KNLC KOMMENTAAR
Indrukwekkend afscheid
van mr. D.H. Schortinghuis
Handhaving Brits invoerverbod
aardappen is verdragsinbreuk
WTO
Landbouwkundige toetsing bij overdracht
landbouwgronden
J.J. Breunisse vertrekt als
A.S.A.-voorzitter
Ruilverkaveling Kieldrecht
Mr. D.H. Schortinghuis, die eind mei vorig jaar de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar
bereikte bij het Landbouwschap waar hij bekendheid zal genieten vanwege rzijn werk in de sektor
Grondgebruik (schadevergoedingen), Zuiderzeepolders, waterstaat en waterschappen, nam 14 ja
nuari j.l. ook afscheid als sekretaris van de Vereniging "Water, Land en Ruimte", eerder waar
schijnlijk in Zeeland nog bekender als de Nederlandse Vereniging voor Landaanwinning. Tevens
geniet Schortinghuis alom in den lande grote bekendheid als de man, die voor het wadlopen
speciale belangstelling wist te wekken.
Met teleurstelling heeft minister Van der Stee (landbouw en
visserij) er van kennis genomen dat het Verenigd Koninkrijk
heeft besloten het invoerverbod van bewaaraardappelen te hand
haven. Dit ondanks de uitdrukkelijke bepalingen in de Toetre
dingsakte.
Het leidt geen twijfel dat het Britse invoerverbod van bewaar
aardappelen in strijd is met de bepalingen van het EEG-Verdrag
en de Toetredingsakte, in het bijzonder met het algemene be
ginsel van vrij verkeer van goederen.
Een en ander antwoordt de bewindsman op schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid Waalkens.
De regering heeft de Europese Commissie onmiddellijk ver
zocht de in het EEG-Verdrag voorziene stappen te ondernemen
om deze schending van een verdragsverplichting te beëindigen.
Gezien de duidelijke inbreuk, die het invoerverbod van aard
appelen vormt, lijkt een beroep op de Britse rechter de meest
direkte procedure. Vermeden dient echter te worden dat de
naleving door de lid-staten van hun juridische verplichtingen uit
het EEG-Verdrag onderwerp zou gaan vormen van onderhan
delingen in de E.G.-Raad.
De Milk Marketing Boards
De Europese Commissie heeft onlangs een voorstel aan de Raad
gezonden inzake de positie van organisaties van melkprodu
centen en met name die van de Milk Marketing Boards. De
Commissie heeft daarbij voorop gesteld dat geen afbreuk mag
worden gedaan aan de algemene beginselen van het Verdrag,
met name het vrije verkeer van goederen, noch aan de goede
werking van de gemeenschappelijke zuivelmarktordening.
Het is voorbarig te stellen, aldus minister Van der Stee, dat het
voortbestaan van de Milk Marketing Boards op zich ook een
verdragsinbreuk vormt. Wat het voortbestaan betreft, zal het
Commissievoorstel, dat trouwens ook aan het Europese Parle
ment zal worden voorgelegd, kritisch onderzocht moeten wor
den.
Minister Van der Stee acht het bovendien van groot belang, dat
voldoende waarborgen worden geformuleerd tegen vervalsing
van de mededinging.
2000 km voettocht door Groot-Brittannië
Het programma bevatte een voordracht van zijn zijde over
de 2000 km lange voettocht die hij afgelopen zomer van
Z W- naar NO Engeland had gemaakt. Reeds vele jaren had
hij de wens gekoesterd deze tocht van Kaap Lands End in
Cornwallis naar St. John O Groats in Schotland een keer te
maken.
De belangstelling voor dit gebeuren was zo groot dat reeds
een kwartier voor aanvang het besproken zaaltje stampvol
liep, doch het gelukte nog om de nodige vertraging naar
een veel grotere zaal te verhuizen.
De inleider boeide zijn gehoor- verlucht door dia's onderweg
genomen -gedurende tweemaal drie kwartier van 't begin tot
t eind. De tocht duurde 4 maanden, om precies te zijn 116
dagen. Dat betekende zo 'n 15 a 20 km per dag, dat lijkt niet
veel, maar er waren stukken bij zoals in de Pennines waarbij
2,5 a 3 km per uur veel was. De tocht verliep ongeveer als
volgt: door geheel Cornwall tot het Kanaal van Bristol, over
de Severnbrug, langs de grens van Wales naar 't Noorden,
schuin over naar 't Peak-distrikt, naar 't Noorden door de
Yorkshire-moors, de muur van Hadrianus kruisen en daar
na, Borderland met Schotland, langs de steden Perth en
Ruimte voor partikulier initiatief
Hoewel op vele punten de regeringsverklaring van het kabinet
Van Agt nog veel nadere uitwerking behoeft, zijn een paar grote
lijnen toch wel duidelijk. Dat betreft dan met name de opstelling
van dit kabinet ten aanzien van de rol die de overheid in onze
samenleving dient te spelen. Minder betutteling en meer ruimte
voor'partikuliere initiatieven en eigen verantwoordelijkheid van
de burger, zal velen uit onze gelederen meer aanspreken dan het
alles willen regelen van het vorige kabinet.
Overigens stelt de regeringsverklaring wel duidelijk dat daar
waar nodig is niet geschuwd zal worden om nieuwe taken aan te
pakken om maatschappelijke nood te lenigen, onrecht op te
heffen en openbare orde en rust te verzekeren.
Er mag dan ook zeker niet verwacht worden dat de overheidsin
menging in onze maatschappij belangrijk zal afnemen. Dat kan
Tijdens de debatten over de Regeringsverklaring op 18 en 19
januari jl. is van twee zijden uit de Tweede Kamer aangedron
gen op spoedige invoering van een landbouwkundige toetsing
bij overdracht van landbouwgronden. Dit vanwege het belang
dat wordt gehecht aan dit prijsbeheersende instrument.
De minister-president heeft tijdens de duplieken over het tijds
chema van voorbereiding het volgende gezegd:
De regering zal haar uiterste best doen dit wetsontwerp zo vlug
mogelijk gereed te krijgen. Er zijn ongeveer twee maanden
nodig voor de inhoudelijke invulling, twee maanden voor over
leg o.a. met het georganiseerde bedrijfsleven, en twee maanden
voor de formele indiening (Ministerraad en Raad van State).
Op 31 december is de heer J.J. Breunisse (65) te Oosterhout
wegens het bereiken van de daarvoor gestelde leeftijdsgrens
terugtreden als voorzitter van de Afdeling Sociale Aangelegen
heden van het K.N.L.C. Hij wordt zoals eerder in dit blad
vermeld - opgevolgd door de heer F.J. Dillingh te Bronne-
ger(Dr.).
Gedurende ruim 5 jaar was de heer Breunisse met het A.S.A.-
voorzitterschap belast. Zoals hij zelf constateerde eerst op latere
leeftijd geroepen mede leiding te geven aan de besluitvorming
in K.N.L.C.-verband en daarbuiten over de aktuele sociale
problematiek. Hij heeft dit gedaan op de hem eigen en sympat
hieke manier zulks in een goede verstandhouding met allen die
hij in zijn werk ontmoette.
Het wel en wee van land- en tuinbouw en van de fruitteelt in het
bijzonder, wist hij steeds als uitgangspunt te kiezen voor zijn
visie op al dan niet bestaande mogelijkheden op sociaal terrein.
Het was voor hem overigens geen sinecure zich met de ontwik
kelde sociale problematiek vertrouwd te maken. De manier en
de wijze waarop hij daarin is geslaagd, verdient daarom des te
meer waardering.
Inverness, overigens met vermijding van alle grote steden
zelf. Ook werd niet elke dag gelopen; af en toe meerdere
dagen gerust. Ieder uur lopen rustte hij 10 minuten. Dat was
ook. nodig ter oriëntatie, kaart lezen e.d. De rugzak woog
9,5 kg. De helft van de tijd sliep de wandelaar in het open
veld, waarbij plastic hoezen tegen de regen en de kou
moesten beschermen, hetgeen niet altijd lukte.
Gedurende 37 dagen had de wandelaar gezelschap om mee
te lopen, o.a. van twee zoons, van de Kantonrechter uit
Middelburg, mr. A. Veenhoven, en van dokter Schierbeek,
vroeger in Hoek. Iedere week haalde hij zijn post ergens op
een tevoren vastgesteld kantoortje (Poste Restante). Op 't
gebied van dit wandelen was hij overigens een anti-held. Tot
700 Engelsen per jaar maken de tocht, rekords varieerden
van 10-17 dagen.
Voorbereiding schoner dan de werkelijkheid
\Jit Schortinghuis' woorden begreep de zaal wel dat het
een fantastisch, maar eenmalig beleven was geweest. Moe
der Natuur ontfermt zich over aktiegroepen, maar zou zij
ook voor de enkeling zorgen, had hij zich tevoren afge
vandaag de dag ook niet in een land als het onze, waar we met
bijna 14 miljoen mensen zo dicht op elkaar leven.
Waar het op aan komt is evenwel dat de overheid, in het besef dat
ook zij verre van onfeilbaar is, de mensen meer verantwoorde
lijkheid voor eigen en eikaars welzijn laat dragen. Is immers juist
het afschuiven van steeds meer verantwoordelijkheden naar de
overheid, waardoor de verantwoordelijkheid en het plichtsbesef
van individuele mensen steeds verder wordt weggedrukt, niet één
van de grootste kwalen in onze samenleving van dit moment.
Sober
De tweede grote lijn die vooral door de sociaal-ekonomische
paragraaf loopt is dat we in de komende jaren in ons land het
zuinig aan zullen moeten doen. Dat geldt voor werkgevers en
werknemers, voor de zelfstandigen, voor het energieverbruik en
zeer zeker ook voor de overheidsuitgaven. Het terugdrukken van
de inflatie onder de 5% en het niet verder laten oplopen van de
druk der sociale lasten en belastingen zijn zeker ook voor land
en tuinbouw uiterst belangrijke zaken.
Wel lijkt het gewenst dat de regering zo snel mogelijk met de
invulling der noodzakelijke bezuinigingen rondkomt. Na 1977,
mag immers 1978 ook nog niet eens een verloren jaar worden.
Waar het, naast een aantal direkt werkende bezuinigingen,
vooral om zal gaan is dat de sterke stijging van het aantal mensen
dat niet aktief bezig is en leeft van een uitkering wordt afgeremd
Zijn verdiensten werden officieel erkend bij zijn benoeming tot
Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Een eervolle onder
scheiding waarbij zijn werk als landbouwvoorman in de pro
vincie Gelderland in het bijzonder werd belicht.
Zijn aktieve periode immers heeft de heer Breunisse voor een
belangrijk deel in dienst van de Gelderse Maatschappij van
Landbouw gesteld. Thans is voor hem de tijd gekomen het
kalmer aan te doen. Wij wensen de heer Breunisse als persoon
alsook in en met zijn gezin nog vele goede jaren toe.
Vaandrager. K.N.L.C.
In het kader van het plan van toedeling, dat vermoedelijk in mei
ter visie zal worden gelegd, worden momenteel nieuwe kavel-
grenzen in het terrein uitgezet. Dit geschiedt door het aanbren
gen van een tegel die circa meter diep wordt geplaatst, met
daarboven een plastik buisje dat gelijk met het maaiveld wordt
ingegraven.
Ter nadere aanduiding van het op boven omschreven wijze
verzekerde punt wordt nog een houten piket geplaatst waarop
de toekomstige kavelnummers worden geschreven.
De Plaatselijke Kommissie voor de ruilverkaveling Kieldrecht
verzoekt de grondgebruikers de geplaatste aanduidingen te
willen ontzien daar het uitmeten een kostbare en vrij veel tijd
vragende zaak is. Mocht, ondanks een zorgvuldige landbewer-
king, toch een verstoring van een grenspunt optreden dan ver
zoekt de kommissie daarvan melding te maken bij het Kadaster
te Middelburg met opgave van de plaats, (telefoon: 01180
25051, de heer Dieleman).
Voorts verzoekt de Plaatselijke Kommissie die grondgebruikers
in wier kaveldrainage is aangebracht deze dit voorjaar te kon-
troleren. Dit geldt zowel voor de ligging en de onderhoudstoe-
stand van de drainreeksen als voor de eindbuizen.
Indien een ieder hieraan de nodige aandacht besteedt, kunnen
problemen wat de drainage betreft bij eventuele inruil van ka
vels worden voorkomen.
De Plaatselijke Kommissie voor de Ruil
verkaveling Kieldrecht
H.Th.D.M. Vercauteren, voorzitter
E.G. Borm, sekretaris
vraagd. De 100 dagen plannen maken voor 't vertrek waren
wellicht schoner geweest dan de bittere werkelijkheid, waar
vorst, kou, regen en wind een even grote rol speelden als zon,
bloemen, schapen en ontmoetingen met de Engelse platte
landers. Het was het jubileumjaar van de Engelse Koningin;
in iedere etalge prijkte het statieportret van het Konings
paar en als de eenzame wandelaar die zich in de ruit weer
spiegeld zag, naar dit portret keek, was het alsof Prins
Philip zijn gemalin over haar schouder toevoegde: daar
staat een man, die is zelfs de Koning te rijk.
"Het goede mij aangedaan"
Ir. W.M. Otto, Dir. Gen. van de Landinrichting, sprak
eerst de scheidende toe. Hij memoreerde zijn bizondere stijl,
typisch als de engelse understatements. Zijn initiatief en
vindingrijkheid, zijn liefde voor de natuur, zijn kracht om
ontberingen te doorstaan, zijn humor, zijn werk in het
grensgebied van waterstaat en landbouw. Zijn waddenken
nis waar hij als het ware nederlands- zij het omgekeerd -
Alpinisme bedrijft, de boeken die hij schreef. Zijn vader
landsliefde, waarvan Schortinghuis in zijn inleiding als
eerbetoon aan Engeland en Churchill ook indirekt getuigde,
terwijl hij een van de weinige mensen is die in de tweede
wereldoorlog door de bezetter ter dood veroordeeld, kon
overleven. De heer Otto achtte het dan ook een voorrecht in
H.M. 's opdracht de versierselen van Ridder Oranje Nassau
te mogen overhandigen.
Mr. A.P. van den Berge, de voorzitter van de Vereniging, zal
in zijn gelukwensen de gevoelens van vreugde dienaan
gaande van de zaal verwoord hebben. Mr. Schortinghuis
kreeg een fiets, zijn vrouw bloemen en mej. Siegers, de
eveneens scheidende sekretaresse van de Vereniging, die
lang ziek was geweest, een enveloppe en de doos met bon
bons: een jaarlijkse attentie, waarover haar chef uit Enge
land reeds aan de Voorzitter geschreven had. Zij die
Schortinghuis niet kennen mogen daaruit opmaken dat hij
een man was die gewend was bij zijn taken niets te laten
liggen. Hij eindigde treffend met een variatie op een spreuk
van Constantijn Huygens "Het goede dat ik heb gedaan
vergaat veeleer, dan 't goeds dat mij werd aangedaan....
Geuze Wouw
en mogelijk wordt omgebogen.
Voor land- en tuinbouw is in dit kader van belang dat de regering
erkent dat het inkomen van zelfstandigen meer funkties vervult
dan van loontrekkenden en dus ook anders belast dient te wor
den. Hopenlijk kunnen we hier op korte termijn kopkrete voor
stellen tegemoet zien.
Dat de regeringsverklaring vooral ervan uitgaat dat via vergro
ting van de konkurrentiekracht der agrarische bedrijven naar een
beter inkomensontwikkeling moet worden gestreefd en niet via
inkomenstoeslagen, is een goede zaak. Al mag het oog daarbij
niet uitsluitend op middelgrote bedrijven gericht worden.
Wij hebben al eerder gekonstateerd dat hef in de hand houden
van de kostenontwikkeling voor agrarische gronden gewenst is.
Evenwel niet via een eventueel voorkeursrecht van de Overheid
(S.B.L.), zoals voor bepaalde gebieden nu blijkbaar toch weer
wordt overwogen.
Ronduit teleurstellend hebben wij het praktisch volledig negeren
van de E.E.G. in de regeringsverklaring ervaren. Behalve de
nietszeggende, korte passage onder buitenlands beleid, geen
woord over het E.E.G.-landbouwbeleid en over de samenhang van
ons sociaal-ekonomisch beleid met de ontwikkelingen in de
E.E.G.
Al met al een regeringsverklaring die, ondanks het nog niet
konkreet ingevuld zijn van vele maatregelen, ons als landbouw
bedrijfsleven toch meer perspektief voor de toekomst lijkt te
bieden dan we de laatste jaren gewend waren. LUTE1JN
4