w ie met de direkteur van de Stichting Public Relations Land- en Tuin bouw Frans Wilbers in gesprek raakt over "zijn" werk is zo nog maar niet uitgepraat. Praatjes vullen geen gaatjes hoor ik hier en daar al zeggen. Frans vertrouwt ons toe, dat vaak het belangrijkste werk van de Stichting van dien aard is dat er naar buiten toe niets van mag blijken. Soms is dat een soort strategie, een "krijgsplan" of een langjarig beleid ten dienste van het image van de landbouw. Er kruipt veel werk in, terwijl van de andere kant niet, zoals bij een produktmatig proces, het effekt is te meten. Unile ver zal b.v. haar toekomstplannen ook niet naar buiten brengen. We werken voor een machtig bedrijf namelijk de gezamenlijke Neder landse landbouw. Een ekonomische grootmacht die de uitvoerwaarde van ons zo geprezen aardgas voor 100% achter zich laat. "Agrariër, pronk toch gerust met je eigen veren!!" Frans A.M. Wilbers V oor het lopende jaar gaan we werken met een budget van één miljoen gulden. Waar komt dat geld vandaan?? Dat is-een unieke zaak. Nederland dat zo vaak door. zijn geestelijke verdeeldheid voor de buitenstaander als een onontwarbare knoop in elkaar zit heeft zich bij de oprichting van de Stichting op haar best getoond. Alle belangrijke groeperingen en in stanties die zich bezig houden met het onder werp landbouw, in de ruimste zin des woords, hebben voor één Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw gekozen. Daaruit komt ook ieder jaar weer het geld om mee te werken. In een meerjarenplan heeft de Stichting gere kend met een kostenstijging van ongeveer 15% per jaar. I n de eerste plaats is dat een waardering voor het landbouwbedrijfsleven. Hun inzicht nu zo'n veertien jaar geleden om iets te onderne men om het "beeld" van de land- en tuinbouw eerlijk te houden en te verbeteren bleek geen doodgeboren kindje. B ij de Slichting zijn nu met Frans Wilbers meegerekend zeven mensen in dienst. Veertien jaar geleden begon Frans alleen met een se- kretaresse voor de administratie. We hadden toen een budget van 60.000 gulden. Er is een tijd gewee'st, zegt Frans, dat we in de winter het drukst waren. We verzorgen veel inleidingen voor agrarische groeperingen. Die inleidingen zijn er nog, maar daarnaast is het werk nu veel E en van die ideeën is de z.g. groene lijn. Een telefoonnummer (070-837700) waarachter twee minuten agrarisch nieuws schuil gaat. Iedere dag opnieuw moet daarop weer wat an ders worden ingesproken. Een alles overdon derend sukses is dit geworden. Het telefoon verkeer wordt ontwricht door de overstelpende hoeveelheid mensen die het nummer draaien, de PTT heeft er protest tegen aangetekend. We hebben een ander nummer met meerdere lijnen ervoor gekregen. Wie die mensen zijn die bellen, dat is niet precies te zeggen, maar zegt Frans, we hebben uit steekproeven de indruk dat ze uit alle lagen van de bevolking komen. Zo'n "groene lijn", hoe kom je er op? Dat is het hem nu juist, zegt Frans, we zien ons zelf vaak De Nederlandse landbouw kan er trots op zijn! Betrouwbaar overkomen Gelijk een veehouder, altijd druk Hardop denken levert ideeën Wat is Public-Relations Preken voor eigen parochie? Iets is nooit te goed! De klagende boer! In gesprek met: I. van Wezel. direkteur Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw Hoeveel rendement dat geld voor de boer en tuinder opbrengt, is niet te meten. Maar dat kan men van het Landbouwschap of een Standsorganisatie evenmin zeggen. Vast staat dat men niet zonder wil. Uniek is ook de Stichting zelf, want in geen van de ons omringende landen bestaat zoiets voor de Landbouw. Geen wonder dat diverse be langstellenden hebben geinformeerd naar de opzet, omdat men jaloers is op een dergelijk goed lopend Public Relationsburo in ons land. Door de B.B.C., de Britse radioomroep, is on langs een uitgebreid programma gemaakt over de opzet en het werk van de Stichting. Zelfs binnen onze eigen landsgrenzen zijn er geen andere voorbeelden te noemen van een dergelijke opzet. Maar alleen aan een idee heb je niet veel. Je moet er ook mensen voor hebben die het uit kunnen werken. Daarmee staat of valt je ini tiatief. Daarmee komen we dan weer terug bij Frans Wilbers. Frans hakte reeds met het public relations- bijltje bij de K.L.M. Maar vraagje hem nu wat wist jij van de boeren in Nederland, dan blijkt dat zeer bescheiden te zijn. Een oud boerde rijtje van een verre neef en nicht. Een beeld van sterappeltjes, spelen in de hooimijt en een ritje op de rug van een goedig paard. "Later tijdens mijn onderduikperiode heb ik ook nog nauw kon takt gehad met de boerenstand. Veel verder ging het niet. Daar ben ik trouwens nu gelukkig mee. Je moet voor dit soort werk niet al te nauw zijn verweven met het praktische gebeuren. Wij moeten de boerenstand proberen te blijven zien met de ogen van de buitenstaander. Dat is de beste waarborg voor een begrijpelijke over dracht van feiten en gebeurtenissen. Geloof waardig en betrouwbaar overkomen, daarmee staat of valt ons werk. Ook al zijn soms de feiten niet zo prettig. Soms kun je daar niet omheen. Daarom spreken we b.v. ook zelf over de "bio-industrie". Het kan zijn dat anderen zeggen, waarom heb je het niet over verede- lingslandbouw. Nu geef je de tegenstander reeds zelf de pap in de mond. Maar hier zit een poging om begrijpelijk en eerlijk over te ko men. Wij proberen dan uit te leggen wat en hoe, begrip op te wekken en de scherpe kantjes van een polarisatie die is ontstaan af te slijpen." 12 meer over heel het jaar verdeeld. Zonder over drijving durf ik nu te zeggen dat onze staf werkt gelijk een veehouder. Anders gezegd je bent met dit werk nooit klaar. Dit is geen werk van uur en tijd. Je "kop" moet er altijd bij zijn want ideeën kunnen altijd geboren worden. Je moet er wel wat voor doen. We komen nog even terug op de voordrachten voor agrarische groepen in Nederland. Dat hebben we helaas een beetje aan banden moeten leggen, zegt Frans. We konden het lichamelijk niet meer aan. De ene dag zat je ergens in het zuiden van Limburg, de volgende dag was de bestemming het noorden van Friesland. Soms in de avond uren, terwijl overdag ander werk wachtte. We gaan nog steeds "de boer" op, maar dan liever voor kringen dan voor afdelingen. Op die ma nier bereik je meer mensen. ublic Relations... wat is dat??? Frans Wilbers zegt... je kunt het ook zo uit drukken "Be good.... and tell it..." Dat is dus weer Engels. Maar je kan het b.v. zo vertalen... "Zet je positieve kanten niet onder de korenmaat", "pronk gerust met je eigen veren". Gelijkertijd moet je dan voorzichtig worden dat je niet vervalt in "eigen roem stinkt". Of zoals de Stich ting zelf zegt: "Doe je zaken goed en laat dat anderen weten." De Stichting is daar nu veertien jaar mee bezig. Hoe ze dat precies doet kunt U een beetje te weten komen in dit artikel. Wat ze allemaal doet is schier onmogelijk om precies weer te geven. Het is zeer veel en het wordt gedragen door een bezielende werklust van de medewerkers. "De huurlingen" van agrarisch Nederland samengevat in zo'n 40 verschillende or ganisaties en groepen;.. als een ideeënfabriek. Tussen de middag eten we hier op het kantoor met zijn allen onze boterham. Gelijkertijd bepraten we met elkaar wat er die dag is voorgevallen, tevens doen we dan aan hardopdenken. Daaruit vloeide het idee "groene lijn" voort. Maar er zijn meer suksessen te melden. In zo'n geval is de maat staf, slaat het idee aan, schiet het wortel. Er is nog een andere groene lijn. Bert Stoutmeijer draagt hiervoor de verantwoordelijkheid. Hij verzorgt voor een grote groep huis aan huis bladen artikelen van allerlei aard, maar steeds met een agrarische inslag. Deze bijdragen worden dan in veel gevallen geplaatst in de diverse bladen met een gezamenlijke oplage van enkele miljoenen. De hoeveelheid reakties hierop is vaak zeer groot. aarom preken voor eigen parochie, vra gen we in onze onschuld. We blijken het mis te hebben. Juist onze voordrachten in de kringen van land- en tuinbouw zelf zijn belangrijk, vindt Frans. Op deze manier houden we de mensen als het ware een spiegel voor. Dat wil len ze ook. Een voorbeeld: Op het platteland komen steeds meer "vreemden" wonen. Men sen die vaak geen enkele binding hebben met de tradities van de streek of dorp. Ze gaan zelfs in veel gemeenten de bestuurlijke posten be mannen, b.v. in gemeenteraden. Onlangs werd ergens een plan aanvaard waarmee de agrari sche stand het niet eens was. Hebben jullie je dan in de gemeenteraad niet laten horen, vroeg ik. Ze moesten het andwoord schuldig blijven, want er was niemand die hen vertegenwoor digde. Niemand had er tijd. Dan komen we met de suggestie, is het dan niet mogelijk dat jullie met zijn allen het aan een bekwame vent uit jullie midden mogelijk maken om wél in die raad zitting te nemen. Kunnen jullie dan met zijn allen dat werk van hem niet opvangen??? Een spiegel, een positief punt van een kontakt tussen de agrarische praktijkgroep en onze Stichting. e zijn geen exportbevorderende instaptie, maar wel kunnen we advies geven op dat ge bied. Door ons werk zitten we midden in het web, met vele draden die naar vele landen lo pen. We signaleren en geven dat door. Een advies is niet bindend. Ze kunnen het zo ver geten. Toch zeggen ze, mensen wordt niet te zelfgenoegzaam. Die tendens is in Nederland te bespeuren. We zijn toch zo goed, 't gaat allemaal lekker, of niet soms?! In de andere landen zitten ze niet stil. Ze leren daar ook wat kwaliteit is. Je moet echt niet denken dat de Duitsers nóg meer gaan eten. Wel zullen ze anders gaan eten. De kunst is om daarop in te spelen en er tijdig bij te zijn. We moeten aan de weg blijven timmeren. Israel heeft b.v. zijn agrarische export in één jaar met 100% verdubbeld. Daar zijn ze voor op pad gemoeten, let wel niet met rommel maar met kwaliteit. Die vingerwijzing naar die kwaliteit word je niet altijd in dank afgenomen. Een opmerking die ik eens in besloten kring plaatste ten aan zien van de Golden Delicious dat die niet ge wild was, net een hap water, verwekte veront waardiging. Maar publikaties uit allerlei vak bladen die hetzelfde beweerden, onderschre ven mijn mening. Die Nederlandse tomaat b.v. bleek helemaal niet meer zo pupulair te zijn als we dachten. Gelukkig wordt er nu met de vleestomaat weer krachtig tegenspel gegeven door de Nederlandse tuinbouw. De gele pa prika is daar ook een voorbeeld van. B elangenbehartiging voor de landbouw. Je moet je voortdurend bezighouden met het be grijpelijk maken van bepaalde verschijnselen. Doordraai van produkten: een moeilijk ver teerbaar onderwerp voor de burger. Prins Claus heeft zich er onlangs nog over uitgelaten, overigens met een sympathiek maar onuit voerbaar idee. De burger; hij verwijt de boer en tuinder het industriële karakter van de land bouw. Maar wat is industrie. Als ze bij Philips een nieuw produkt op de markt brengen zijn daaraan uitgebreide marktonderzoeken voor afgegaan. Bij de landbouw hebben we om het beeldend te zeggen, te maken met zo'n 200.000 kleine Philipsbedrijfjes die ieder voor zich produceren. Je moet de consument uitleggen dat te weinig produktie veel vervelender voor hen is dan te veel. Geen sprekender voorbeeld dan de aardappelen. Overigens hoor je nu niets, nu ze bijna weggegeven worden. Geen enkele consument die van blijdschap een inge zonden stuk in de krant zet. Wie je wel hoort dat zijn de boeren. Terecht. Maar als het goed gaat zijn de geluiden altijd veel voorzichtiger en nauwelijks opvallend. Een klagende boer is geen nieuws zou je kun nen zeggen. Frans vertelt dat onlangs uit een enquête bleek dat 94% van de Nederlandse bevolking de landbouw nodig acht voor het voortbestaan van onze bevolking, maar ze wees ook uit dat 70% vindt dat de boeren altijd kla gen. Wat wij dan proberen is om juist de knelpunten bij het boereninkomen te laten zien, de enorme schommelingen die er jaar in jaar uit optreden. Voortdurend proberen we de zaak uit te leg gen, recht te trekken waar nodig. De boeren stand staat er dus gemiddeld goed op bij de bevolking. i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 12