te Zevenbergen kan er weer jaren tegen! H et Landbouwhuis in Zevenbergen heeft een grondige opknapbeurt ondergaan. Het is nog niet helemaal klaar. In de gang en het kleine keukentje waren nog een tweetal ambachtslieden driftig in de weer met verf en kwast. De kantoorruimte echter is nu geheel gereed. Het resultaat mag gezien worden. Was voorheen de ruimte min of meer geschei den met een schuifdeur en een aantal kasten, een duidelijk stempel overigens van de funktie woonhuis die het gebouw oorspronkelijk had, nu zijn de ruimtes bijelkaar ge trokken. Er is een prettig ogende vloerbedekking gelegd, de wanden hebben een vers kwastje verf gekregen terwijl ook de deuren danig werden opgeknapt. De verflucht dringt nog in je neus wanneer je er binnenkomt. Het Landbouwhuis Zevenbergen kan er nu weer voor jaren tegen. H et was hard nodig dat het gebouw werd opgeknapt. Sommigen hebben zich misschien wel eens afgevraagd of het nog wel opgeknapt zou worden, want de Z.L.M. dat was toch inV mers Goes geworden. Nou ja, zolang de heer Korteweg nog niet gepensioneerd was verzin nebeelde hij min of meer de oude Noord-Bra bantse Mij van Landbouw. Nu die echter met pensioen ging, nu zou het laatste restje "Bra bantse Mij" ook wel verdwijnen. H et Landbouwhuis ligt aan een rustige straat tegenover het station. Een normale woonwijk. Geen kantorenbuurt. Zoals gezegd lijkt het gebouw daar ook niet op. 't Is vanbuiten een gewoon woonhuis. Van binnen aangepast, maar toch is het jaren aan een stuk ook de woning geweest van de Fam. Korteweg. Wat gaat er nu om in dat kantoor, zullen sommigen zich afvragen. Wie werken er en wat zijn dat voor mensen? A.dri Lindenbergh is al sinds 1975 in dienst van de Z.L.M. Hij houdt zich bezig met de economisch sociale voorlichting. Toen Hoiting werd benoemd tot sekretaris, werd het werk gebied van Lindenbergh geheel NoordBrabant De Landbouw, met name de akkerbouw heeft maar weinig geheimen voor Lindenbergh. Hij is geboren en getogen op een akkerbouwbedrijf in Zeeland. Niet alleen dat, maar 't was zelfs zo dat hij nog jaren boer is geweest. Waarom dan toch een "wijker"? We waren met drie broers, vertelt hij Zevenbergen een vooruitgeschoven post Mevr. Alewijnse de "kern" van de zaak In de toekomst een vaste zitdag 9Cz.i.m. Landbouwhuis Roelof Hoiting een man die Brabant kent Adri Lindenbergh E.S.V.-er in heel Brabant Vertrouwenswerk Mevr. Middelkoop- van der Ploeg E.S.V.-ster met veel ervaring IV^evrouw Middelkoop-van der Ploeg is het Ik ben natuurlijk geen sekretaris voor Brabant alleen. Het Z.L.M.-werk straalt uit over heel het werkgebied. Er zijn geen preciese tijden te stellen dat ik in Goes of in Zevenbergen ben. Gemiddeld komt het neer op een paar dagen per week Goes en de rest van de tijd in Brabant zegt Hoiting. Veel schrijfwerk b.v. zoals het opstellen van agenda's, het maken van notules en het schrijven van nota's, kan natuurlijk net zo goed vanachter het Zevenbergse buro, als vanachter het Goese. Gelukkig is er in zo'n problemen is heel vaak een vertrouwenswerk. Vertrouwen moet van twee kanten komen, hoe ging dat? Adrie heeft er nooit moeite mee gehad zegt hij. Het ging vanzelf. Bovendien, zegt hij, moet ik bekennen dat ik heel graag met de Brabanders omga. Ik vind ze zo gemoedelijk en erg gemakkelijk in de omgang, terwijl het van de andere kant heel vaak uitstekende on dernemende vaklui zijn. Weet je wat me wel opvalt, dat er zo veel van onze leden niet op de hoogte zijn van wat wij als voorlichters voor De schilders waren bezig aan de afwerking van de gang. Dat is niet gebeurd en dat gaat ook helemaal niet gebeuren, want het bijkantoor Zevenber gen heeft een duidelijke funktie is de mening van het bestuur van de Z.L.M. Vooral voor de leden die in Brabant wonen is het gemakkelijk om een steunpunt van de organisatie wat dich terbij te hebben. Natuurlijk' iedereen weet dat er tegenwoordig telefoon is. maar daarmee schep je nog geen direkt kontakt. Voor veel gevallen is zo'n direkt kontakt van groot be lang. Gelukkig kan dat nu blijven voortbe staan. Wanneer je het ledental van de Z.L.M. nader bekijkt dan blijkt ook dat er bijna 1200 Brabanders bijzijn. Om te beginnen is er één persoon die eigenlijk de kern van het personeel uitmaakt. Dat is mevr. Alewijnse. Zij doet het sekretariaats- werk, tegelijkertijd neemt ze de telefoon op en nog veel meer van die zaken. Zij is er iedere morgen. In de namiddag kunt U ook wel bellen naar Zevenbergen, maar dan bestaat de kans dat U de telefóonbeantwoorder aan de lijn krijgt. De heer R. Hoiting. sekretaris van de Z.L.M.. heeft Zevenbergen als vast punt. Dat wil niet zeggen dat hij niet regelmatig in Goes zou Zijn. of elders' want er is nogal wat aktivi- teit dat hier en daar in het werkgebied plaats vindt. Een taak die met zich meebrengt datje nog al eens de pad op moet, zegt hij. Natuurlijk komt het ook voor datje 's middags op kantoor bent. Kijk in zo'n geval zul je natuurlijk niet de telefoönbeantwoorder aan de lijn krijgen. Hoiting is enthousiast over de funktie die het Landbouwhuis vervult en nog vervullen gaat. 12 M. van Wezel. We willen binnenkort zover komen dat we eens in de veertien dagen b.v. op een donderdag, een algemene zitdag houden. Dan zullen we er allemaal zijn. Leden die graag eens met ons persoonlijk over een probleem spreken kunnen dan terecht. De heer Lindenbergh en mevr. Middelkoop-van der Ploeg beide E.S.V.-ers in Brabant, zijn er dan o<pk. De heer Vroegop van Gropatax zal dan ook die donderdag aanwezig zijn. We zullen zo werkelijk een vooruitge schoven post zijn van de Z.L.M. Wij kunnen het zo regelen dat we die dag dat we eens in de veertien dagen allemaal op het kantoor zijn, ook al zou er eens wat minder belangstelling zijn, toch nuttig ander werk kunnen doen. Problemen werden van te voren natuurlijk ook wel met de mensen besproken maar het is dan vaak dat het moet gebeuren in de huiskamer, of ergens in een café. Dat is niet altijd zo gemak kelijk te regelen. Verder ben je natuurlijk op een kantoor, ook beter voorzien van hulpma teriaal, zoals papier, copiërmachines en andere zaken. R.oelof Hoiting is nu bijna 20 jaar werkzaam in Noord-Brabant. Destijds kwam hij naar Ze venbergen als adjunkt-sekretaris qpan de NoordBrabantse Mij van Landbouw, met als neventaak het plattelands jongerenwerk. Later zo in de jaren 1963/64 kwam de agrarisch so ciale voorlichting van de grond wat toen ook verder werd gekombineerd met het plattelands jongerenwerk. We waren destijds vooral veel werkzaam in de z.g. streekverbeteringsgebie- den, zegt Hoiting. Onze taak was min of meer de bevolking voor te bereiden op de moderne ontwikkelingen die hen te wachten stonden. Ik vond dat werk altijd bijzonder interessant. Weer later kwam naast het A.S.V.-werk ook het Economisch Sociale Voorlichtings. werk. Ik ging me bezig houden met het laatste. Op die manier leer je natuurlijk de provincie wel heel erg duidelijk kennen. Vooral de problemen waar de agrarische bevolking mee bezig was, de enorme veranderingen die er zich in een toch vrij korte periode voltrokken. Vorig jaar kwam er dus een einde aan de E.S.V.funktie en werd ik benoemd tot sekreta ris van de Z.L.M. Een andere funktie maar toch veiGonden met dezelfde mensen en ook werk met het zelfde doel; je inzetten voor het welzijn van de agrarische bevolking. geval de telefoon die in luttele seconden ver bindingen legt, als dat nodig is. Sommige lezers zullen zich afvragen: er zijn toch twee sekretarissen bij de Z.L.M.? Dat is zo, ieder heeft een aparte taak die echter wel een nauw kontakt met elkaar vereist. Mr. Jan Oggel, die algemeen sekretaris van de organi satie is, vertegenwoordigd naar buiten toe als het ware het Z.L.M .-beleid, zoals dat is bepaald door het bestuur. Ik daarentegen, zegt Hoiting, werk meer naar binnen toe. Vooral nu in het eerste jaar, doe ik erg veel kommissiewerk zaamheden. Verder houd ik me bezig met de kontrakttelersvereniging en de knolselde- rijkdmmissie. Verder ligt het in de bedoeling dat ik later meer zal gaan meedraaien in de typische Brabantse bestuursorganen. dat betekende dat er één man teveel was. Dan moet je jezelf afvragen wie gaat er wijken? Degene die dat doet moet ook kansen hebben buiten het bedrijf. Ik heb tenslotte gekozen. Niet zomaar in het wilde weg. Via andere kon takten kende ik de heer J. Markusse, hoofd van deZ.L.M.-voorlichtingsdienst al lange tijd. Het werk dat hij deed sprak mij zeer aan. Toen er een vakature ontstond heb ik daarop gerea geerd. Het was een hele overgang, van het praktisch bedrijf naar de voorlichting. Gelukkig ging het allemaal erg soepel. Ik woon nu ook in Zeven bergen en we voelen er ons goed thuis. In het begin woonde ik nog in de buurt van Goes en pendelde iedere dag op en neer. :ven over sociaal economische Roelof Hoiting en Adri Lindenbergh in een verjongd kantoor. hen kunnen doen. Pas wanneer je in kontakt met hen komt gaan ze inzien wat voor moge lijkheden er zijn. Vaak tobben ze daardoor te lang met allerlei problemen. Ook merk ik, zegt Lindenbergh, dat er steeds meer behoefte komt aan voorlichting, vooal nu er van allerlei kan ten zo'n belangstelling aan de dag wordt gelegd voor het landelijke gebied. Tot slot zegt hij, voorlichting doe je ook zelden alleen. Wanneer ik stuit op een technisch probleem, dan schakel je daarbij weer de mensen van de konsulent-^ schappen in. Omgekeerd komt ook voor. Trou wens 't zou te gek zijn om alles alleen te willen doen. volledig eens met Lindenbergh, wanneer die zegt dat veel mensen veel te laat om voorlich ting komen. Ze hebben al zoveel dingen aan hun hoofd. Ze blijven vaak te lang rond lopen met zaken die toch wat uitleg nodig hebben. Het spruit natuurlijk ook voort uit het feit dat ze dikwijls te onbekend zijn met de moge lijkheden die de voorlichting hen kan bieden. Mevr. Middelkoop-van der Ploeg en de heer A.Korteweg. Mevr. Middelkoop, velen kennen haar beter als Grietje, is ook al geen onbekende in het Brabantse land. Ze woont er al meer dan 15 jaar. Al die tijd heeft ze zich bezig gehouden met het voorlichtingswerk. Twee personen die zich dus bezig houden met het economischso- ciaal voorlichting. Adrie en Grietje hebben een uitstekende taakverdeling. Wat bij Grietje ook als een pluspunt werkt, is het feit dat ze zelf ook boerin is. Daardoor praatje vanuit een positie die je nauw in aanraking brengt met de praktijk zoals die in andere boerengezinnen plaats vindt. Wat mij opvalt, zegt ze, is dat tegenwoordig vooral de jonge boerinnen steeds nauwer be trokken willen zijn met de algemene proble matiek. Ze zien steeds meer in hoe belangrijk het is om een gesprekspartner voor de man te zijn. Ze willen de problemen die van buiten af komen als koppel te lijf gaan, schouder aan schouder. vervolg op pagina 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1978 | | pagina 12