Erwten
De zaaizaadpositie van
zomergranen en peulvruchten
D.
D,
B
D e teelt van landbouwerwten is in het Zuidwestelijk Kleigebied vrijwel beperkt tot Zeeland.
Van de 2700 ha in 1977 nam Zeeland 2300 ha voor zijn rekening.
H et is al vele keren in allerlei toonaarden naar voren gebracht dat Nederlandse
kweekbedrijven zo'n vooraanstaande rol spelen op het gebied van het kweken van nieuwe
rassen, zowel van weidegrassen als gazongrassen.
N a de wintertarwe is zomergerst het belang
rijkste graangewas in het Zuid-Westen. Dit
ondanks het feit dat zomergerst als gewas dui
delijk minder voortgang heeft gemaakt in op
brengststijging dan bijvoorbeeld wintertarwe.
Cebeco Handelsraad C.J. van den Bergh.
Korte beschrijving van de rassen
Kleine groene erwten
Schokkers
Kapucijners en rozijnerwten
De met deze deze rassen verbonden zaaizaadteelt is een belangrijk onderdeel geworden in
het Zuidwestelijk bouwplan. Het is algemeen bekend dat dit zaaizaad naar een groot
aantal landen wordt geëxporteerd. Hetzelfde geldt voor de aardappelsector.
Veel minder bekend is dat er een groot aantal rassen van granen en peulvruchten van
Nederlandse kweekbedrijven een veel grotere rol speelt in de landbouw buiten ons eigen
land dan onze grassen. Vooral op het gebied van de zomergranen, gerst en haver en de
peulvruchten hebben onze kwekers de laatste 20 jaar prestaties geleverd die in heel
Europa een groot respect hebben afgedwongen. Bij het vlas hebben de Nederlandse rassen
al tientallen jaren een monopoliepositie.
Het is hier niet de plaats om uitvoerig op deze zaak in te gaan. We willen er alleen maar
mee aangeven dat ook op het terrein van deze gewassen de Nederlandse landbouw de
beschikking heeft over rassen van internationaal zeer hoog aangeschreven kweekbe
drijven.
Elders in dit nummer wordt uitvoerig stilgestaan bij de rassen, proefveldresultaten enz.
Wij zullen ons hier beperken tot enkele algemene opmerkingen, met name ook over de
zaaizaadvoorziening.
Zomergerst.
De gemiddelde opbrengst van zomergerst is in
de laatste 20 jaar slechts weinig gestegen. Ook
in ander eigenschappen zoals strostevigheid is
de verbetering aanzienlijk minder dan bij tar
we.
mertarwe uitgezaaid worden dan in andere ja
ren, omdat de indruk bestaat dat er wat minder
wintertarwe is uitgezaaid tengevolge van de
nattigheid in november en december.
Aangezien de kwaliteit van de zomertarwe
oogst 1977 in 't algemeen aanzienlijk beter was
dan van de wintertarwe geeft de zaaizaad
voorziening geen problemen. Tenzij koning
winter alsnog aanzienlijke schade aan de win
tertarwe zou toebrengen.
Melchior is het belangrijkste ras, gevolgd door
Toro. Het nieuwe ras Sicco heeft in 1977 zeer
goede opbrengsten gegeven. Het is een ras met
een jjoede ziekteresistentie. Daarnaast heeft
Sicco voor Nederlandse begrippen eep zeer
goede bakkwaliteit. Plaatselijke molenaars en
bakkerijen tonen veel belangstelling voor dit
ras. Gezien de zich wijzigende omstandigheden
in de bakkerijenwereld kan dit tot een omvang
van betekenis uitgroeien.
Haver.
e teelt van haver is van beperkte betekenis.
Niet meer dan 1500 ha in het gehele Zuid-
Westen. Saldi-berekeningen tonen echter aan
dat het saldo zowel in eigen beheer als bij ge
bruik van een loonwerker voor haver ankele
honderden guldens hoger ligt dan voor winter
tarwe. Nu is het waar dat haver in de oogstpe-
riode zeker niet zonder risico's is. Maar als de
leg opbrengsten jaar op jaar 1000 kg of meer
boven zomergerst en zomertarwe uitkomen en
de opbrengstprijs per kg is dezelfde, dan
scheelt het gauw 500,— /ha netto en dat is
niet gering.
meldep: Leanda en Gambo zijn de eerst aan
gewezen rassen. Ook de zaaizaadvoorziening
zal geen problemen geven. De exportvraag is
de laatste weken echter duidelijk toegenomen
zodat er toch nog schaarste kan komen.
Droge erwten en schokkers.
O p het gebied van de droge erwten en
schokkers is de situatie ten opzichte van vorig
jaar weinig veranderd. Het prijsniveau blijft
ongewijzigd op een niveau waarbij de teelt al
leen aantrekkelijk is bij een goede opbrengst
van goede kwaliteit. Dit geldt echter ook voor
andere gewassen helaas in steeds sterkere mate.
De mechanisatie van de oogst (zwad dorsen)
blijft riskant. Zoals 1977 weer duidelijk heeft
laten zien. De erwtenteelt zal zich dan ook
moeten richten op het verkrijgen van een kwa
liteitsproduct en dat betekent dat vooral op die
bedrijven waar men bereid is en de moge
lijkheid heeft tot ruiteren de erwtenteelt ge
concentreerd zal worden.
Wat de rassen betreft is Finale duidelijk het
hoofdras geworden gevolgd door Allround.
Finale groeit iets gemakkelijker dan Allround;
laatstgenoemd ras komt dan ook vooral in
aanmerking voor de van nature strorijke gron
den. Bij de schokkers blijft Maro het enige ras.
Ook voor de capucijners is er slechts een ras en
dat is Imposant.
Bruine bonen
Niettemin handhaaft het zomergerstareaal zich
vrij goed. Ook het loslaten van het verbod van
wintergerstteelt in het brouwgerstgebied zal
hierin voorlopig geen grote wijziging brengen.
Naast het algemeen verbouwde ras Pirouette is
er dit jaar een nieuw brouwgerstras bijgeko
men en in de rassenlijst opgenomen onder de
naam Trumpf. Het belangrijkste verschil met
Pirouette is de grotere strostevigheid en de be
tere sortering; de brouwkwaliteit is zeer goed.
Er is voldoende zaaizaad beschikbaar om dit
ras, dat reeds enkele jaren de aandacht heeft
getrokken, een zekere verbreiding te geven.
Geruiterde erwten garanderen vaak kwaliteit.
Ook van Pirouette is voldoende zaaizaad be
schikbaar.
Voor telers van voergerst komt vooral het ras
Aramir in aanmerking en daarnaast de nieuwe
rassen Georgie en Tamara, alle zeer produc
tieve rassen met een goede tot zeer goede stro
stevigheid.
Zomertarwe.
Dit jaar was het verschil in Colijnsplaat zelfs
veel meer dan 1000 kg zoals het onderstaande
laat zien:
Opbrengst in kg/ha
Colijnsplaat
Haver
Zomergerst
Zomertarwe
ij een gunstig voorjaar kan er wat meer zo-
7020 kg
5610 kg
5200 kg
Over de rassenkeuze is weinig nieuws te ver-
e markt voor de bruine bonen handhaaft
zich goed. Het prijsniveau is zodanig dat bij
voldoende opbrengst van een behoorlijk ren
dement gesproken kan worden.
Deze situatie duurt nu al enkele jaren voort.
Uitbreiding van de teelt gecombineerd met een
goed oogstjaar kan echter tot verstoring aan
leiding geven. Naast het bekende ras Berna is
er nu ook zaaizaad van het nieuwe ras Narda
beschikbaar. De volledige beschrijving is als
volgt:
Rijpt iets vroeger dan Berna en heeft over het
algemeen een goede resistentie tegen ziekten.
Heeft een iets trage beginontwikkeling, is
fijnbladig en sterk vertakkend. De bloeitijd is
kort en de afrij ping gelijkmatig. Het stro is kort
en stevig; ook de peulen zijn kort, waardoor ze
weinig met de grond in aanmerking komen.
Het gewas leent zich hierdoor in het algemeen
goed voor machinaal oogsten. In 1977 kwam
vrij veel bonerolmozaikvirus voor.
Heeft zeer goede opbrengsten gegeven. De
boon is wat korter en gevulder dan die van
Berna, is iets donkerder van kleur en heeft wat
meer glans. De consumptiekwaliteit is goed,
weinig geneigd tot stukkoken.
Consulentschappen voor de akkerbouw en de rundveehouderij in het zuidwestelijk kleigebied
Proefstation voor de akkerbouw en de groenteteelt in de volle grond te Lelystad
De teelt van schokkererwten vindt met een 700 ha vrijwel geheel op de Zeeuwse eilanden plaats.
De meest verbouwde rassen waren in 1977 van de ronde groene erwten Finale en Allround. Voor
de schokkers uiteraard alleen Maro en voor de kapucijners alleen Imposant. Voor deze groepen
erwten is voor elk maar één ras beschikbaar.
Een belangrijke raseigenschap is die het in meer of mindere mate in het stro groeien. Ook op de
diverse grondsoorten komen ten aanzien van de ontwikkeling bij één en hetzelfde ras grote
verschillen voor. De keuze van het ras dient dus mede afgestemd te worden op de grondsoort. Zo
hoort een strorijk ras thuis op een stro-arme grond. In de tabel zijn daarom voor elk ras de
opbrengsten gegeven van de stro-arme-, gemiddeld stroleverende- en de strorijke gronden.
In de korte omschrijving van de rassen is de meer of mindere stro-ontwikkeling van het ras
aangegeven.
Finale is een zeer produktief ras met kort stevig stro dat zich het beste thuis voelt op de strorijke
Hoge peuldracht een belangrijke eigenschap.
IÜBJ
gronden. De erwt is mooi, groot en heeft een goede sortering. De consumptiekwaliteit is goed,
doch de zaadhuid is iets gevoelig voor barsten.
Rondo CB geeft op de minder strorijke gronden een goede opbrengst van zeer goede kwaliteit,
zowel op het oog als in de kook. In natte jaren en dan vooral op de strorijke gronden kan dit ras
teveel stro maken. Het bloeit dan te lang door en de opbrengst kan dan tegenvallen.
Dik Trom geeft het kortste stro. De hoogste opbrengst wordt op de strorijke gronden verkregen.
Het ras moet voldoende dicht gezaaid worden en bij een niet te ruime rijenafstand. Het is het enige
groene erwtenras met een vrij goede resistentie tegen het meest voorkomende fysio van vroege
verbruining.
De erwt is zowel uiterlijk als in de kook van zeer goede kwaliteit.
Allround moet ook vrij dicht gezaaid worden en liefst niet bij een te grote rijenafstand. Allround is
het minst gevoelig voor slecht weer bij afrijpen en oogst. Kan op gronden die weinig stro geven
enige stikstof rendabel maken.
Het stro is kort, stevig met een vrij hoge peulzetting. Grote ronde, zeer mooie erwt van goede
kookkwaliteit maar waarvan de smaak vaak wat scherp en bitter is.
Het enige ras in deze groep is Maro. Op de Zeeuwse Eilanden komt Maro in belangrijke mate
voor. De erwt is vrijwel geheel bestemd voor de export.
Maro geeft een lang gewas dat veel stro maakt en in natte jaren wel eens teveel stro kan maken. De
kookkwaliteit en de smaak zijn goed.
Imposant kapucijner geeft een lang gewas met een hoge peulzetting. De hoogste opbrengst wordt
hier op de minder strorijke gronden bereikt. Imposant heeft een zeer goede smaak en kookkwa
liteit. Kapucijners worden in toenemende mate ingeblikt in eigen land geconsumeerd.
Gastro rozijnorwt blijft in opbrengst wat achter. Dit strorijke ras komt in het Zuidwesten vrijwel
niet voor. Gastro stelt geen hoge eisen aan de grond en geeft een produkt van goede kwaliteit.
Opbrengsten in verhoudingsgetallen en enkele raseigenschappen.
Opbrengsten in
cijfer
stro
lengte
geschiktheid
voor
opraapdorsen
Rassen
Proefveld
1977
Gemiddeld 1969 t/m 1977
stro-arme
gronden
gemiddelde
gronden
stro-rijke
gronden
a.
Ronde groene erwten
Finale
106
104
108
110
5
6
Rondo CB
103
99
96
93
6,5
6
Dik Trom
96
96
96
102
4,5
5
Allround
102
104
100
99
5
7
Cebeco 101
92
Cebeco 102
106
-
-
-
-
b.
Schokkers
Maro
96
100
94
90
8
5
Cebeco 204
98
-
-
-
c.
Kapucijners
Imposant
-
101
98
96
9
8
d.
Rozijnerwten
Gastro
95
95
90
8.5
6
29