Schapen kalender het CLO-instituut voor de veevoeding "De Schothorst" D oor uitbreiding van de stad Amersfoort moet het instituut Hoogland gaan verlaten. D e omzet van CLO-mengvoeders steeg in het boekjaar 1976/1977 met 8,8% en bedraagt thans ruim 6,2 miljoen ton. De droge zomer van 1976 verooorzaakte een sterke stijging, met 13,3%, van de omzet aan rundveevoeders. De omzet aan varkens- en pluimveevoeders steeg met resp. 7,0% en 4,4%. H et onderzoek was geheel gericht op actuele problemen en nieuwe ontwikkelingen die zich bij de voeding van de landbouwhuisdieren voordoen. De proeven op De Schothorst zijn praktijkgericht en hebben vooral tot doel de kwaliteit van de onder CLO-controle bereide voeders te verbeteren. Hierbij zijn waarnemin gen aan de dieren zelf onmisbaar. "V ooral in de tweede helft van de drachtigheid is het van belang de voeding van de drachtige ooien goed in de gaten te houden. Een drachtig dier heeft niet alleen voer nodig om in eigen onderhoud te voorzien, maar ook extra voer (produktie- voer) voor de ontwikkeling van de lammeren in de baarmoeder, het uierweefsel, enz. W anneer de lammertijd is aangebroken, breken voor de schapenhouder drukke tijden aan. D eze bedraagt ongeveer 2,5 kg droge stof, 250 gram verteer baar ruw eiwit en 1400 gram zetmeelwaarde. Zolang niet vol doende vooijaarsgras aanwezig is, is het noodzakelijk, naast een voldoende portie ruwvoer van prima kwaliteit, tevens voldoen de krachtvoer te geven. Bijvoorbeeld 1,5 kg hooi plus 4 kg kuilgras plus 0,5 kg krachtvoer. Een kraamhulp voor veehouders Jaarverslag 1976/1977 nlangs verscheen het 43e jaarverslag van het CLO-instituut voor de veevoeding "De Schothorst" te Hoogland. Bij de oprichting van dit instituut door de drie centrale land bouworganisaties, die ook thans nog een belangrijke plaats in het bestuur innemen, werd als doel gesteld: het bevorderen van een doelmatige samenstelling en aanwending van mengvoeders voor het vee. Zowel bij het onderzoek, de mengvoedercontrole als de voor lichting staan bij dit instituut de belangen van de veehouders voorop, zoals duidelijk blijkt uit de activiteiten die in het afgelopen boekjaar weer op deze terreinen werden ontwikkeld. kenis zijn de proeven met verschillende eiwit bronnen in het krachtvoer. Aangetoond werd dat moeilijk oplosbare eiwitten een hogere melkproduktie en een hoger vet- en eiwitge halte van de melk geven. Bij varkens en pluimvee werd veel onderzoek gewijd aan de vervanging van granen door bij en afvalprodukten in het voeder. Een belang rijk thema van onderzoek was ook de benutting van verschillende eiwitten in het voer voor jonge biggen. Ter aanvulling van de voeder- proeven in de stal werden in het laboratorium op beperkte schaal verterings- en balansproe- ven uitgevoerd. Van de lichte leghennen werd de eiwitbehoefte nagegaan terwijl bij slacht- kuikens de waarde van diverse vetten werd ge toetst. Van bijzonder groot belang voor de Neder landse varkenshouderij is het standpunt dat het hoge Cugehalte in de varkensmest een be langrijke rol. Uit de vele koperproeven die d' laatste jaren op De Schothorst met slachtvar kens zijn uitgevoerd, komt als conclusie naa voren, dat het gebruik van 200 dpm koper ii het varkensvoer de varkenshouder een voor deel van ruim 4,— per varken oplevert. Voo de besluitvorming kunnen de uitkomsten vaj deze proeven, die in een apart verslag zijn sa mengevat een belangrijke bijdrage leveren. Mengvoedercontrole B ij de controle op mengvoeders worden di verse criteria voor de gehaltecijfers gehanteerd waarmee achterhaald kan worden of de ge bruikte grondstoffen tegen de juiste waardi zijn ingerekend, of bij de dosering van d< grondstoffen geen storingen zijn opgetreden ei of de menging voldoende is geweest. De toe gepaste normen, die enkele jaren geleden m veel experimenteren zijn opgesteld, voldoei goed. Enkele grote coöperaties passen dez< criteria ook toe bij de eigen controle van he fabricageproces. Wat betreft de grondstoffen worden nog regel matig ernstige afwijkingen geconstateerd, o.a bij het rijstevoermeel (teveel doppen en/ol krijt), een produkt waarvan het gebruik in ons land de laatste jaren sterk is toegenomen. De controle op de kwaliteit van de technische vet ten wees uit dat deze ook regelmatig te wensen overlaat en dat de invoer van slechte buiten landse vetten en het gebruik van frituurvetten hierbij een rol spelen. In het verslag is te lezen welke afwijkingen er zijn geconstateerd, tot in onderdelen nauwkeurig. Wij kennen in ons land geen overheidscontrole op de kwaliteit van veevoeders. Een controle door de afnemers zelf, zoals de CLO-controle, is dus ook heden ten dage onmisbaar. Overplaatsing Reeds m 1978 komt de nieuwe Schothorst in O.-Flevoland, nabij Lelystad, gereed. De con tinuïteit van het belangrijke werk van dit insti tuut wordt hiermee dus gewaarborgd. Onderzoek Mengvoederomzet Het aandeel van de coöperaties in de landelijke mengvoederproduktie bedraagt thans 52-53%. Dit cijfer illustreert de grote verantwoorde lijkheid van het CLO-instituut t.o.v. de Neder landse veehouderij op het gebied van de mengvoedersamenstellingen. Het vertrouwen dat de CLO-mengvoeders genieten, komt ook tot uiting in de terreinwinst van 6% die de coö peraties in de loop van de laatste 10 jaren in de landelijke mengvoederomzet hebben geboekt. Het percentage geperste voeders laat opnieuw een stijging zien, nl. van 74,3 naar 75,9%. Bij steeds stijgende energieprijzen rijst de dringende vraag hoe op verwarmingskosten kan worden bespaard. Het aanbrengen van een instelbaar afdak boven de ligplaats maakt de dieren in zekere zin onafhankelijk van het koudere klimaat in de stalruimte. Bij de voeding van melkvee werd bijzondere aandacht besteed aan de minimum hoeveel heid ruwvoer in het rantsoen. Van grote bete- men zowel bij de EEG als op nationaal niveau over het gewenste koperniveau in het slacht- varkensvoer zal gaan innemen. Hierbij speelt Voeder daarom niet te schraal! Te schrale voeding kan leiden tot ze licht geboren, magere lammeren, maar bovendien tot sle pende melkziekte. Voldoende voeding is niet alleen van belang voor het geboorte gewicht, doch ook voor de melkgift is het van belang gedurende de laatste 6-8 weken te zorgen voor een goede voeding. Door de ooien op geregelde tijden op de rug, de ribben, de lendenen en bij de staartinplanting te betasten kan men er achter komen welke in conditie blijven (vaak ooien met eenlin gen), of sterk achteruitgaan, maar overigens gezond zijn en een behoorlijke buikomvang krijgen (ooien met drielingen). Ooien met meerlingen hebben meer voer nodig dan de andere en vooral voer met een hogere voedingswaarde (meer krachtvoer). Hoe men de dieren kan bijvoederen is afhankelijk van het be drijf. Op grote schapenbedrijven kunnen ze in een aparte koppel bijeen worden gebracht. Zorg daarbij ook voor voldoende voe derbaklengte. Per drachttig schaap is 50 cm nodig, zodat 1 meter baklengte per 4 schapen vereist is. Enten tegen "het bloed" O p bedrijven waar deze ziekte regelmatig schade onder de lammeren veroorzaakt is het van belang de drachtige ooien preventief te vaccineren. Deze vaccinatie bestaat uit een tweemalige injectie met een tussenruimte van 6 weken. De tweede injectie moet 2-3 weken vóór het eind van de drachtigheid worden gegeven. De ooi vormt dan afweerstoffen in het bloed die zij met de biest afscheidt. Het lam neemt deze afweerstoffen met de biest op waardoor het 10 tot 12 weken beschermd is. Ooien die reeds het vorige jaar werden gevaccineerd behoeven slechts éénmaal geënt te worden en wel 2-3 weken voor het einde van de drachtigheid. De zorg om de geboorte Ter voorkoming van onnodige verliezen is wel van belang, dat de schapenhouder bij de geboorte aanwezig is. Het is een zware taak en om ook 's nachts toezicht te houden moeten vaak hulp krachten worden ingeschakeld. Daar het inhuren van hulpkrachten natuurlijk financiële con sequenties meebrengt, wordt er veel gebruik gemaakt van een luisterapparaat, waardoor de slaapkamer met de schapenstal verbonden blijft. Het is van belang, bij de geboortehulp de grootst mogelijke zindelijkheid te betrachten. Water, zeep en schone doeken moeten steeds bij de hand zijn. Om navelinfectie te voorkomen is het goed de navel van het lam direct na de geboorte te ontsmetten. Dit geschiedt het beste door een eierdopje half gevuld met jodiumtictuur in de ene hand te nemen en met de andere hand het lam aan de beide voorbenen op te tillen. Breng vervolgens het eierdopje naar de buik, zodat de stomp van de navelstreng enige seconden in de jodium hangt. Hierna dient de uier te worden gecontroleerd en de tepels te worden doorgetrokken. Overtollige wol rond de uier wordt weggeknipt. Na deze handelingen brengt men het moederschaap met de lammeren enige dagen onder in een apart hokje. Het is van belang erop toe te zien dat het lam voldoende biest naar binnen krijgt. Het hok, voorzien van voederbak, ruif en een drinkbak moet een afmeting hebben van ongeveer 1,5 x 1,75 meter. Bij uierontsteking dient het dier onmiddellijk verwijderd te worden uit de lammerenstal. Ontsmet in dat geval het hok grondig en roep direct de hulp in van een dierenarts. De voederbehoefte van het melkgevende schaap. Wees erop attent, dat er altijd voldoende drinkwater aanwezig is. Zogende ooien op droogvoer kunnen 10 üter water per dag drinken. onderbreken als op de stal wordt overgescha keld. Goede ervaringen zijn opgedaan met een draagbare t.v., waarvoor bijv. aansluitmoge lijkheden gemaakt kunnen worden in de huis kamer en in de slaapkamer. Als 's avonds blijkt dat 's nachts een geboorte verwacht kan wor den, stelt men de wekker op afloop op het ge wenste uur, waarna men door het inschakelen van heftoestel de situatie kan opnemen zonder het bed te moeten verlaten. Naast beeldweer gave is ook geluidsweergave mogelijk. Bij het afkalven kunnen de dieren dan het beeld "on dersteunen". Kosten De aanschaffingskosten zijn aföankelijk van de keuze van apparatuur en de bedrijfs-omstan- digheden. De totale kosten komen op ca. 2500,- - 5000,- Conclusie Hoewel het benodigde bedrag wel remmend zal werken op de aanschaf van een dergelijke installatie, zullen verscheidene veehouders een dergelijke "blikverruiming" positief beoorde len. Het is denkbaar dat bij ruimere toepassing de prijs zich in gunstige richting zal bewegen. Ing. J.W. Ruiterkamp In de stalperiode wordt de nachtrust van de veehouder meermalen onderbroken door een op handen zijnde blijde gebeurtenis in de stal. Voor melkveehouders met een ligboxenstal betekent dit kleren aan en naar buiten, want de meeste ligboxenstallen zijn op enige afstand van de woning of boerderij gebouwd. Hoewel er op de meeste bedrijven wel kalveren geboren worden zonder dat de veehouder hulp verleent doordat de geboorte wat eerder plaats vindt dan was voorzien, geeft men er in het algemeen de voorkeur aan hul.n en toezicht bij het afkalven van de dieren te verlenen. Als één en. ander vlot verloopt, kan de veehou der vrij gauw het bed weer opzoeken en als er geen commentaar komt de koud geworden voeten weer opwarmen. Maar als er weinig schot in de zaak zit, kan men genoodzaakt zijn vaker polshoogte te nemen. Men zegt dan meestal dat dit de risiko's van het vak zijn, maar dit is een schrale troost. Maar evenals op zo veel andere terreinen kan ook hier de techniek de helpende hand bieden. Op een aantal bedrijven in ons land gebruikt men nl. een t.v.-circuit, waarbij men op afstand het verloop van de gebeurtenissen in de stal kan volgen. Hier is geen sprake van "slapende rijk worden" Apparatuur Allereerst is (zijn) een (enkele) camera('s) no dig in de afkaMstal. Dit kan een vast opgestelde of een op afstand bedienbare, draaibare came ra zijn. Door middel van een kabel wordt de camera verbonden met een reeds aanwezig t.v.-toestel, een monitor of bijv. een draagbaar t.v. Als een aansluiting op het huiskamertoestel wordt gemaakt, zal men een uitzending moeten maar meer van "het oog van de meester(es)'*!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 12