PImϮp
Eten, drinken
en vrolijk zijn
Ook in de Landbouw
nog veel werk aan de winkel J. Scheele
G ewoonte getrouw wordt omstreeks half december in Zeeuwsch-Vlaanderen een studiemiddag gehouden en wel voor
D eze winter werd de^studiemiddag pas gehouden na de eerste
rondgang langs de klubs en wel op 10 januari 1978. Op deze dag
was het juist 25 jaar geleden dat de Stichting ter Bevordering van
het Landbouwkundig Onderzoek in Zeeuwsch-Vlaanderen
werd opgericht. Het bestuur meende dit feit niet ongemerkt
voorbij te kunnen laten gaan. waardoor de studiemiddag pas op
deze wat latere datum is gehouden. In het tweede gedeelte van
deze middag werd dan ook in ruime mate aandacht aan dit
gebeuren besteed.
I n dit verband merkte prof. De Wit op dat ook bij het land
bouwkundig onderzoek de laatste jaren bepaalde gewassen ge
woon zijn blijven liggen t.a.v. veredeling op hogere kg-op
brengsten.
N a de pauze ving het wat feestelijke karakter van de bijeen
komst aan met felicitaties en alle goeds voor de toekomst van de
burgemeester van Terneuzen, de heer C. Ockeloen en de
Hoofdingenieur-Directeur van de Provinciale Directie voor de
Bedrijfsontwikkeling in Zeeland, de heer dr.ir. C.W.C. van
Beekom te Goes. Vervolgens hield de voorzitter, de heer D.P.R.
v.d. Vijver zijn toespraak met een terugblik op de afgelopen 25
jaar en de samenwerking van studieklubs en voorlichting. De
voorzitter haalde aan dat de industriële revolutie van na de
tweede wereldoorlog ook zijn invloed had op de landbouw.
Motorisatie, mechanisatie, chemische bestrijdingen van ziek
ten-. plagen- en onkruid en wijzigingen van werkmethoden
A an onze samenlevingsvormen gaat meestal een meer of
minder lange tijd van kennismaking vooraf. Na die periode
weten we dan zo'n beetje wat voor vlees we in de kuip hebben.
Mogelijke konflikt- stof kan daardoor omzeild worden.
Bij planten, die we te hooi en te gras aanschaffen en in de tuin
poten, kunnen we wat dat betreft voor minder aangename ver
rassingen komen te staan. Want wanneer we bijvoorbeeld me
vrouw de rhododendron zomaar in een kalkhoudende kleigrond
stoppen, dan laat ze ons mooi in de steek: ze moet de zoetigheid
niet. Op een zurige plek daarentegen ontpopt ze zich tot een
onweerstaanbare schoonheid. Met dit voorbeeldje willen we
maar zeggen dat je niet ongestraft iedere plant op elke wille
keurige plek kwijt kunt. Ze hebben allemaal hun eigen voor
keuren.
M aar, zoals gezegd, de liefde moet gevoed worden en de
liefde kan niet van een kant komen. De verlangens van de een
zijn groter dan die van de ander. Teneinde aan die verlangens op
passende wijze tegemoet te kunnen komen, zullen we in hoofd
lijnen wat adviezen geven.
D e heesters zijn het gemakkelijkst in de omgang. Hebben we
bij de aanplant hun bedje goed gespreid, d.w.z. voldoende or
ganische mest (stalmest, compost, tuinturf e.d.) gebruikt bij het
planten, dan is maar weinig bemesting meer nodig.
D e vaste planten zijn, als ze tenminste met oog voor hu leef-
fomstandigheden zijn gekozen, betrekkelijk bescheiden. Een
goede leeftocht is samengesteld uit een organisch bemesting in
de winter, aangevuld met kunstmest 2-3 kg NPK mengmest
12-10-18 per 100 m2 in het voorjaar. Oppassen voor overmatige
giften, sommige planten worden dan te slap en vallen uiteen en
andéren zullen wel flink groeien, maar bloeien.
H oewel het gazon het hongerigst is van allemaal wordt het in
de meeste families maar karig bedeeld. Onkruid- en mosgroei.
straatjesgras en geelverkleuring zijn dan alom.
N og beter dan het opvolgen van deze adviezen is het laten
nemen van een grondmonster door het Laboratorium voor
grond- en gewasonderzoek te Oosterbeek (tel. 085-334041) en
het daaraan verbonden bemestingsadvies ter harte te nemen.
Voor een paar tientjes per jaar hebt U dan zekerheid en zeker
heid is vandaag de dag heel wat waard, nietwaar?
Verslag Zeeuwsche-Vlaamse studiemiddag 10 januari 1978
cn
t-.A.K. - GOES.
alle leden van de elf akkerbouwstudieklubs en andere belangstellenden.
Deze studiedag is de start van de winteraktiviteiten voor de akkerbouwstudieklubs.
Opzet en organisatie van deze aktiviteiten worden uitgevoerd dooi* het overkoepelend bestuur van de landbouwstudiek-
lubs (S.B.L.O.), in nauwe samenwerking met bovengenoemd konsulentschap.
Naast genoemde studiedag volgen als aktiviteiten de instruktiedag op de Landbouwpraktijkschool te Schoondijke en
enkele rondgangen langs alle klubs. Als konsulentschap heeft men hierdoor de mogelijkheid om de resultaten van
onderzoek, opgedane ervaringen en aktuele aangelegenheden op ruime schaal aan de praktijk door te geven.
In het eerste gedeelte van de middag werd een onderwerp be
handeld met aïs titel: "Werk aan de Winkel: ook in de land
bouw". hetgeen werd ingeleid door prof. dr. ir. C.T. de Wit te
Wageningen. Deze constateerde dat:
- Door de snelle en grote veranderingen in het produktieproces,
het aanbod van landbouwprodukten sneller is gestegen dan de
vraag;
- de werkgelegenheid in de landbouw sneller is gedaald dan het
vertrek van arbeidskrachten;
- de bewerkingskapaciteit sneller is toegenomen dan de bedrijfs
omvang.
Dicht bij het maximum
Tevens hebben we, aldus prof. De Wit, in de zeventigerjaren
te maken met het vraagstuk van een markt die aan verzadiging
toe is en leven we thans in een maatschappij waar we te kampen
hebben met strukturele werkloosheid en een krappe voorziening
van grondstoffen en energie.
Het overschot aan arbeid en het tekort (beperking) aan energie
zijn. aldus prof. De Wit. de twee punten die men dagelijks in de
krant leest.
Voorts konstateerde prof. De Wit dat vergroting van de bewer
kingskapaciteit aan een eind schijnt te komen.
De rijsnelheid en de werkbreedte van de grote landbouwma
chines zijn heel dicht bij hun maximum.
Het tijdperk van de ontwikkeling van de mechanisatie schijnt
dus voorbij te zijn. De automatisering moet echter nog voor een
groot deel op gang komen.
De energiebronnen (gas) in Nederland zijn niet onuitputtelijk,
hetgeen aankoop van energie in het buitenland noodzakelijk
maakt. Dit kost geld.
Stimulering van export van landbouwprodukten zal noodzake
lijk zijn om mede hierdoor geld beschikbaar te krijgen.
De landbouwproduktie zal uitgevoerd moeten worden met zo
laag mogelijke energiekosten en een streven tot zo hoog moge
lijke kg-opbrengsten per ha.
Dit kan alleen bereikt worden door betere beheersing van de
produktie-omstandigheden. b.v. een goede waterbeheersing, de
juiste hoeveelheid stikstof en deze op tijd. aangewend, de
grondbewerkingen aanpassen aan de omstandigheden en af-,
stemmen op het doel waarvoor ze bestemd zijn, de toepassing
van chemische middelen voor ziekten,- plagen- en onkruidbe -
strijding allen dan wanneer het nodig is, enz.
De laatste 25 jaar zijn de kg-opbrengsten van de gewassen aan
zienlijk gestegen, maar per eenheid produkt is het energiever
bruik hetzelfde gebleven. Daarom is het voor de toekomst no
dig. aldus prof. De Wit:
- zuiniger met energie te zijn;
- de bewerkingen en bestrijdingen beter en op tijd uit te voeren en
dit alleen doen wanneer het nodig is;
- er meer voorlichting gegeven wordt o.a. ten aanzien van de
noodzaak tot uitvoering van bestrijdingen met chemische mid
delen;
- er een ruimere gewassenkeuze is.
Kosten drukken.
Bij de veldbonen is door middel van vijf jaar veredeling de
kg-opbrengsten opgevoerd van 3 tot 9 ton per ha en dit zonder
stikstofbemesting.
Dit als voorbeeld dat door wijziging van gewassenkeuze het
energieverbruik kan dalen en een gewas te telen is dat toch zeer
produktief kan zijn en tevens kan voorzien in een bepaalde
behoefte aan eiwit.
Ook de arbeid werd door prof. De Wit in zijn betoog betrokken.
Om te komen tot zo hoog mogelijke kg opbrengsten met een
beperkt gebruik van energie zal mogelijk meer arbeid moeten
worden ingezet. Dit zal financieel pas aantrekkelijk worden
wanneer de prijzen van de produktiefaktoren in een andere
verhouding komen te staan. Dit houdt in dat naar verhouding de
arbeidskosten lager komen te liggen. Op dit moment is dit nog
een wensdroom, aldus prof. De Wit, maar voor de toekomst toch
niet ondenkbaar.
Extra belasten van grondstoffen en energie kunnen dan wel eens
de opbrengst zijn ter financiering van een gedeelte van bepaalde
sociale premies.
Prof. De Wit had door zijn boeiend betoog een aandachtig
gehoor van zo'n 250 aanwezigen. Tijdens de discussie werden
een aantal vragen beantwoord waaruit nogmaals bleek dat de
inleider zeer breed georiënteerd is, hetgeen de belangstelling
levendig hield.
Terugblik op 25 jaar
kwamen zo vlug opzetten dat voorlichting en uitwisseling van
ervaringen zeer hard nodig waren. Om deze voorlichting zo
goed mogelijk aan de praktijk door te kunnen geven, werden er
landbouwstudieklubs opgericht. Om deze klubs voor langere
tijd in stand en aktueel te houden, was het nodig dat er een
overkoepelend orgaan van de klubs in het leven werd geroepen.
Deze kon dan gezamenlijk met de voorlichtingsdienst de pro
blemen bespreken en aktiviteiten opzetten. Dit werd dan ook
door enkele mensen met een zeer vooruitziende blik onderkend
en kreeg gestalte door de oprichting van de "Stichting ter Be
vordering van het Landbouwkundig Onderzoek" in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Door deze zeer nauwe samenwerking van Stichting en Voor
lichtingsdienst kon er elk jaar een zeer gevarieerd en aantrek
kelijk programma worden opgezet en uitgevoerd.
Dit betrof zowel: demonstraties (waarvan verschillende op lan
delijk niveau), tentoonstellingen (sommige met belangstelling
van de T.V.), instruktiedagen, lezingen voor de klubs afzonder
lijk (drie a vier per winter), exkursies, wedstrijden en als start
van elk winterprogramma een gezamenlijke bijeenkomst (Stu
diedag) voor alle klubs (zoals deze middag). Op deze laatste
waren soms zeer prominente personen aanwezig, zoals de Di-
rekteur Generaal voor de Landbouw en het bestuur van het
landbouwschap.
Een eresaluut aan die enkelingen die destijds de stoot tot op
richting van deze Stichting maar meer nog tot deze samenwer
king hebben gegeven, is zeker op zijn plaats.
Voor de toekomst zullen ten aanzien van deze Samenwerking,
aldus de voorzitter, aanpassingen noodzakelijk zijn. De voor
zitter sprak zich uit hierin alle vertrouwen te hebben, aangezien
de leiding (voorzitterschap) van de Stichting na deze dag oveF-
gaat in handen van de heer J. Ramondt te Schoondijke. de zoon
van wijlen de heer A. Ramondt, die de grote doorzetter destijds
was tot oprichting van deze Stichting en de intensieve samen
werking.
Na de voorzitter kwam de landbouwkonsulent aan het woord,
eveneens met terugblik op 25 jaar Stichting ter Bevordering van
het Landbouwkundig Onderzoek in Zeeuws Vlaanderen
Hierbij kwamen duidelijk de 25 jaar landbouwontwikkeling
alsook de intensieve samenwerking naar voren.
In een apart artikel is hiervan in de landbouwbladen melding
gemaakt.
C.J. Nouse Beveland B.V.
O ndanks het feministisch strijdgewoel blijft een belangrijk spreekwoord zeggen dat de liefde van de man door de maag
gaat.
De betekenis van die waarheid als een koe strekt echter verder dan de man/vrouw verhouding. Ook bij planten blijkt de
liefde voor een belangrijk deel door de maag te gaan. We kunnen onze bloemetjes en boompjes nog zo zorgzaam
koesteren, wanneer we van tijd tot tijd niet voor een welvoorziene dis zorgen dan zal in plaats van vrolijkheid, kleurloos
chagrijn ons vruchteloos deel worden.
De basis voor een lang en gelukkig leven
Voorkeuren die we te weten kunnen komen van'de man die al
langer met ze omgaat: de kweker - hovenier.
Of we gaan in wat boeken levenswijze en verlangens na van de
planten die we willen aanschaffen.
Hebben we zo wat planten uitgekozen waarvan we mogen aan
nemen dat onze tuin een passend verblijf voor ze is, dan is
tenminste de basis voor een lang en gelukkig leven gelegd.
De liefde moet gevoed worden
Heesters, rozen, vasteplanten en het gazon nemen we daartoe als
hoofdgroepen. De individuele verschillen binnen iedere groep
zullen we terwille van de overzichtelijkheid maar verwaarlozen.
Wanneer we bij het samenstellen van de beplanting een beetje
op de voorkeur voor bepaalde situaties gelet hebben, dan kun
nen zich wat dat betreft maar weinig problemen voordoen.
De heesters
Alleen op arme gronden geve men jaarlijks in het vroege voor
jaar ongeveer 5 kg. NPK mengmest 12-10-18 per 100m2.
De rozen
an de rozen hebben we ieder jaar weer grote verwachtingen.
Om die verwachtingen te honoreren moeten ze nogal wat pres
teren.
Eerst groeien dan bloeien, bloeien en nog eens bloeien.
Dat is een energie verslindende bezigheid. Aan het begin van de
reis is een stevig ontbijt een eerste vereiste. In de winter depo
neren we vast wat stalmest rond de voet van de struik (stalmest is
ook verpakt in zakken en gemakkelijk verwerkbaar te koop).
In april strooien we 3-5 kg NPK-mengmest 12-10-18 per 100 m2
en in het groeiseizoen herhalen we die maaltijd nog een of
tweekeer in een hoeveelheid van 1-2 kg per 100 m2.
De eenjarige perkplanten kunnen we wat bemesting betreft op
gelijke wijze als de rozen behandelen.
De vasteplanten
Het gazon
Een stevig menu kan daarin veel verbetering brengen. We be
ginnen in februari-maart. Op grond waarin rijkelijk kalk zit of
klaver en mos voorkomt, strooien we zwavelzure ammoniak. 2,5
kg per 100 m2.
Op andere gronden strooien we kalkammonsalpeter in een
zelfde hoeveelheid. Van mei-sept geven we daarenboven iedere
vier weken 1-2 kg NPK mengmest 12-10-18 per 100 m2.
Grondmonster
15