankrijk
en ook in Italië is er een flinke achterstand bij
de vernieuwing van boomgaarden en via sub
sidie wil men hierin verbetering brengen.
Reeds is gebleken dat bijna alle vertegenwoor
digers van de EEG lidstaten en het voorstel
willen steunen. Hoewel in Nederland en zeker
in Zeeland en West-Noord Brabant de achter
stand in vernieuwing kleiner is dan elders, kan
men moeilijk in zijn eentje tegen de stroom
oproeien. Dat was ook de mening van de ver
gadering. Wel is er vrees voor een eventuele
produktiestijging! als gevolg van zo'n subsidie,
doch anderzijds vormt een paar duizend gul
T ot nu toe kon bij fusie van telersverenigin
gen in de EEG gedurende 1 jaar steun worden
gegeven ten bedrage van resp. 3,2 en 1 van de
geldelijke jaaromzet. Vooral in Frankrijk is
daar veel gebruik van gemaakt. In Nederland
heeft men deze regeling die niet dwingend was
voorgeschreven slechts een paar keer toege
past, bij fusie van fruitveilingen. Voorgesteld
wordt nu de regeling te verbeteren door steun
over 5 jaar te verlenen (5 - 4 - 3 - 2 en 1 - totaal
15%) en tevens dwingend voor te schrijven.
landbouwschap TuinbouwjouMaal
p vrijdag 10 februari j.l. kwam de Tuinbouwkommissie van de Z.L.M. voor 't eerst
bijeen in de nieuwe samenstelling. Voorzitter M.J.Goud sprak in zijn openingswoord een
speciaal woord van welkom tot de heren M.A. Schenk en A. van Hoeve, die voor 't eerst
een vergadering van de kommissie bijwoonden. Tevens uitte hij zijn waardering voor de
aanwezigheid van de heren ir. H. Sytstra en R. Hoiting.
Uien blijven goedkoop
oor de vertegenwoordigers van diverse
tuinbouwsektoren werd verslag uitgebracht
van de gang van zaken. Bij de glastuinbouw is
het wat de groenten betreft nog vrij rustig,
hoewel de eerste komkommers weer al zijn
aangevoerd. De sla was in december te laag in
prijs, maar in januari volgde een opleving. Wat
de groenteteelt in de vollegrond betreft blijft
het vooral met de stapelprodukten nog steeds
huilen. Uien zijn welhaast onverkoopbaar,
wijnpeen eveneens, bewaarkool is erg goed
koop. De prijs van witlof valt mee, de produk-
tie per kuil valt echter plaatselijk tegen. Prei
was goedkoop, maar steeg scherp in prijs bij het
invallen van de vorst. Knolselderij is goed ge
vraagd. De vergadering was van mening dat
groenteteelt op het akkerbouwbedrijf goed op
zijn plaats kan zijn, maar dan jaarlijks met een
weloverwogen keuze. Eén jaar achter de markt
aan zaaien is fout, dat is eens te meer gebleken.
Door de sterke uitbreiding van gelegenheids
telers zit de zaak nu in de soep.
Gladiolenteelt op grote schaal
e tulpen, irissen en grote maten van gla
diolen brengen of brachten bevredigende prij
zen op. Met name bij de tulpen en nog meer bij
de gladiolen is men beducht dat er als reaktie
op de goede prijzen te sterk zal worden uitge
breid. De oogst van gladiolen bleef door de
weersomstandigheden beneden normaal;
waarbij vooral de grote maten relatief schaars
waren. In een goed "groei-jaar" is er vooral bij
uitbreiding veel kans op overproduktie met la
ge prijzen.
De gladiolenteelt wordt steeds meer gemecha
niseerd, waardoor er al bedrijven zijn met 50 -
60 ha. Het wordt een massaprodukt dat op een
beperkt aantal gespeciaüseerde ondernemin
gen wordt geteeld. Bij dit alles kan de gezond
heid en zuiverheid van het gewas echter in de
knel komen. Daarom zijn er ook kansen voor
kleine bedrijven die zich toeleggen op selektie
en op rassen die met de hand moeten worden
gerooid. Bij de boomkwekerij is er steeds meer
virusvrij materiaal voorhanden. De vraag van
uit Oostbloklanden, speciaal ook uit Oost-
Duitsland, is sterk afgenomen.
Fruitprijs valt thans tegen
n de fruitteelt is er, na de goede prijzen in
zomer en najaar, thans sprake van enige te
leurstelling. Weliswaar is het prijspeil nog niet
ongunstig, maar het is duidelijk lager dan enige
tijd geleden. Velen hadden een vrij kleine oogst
in 1977 en als daarmee rekening wordt gehou
den dan zullen bij menigeen de bedrijfsresul
taten uiteindelijk niet meevallen. Bij de appels
wordt zeer veel import van het zuidelijk hal
frond verwacht iDaarom lijkt het verstandig dat
er in een behoorlijk tempo wordt geruimd.
Zeer opmerkelijk is dat de Franse Golden De
licious zich uitstekend handhaaft met een im-
portprijs van 1,60 k 1,70 per kg, terwijl de
Nederlandse Golden nogal in prijs is gedaald.
Het prijsverschil is daardoor Üians erg groot.
Dit moet te denken geven over de aspekten
kwaliteit en presentatie.
Toch is er nog tamelijk wat export van onze
Golden naar België en zelfs naar Frankrijk.
België had een kleine fruitoogst en voor de
Fransen zijn de eigen appels wellicht wat te
duur. Het effekt van de kwiksinaasappels is
moeilijk te schatten. In België is het gebruik
van sinaasappels sterk gedaald. In Nederland
was de daling veel kleiner. Zal men nu meer
appels gaan eten? Misschien wel, maar er is ook
kans dat de sinaasappelen straks aanzienlijk
goedkoper worden aangeboden en dan, als de
schrik wat over is, juist weer meer gegeten zul
len worden. Het pneumatisch snoeien bete
kend een aanzienlijke vooruitgang, er is sprake
van een duidelijke tijdwinst, wat ook nodig was
want op menig bedrijf kwam men vorige jaren
niet op tijd klaar met de snoei.
Subsidi# bij herinplant?
den premie per ha zo'n klein deel van de totale
investeringskosten dat een en ander wel mee
kan vallen. Onduidelijk is echter nog de ver
dere uitwerking van een eventueel besluit.
Wordt het een nationale premie of een subsidie
uit de Brusselse pot? Wordt het een dwingend
toepassen van de regeling of een keuze moge
lijkheid? Wordt het een vast bedrag of een
rente percentage, dan wel een aangeven van
een maximum? De vrees werd geuit dat even
tueel Frankrijk alle mogelijkheden maximaal
zal benutten en ons land slechts voor het mini
male zal meedoen. Gekonstateerd werd dat
vooral Frankrijk goede vertegenwoordigers
heeft die precies hebben aangevoeld dat zo'n
voorstel na een kleine fruitoogst het meeste
kans zou hebben. Tevens dat een warrig beleid
wordt gevoerd als men nog van een beleid kan
spreken. Twee jaar na een rooipremie, die vol
gens iedereen onvoldoende effekt had omdat
er te weinigjgebruik van werd gemaakt, komt er
nu een herinplantingspremie. Als die goed
werkt hebben we al vlug een forse overpro
duktie, want het geen gerooid werd levert
10.000 k 20.000 kg per ha op en de nieuwe
aanplant meer dan het dubbele. Als de premie
niet goed werkt, heeft hij ook geen zin. Zeer
belangrijk is nu dat onze vertegenwoordigers
zowel bij de EEG besprekingen als op natio
naal niveau voldoende voor de Nederlandse
belangen waren. Dat is zeer hard nodig.
c. Mogelijkheid (fakultatief) om voorschriften
van telersverenigingen (b.v. veilingen) ook
van toepassing te verklaren voor niet aan
gesloten telers, zodat deze b.v. ook mee
moeten betalen aan de kosten van reklame
d. Verbetering van de kommunautaire prefe
rentie. Daarvoor moeten mogelijkheden
worden geschapen om goedkope invoer te
belemmeren als daardoor eigen produktie
in gevaar komt
e. Berekening invoerprijzen in het kader van
het referentieprijs systeem. Wat Nederland
betreft alleen van belang voor de tomaten
f. Bijdrage regeling voor bepaalde soorten
verwerkte groenten en fruit, speciaal ten
behoeve van de kontraktteelt. De bedoelde
produkten zijn tomaten, perziken, abriko
zen en pruimen. De regeling is bedoeld als
steun voor het Middellandse Zeegebied^
Al met al een heel programma in hoofdzaak
ten gunste van Frankrijk en ten dele van Italië.
Deze landen hebben weliswaar een grote stem
in het kapittel, groter dan Nederland. Toch was
de vergadering van mening dat onze mensen er
wat slagvaardigheid, argumentatie, presenta
tie, overredingskracht enz. nog van kunnen le
ren.
Opgemerkt werd nog dat bij het vaststellen van
een interventieprijs rekening moet worden ge
houden met de afstand naar de konsument. Bij
het huidige systeem gaat voor Nederland het
De mechanisatie in bollenteelt neemt toe
Steun bij veilingfusies
De vergadering was van mening dat men niet
tegen dit voorstel kan zijn. Wel zal Frankrijk
hiervan waarschijnlijk weer wel het meeste
profiteren want daar weet men het beste hoe
dat moet.
Andere voorstellen
.A. ndere voorstellen zijn:
a. Mogelijkheid om kwalitatief onbetrouw
baar fruit tegen interventievergoeding van
de markt te weren
b. Mogelijkheid te bieden voor preventieve
interventie waarbij de mindere kwaliteiten
direktlvan de boom (of nog aan de boom)
tegen interventieprijs vergoed worden
voordeel van de gunstige geographische ligging
geheel verloren.
Overige punten
X n 't kort ('t was al laat geworden) werden de
takvisies betreffende de fruitteelt, groenten-
teelt op de volle grond en de boomkwekerij
besproken. Bij de rondvraag kwam de voor
lichting voor de bloembollen, grove tuinbouw-
en zaad teelt ter sprake.
Ir. Sytstra deelde mee dat in de vakatures voor
de heren Stienstra en Vader is voorzien. De
man voor de grove tuinbouw is inmiddels al in
dienst. De nieuwe bloembollenman moet nog
worden gekeurd en als dat goed verloop kan hij
ook beginnen.
Beiden hebben echter uiteraard een inwerkpe-
riode nodig. Pas over ongeveer een jaar kan
daarna beter worden bezien in hoeverre er iets
aan de zaadteelt kan worden gedaan.
De heer Schenk antwoordde naar aanleiding
van een opmerking over vrij veel stagnatie bij
het mechanisch koppen van populieren dat het
nieuwe kopapparaat, ondanks proffessionele
bouw, inderdaad nog kinderziekten heeft. Die
zullen echter vrij snel uit de wereld zijn en dan
is het een prima machine met een voortreffe
lijke enthousiaste chauffeur.
Hierna sloot de voorzitter de vergadering.
A.v.O.
Glasafbraakregeling
De tijdelijke glasafbraakregeling welke in 1975 en 1976 heeft
bestaan loopt nu ongeveer ten einde. Van de ruim 1600 aan
vragen die betrekking hadden op ruim 500 ha, zijn rond 1300
aanvragen goedgekeurd.
Rentesubsidieregeling
De wijzigingen in de rentesubsidieregeling, waarbij o.a. de
maximale subsidiabelê lening is teruggebracht tot 300.000,—
per bedrijf zijn goedgekeurd door de Europese Kommissie. De
maximale rentesubsidie is 5% over de eerste 100.000,— sub
sidiabele lening en 3% over de volgende 200.000,—
Ook de regeling met betrekking tot de uitbreiding van de glas
tuinbouw en de champignons is gewijzigd. Voor zover investe
ringen in deze sektor betrekking hadden op of samenhingen met
een uitbreiding van het areaal, was de rentesubsidie slechts 1%.
Nu wordt de regeling als volgt: Als na voltooiing van het ont
wikkelingsplan niet meer dan tweevolwaardigeiarbeidskrachten
op het bedrijf werken, is de normale rentesubsidie mogelijk over
een leenbedrag voor uitbreiding van 75.000,— Zijn er twee of
drie volwaardige arbeidskrachten op het bedrijf werkzaam na
de voltooiing van het ontwikkelingsplan dan geldt een plafond
van 50.000,— voor het leenbedrag. Wanneer drie of tpeer
volwaardige arbeidskrachten op het bedrijf werken komt een
uitbreiding niet voor rentesubsidie in aanmerking.
Vestigingsbeleid glastuinbouw
In verschillende delen van het land, met name in het noorden en
oosten, wordt de laatste tijd opnieuw gesproken over de vesti
ging of uitbreiding van glastuinbouw. Argumenten hiervoor zijn
goedkopere grond, het niet zoute water en vooral ook de grote
werkloosheid. De afdelingen Bloementeelt en Groenteteelt van
het Landbouwschap hebben hierin aanleiding gevonden om alle
voor- en nadelen van een dergelijke ontwikkeling eens op een
rijtje te zetten. Een standpunt van het bedrijfsleven hierover is te
meer noodzakelijk, omdat de vestigingsproblematiek van de
glastuinbouw ook al enkele malen in de Tweede Kamer aan de
orde is geweest.
Tuinbouw als nevenbedrijf
In het Landbouwschap vindt thans een diskussie plaats over een
verschinsel dat de uitoefening van de landbouw als nevenbedrijf
weer toeneemt. Vooral in de intensieve landbouw (varkens,
kippen en pony's) maar ook in de tuinbouw is dit het geval
omdat hiervoor maar weinig grond nodig is. Allerlei faktoren
spelen hierbij een rol zoals de werkloosheid en de wens om*
buiten te willen wonen. In verband met de vele nadelige kanten
hiervan voor de eigenlijke beroepsmatige landbouw heeft het
Landbouwschap besloten aan deze problematiek bijzondere
aandacht te besteden. De hoofdafdeling Tuinbouw zal dit doen
voor de tuinbouwsektor.
Invoer van snijbloemen uit derde landen
In 1975 werd door de Europese Kommissie toegezegd dat zij
vóór 1 januari 1978 rapport aan de Raad zou uitbrengen over de
invoer van rozen en anjers uit derde landen. Dit rapport is thans
uitgebracht. Het bevat vrijwel uitsluitend statistische gegevens
over het areaal binnen de EG, de invoer in de verschillende
landen van de EG en de landen van herkomst. De invoer in de
Gemeenschap van anjers steeg van 13 miljoen gulden in 1972 tot
63 miljoen gulden in 1976; de invoer van rozen was in 1972 19
miljoen gulden en in 1976 34 miljoen gulden. Het grootste deel
hiervan ging naar Duitsland.
Steun voor aanpassing van appel - en pereboomgaarden
De Europese Kommissie heeft voorgesteld de beperking dat aan
het vernieuwen van boomgaarden door de lid-staten geen steun
mag worden verleend, op te heffen. De voorstellen zijn gedaan
om omschakeling te bevorderen op rassen die beter aan de
regionale produktievoorwaarden en aan de gewijzigde vraag
voldoen. Het Landbouwschap acht deze fundamentele wijziging
- het omzetten van een inplantverbod in een inplantplicht - In
het struktuurbeleid vergaand. Daar ook in Nederland echter
voor een redelijke bedrijfsontwikkeling modernisering van
boomgaarden moet plaatsvinden, pleit het Landbouwschap
voor het opnemen van beide elementen in de treffen steun
maatregelen. Aan de fruitteler wordt in deze gedachte de keus
gelaten zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk te saneren dan wel aan
de gewijzigde omstandigheden aan te passen. Onderscheid in
rassen dient hierbij niet te worden gemaakt, evenmin als het
niveau van de toe te kennen premies.
17