Zeeuwse veehouders tegen takenbundeling gezondheidsdiensten voor dieren O O Besmettelijke Leucose bij Runderen D, P er 1 mei 1977 is een verordening van het Landbouwschap van kracht geworden, waarin de bestrijding van de enzoötische leucose bij rundvee wordt geregeld en verplicht gesteld. Tot 1965 was de Nederlandse veestapel vrij van L eucose is een ziekte, waarbij bepaalde cellen, speciaal witte bloedcellen, zich ongeremd gaan vermeerderen. Hierdoor ko men in het bloed te veel witte bloedcellen voor en kunnen op den duur gezwellen(tumoren) ontstaan van verschillende orga nen, maar vooral van de lymfeklieren. Indien de tumorvorm is opgetreden, sterft het rund meestal binnen enkele maanden. Naast de besmettelijke runderleucose zijn reeds lang niet bes mettelijke vormen van leucose bekend. D e besmetting met enzoötische leucose geschiedt in de eerste plaats van moeder op kalf. Dit kan gebeuren tijdens de dracht in de baarmoeder of na de geboorte via de melk(biest). T ot voor kort kon de diagnose Uitsluitend gesteld worden aan de hand van bloedonderzoek, waarbij dan een blijvende verho ging van het aantal lymfocyten het criterium vormde. G ezien ook de ervaringen met de bestrijding van enzoötische leucose in het buitenland opgedaan, met name in Duitsland en Denemarken, werd het in Nederland noodzakelijk geacht de bestrijding van Enzoötische Bovine Leucose verplicht te stellen. Per 1 mei 1977 werd de verordening Bestrijding Enzoötische Bovine van kracht. Vanaf deze datum dienen importrunderen naast een geldig E.E.G. certificaat voor fok- en gebruiksrunde- ren voorzien te zijn van een geldig leucose attest. V p 12 januari j.l. werd te Middelburg de jaarvergadering van de Stichting Gezondheidsdienst voor dieren in Zeeland gehouden onder voorzitterschap van de heer G J. de Jager. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld over de plannen tot bundelen der taken van de 4 westelijke gezondheidsdiensten, te weten van Zeeland, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland. Het uitgangspunt is daarbij enerzijds dat een passende dienstverlening gewaarborgd moet blijven en anderzijds dat een ruime bezuiniging moet worden gerealiseerd. Er werd een tweetal plannen ontworpen. Het plan dat door 3 provincies voorlopig is aanvaard (niet door Utrecht) gaat uit van één Gezondheidsdienst voor Dieren in West Nederland met één hoofdlaboratorium in Gouda en drie steunlabora- toria in Alkmaar, Utrecht en Goes. Uit de vergadering kwam weinig of geen instemming met deze plannen. Dat vooral omdat men bang is dat het samengaan zal leiden tot achteruitgang op het punt van de dienstverlening, tot nadeel van de Zeeuwse veehouders. Ook was er kritiek omdat men de indruk had dat er besluiten werden genomen, zonder er vooraf de belanghebbende voldoende in te kennen. Voorzitter De Jager, die de taakbundeling verdedigde, maakte bij het merendeel der aanwezigen daarmee dan ook geen goede beurt. Sommigen eisten zelfs zijn aftreden. Uit alles bleek dat de Zeeuwse veehouders beducht zijn voor nadelige gevolgen van een westelijk samengaan. Jaarrede dr. Tesink r. J. Tesink, direkteur van de stichting, ging in zijn jaarrede ook nog op een en ander in. Hij stelde dat bij alle besprekingen voorop stond dat de dienstverlening bij een eventuele reorgani satie moet zijn gewaarborgd. In dit verband was hij er allerminst gelukkig mee dat er in de plannen sprake is van slechts één fulltime pluimveespecialist voor het gehele westen. Dat is dui delijk te weinig! Hij memoreerde tevens, dat de op stapelstaande veranderingen onrust geven onder de veehouders, de dierenartsen en gezien de vermindering van het aantal formatieplaatsen, ook onder het personeel van de Gezondheidsdiensten. "Laten we met z'n allen ernstig hopen dat straks zal blijken dat de gevolgen van de reorganisatie voor alle betrokkenen erg zal meevallen. Uit het overzicht van de heer Tesink nemen we verder het volgende over: Runderen 1Z oals de laatste jaren gebruikelijk, werd Vj van de Zeeuwse rundveestapel op aanwezigheid van tuberkulose onderzocht. Noch bij dit onderzoek, noch in de slachthuizen werden geval len van runder t.b.c. vastgesteld. Per 1 januari 1978 wordt de keuring van slachtvee een rijksaan gelegenheid. Ervan uitgaande dat mede hierdoor een sluitende identifikatie regeling van slachtrunderen kan worden gekon- trueerd ligt, wanneer Brussel (m.a.w. de EEG) met de Neder landse voorstellen akkoord kan gaan, een achterwege kunnen laten van de periodieke rundveetuberkulinatie in het vooruit zicht. In dit verband wordt door sommigen gedacht aan afschaffing van bedoeld t.b.c. onderzoek met ingang van 1978/1979. Een forse kostenbesparing van een aantal miljoenen guldens is dan een feit geworden. Wat betreft abortus Bang werd in de herfst van 1977 bij een exportvaars een verdachte bloedreaktie gevonden. Bij nader onderzoek bleken de overige runderen van het bedrijf negatief. Het rund werd overgenomen en ondergebracht bij het C.D.I. in Rotterdam voor nader onderzoek. Het dier heeft daar medio november gekalfd - moeder en kind verkeren in blakende wel stand - en is nog steeds in onderzoek. Bloed- en melkonderzoek zijn afwisselend positief en negatief. Medio februari 1978 is een definitieve uitspraak te verwachten. Gezien de in Nederland in 1976 en voorgaande jaren in het grensgebied met België optredende gevallen van abortus Bang is medio 1977 een extra abortus Bang onderzoek, zonder kosten voor de veehouders, in dit gebied van start gegaan. Voor dit onderzoek in Zeeuws-Vlaanderen, Brabant en Limburg, is door de Stichting een bedrag van 300.000,— voor één jaar be schikbaar gesteld. Dr. Tesink: Eén pluimveespecialist West-Nederland is te weinig! voor fftel tilatie bevordert de genezing. Bestrijding uierziekten. Op vdrzoek werden 81 bedrijven be zocht en werden 2900 melkmonsters onderzocht op mastitisver- wekkers. Kwaliteitsonderzoek melk In 1977 werden 8.071 busmelkmon- sters en 38.688 diepkoelmonsters onderzocht. In 34 gevallen werd penicilline aangetroffen. Varkens arkenspest werd slechts in één geval vastgesteld. Bij de be strijding van snuffelziekte werken V.D. en Gezondheidsdienst nauw samen. Gedeeltelijke sanering gaf slechte resultaten en wordt daarom zelden meer toegepast. Het verstrekken van be- strijdingsadviezen op basis van laboratoriumonderzoek, als ook verbetering van het stalklimaat, levert goede resultaten op als de eigenaar meedenkt en meewerkt. De ziekte van Aujeszky is vooral na 1970 in Nederland een probleem geworden. In 1977 zijn in Zeeland 17 besmette be drijven waargenomen. Pluimvee p verschillende akkerbouwbedrijven is een toenemende belangstelling voor de pluimveehouderij, gebaseerd op het gunstige effekt van kippemest op kleigrond en de goede eier- prijzen in 1976. In 1977 zijn nieuwe hokken bevolkt met 80.000 kippen. Nog 8 bedrijven gaan uitbreiden of nieuwbouwen, kapaciteit 140.000 stuks. Industriële milieuverontreiniging O, De melk van 60 bedrijven die de melk in bussen leveren, als mede de melk van 160 tankmelkbedrijven werd om de 14 dagen onderzocht via de ABR-ringtest. In het derde en vierde kwartaal 1977 werden 5.190 koemonsters onderzocht. Positief waren 27 koeien. Deze werden aan een bloedonderzoek onderworpen met gunstig resultaat. Op de niet melkleverende bedrijven wordt het vrouwelijk rundvee ouder dan 6 maanden aan een bloedonderzoek op abortus Bang en op leucose onderworpen. Schattenderwijs zullen 10.000 bloedmonsters moeten worden onderzocht. Het onderzoek op leucose vindt in Rotterdam plaats (C.D.I.). Andere punten: - Onderzoek importrunderen. Ingevoerde runderen worden gekontroleerd op t.b.c., abortus Bang en leucose - Export. Vanuit Zeeland vindt een levendige export van run deren plaats. In 1974 6.050 stuks, in 1975 5.129 stuks, in 1976 5.493 stuks en in 1977 4.889 stuks. - Mond- en klauwzeer kwam in 1977 in Zeeland niet voor - Leucose. De verordening welke de leucosebestrijding regelt is per 1 mei 1977 van start gegaan. In Zeeland is de rund veestapel vrij van deze ziekte. Elders in ons land komen 24 besmette bedrijven voor. I.B.R. Deze ziekte trad begin 1977 op een aantal bedrijven in ernstige mate voor. Bedrijven die regelmatig aankopen doen er verstandig aan een voorbehoudende enting toe te passen. Pinkengriep. Ziekte die vrij veel voorkomt. Een goede stalven- p het kanaal Gent-Terneuzen loost zowel de Belgische als de Nederlandse industrie een hoeveelheid afvalstoffen, waaronder zouten zoals fosfaten, sulfaten, chloriden en fluoriden. Huis houdelijk afvalwater wordt ook op het kanaal geloosd, m.a.w. bakteriën. Enige jaren geleden werd het kanaal verbreed en verdiept. Het is ons gebleken dat door de nieuw aangelegde kanaaldijken kanaalwater sijpelt dat in de naastliggende sloten terecht komt. Ook komt kwelwater in de sloten. Een en ander heeft tot gevolg dat het F gehalte van het slootwater, alsook het Cl gehalte en het bakteriegehaltë daarvan zodanig hoog is dat het ongeschikt is en als drinkwater voor vee te worden gebruikt. Aansluiting van de percelen weiland op de drinkwaterleiding kost tenminste 25.000,— De vraag is: wie zal dat betalen? Een juridische kwestie! De Gewestelijke Raad van het Landbouwschap heeft - uiteraard - hierover kontakt met Rijkswaterstaat opgenomen. Dit kontakt zal binnenkort worden voortgezet. Tijdens de weideperiode medio april medio november bedroeg het gemiddelde F gehalte, de F bron is Zuid-Chemie, in de grasmonsters: le gevarenzone: 26 ppm; 1976: 33 ppm 2e gevarenzone: 13 ppm; 22 ppm 3e gevarenzone: 13 ppm; 24 ppm Zuid-Chemie is bij voortduring bezig - o.a. door het in bedrijf nemen van verbeterde zuiveringsinstallaties - de F uitstoot in de atmosfeer te verminderen. Deze cijfers tonen het sukses van deze maatregelen aan. In het Sloegebied bedroeg het gemiddelde fluorgehalte tijdens de weideperiode medio april medio november - de F bronnen zijn Hoechst en Pechiney in de grasmonsters: 20 ppm, vorig jaar 22 ppm. Enkele weken geleden moest helaas worden vastgesteld dat op 7 bedrijven de bietenbladkuilen en één graskuil zeer hoge F ge halten bevatten. De aanmerkelijke verontreiniging van deze kuilen met gronddelen is hiervan mede de oorzaak. De betrokken veehouders is ten sterkste geadviseerd slechts een half rantsoen kuilvoer te verstrekken, als vervangend voer wer den voor rekening van de industrie pulpbrokjes voorgeschreven. Er waren prettige verhoudingen met de direkteuren van de fabrieken in de Kanaalzone en het Sloegebied. De door de kommissies voorgestelde financiële regelingen werden vlot af gewerkt. dierénarts buitendienst Stichting Gezondheidsdienst voor JJ.Pekelder, dieren in Zeeland enzoötische leucose. Door importen van rundvee uit andere E.E.G. landen is sindsdien deze besmettelijke leucose ons land binnengeslopen. Enzoötisch duidt aan, dat de ziekte bedrijfsgewijs wel een belangrijke uitbreiding kan krijgen, maar anderszins ook weer niet zo besmettelijk is als b.v. Mond- en Klauwzeer. Verschillende vormen Bij runderen tot 6 maanden komt de zogenaamde jeugdleucose voor, tot ca. 2 jaar wordt de thymusvorm gezien en zeer zelden komt de dodelijk verlopende huidleucose voor. Ziekte pas na 2 jaar zichtbaar Enzoötische leucose wordt veroorzaakt door een virus. Op merkelijk is, dat bij deze ziekte de tijd, die verloopt tussen het moment van besmetting en het optreden van de eerste ziekte verschijnselen. heel lang is. Wanneer een kalf besmet wordt, dan duurt het minstens 2 jaar, voordat de ziekte zich openbaart. De eerste verschijnselen zijn dan echter alleen nog maar door laboratoriumonderzoek vast te stellen. De dieren lijken volkomen gezond. Bij een deel( 10-25%) van de besmette dieren gaan zich op een bepaald moment, vaak op een leeftijd van 4-8 jaar, gezwellen ontwikkelen, die dan spoedig de dood van de dieren tot gevolg heeft. Deze tumorvorming betreft vooral de lymfeklieren, maar ook het hart, de lebmaag, baarmoeder en andere organen kunnen aangetast worden. Besmetting Ook kan het oncogene virale R.N.A. ingebouwd worden in het D.N.A. van de gastheer. Daarnaast kan de infektie ook overgebracht worden door direkt contact(kort durend) van dier op dier. Een besmet dier kan namelijk virus gaan uitscheiden o.a. via slijm, speeksel, urine, mest en melk. Het blijkt nu, dat deze contact infekties veel vaker voorkomen dan tot voor kort werd aangenomen. Vooral jonge dieren zijn gevoelig voor een contact besmetting. Onderzoek Daar deze verhoging op z'n vroegst pas enkele jaren na de besmetting optreedt en bij een aantal dieren in het geheel niet, was deze methode verre van ideaal. Nu is het mogelijk om de afweerstoffen, die het lichaam tegen het leucose virus maakt, aan te tonen. Deze afweerstoffen ontstaan al vrij spoedig na een infektie, zodat de dfagnose veel sneller is te stellen. Bij de bestrijding heeft de (snelle) sero-diagnostiek het voordeel, dat het aantonen van de anti-lichamen niet tevens betekent, dat het dier ook reeds virusuitscheider is. Het snel elimineren van serologisch positieve dieren(namelijk voordat deze virus gaat uitscheiden) is van groot belang bij de bestrijding. Bestrijding verplicht De veehouders zijn middels een schrijven hiervan op de hoogte gebracht. Op dit moment zijn er in Nederland 24 besmette rundveebesla gen, waarvan gelukkig geen enkele in Zeeland. 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 10