Luchtverdeling in bewaarplaatsen met buitenluchtkoeling H ADINA E en goede verdeling van de lucht in de bewaarplaats is een eis om tot de gewenste resultaten te komen. V W H et hoofdkanaal is een houten koker, uitge voerd in een aflopende vorm en opgebouwd uit verschillende delen. H, H. D, E en in de praktijk veel toegepaste methode is de uitvoering van alleen hoofdkanalen als be luchtingssysteem. uienzaad B voor vroege produktie en hoge opbrengst KAPELLE-tel. 01102-1441 C. van Bragt Specialist Boerderijbouw- en inrichting C.A.R. Zevenbergen Het inbrengen van lucht kan gebeuren via bovengrondse kanalen of via onder grondse kanalen. Inbrengen via bovengrondse kanalen e kunnen hier drie systemen onderschei- Hoofdkanaal met aan een zijde zijkanalen den. A. Hoofdkanaal met aan beide zijden driehoe kige zijkanalen. B. Hoofdkanaal met aan een zijde driehoekige kanaaltjes. C. Een driehoekig hoofdkanaal, zonder zijka nalen. Hoofdkanaal met zijkanalen Om de 1 m a 1,2 m zijn in de zijwand openin gen uitgespaard voor aansluiting van de drie hoekige zijkanalen. De driehoekige zijkanalen bestaan uit twee in elkaar passende latten rekjes met een basis van 30 cm en een hoogte van 15 cm. De openingen tussen de latten onderling zijn 2 cm. De praktijk heeft geleerd dat de luchtverdeling in het produkt zeer goed funktioneert en aan de te stellen eisen goed voldoet, mits de afstand tussen de hoofdkanaal niet meer bedraagt dan 5 m h.o.h. Nadelen van genoemd systeem .et is een veel minder voorkomend lucht- verdeelsysteem dat rechtsreeks wordt aange bracht tegen een vaste wand. Dit kanaal heeft meestal een vaste opstelling. Het wordt opge bouwd met één bovenzijde en één zijkant, die worden voorzien van een driehoekige openingen met een onderlinge afstand van 1 m h.o.h. De te plaatsen rekjes zijn gelijk reeds eerder hier zijn omschreven. De vormgeving bestaat even eens uit een toelopend kanaal maar nu uitge voerd op de zijkant. Het beluchtingssysteem is goed, mits de te beluchten oppervlakte niet te groot is. De maximale, breedte van de beluchting mag niet meer zijn dan 5 m. De nadelen van dit systeem zijn dezelfde als van het voorgaande. De opbouw van het hoofdkanaal behoeft bij het laatstgenoemde systeem niet regelmatig te geschieden daar dit vast wordt opgesteld. Het driehoekige hoofdkanaal zonder zijkanalen raagt veel zorg en arbeid bij de opbouw tijdens het inbrengen van het te beluchten produkt. -Geeft extra arbeid bij het uithalen van het produkt. -Ruimteverlies in de bestaande ruimte. -Vraagt veel onderhoud; speciaal de rekjes door regalmatig afbreken en opbouwen. Dit systeem kan gemakkelijk op een slappe ondergrond worden uitgevoerd. Bovendien behoeft in reeds bestaande gebouwen met ver harde vloer geen hak- en breekwerk plaats te vinden. Er zijn echter ook nadelen, zoals ruimteverlies, lagere storthoogte en daardoor een minder goede luchtverdeling, extra werk bij opslaan van het te beluchten produkt en bij het op scheppen tijdens het uithalen van het produkt. Van de drie genoemde systemen zien we de laatste jaren toch wel een duidelijke toename van de driehoekige kanalen. Het inbrengen van lucht via ondergrondse ka nalen. O, ndergrondse kanalen worden aangebracht onder het vloeroppervlak en afgedekt met houten of betonnen roosterbalken. De uitvoering van de kanalen kan zijn: -gestort beton -gemetselde kanalen -prefab kanalen van betonelementen -prefab kanalen van polyester Bij de opbouw van ondergrondse kanalen worden ook weer verschillende systemen toe gepast, maar hier worden alleen de systemen behandeld die momenteel worden toegepast. A. Ondergrondskanaal met zijkanalen B. Ondergrondskanaal als hoofdkanaal C. Volledige roostervloer uitgevoerd in beton elementen. De onder a en b genoemde kana len worden uitgevoerd als oplopende kanalen en kanalen zonder oploop. De uitvoering van de kanalen zonder oploop worden momenteel het meeste toegepast. Ondergrondskanaal met zijkanalen ierbij bestaat het kanaal uit twee uitklap bare schotten. Het wordt opgebouwd uit delen die een aflopende Tijn vormen en in elkaar sluiten. De meest aangehouden afloop is 5-5-5-4-3-2-1. Voor de luchtverdeling worden in de schotten aan de onderzijde twee spleten aangebracht, die elk 2 cm breed zijn. De eerste spleet bevindt zich 7-8- cm boven het vloerop pervlak en de volgende 7-8 cm daar boven. Om een goede redelijke luchtverdeling te verkrijgen, is het gewenst de afstand van de kokers onderling niet groter te nemen dan 4 m h.o.h. Voordelen van dit systeem zijn een gemakke lijke opbouw (geen zijkanalen). De vloer is vlak wat het transport vergemakkelijkt. Bij een goede uitvoering is de luchtverdeling goed en werpt geen probleem op. De maximale afstand van de kanalen onderling moet niet groter zijn dan 1.50 m maximaal. Voor de opslag van uien is een onderlinge af stand van max. 1 m de meest juiste. De voordelen van genoemd systeem zijn gelijk aan de reeds eerder vermelde voordelen van hoofdkanaal met zij kanalen. Volledige roostervloer met als afdekking beton elementen et ondergrondskanaal wordt opgebouwd als hoofdkanaal met aan beide kanten zijka nalen met een onderlinge afstand van 1 m h.o.h. De zijkanalen worden uitlopend uit ge voerd. De breedte van de kanalen is 24 cm met een begindiepte van 30 cm. Ze worden afge dekt met houten balkjes of 6 cm dikke beton- tegels. De onderlinge afstand van de hoofdkanalen h.o.h. bedraagt 5 m. Het systeem geeft een: goede luchtverdeling, geen ruimteverlies, wei nig onderhoud en geen extra arbeid bij het vullen en ledigen van de te beluchten ruimten. Ondergrondskanaal als hoofdkanaal e beluchting van het produkt op deze vloer is ideaal. De aansluiting van de lucht vindt plaats door middel van een centraal luchtkanaal. Door middel van kleppen kunnen afzonderlijke de len worden belucht. Het voordeel van dit systeem is gelijk aan de voorgaande systemen. Bij grote opslagruimten van 5.000 6.000 ton wordt dit systeem vrij veel toegepast. Voor de bouw in de praktijk, voor de boer, is het een vrij duur systeem. Algemene opmerking bij de luchtverdeling in bewaarplaatsen Een goede luchtverdeling in de bewaar plaatsen is alleen mogelijk als de hoofdlucht- kanalen aangepast zijn aan de kapaciteit van de daar op aangesloten ventilatoren. Bij de berekening van de luchtsnelheid in de kanalen wordt uitgegaan van 6 m per sec. De aansluitingsmogelijkheden zijn: -één ventilator per hoofdkanaal -één ventilator bij meerdere hoofdkanalen (max. 3) waarbij door middel van een klep- pensysteem de mogelijkheid bestaat om kanaal voor kanaal af te Sluiten zodat ook op één ka naal de ventilator kan worden aangesloten, -aansluiting van de hoofdkanalen op een cen traal luchtdrukkanaal, waarbij het mogelijk is de kanalen afzonderlijk af te sluiten. In het luchtdrukkanaal zijn dan meerdere ventilato ren aangesloten. -roostervloer aangesloten op een centraal luchtdrukkanaal met meerdere ventilatoren en waarbij de roostervloer door middel van klep pen afzonderlijk in stroken te bedienen zijn. Naast de invoer moet ook de afvoer van lucht voldoende zijn. In vele gevallen worden hier fouten gemaakt. Bij een onvoldoende afvoer ontstaat tegendruk waardoor de kapaciteit van de ventilatoren daalt en de beluchting onvol doende wordt. De luchtafvoeropeningen moe ten 1,5 x de totale doorsnede van de ventilato ren zijn. Bewaring van zaaiuien Het grote areaal zaai-uien in 1977 en de redelijk tot goede opbrengsten hebben ertoe geleid dat er momenteel een grote voorraad uien aanwezig is. Ondanks de goede export zal de afzet tot diep in het voorjaar plaatsvinden. Als gevolg hiervan zullen vele partijen lang tot zeer lang bewaard moeten worden. In jaren van overproduktie en dientengevolge lage prijzen, zullen kwalitatief slechte partijen moeilijk te verkopen zijn. Het is dan ook belangrijk alle zorg aan de bewaring te besteden teneinde het produkt in goede konditie te houden. De volgende praktische wenken kunnen voor u van groot belang zijn om tijdens het afleveren nog over een produkt van goede kwaliteit te beschikken. Tijdens de bewaarperiode kan het produkt snel in kwaliteit achteruitgaan. Het is daarom van essentieel belang dat de uien regelmatig, minstens eenmaal per week, worden gekontroleerd. Hierdoor is het mogelijk tijdig maatregelen te nemen bij het voorkomen van rot, broei of kondensvorming. Tengevolge van beschadiging tijdens de oogst en opslag kan gedurende de bewaring gemakkelijk rot optreden. Rotte uien verliezen veel vocht, hetgeen voor de rest van de partij nadelig kan zijn. Om het vrijgekomen vocht af te voeren, is een intensieve venti latie nodig. Partijen met een behoorlijk percentage rot zullen tijdens de bewaring steeds verder in kwaliteit teruglopen. Om teleurstel lingen te voorkomen, is een tijdige afzet noodzakelijk. Bij te weinig ventilatie kan kondensvorming en dientengevol ge broei optreden. Hierdoor ontstaan kwaliteits- en kleurverlie zen. - Men kan broei het beste konstateren in de bovenste halve meter van de partij, waar de uien dan donkerbruin zijn en vochtig aanvoelen. Ook is broei waar te nemen door de ventilator aan te zetten. Na enige tijd ruikt rfien dan een scherpe geur boven het produkt. Om broei te voorkomen, moet regelmatig worden geventileerd. Het aantal draaiuren hangt sterk af van de hoedanigheid van de partij, de weersomstandigheden en de ventilatorkapaciteit. Als vuistregel wordt aangehouden gemiddeld 25 uren per week. In vele partijen uien, vooral in het zuidwesten, komen in meer of mindere mate dikhalzen voor. Deze zijn meestal afkomstig van onvoldoende afgerijpte en daardoor laat geoogste percelen. Perceelskeuze Een dergelijk goed gewas uien is alleen mogelijk bij een ruime vruchtwisseling. Uien van dergelijke partijen voelen zacht aan en vertonen snel slijtageverschijnselen. Uit ervaring is gebleken, dat zulke par tijen niet geschikt zijn om lang te bewaren. Uien die niet of onvoldoende zijn behandeld met een anti- spruitmiddel (MH 30) zullen in februari/maart versletenheids verschijnselen gaan vertonen en spruitlustig worden. De eerste verschijnselen van uitloop zijn te konstateren door het zacht aanvoelen van de uien en het losbarsten van de droge vliezen aan de wortelbasis. Het is zaak dergelijke partijen tijdig op te ruimen. Voor een lange bewaring komen alleen goed met MH 30 bespoten partijen, die blank van kleur en goed huidvast zijn, in aanmerking. Tijdens de bewaring is het uitermate belangrijk deze goede kwaliteit te behouden. Het ventileren moet zo ge schieden, dat het produkt onder alle omstandigheden droog blijft. Ventileren ter voorkoming van kondensvorming heeft dan ook voorrang boven ventilatie ter verlaging van de temperatuur. De meest geschikte bewaartemperatuur is van 0 tot -2 gr. C. Het is belangrijk deze temperatuur zoveel mogelijk te benaderen. Om dit te bereiken moet, wanneer de buitentemperatuur lager is dan de temperatuur in het produkt, steeds geventileerd worden. Dit is alleen mogelijk door gebruik te maken van goede meet apparatuur. Zonder bezwaar kan gedurende een korte periode geventileerd worden met lucht van minimaal -4 gr. C. ij het opmaken van een bouwplan waarin uien voorkomen, is het erg belangrijk om voor dit gewas een juiste perceelskeuze te doen. De uien groeien het beste op een zavel- of lichte kleigrond, waarvan de struktuur en de ontwatering in goede konditie zijn. De bemestingstoestand van de te kiezen percelen moet goed zijn en de pH KC1 niet lager dan 5.5. Goede voorvruchten op het akkerbouwbedrijf zijn vooral gra nen, aardappelen en suikerbieten. Wanneer in de granen een groenbemester is geteeld, dient deze tijdig en goed te worden ondergeploegd. Na een zachte winter in aardappelopslag een van de lastigste "onkruiden" voor de uienteler. Hiervoor zijn nog geen goede bestrijdingsmiddelen voorhanden. Op percelen met suikerbie ten als voorvrucht is uit ervaring gebleken, dat de beginontwik- keling van de uien erg traag verloopt. Om aantasting door.stengelaaltjes en/of witrot te voorkomen, is een ruime vruchtwisseling noodzakelijk. Daarom is het raad zaam om niet meer dan eenmaal in de vijf jaren op hetzelfde perceel uien te telen. Dit wil echter nog niet zeggen dat bij een ruime vruchtwisseling geen besmetting van de grond kan voor komen. Vooral witrot, waarvan de sclerotiën vele jaren levenskrachtig in de grond achterblijven, kan veel teleurstelling bij de teelt ver oorzaken. In gebieden of op bedrijven waar een intensieve uienteelt wordt toegepast en bovendien de teelt van eerstejaars plantuien en zilveruien in het bouwplan zijn opgenomen, neemt de aantasting door witrot van jaar tot jaar toe. Een chemische bestrijding is tot nog toe niet mogelijk. Teleurstellingen zijn te voorkomen door besmette percelen via grondonderzoek op te sporen en voor de teelt uit te sluiten. De kosten van grondonderzoek zijn vele malen lager dan de schade bij aantasting van witrot en/of stengelaaltjes. (uit: Nieuwsbrief van de SNUIF) 8

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 8