ONDERWIJS
\OTHIIfS
D,
SCHOOL- EN
BEROEPSKEUZE
VOORLICHTING
■fulfil
Pachtwet in de praktijk
T egemoetkoming
studiekosten
H et nieuwe schooljaar lijkt op dit moment nog ver weg.
De ouders van kinderen die het komend schooljaar voort
gezet ónderwijs gaan volgen dienen daar nu echter al re
E r zijn een paar voorwaarden:
D e regeringsverklaring van het nieuwe kabinet heeft in
grote lijnen het uit te voeren beleid uiteengezet.
Wy hebben er onze gedachten over of deze ontwikkeling
gewenst is en of deze in het belang is van de bevolking.
Indien echter na een zorgvuldig onderzoek zou blijken dat
ons ekonomisch stelsel dient te worden omgebogen in de
richting waarin de funktie van ondernemer moet komen te
Onder redaktie van L. Anderson
f\1 meer dan tvintig jaar is in onze provincie werkzaam de Zeeuwse Stichting voor Beroepenvoorlichting en School- en
Beroepskeuzevoorlichting.
Aan de oprichting van deze stichting heeft ook de ZLM meegewerkt, die dan ook nog steeds in het bestuur vertegen
woordigd is. Tot het werkterrein behoort het overgrote deel van de openbare en r.k. basisscholen, alsmede een deel van de
scholen voor voortgezet onderwijs.
Met de zusterorganisatie - de Chr. Stichting voor School- en Beroepskeuze en Beroepenvoorlichting in Zeeland - wordt
een regelmatig contact onderhouden om te komen tot een vorm van samenwerking. Heeft de Chr. Stichting haar kantoor
te Vlissingen - Badhuisstraat 24 - de Zeeuwse Stichting heeft haar kantoor te Goes aan de Grote Markt 14 a (boven het
postkantoor)
DE SCHOOLKEUZE
e doelstelling van de Stichting is ouders en kinderen ver
ruiming van inzicht te geven en een bewuste en meer geargu
menteerde besluitvorming mogelijk te maken bij de keuze van
de schoolloopbaan en vervolgens bij de intrede in het arbeids
proces.
Dit wordt geprobeerd te bereiken door het geven van adviezen
en informatie.
Het advies in de zesde klas heeft betrekking op de slaagkansen
in de eerste leerjaren van de verschillende typen van voortgezet
onderwijs en het vermoedelijk behalen van een diploma.
Om een goed advies te kunnen geven wordt, door middel van
een onderzoek getracht inzicht te verkrijgen in de persoon
lijkheid en capaciteiten van de leerling.
De afzonderlijke factoren, die daarbij een rol spelen, zijn de
volgende: intellectuele factoren, schoolresultaten, persoon
lijkheidsfactoren, milieuomstandigheden, werkinstelling, be
langstelling, sociale factoren en in speciale gevallen lichamelijke
factoren.
Voorlichting over een beroep is van groot belang.
Dit onderzoek bestaat uit een klassikaal schriftelijk gedeelte,
duur 1 dag, en een individueel mondeling gedeelte, duur 1 2
uur.
De deelname aan het onderzoek geschiedt op basis van vrijwil
ligheid.
Over de verkregen gegevens vindt een gesprek plaats met het
schoolhoofd en aan de ouders.
DE BEROEPSKEUZE
Een van de belangrijkste beslissingen, die een mens ooit moet
nemen is het kiezen van een beroep. Het grootste deel van zijn
leven brengt men immers door in een beroep en om in een
beroepssituatie terecht te komen waar men zich niet gelukkig
voelt is een kwalijke zaak. Daar er een enorm aantal beroepen
bestaat en men niet van alles op de hoogte kan zijn is het
welhaast onvermijdelijk, dat men zich bij de keuze door terzake
deskundigen laat bijstaan.
Om een beroep te kunnen uitoefenen moet men meestal een
bepaalde opleiding met succes gevolgd hebben. Tijdens de
schoolopleiding zijn er al verschillende deskundigen aanwezig,
t.w. het hoofd van de basisschool, de schooldecaan bij het
voortgezet onderwijs en de studiedecaan bij het wetenschappe
lijk onderwijs.
Een belangrijke bijdrage kan voorts een school- en beroepskeu
zebureau geven, waaraan beroepskeuzeadviseurs en psycholo
gen verbonden zijn, die een zo objectief mogelijk oordeel kun
nen vormen. Zij beschikken uiteraard over een grote kennis van
alle mogelijke beroepen en daarvoor vereiste opleidingen.
Deze kennis komt natuurlijk bijzonder van pas, maar het gaat in
de eerste plaats om de persoon in kwestie, die om een advies
komt vragen. Hiervan wordt primair uitgegaan; factoren van
karakter en intelligentie, belangstelling enz. worden bepaald en
pas daarna wordt gekeken naar de aanwezige mogelijkheden.
Dat daarbij ook de plaatsingsmogelijkheden op de arbeids
markt een rol spelen is vanzelfsprekend.
Kom ik straks wel aan het werk in het beroep, dat ik nu prefereer
en waarvoor ik geschikt wordt geacht?
Hoe gaat men tewerk op een beroepskeuzebureau?
Hierover een volgende keer!
Uit de, toch wel veel reakties dat de artikeltjes van "de
Pachtwet" goed gelezen worden. Dat verheugt ons. Ze
worden voor de lezer geschreven.
Enige mensen vroegen mij toch nog eens nader in te gaan op het
voorkeursrecht van de pachter bij verkoop van grond. Nu dan
een praktijk voorbeeld:
A pacht 5 ha grond. Hij krijgt een aangetekend schrijven dat hij
de grond kan kopen voor 30.000,— per ha. Natuurlijk is dit
bedrag veel te hoog.
Omdat het schrijven aangetekend was, moet hij antwoorden
binnen één maand. Bijv. op de volgende manier. Ik ben bereid
de grond te kopen voor de verkeerswaarde van verpachte grond,
vast te stellen door de Grondkamer.
Indien hij niet antwoordt binnen 'n maand, zijn zijn rechten
verspeeld wat betreft het voorkeursrecht. In sommige gevallen
volgt er dan nog een brief, waarin de prijs wordt op 25.000,—
of 20.000,8 per ha. In andere gevallen hoort men niets meer.
Soms vindt er een gesprek plaats en zakt de prijs tot 18.000,—
per ha. Het kan best zijn, dat verkeerswaarde van verpachte
grond 13.000,— per ha is. Meer hoeft de pachter niet te geven.
Hoe dan ook, de eigenaar mag vragen wat hij wil, en de pachter
hoeft niet meer te betalen dan de verkeerswaarde van de ver
pachte grond omdat dit nu eenmaal in de pachtwet is geregeld.
Als eigenaar zult u misschien zeggen: "erg genoeg Als pach
ter: "gelukkig". Wordt er dan vaak meer betaald dan verkeers
waarde van verpachte grond? Dit gebeurt wel eens. De pachter
laat zich door wie dan ook bang maken, o.a. met gerechtelijke
verkoop e.d. Uit zijn oogpunt bekeken toch wel erg jammer.
Wat is nu eigenlijk de verkeerswaarde van verpachte grond? Vrij
vertaald de prijs die men in een bepaald gebied inmiddels be
taald voor verpachte grond. "Oh", zal de lezer zeggen, "dan
hebben we als pachters zelf invloed op de prijs van verpachte
grond. Nou en of! Wanneer 10 pachter in een bepaalde streek
18.000,— per ha betalen voor verpachte grond dan hebben zij
er aan meegewerkt dat de schatter van de grondkamer niet
anders kan dan in de volgende gevallen die streek de.grond ook
op 18.000,— te waarderen. Dan hebben ze dus de prijs opge
dreven. "Dat is me ook een toestand" zult u zeggen. Ja, dat is het
zeker. De jaarkosten stijgen bij 5 ha x 5.000 2.250. U zult
zich afvragen: "Is dit ook in de pachtwet geregeld". Ja, alleen
jammer datVult U het zelf verder in. Vraag advies! JM
Er is veel pachtgrond in Nederland
kening mee te houden. Een tegemoetkoming in de studie
kosten voor het schooljaar 1978/1979 moet bij voorkeur
vóór 31 januari worden aangevraagd. Aanvraagformulie
ren zijn verkrijgbaar bij alle scholen voor voortgezet on
derwijs en moeten worden ingezonden aan:
Centrale Direktie Studiefinanciering, Afdeling Tegemoet
koming Studiekosten, Kempkensberg 2, Groningen.
In welke kosten wordt bijgedragen?
V oor thuiswonende leerlingen kan een tegemoetkoming in de
direkte studiekosten t.w. boeken en leermiddelen worden gege
ven.
Voor thuiswonende leerlingen kan bovendien een tegemoetko
ming in de reiskosten worden verleend als de school in een
andere plaats dan de woonplaats is gevestigd. De afstand tussen
de centra van die plaatsen moet tenminste 8 km zijn. Er wordt
32,— per km vergoed, maar nooit meer dan 900,—
Uitwonende leerlingen kunnen een hogere tegemoetkoming
ontvangen.
De tegemoetkoming wordt verstrekt aan de ouders en oefent
geen invloed uit op de kinderbijslag en/of kinderaftrek waarop
de ouders aanspraak kunnen maken.
Wie komt in aanmerking?
- de Nederlandse nationaliteit bezitten;
- toegelaten wordt tot het onderwijs;
- bevredigende studieresultaten hebben behaald;
- volledig dagonderwijs volgen, dat door de overheid wordt
bekostigd of is aangewezen;
- financiële steun nodig hebben op grond van de financiële
omstandigheden van de ouders.
De toekenning of afwijzing van een verzoek om een tegemoet
koming in de studiekosten is afhankelijk van het belastbaar
inkomen van beide ouders over 1977 en het aantal kinderen, dat
op 31 december 1977 geheel tot hun last kwam.
Het streven van de regering is er mede op gericht de rende
mentspositie van het bedrijfsleven te verbeteren.
Daarbij wordt een minder sterke stijging voor belastingen
en sociale premies of zoals ze in een woord worden aange
duid "kollektieve lasten" voorgestaan. Er zal een stabilisa
tie moeten optreden in de komende jaren.
Van een veel grotere en principiële betekenis is naar wij
menen de veel duidelijker keuze van deze regering voor het
voortbestaan van de vrije ondernemer.
In de vorige regeringsperiode was er een duidelijk streven
naar een "vermaatschappelijking van deproduktie". Dat is
ook het grote uitgangspunt van de tegenwoordige vakbewe
ging. Zeer bewust is nog in december 1977 uitgesproken dat
het dagelijks handelen van de vakbeweging gericht is op
verandering van de maatschappijstruktuur.
Heel konkreet is dat gericht op het zelfbestuur van de
werknemers in de onderneming, het gaat hun niet meer in
hoofdzaak om de inhoud van het loonzakje, het gaat om de
beslissingsmacht in de ondernemingen, want daarmede
staat of valt de "vermaatschappelijking" van de produktie.
Wij hebben de wetsontwerpen als VAD; vermogensaan-
wasdeling; W.I.R., wet investeringsrekening en de wet over
de grondpolitiek en ondernemingsraden altijd gezien als
hoofdmotieven voor deze politiek.
Het gaat dan om een ombuiging in de bestaande maat
schappelijke verhoudingen.
vervallen en toch de welvaart die nu bestaat; dat mag toch
niet worden veronachtzaamdbehouden kan blijven, bete
kent dit een verwerking van de huidige maatschappelijke
struktuur. Indien dat zorgvuldig onderzoek, wat wij hier
voor noemden, tot de konklusie zou leiden, dat de vrije
ondernemer en de vrije onderneming de beste waarborg zijn
voor de ontwikkeling van de welvaart van de bevolking, zal
het voortbestaan van deze vrije onderneming zo veel moge
lijk moeten worden gewaarborgd en gestimuleerd. Een blik
op het recente verleden toont aan dat de voorwaarden voor
het voortbestaan van de vrije onderneming nauwelijks aan
wezig zijn geweest, teveel zijn er reeds verdwenen. Er zal
ruimte moeten worden geschapen om de ondernemer zijn
taak te laten vervullen. Een evenwichtige inkomensontwik
keling is daarvoor noodzakelijk. Teveel reeds is ingeteerd op
kapitaal, noodzakelijk voor het instandhouden en ontwik
kelen van de onderneming.
De steeds verder uiteenlopende lijnen van de inkomensont
wikkeling van loontrekkenden en ondernemers, geillus-
treerd door het arbeidsquotum van het nationale inkomen
wat ongeveer 98 bedraagt, zal moeten worden omgebogen in
een voor de ondernemer gunstige verhouding.
Daartoe is het naar wij menen noodzakelijk dat begrepen
wordt dat een gezond ondernemersklimaat een eis is, zowel
voor het voortbestaan van verantwoorde sociale omstandig
heden en van de onderneming beide. Paauwe.