De laatste „oude Zeeuwse boerderij" Er t r zullen weinig qrtikelen zo in de be langstelling hebben gestaan als de reeks "Oude boerderijen in Zeeland". Bijna al tijd verscheen in een speciale Kerst of Paasnummer van dit Blad een bijdrage van de heer W.E.P. van IJsseldijk. Hij nam dan de een of andere oude boerderij in Zeeland geschiedkundig nauwkeurig onder de loupe. Een tijdrovend werk, waarvoor hij vaak veel heen en weer moest reizen en diep moest snuffelen in stoffige archieven. De uiteindelijke resultaten na soms maanden van voorbereiding kregen altijd een goed onthaal. Na een püblikatie van qzn afle vering kregen we steevast diverse telefo nische en mondelinge verzoeken op de redaktie voor een extra exemplaar. Vooral voor bewoners uit de streek waar de beschreven boerderij lag was de serie extra interessant. Oude stenen muren, bemoste rietendaken én eeuwenoude ge vels begonnen ineens heel indringend te leven. Er kwamen verhalen en voorvallen van lang vervlogen tijden te voorschijn. De historie werd levend gemaakt. Nu is dit dan de laatste bijdrage. De heer van IJsseldijk stopt er mee. Het wordt moeilijk zegt hij om steeds weer oude boerderijen te vinden waar een interes sante historie aanvast zit. Ik heb dit werk altijd als een hobby gezien en het met Heel veel plezier gedaan. We zijn ervan overtuigd dat we de ge dachten van velen vertolken wanneer we zeggen dat we zijn artikelen erg zullen missen. Tegelijkertijd willen we er aan toevoegen dat we erkentelijk zijn voor zijn zo zeer gewaardeerde bijdragen. De heer van IJsseldijk heeft ons toevertrouwd dat hij nu zijn plezier in penseel en pallet zal zoeken om het Zeeuwse landschap in verf op linnen vast te leggen. REDAKTIE In 1628 worden dan genoemd Cornells Domi- nicus' Wed. Hijzelf moet dus in dat jaar of wat eerder zijn overleden. Zijn gronden worden nu gepacht door Geert Jacobse, die ook een per ceel bewerkt van Reynout de Bastert (bastaard) van Brederode, die we omwille van zijn nadere naamsaanduiding noemen. Volgende eigenaars van de hofstede zijn in 1635 Jacob Lamberts en zijn zuster, die het bedrijf eveneens verpachten aan de eerder ge noemde Geert Jacobs. Deze is ook nog pachter in 1642, hoewel dan de vorige eigenaars zijn opgevolgd door Jacob Reijnouts de Jonge. Deze situatie is ook in 1649 nog bestendigd. Dan echter is de pachter Jochem Jacobs (vrij wel zeker een bloedverwant van de vorige pachter). Zes jaar later - in 1656 - wordt als pachter vermeld Hubrecht van Noorden, die als zodanig ook nog optreedt in 1663 en 1670. In laatstgenoemd jaar treedt een nieuwe eigenaar op, namelijk Jacob de Clijver, die tussen 1670 en 1678 werd opgevolgd door Johannes van der Hilie(n). De pachter Van Noorden bewerkt in en omstreeks laatstgenoemd jaar ook percelen in de Bijganck, Voor Potmans Wegeling en in de hoek Benoordoosten en Tenden den Breen- noemd moet zijn. In 1748 blijkt Jan Jasperse Polderman reeds overleden te zijn. Zijn wedu we wordt dan als eigenares genoemd. Zeven jaar daarna is de eigendom reeds overgegaan op een kleinzoon van de eerdergenoemde Jas per Jansse Polderman, eveneens de naam Jas per Jansse Polderman dragend. Hij is de eige naar nog in 1762 en we vinden in de reeds eerder genoemde veldhoeken ca. 35 percelen op zijn naam staan, met in totaal ca. 76 geme ten land in de hoeken Benoordoosten Terva- ten. Voor Potmans Wegeling, Bezuiden Breeënweg, Tussen Waanskinderen en Terva- ten, In het Rentmeestersambacht bezuiden de Mole, en idem bewesten den Dorpe, waaron der 't Hoogewerf (vroon). In 1769 of wat eerder is de eigendomstoestand waarde van zes gulden. Deze en ook de eerder genoemde akten werden besloten met de clau sule: "De kooper moet zijn gekogte besitten en gebruijken met sodanige regten, servituten, vrijheden en onvrijheden als 't selve voor desen is beseten en gebruijkt geweest, de koper heeft tot sijnen laste den 40sten penning, mitsgaders 100ste penning A01777 en vervolgens en voorts alle geregtelijke onkosten tot de leverings in- cluijs." De volgende eigenaar - in 1797 genoemd - is dan Joh. Adr. zn. Verburg, die ook in 1804 en nog in 1818 als eigenaar en bewoner wordt benoemd. In 1810 wordt hij genoemd, 44 jaar oud zijnde en gehuwd met Francina Wagenaar, geboren te Kapelle en 42 jaar oud. Zij woonden op de hofstede met 7 kinderen in de leeftijd van op 18 december 1828, zijn zoon Jacobus Nieu- wenhuize jr., geboren op 30 september 1839 en diens vrouw Pieternella Molhoek, geboren op 12 maart 1830 te Wemeldinge, verder hun 6 kinderen en tenslotte twee kleindochters van Nieuwenhuize sr., nl. Cornelia en Helena van Liere, geb. resp. 23 nov. 1849 en 17 okt. 1850. Dit waren kinderen van de bovengenoemde Maria Nieuwenhuize, waarvan moet worden aangenomen, dat zij weduwe was. De reeds genoemde Jacobus Nieuwenhuize jr. moet met zijn gezin omstreeks 1890 naar Noord-Amerika zijn vertrokken. Aan dit feit is waarschijnlijk de toen heersende landbouwcri sis niet vreemd. Als opvolger op de hofstede kwam toen Izak Wagenaar, geb. 24 februari 1861. Hij was gehuwd met Jozina Schipper, weg. Zowel in 1685 (de overloper van dat jaar is niet aanwezig) als in 1692 is Van der Hillen nog steeds de genaar is. Enige percelen in de om geving zijn dan eigendom van Quirijn Sy- brands, die pachter van de hofstede is en gron den bewerkt in de reeds genoemde hoeken. Voor het eerst komen we nu Jan Jaspers Pol derman tegen als eigenaar van een perceel, 't Schenkeltje genaamd, dat later steeds tot de gronden van de boerderij behoort. In 1698 blijkt Joh. van der Hillen reeds te zijn overle den. Zijn weduwe is nog in het bezit van de hofstede. Het "vroon" van 0.197 gemet is dan eigendom van Jasper Jansse Polderman ge worden. Ander p rcelen zijn eigendom van of worden gepacht door Jan Jasperse Polderman, doch de eerstgenoemde is de belangrijkste pachter van de Wed. Van der Hillen. Zij wordt zeven jaar later, dus 1705/06, nog steeds als eigenares van de boerderij en percelen in de omgeving genoemd. Het wordt evenwel dui delijk. dat Jasper Jansse Polderman steeds meer bezit in de omgeving verwerft en in \113 blijkt, dat hij intussen eigenaar van de hofstede met vele percelen in de omgeving is geworden. Daaronder zijn met name genoemde percelen, t.w. het genoemde Schenkeltje, de Peereboom- meet en een perceel genaamd Brederode's Cappellerie. Daarnaast heeft hij nog andere percelen in pacht, zodat omstreeks 1720 tussen de 73 en 80 gemeten land door hem worden bewerkt en beweid. Gedeelte van de dwarsgevel, met o.a. 16e eeuwse Uit een akte opgemaakt door schout en sche penen van Kloetingen dd. 20 februari 1731 blijkt, dat Jan Polderman is overleden en dat zijn zoon Adriaan zijn erfdeel heeft verkocht aan zijn broer Jan. Dit betreft vele percelen in verschillende hoeken van Kloetinge, in totaal met een waarde van 585.3.2. Pond, waarvan dus de helft door Jan aan Adriaan moest wor den betaald, nl. de som van 292.1.8. Pond. Deze som werd verrekend met een bedrag van 350.- Pond plus interest, welke Adriaan aan zijn broer Jan verschuldigd was sedert juli 1730. Tevens werden nog enkele kleinere bedragen over en weer verrekend. In 17-34 en 1741 staan hofstede en landerijen op naam van Jan Jasperse Polderman, hetgeen dus de zoon van Jasper Polderman eerder ge oppen. (groot formaat) Ter Vaten. De verkoopprijs van opstallen en landerijen (90 gemeten en 137XA roeden) is 904.11.8 Pond (ruim 5.400,— De koper heeft tot zijn last de 50e penning en de 100e penning en de "geregtelijke onkosten". In 1777 verkoopt Aarnout Verduijn de hofstede in Ter Vaten aan Adriaan Verburg. De daartoe door Schout en Schepenen van Kloetinge op gemaakte akte vermeld opnieuw alle betref fende percelen (ca. 35), liggende in de volgende wonen plagt, tussen den Jok- en Dopweg en in Sluishoek. Dit waren in totaal ca. 35 percelen, tesamen zijnde 85 gemeten en 225 Roeden. De koop prijs bedroeg 608.16.6 Pond (608 pond Vlaams, a 20 schellingen k 24 groot). Het pond had een Terugkomend op Jacobus Nieuwenhuizen (ook wel geschreven Nieuwenhuyze) vermelden we, dat hij was geboren op 4 januari 1784 te Krui- ningen. Hij vestigde zich op 21 januari 1824 in Kloetinge met zijn echtgenote Helena Oost- dijk, geboren op 12 januari 1792 te Kloetinge. Hun Huwelijk werd rijk met kinderen geze gend. Te Kruiningen werden reeds geboren Boudewijn op 14 juni 1811, Gerard op 12 okt b r 1813, Hubrecht op 21 mrt. 1815, Sar 1 op 9 febr. 1817, Jan op 15 febr. 1819, Marinus op 20 sept. 1821, Cornelis op 31 oktober 1823 en daarna op Kloetinge Johannis op 24 aug. 1825, Adriaan op 14 okt. 1827, Maria op 18 dec. 1828, Cornelia op 27 maart 1831, Pieter op 13 okto ber 1832 en Jacobus op 29 december 1932. Het bedrijf en de talrijke kinderschare zullen steeds wel vrouwelijke hulpkrachten gevergd hebben en zo treffen we op de hofstede als "boeremei- d" Adriana Tavenier aan, die geboren was op 1 maart 1812 te Kolijnsplaat. Andere vrouwe lijke assistentie op de hoeve waren tussen 1830 en 1846 Jozina de Boe (of Boo?), Jannetje van de Vrede (of de Wrede?), Martina Goossen, Francina Abrahamse en Cornelia de Wilde. Het kwam nogal een s voor dat deze "meiden" na één of enkele jaren in een andere dienst gingen, hetgeen, evenals in onze tijd, tal van redenen kon hebben. Omstreeks 1860 woonden Jacobus Nieuwen huize en zijn vrouw nog op de hofstede. Hij overleed op 31 augustus 1864 en zij op 11 sep tember 1870. Inwonend waren toen ook aan wezig Maria Nieuwenhuize (dochter), geboren Detail van de schuur met verhoogde dakrand boven de mendeuren. (Huis en schuur aaneen). dan opnieuw gewijzigd. In genoemd jaar wordt Aarnout Verduyn als eigenaar en bewerker der gronden genoemd. Uit een akte van schout en schepenen van 15 januari 1768 blijkt dat Aar nout Verduijn de hofstede met alle bijbeho rende landerijen, heeft gekocht van de vorige veldhoeken, nl. in de hoek benoordoosten Ter Vaten, de hoek voor Potmans wegeling, bezui den den Breenweg, tussen Waanskinderen en Ter Vaten, in 't Rentmeestersambacht bezui den de Mole, in de Bijganck, in het Noordam bacht in de hoek daar Jan van Oosten in te eigenaar Jasper Polderman. De boerderij wordt aangeduid als te liggen dn het Midde lambacht van Kloetinge, in de buurt genaamd 15 jaar tot 5 maanden. Als boereknerht werkte er ook Jan Bastaart 27 jaar oud, geboren te Heinkenszand. Tussen 1818 en 1825 is er dan een nieuwe ei genaar gekomen, nl. Jacobus Nieuwen huize Bzn. We onderbreken hier even de rij van ei genaars-bewoners om iets te vertellen over Be lastingen in vroeger dagen. Of men nu goede of kwade tijden beleefde, de burger en dus ook de landbouwer, werd in de loop daarvan nimmer vergeten als de overheid zich beraamde om trent het verkrijgen van financiële middelen. Zo kende men het zogenaamde Familiegeld en Jasper Polderman, reeds eerder vermeld, moest daarvoor in de jaren 1766 en later 1 pond per jaar betalen. Hij was aangeslagen in de 27e Classe. Dat bleef zo in latere jaren en zijn we duwe werd in dat kohier genoemd en aange slagen voor eenzelfde bedrag in 1789 en enkele jaren daarna. Ook Aarnout Verduyn wordt in- datzelfde kohier aangeslagen in 1793 en later. Verder had men ingesteld het Quohier van de 100e penning op Huizen en Erven. De eigenaars van de hofstede waren ook daarvan uiteraard niet vrijgesteld. Jan en Jasper Polderman, Aarnout Verduyn en Adriaan Verburg (later diens weduwe) worden als aangeslagenen ge noemd in de periode van 1731 tot en met 1806. De te betalen bedragen waren per jaar 3 pond en 0.17.0. pond. Het tweede bedrag had waar schijnlijk betrekking op nevengebouwen als b.v. de bakkeet en dergelijke. Verder bestond nog het Quohier van de 200e penning op Huizen en Erven, waarin de reeds genoemden eveneens waren aangeslagen. Voor grotere en kleinere behuizingen waren uiteraard verschillen in de te betalen bedragen aangebracht. geboren 20 februari 1867. Nadat Wagenaar in 1911 was overleden, zette zijn weduwe het be drijf voort tot in 1931. Van haar kinderen werd Augustijn, geboren 13 september 1899, in 1931 eigenaar van de boerderij. Op 1 maart 1966 werd het bedrijf overgenomen door diens schoonzoon B.M. Bos, die er ook nu nog land bouw en veeteelt beoefent. We besluiten hier mede de korte geschiedenis van een waar schijnlijk meer dan vier eeuwen oud agrarisch bedrijf. Het zijn slechts grepen en feiten als onderdeel van de historie van het nog veel ou dere en interessante dorp Kloetinge. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 9