De graszaadmarkt is rustig
Telersprijs voor aardappelen
bereikte een dieptepunt
D oor het C."B.S. worden de consumentenprijzen van aardap
pelen vastgesteld.
I
D e toename van de voorraden gedurende de laatste twee jaar
heeft reeds tot gevolg gehad, dat de USA hebben besloten
maatregelen te treffen met het doel voor de oogst 1978, het
tarwe-areaal met 20% in te krimpen en het voedergraanareaal
met 10%. Naar schatting zullen deze zogenoemde set-aside
programma's resulteren in een vermindering van de graanoogst
in de USA met ca. 7 miljoen ton.
D oor het Produktschap voor Aardappelen wordt een
overzicht verstrekt van de aardappelmarktprijzen af boer
derij. Het gaat hier om voorlopige prijzen die de teler voor
zijn aardappelen ontvangt, die op de vrije markt zijn afge
zet. Kontraktteelt en afzet in poolverband zijn bij het be
palen van de marktprijzen af boerderij geheel buiten be
schouwing gelaten.
Produktiestijging bij granen zet door!
D e situatie op de graszaadmarkt is gedurende de laatste
betrekkelijk rustige tijd weinig veranderd. De prijs van
Italiaans raaigras staat nog steeds onder druk, en is bene
den de 2,— per kg terecht gekomen. De prijzen van de
overige voor Nederland belangrijke grassoorten liggen op
een relatief hoog niveau met een vaste stemming.
Door het uiteenlopende pakket van soorten en rassen is
het moeilijk een goed prijzenbeeld te geven. Voor Engels
raaigras (weidetype) waarvan dit najaar relatief veel in
binnen- en buitenland is afgezet, moet gedacht worden i/d
orde van 4,— per kg, en Veldbeemdgras van 4,50 -
5,50 per kg. Roodzwenkgras met forse uitlopers ligt op
ruim 3,— per kg, terwijl gewoon roodzwenkgras en die
met fijne uitlopers rond de 4,50 per kg doen.
De EEG-marktordening en de steunbedragen
X n het kader van de door de Europese Commissie gedane
voorstellen betreffende de prijzen en steunbedragen voor land-
bouwprodukten voor het verkoopseizoen 1978/1979 zijn in de
sektor zaaizaad naast de voorstellen tot aanpassing van de
steunbedragen een tweetal wijzigingen van de marktordening in
het vooruitzicht gesteld.
In de eerste plaats is voorgesteld dat met ingang van het ver
koopseizoen 1978/1979 de geldende steunbedragen elke twee
jaar vastgesteld worden waarbij ze derhalve twee verkoopsei
zoenen op hetzelfde niveau gehandhaafd blijven. De Commis
sie beoogt hiermee betere programmering van de zaaizaadpro-
duktie te bereiken, mede gezien het meerjarig karakter van
sommige grassoorten. Een en ander zou de doorzichtigheid van
en de stabiliteit op de zaaizadenmarkt vergroten.
Verder wordt voorgesteld een verplichting tot registratie van de
in derde landen afgesloten vermeerderingskontrakten.. Deze
gegevens zouden de kennis van de markt moeten vergroten
doordat er een inzicht wordt verkregen in de te verwachten
import.
De steunbedragen die de Commissie voorstelt worden hieron
der weergegeven voor de in Nederland van belang zijnde zaai
zaden, waarbij een vergelijking is gemaakt met de steunbedra
gen, die in dit afzetseizoen gelden.
Nederland neemt een vooraanstaande plaats in op het gebied van
de teelt van graszaad.
Steunbedragen in prijzen per 100 kg
voorstel
1978/79 en
1977/78
1979/80
wijziging
Grassen
guldens
R.E.
in R.E.
Engels raaigras:
zeer standvastig.
58,19
18
0,9
laat-half laat;
weinig standvastig,
34,37
10
- 0,1
half laat-vroeg;
overige en nieuwe.
44,58
14
0,9
Italiaans raaigras
37,77
11
- 0,1
Westerwolds raaigras
37,77
11
- 0,1
Roodzwenkgras
61,59
19
0,9
Veldbeemgras
64,99
20
0,9
Beemdlangbloem
71,80
22
0,9
Rietzwenkgras
92,21
29
1,9
Hardzwenkgras
64,99
21
1,9
Bosbeemdgras
64,99
20
0,9
Kropaar
92,21
28
0,9
Timothee
112,97
38
4,8
Zaailijnzaad
vezelvlasrassen
44,58
14.5
1,4
olievlasrassen
34,37
11,5
1,4
R.E. rekeneenheid 3,4027
oor de verkoopseizoenen 1978/79 en 1979/80 zijn nog geen
bedragen in gld. per 100 kg weergegeven, omdat dit afhangt van
een besluit aangaande de aanpassing van de zgn. "groene" gul
den. Voor 1978/79 wordt een verlaging van de monetaire com
penserende bedragen voorgesteld van 0,2%, waardoor de waar
de van de R.E. uitgedrukt in guldens ook met 0,2% zou dalen.
De steunbedragen zouden dan (alleen over het verkoopseizoen
1978/79) 0,2% lager worden.
De Commissie denkt aan een uiteenlopend pakket van aanpas
singen. Voor de meeste soorten is er sprake van een verhoging
van 0,9 R.E. per 100 kg.
Enkele soorten (Riet- en Hardzwenkgras) zouden een extra
verhoging krijgen, terwijl gezien de schaarste binnen de EEC
aan Timothee voor deze soort een verhoging van 4.8 R.E. wordt
voorgesteld. De steunbedragen voor Italiaans, en Westerwolds
raaigras geven een verlaging te zien van 0,1 R.E. per 100 kg,
evenals die voor de weinig standvastige rassen van Engels raai
gras.
Voor zaailijnzaad is een relatief grote verhoging van de steun
bedragen gepland.
(Produktschap voor landbouw Zaaizaden).
In de volgende tabel wordt de marktprijs van het belangrijke ras
Bintje van de kleigrond vergeleken met die van voorgaande
jaren.
Klei-bintje (in gids/100 kg)
imi
augustus
september
oktober
november
1U3/ I \J\J ivg;
oogst 1977 x) oogst 1976 oogst 1975 oogst 1974
12'60 57,95 22,95 13,15
9,65 59,85 28,55 9,80
10,35 56,55 34,45
9,65 54,05
40,90
30,20
15,50
20,20
15,65
gewogen gemiddelde 10,45 57,40
x voorlopig
De telersprijzen van oogst 1977 bereikten in vergelijking met de
voorgaande oogstjaren een dieptepunt. Ze zijn sinds lang niet zo
laag geweest.
De consumentenprijzen
De absolute hoogte van de CBS-cijfers geeft vermoedelijk een
minder juist beeld en zal min of méér hoger uitgevallen zijn, dan
in werkelijkheid gemiddeld door de consument is betaald. Er
wordt door het CBS nog steeds gewerkt met de omzetverhou
ding van de verschillende typen detailhandelsbedrijven zoals
die na een onderzoek in 1969 zijn vastgesteld.
De ontwikkeling van de consumentenprijzen voor Bintjes in
centen per kg
augustus
september
oktober
november
december
De prijzen vertonen de laatste maanden een dalende tendens.
Export op een laag pitje
D e goede aardappeloogst in de meeste EEC-partnerlanden is
er de oorzaak van, dat de export naar deze landen t.o.v. vorig
jaar nogal sterk is teruggelopen.
De afzet naar de derde landen ontwikkelt zich daarentegen
gunstig. Met name de export naar Azië en Afrika is, mede
dankzij de lage prijzen, in vergelijking met voorgaande jaren
sterk toegenomen.
1977
1976
1975
1974
50
127
69
46
40
110
64
39
36
102
62
35
34
99
65
41
96
73
45
Exporttempo
per maand
x 1.000 ton
oogst 1977
oogst 1976
oogst 1975
oogst 1974
juli/augustus
19
36
54
16
september
50
100
69
56
oktober
70
102
103
75
november
76
97
89
47
t/m november
215
335
315
194
december
77
82
44
t/m december
412
397
238
landen als Canada en USA niet meer aan de markt kunnen zijn.
De invoer van 1 juli tot 1 december 1977 (in tonnen)
juli/augustus 22.900; september 7.300; oktober 11.600; novem
ber 3.000. Totaal 44.800.
De import is afkomstig uit de volgende landen
in tonnen
Door het lage prijspeil is de exportwaarde eveneens relatief laag.
hoeveelheid
waarde x
exportprijs
in tonnen
milj. guldens
gids/100 kg
oogst 1977
214
49
22,90
oogst 1976
335
190
56.55
oogst 1975
315
120
38,25
oogst 1974
194
40
20.65
oogst 1973
219
53
24.25
De import
oogst 1977
oogst 1976
België
14.300
2.200
W.-Duitsland
27.600
8.000
Frankrijk
700
800
Italië
1600
10.400
Totaal EEG
44.200
21.400
Rest Europa
600
2.300
Rest Wereld
54.000
Totaal
44.800
77.700
Prijs per 100 kg:
18,10
61,15
De import komt dit oogstjaar voornamelijk uit de EEG-part-
nerlanden. De lage invoerprijzen zijn er de oorzaak van dat
Het invoercijfer van België is ongecorrigeerd.
Bij de invoer uit West-Duitsland zijn fabrieksaardappelen voor
de zetmeelindustrie inbegrepen.
(Nieuwjaarsrede voorzitter Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten)
n het oogstjaar 1976/77 kon voor het eerst sinds 1972 een
belangrijke verbetering van de voorraadpositie van granen in de
wereld worden verwacht. Deze trent heeft zich in het oogstjaar
1977/78 voortgezet.
Er wordt van uitgegaan, dat op het einde van dit seizoen, dus 1
juli 1978, de eindvoorraden 165 miljoen ton zullen bedragen,
waarvan 85 miljoen ton tarwe en 80 miljoen ton voedergranen.
Dit zei dr. C.H.J. van Beukering in zijn nieuwjaarsrede tijdens de
openbare bestuursvergadering van het Produktschap voor Gra
nen, Zaden en Peulvruchten.
Areaalinkrimping
Gezien het feit, dat de wereldhandel in granen ongeveer 150
miljoen ton bedraagt, is het de vraag of dergelijke maatregelen
gerechtvaardigd zijn. Misoogsten in sommige grote produktie-
gebieden, die toch al niet zelfvoorzienend zijn, zoals bijvoor
beeld de Oostbloklanden, kunnen er toe leiden, dat een
"schijnbare" overschotsituatie van het ene naar het andere sei
zoen in een tekortsituatie kan veranderen. Vanzelfsprekend kan
het echter niet redelijk worden geacht de Verenigde Staten al
leen verantwoordelijk te laten zijn voor het aanhouden van
voldoende grote voorraden. Het is dan ook verheugend, dat
internationaal in sterkere mate dan voorheen de bereidheid
aanwezig blijkt te zijn reserve-voorraden aan te leggen.
De hogere produktie van granen in de laatste twee jaar en de
verbeterde voorraadpositie hebben tot gevolg gehad, dat de in
voorgaande jaren sterk gestegen wereldmarktprijzen weer aan
zienlijk zijn gedaald. Voor de belangrijkste graansoorten, tarwe
en mais, gelden thans invoerheffingen van respektievelijk
30,— en 25,— per 100 kg. Deze bedragen geven globaal het
verschil aan tussen de huidige wereldmarktprijzen en het niveau
van de prijzen dat in de EEG wordt nagestreefd.
In het lopende seizoen (1977-1978) wordt de totale graanpro-
duktie in de EEG geraamd op ongeveer 104 miljoen ton bij een
te verwachten verbruik van plm. 110 miljoen ton. De hoeveel
heid, waarvoor de Gemeenschap dit seizoen netto-importeur zal
zijn (6 miljoen ton) is belangrijk kleiner dan het vorige jaar (23
miljoen ton).
Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat de EEC, over een aantal jaren
gerekend, voor granen zelfvoorzienend zal zijn. De produktivi-
teitsstijging per hectare zal door het kweken van nieuwe rassen,
verbeterde teeltmethoden en ziektebestrijding voorlopig zeker
doorgaan.
Bovendien is de mogelijkheid niet uitgesloten dat, zoals in Ne
derland reeds lang het geval is, het graanverbruik ook in andere
lidstaten in meerdere of mindere mate zal toenemen.
Het is om deze reden.dat in EEG-verband de vraagter diskussie
zal worden gesteld of de invoer van niet of nauwelijks met
heffingen belaste grondstoffen, zoals tapioca, melasse en bij
producten, in de toekomst ongelimiteerd moet kunnen blijven
plaatsvinden.
De graanproduktie in Nederland bedraagt dit oogstjaar
1.115.000 ton. Van het totale akkerbouwareaal in Nederland
wordt nog steeds ongeveer 35% met graan bebouwd. De kwali
teit van de geoogste granen was dit jaar over het algemeen
belangrijk minder goed dan verleden jaar.
9