De maand februari
op het zuidwestelijk
landbouwbedrijf
I
Akkerbouw
D e rentabiliteit van een bedrijf wordt be
paald door: het bouwplan, de kg-opbrengsten
per ha, de prijzen van de produkten en het
kostenniveau van het bedrijf. Wanneer de re
sultaten in het verleden regelaatig onbevredi
gend zijn geweest, verdient het aanbeveling de
gehele bedrijfsopzet eens grondig onder de
loupe te nemen door middel van het opstellen
van een bedrijfsbegroting, eventueel het ma
ken van deelbegrotingen. Mogelijk kunnen
hierdoor oorzaken, zoals een minder dan opti
maal bouwplan, te lage kg-opbrengsten of te
hoge kosten van diverse onderdelen vlugger
worden opgespoord. Blijkt hierbij dat het op
brengstniveau te wensen overlaat, dan is het
zeker de moeite waard de gehele teelttechniek
van alle gewassen eens aan een kritische be
schouwing te onderwerpen, waardoor mis
schien de opbrengsten van diverse gewassen
verbeterd kunnen worden.
I n deze maand moeten toch wel de laatste
beslissingen worden genomen wat betreft het
rondzetten van het bouwplan. Het areaal van
de hoofdgewassen als wintertarwe, suikerbie
ten. aardappelen, uien en bruine bonen staat
al vast maar de resterende oppervlakte geeft
nogal eens problemen.
12
Eerst rekenen,
dan zaaien
Bouwplan
Groenbemesters
in het bouwplan
Grondbewerking
n januari hebben er al weer veel vergaderingen en bijeenkomsten plaatsgevonden. Van
standsorganisaties, verenigingen voor bedrijfsvoorlichting, studieclubs, waterschappen,
suikerfabrieken, coöperaties, particuliere handel e.d. Ook in februari gaat dit nog door,
misschien dan iets minder intensief.
Het is zaak deze zoveel mogelijk mee te maken omdat er altijd wat zaken worden
besproken waarmee U in Uw bedrijf voordeel kunt doen, op welk terrein dan ook.
Ontbreekt U de tijd om veel vergaderingen te bezoeken, dan is het 't beste om een
zodanige keuze te maken uit deze vergaderingen dat U er het meeste profijt van hebt.
Het is bekend dat een groot aantal boeren zich goed op de hoogte houden door het lezen
van vakliteratuur. Voor deze mensen is het goed te wijzen op enkele belangrijke uitgaven
op landbouwgebied:
Handleiding 1978. De chemische bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden in
landbouwgewassen. Verkrijgbaar bij: Consulentschap in Algemene Dienst voor Plan
tenziekten- en Onkruidbestrijding in de Landbouw, Geertjesweg 15 te Wageningen.
Prijs f 2,- Giro 1690875.
53e Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1978. Te bestellen door over
maken van 8,25 op giro 1037754 t.n.v. Leiter-Nijpels B.V. te Maastricht. Zij die de
nieuwste rassenlijst ieder jaar willen ontvangen, kunnen zich als abonnee opgeven.
Bij jaarlijkse vooruitbetaling van 6,75 volgt automatische toezending.
De volgende teelthandleidingen zijn verkrijgbaar bij het Proefstation voor de Akker
bouw en de Groenteteelt in de Vollegrond, Edelhertweg 1, Lelystad, door storting op
giro 2249700 onder vermelding welke teelthandleiding gewenst wordt:
1. Blauwmaanzaad, april 1977 5,—
2. Zaai-uien, juni 1977 6,—
3. Knolselderij en bladselderij, augustus 1977 f 5,—
Aan hetzelfde adres verkrijgbaar: "Bouwboek voor de Akkerbouw". Losbladig systeem
in ringmap. Alle bedrijfsgegevens kunnen hierin op overzichtelijke wijze worden ver
meld, zoals percelen, bouwplan, vruchtwisseling, bemesting, opbrengsten, draiA^e,
grondonderzoek e.d. Prijs 15,— N—
Op zwaardere grond kan ook in februari een bewerking over de vorst goed zijn
Verder dient men zich te bezinnen op de uit
voering van de werkzaamheden, waarbij men
zich kan afvragen of bepaalde werkzaamheden
in loonwerk, individueel of in samenwerking
met collega's en/of loonwerker uitgevoerd
moeten worden. M.a.w. op welke manier kun
nen de beschikbare werktuigen en arbeid zo
doelmatig mogelijk aangewend worden om de
sterke kostenstijging niet onnodig hoog te laten
worden. Misschien kan dit aanleiding geven tot
de overweging om bepaalde werkmethoden te
veranderen, werkzaamheden zelf uit te voeren
of af te stoten of gezamenlijk met collega's uit
te voeren.
De tijd hieraan besteed, vergroot het inzicht in
het bedrijfsgebeuren en komt de rentabiliteit
vlug ten goede.
In dit verband mag nog eens worden gewezen
op Actualiteiten 10, getiteld "Mechanisatie
middelgrote akkerbouwbedrijven". In deze
brochure vindt men een berekening omtrent de
jaarkosten van de basisinventaris op het 30 ha
akkerbouwbedrijf vergeleken met loonwerk en
samenwerking met collega's. De conclusie is
dat - bedrijfseconomisch bekeken - een basi
sinventaris op dit bedrijf en met deze opzet erg
duur uitkomt en dat het tijd wordt om de ba
kens te verzetten. Meer loonwerk? Meer sa
menwerking? Ter bestudering en ter discussie
zeer aanbevolen.
Wij hebben dan nog keuze tussen zomergerst,
groene erwten, kapucijners, vlas, blauwmaan
zaad. korrelmaïs, landverhuur en nog een aan
tal kleine gewassen als stamslabonen, knolsel
derij, spinazie, tuinkers, luzerne e.d. Gezien de
gestegen kosten van de korrelmaïs en de ver
C.A.R. GOES
De bedrijfsvoorlichters,
A. de Regt,
ing. F. van Houts.
liezen die zich nogal eens voordoen is deze teelt
weinig aantrekkelijk meer en moeten we deze
maar gaan vergeten. Jammer van zo'n op het
oog strelend gewas.
Landverhuur dat de laatste jaren in toene
mende mate plaatsvindt, lijkt aantrekkelijk wat
betreft de financiering (voorschotten) en het
afstoten van arbeid. Toch dient men wel te
overwegen of het niet verstandiger is het bedrijf
zodanig in te richten dat men deze teelten ook
zelf ter hand neemt. Immers met het risoco en
de arbeid doet men bij landverhuur toch ook
vaak afstand van de winstmogelijkheden die
gemiddeld over de jaren in dit risico zijn opge
nomen.
Bij het maken van de gewassenkeuze zal men
zich laten leiden door prijsverwachtingen, op
brengstverwachtingen maar ook vruchtwisse
ling en arbeidsorganisatorische aspecten spelen
hierbij een rol.
erder is het ook een goede zaak om deze
maand een plan te maken voor de teelt van
groenbemestingsgewassen. Dit is eigenlijk
noodzaak omdat de organische stofvoorziening
op de akkerbouwbedrijven op een laag pitje
staat. Omdat deze teelt enige moeite kost, laten
we ze dikwijls achterwege, terwijl we toch
kunnen weten dat we hiermee eigenlijk roof
bouw plegen op onze grond. We moeten er
naar streven dat we met groenbemesting en
eventueel andere organische meststoffen ge
middeld per ha en per jaar minimaal zoveel
organische stof aan de grond toevoegen als er
jaarlijks uit verdwijnt.
Hierbij denken we aan de witte- en rode klaver,
Italiaans- en Engels raaigras, wikken en bla-
dramenas. Hopperupsklaver is praktisch ge
heel uit de roulatie en Westerwolds raaigras
wordt vrijwel alleen geteeld voor voederdoel
einden.
Van de witte klaver verkiezen we het ras Ta-
mar, een grootbladige klaver die zeer geschikt
is voor vroege zaai onder dekvrucht granen en
vlas en die de eigenschap heeft van een vlotte
en langdurige groei in de herfst.
Rede klaver is eigenlijk alleen van toepassing
in wintertarwe. Ze verdraagt iets beter een
MCPA bespuiting dan de witte, maar de tarwe
moet wel zo'n 30 cm hoog zijn en er moet met
weinig druk gespoten worden.
Sommige in het najaar gespoten bodemherbi
ciden vergroten de risico's van de klaverteelt.
Tok-Ultra en Chandor zijn wat dat betreft
minder gevaarlijk en bieden de klavers betere
slagingskansen.
Gras levert, mede door de latere zaaidatum, als
regel minder moeilijkheden op. Wil men klaver
zaaien die in het najaar niet is gespoten, dan is
men in het voorjaar aangewezen op het gebruik
van DNOC, Herbogil super, Basagran (puur)
of Faneron (puur).
Engels raai laat zich heel goed gemengd uit
zaaien met zomergerst of zomertarwe. Door
zijn trage bovengrondse ontwikkeling is er geen
gevaar voor te hoog opgroeien in het gewas.
Bovendien bespaart het gemengd uitzaaien een
extra werkgang en dit is een aantrekkelijk as
pect.
Het tot waarde brengen van een groenbemester
via het hoofdgewas gaat het beste met con
sumptie-aardappelen. Bieten doen het ook
goed na klaver, niet zo goed na een grasgroen-
bemester. Zeker niet wanneer deze nat is on-
dergeploegd. Daarom zou als vuistregel kun
nen gelden:
aan aardappelen gaan klavers of gras voor
af;
aan bieten gaat een vlinderbloemige vooraf.
De teelten van groenbemesters in de stoppel
zijn eveneens heel belangrijk maar daar zullen
we ons in de julimaa-id op gaan bezinnen.
O m met weinig bewerkingen straks een goed
zaaibed te kunnen maken voor de fijnzadige
gewassen kan een wintergrondbewerking erg
goed bijdragen. Deze bewerking welke meestal
wordt uitgevoerd met een vaste tandscultivator
over de vorst is vooral voor de wat zwaardere
gronden een goede zaak, maar hoe vroeger in
de winter uitgevoerd hoe beter. Daarom is een
december- en januaribewerking te verkiezen
boven een bewerking in februari. Bij deze be
werking in februari moeten dan wel hogere
eisen gesteld worden aan conditie waarin de
grond verkeert; die moet echt wel behoorlijk
droog zijn anders is het middel erger dan de
kwaal. De bewerking mag ook niet meer zo
diep gebeuren anders wordt er grond boven
gebracht die in de korte periode die ons nog
rest van het zaaien niet meer voldoende ver
weert.
De wintergrondbewerking op onze kalkrijke
klei- en zandgronden kan eigenlijk alleen maar
daar worden uitgevoerd waar de grond goed
doorlatend en goed ontwaterd is. Is dit niet het
geval dan doet zich zelden of nooit een goede
gelegenheid voor om een dergelijke bewerking
uit te voeren.
Wanneer de grond nooit in een goede conditie
is om zo'n bewerking uit te voeren, dan is het
toch wel zaak om eens te bezien of de ontwa
tering wel voldoende is. Een te late winterbe-
werking kan ook als nadeel hebben dat de
grond in het voorjaar te los komt te liggen. Dit
doet zich vooral voor wanneer na de winterbe-
werking en voor de voorjaarsbewerking er geen
regen van betekenis valt.
Om een goed geslaagde groenbemester te kunnen
krijgen, moeten nu reeds voorbereidingen worden
getroffen