Hervonden eenvoud op Kerstavond O, I D. M. D e naam maretak is afgeleid van maar, het oude woord voor heks. I s het een zaadje gelukt, na kieming in een tak door te dringen, dan ontstaat er een worteltje Henriëtte de Vries - Hofman L oeizaam zocht de zware wagen zich een weg door de dikke sneeuwlaag die de langweg bedekte. Het felle licht van de koplampen werd gedimd door de grote sneeuwvlokken die gestaag naar beneden dwarrelden en soms en dan leek het wel of zij het licht helemaal doofden. De man aan het stuur moest zijn ogen tot het uiterste inspannen om nog iets van de weg te kunnen zien. Een enkele keer keek hij in z'n achteruitkijkspiegel. Zijn ogen ontmoetten dan die van zijn vrouw en bijna onmerkbaar knikte zij dan met haar hoofd: de kleine jonge sliep nog. Meteen daarna had de man al z'n aandacht weer nodig om de auto op de weg te houden. O teef Wolters, z'n vrouw Elsa en hun vijfjarig zoontje Joost waren in de loop van de middag nog even naar een paar kennissen gegaan. Hun luxueuze bungalow lag in een parkachtig dorp, ongeveer een twintig kilometer rijden vanaf het nog fraaiere huis van de Wolters. Normaal re den ze de weg dwars door de bossen en wei landen in een kwartiertje, maar nu waren ze al meer dan een uur onderweg. Het werd al aar dig donker. Elsa had voor de avond weer thuis willen zijn, want er was nogal wat te doen voor het grote Kerstdiner van vanavond. Er waren veertien gasten uitgenodigd en het beloofde een fantastische avond te worden. Joost mocht er het eerste uur ook bij blijven. Daarna zou het kindermeisje hem naar bed brengen. Elsa zuchtte. Als dit zo doorging, kwam er van al hun plannen voor deze Kerstavond niets te recht. Jolanda, hun hulp. was ook heel wat mans in de keuken, maar Elsa's hand was hier en daar toch echt wel nodig. Ze keek even naar Joost, die een half uurtje geleden in slaap was gevallen. Ook voor hem zou het jammer zijn als alles mislukte. Ze hadden zich alle drie erg op het Kerstdiner verheugd. "Nou ja", dacht Elsa, "dan eten we maar een uurtje later en..." toen stokten haar gedachten. De auto was met een schok tot stilstand geko men en Elsa schoot van de achterbank af, ter wijl ook Joost naar voren gleed' maar gelukkig in z'n veiligheidsriem bleef hangen. "Wat", begon Elsa, maar Steef onderbrak haar driftig: "Ja, dat weet ik ook niet. Ik kan geen hand voor ogen zien, maar wat ik wel weet is, dat we goed vast zitten en ik... nee, ik krijg 'm niet los. Ik zal er uit moeten. Blijf maar zitten. Ik ben zo terug". Al gauw kwam Steef weer in de auto, en met de mededeling dat er minstens een traktor voor 't lostrekken nodig was, zag Elsa hun hele Kerstavond in duigen vallen. Weg wildbraad, weg heerlijke salades, weg exklusieve wijnen en weg gasten. Ze wilde er net wat over zeggen, toen Joost begon te huilen. Elsa vergat voor een moment haar zorgen en troostte de jongen met de woorden "dat het allemaal best goed kwam" en ze probeerde er zelf in te geloven. ndertussen was Steef opnieuw naar buiten gestapt om te kijken of hij ook ergens hulp kon krijgen. Met z'n kraag hoog op liep hij de landweg een stukje af en zag in de verte heel vaag een lichtschijnsel. Hij spande z'n ogen extra goed in en zag toen de omtrekken van een boerderijtje. Vlug liep hij naar de auto en sa men overlegde ze, wat ze zouden doen. Tja, het leek hun toch het verstandigste om met z'n drieën er naar toe te lopen: het werd al aardig koud in de auto. Misschien konden ze vanuit het boerderijtje om hulp bellen. Met hun jassen tot boven aan toe dichtgek noopt zwoegden ze door de sneeuw, terwijl de nog steeds vallende vlokken hun lichamen haast tot sneeuwpoppen maakten. Het was niet eens zo heel erg ver naar het boerderijtje, maar toen ze uiteindelijk onder de lantaarn aan de voordeur stonden, waren ze volkomen uitge put. Met een hand die half bevroren was, klopte Steef op de deur. Er werd bijna meteen opengedaan en een lucht van versgebakken brood drong in hun neuzen. De pude gebogen man in de deuropening vermoedde zonder te vragen wel wat er met hen aan de hand was en vroeg hun binnen. Hij ging ze voor door een smal gangetje en deed de huiskamerdeur open. Steef en Elsa bleven stokstijf staan. Voor hun e Mistletoe, ook wel vogellijm, maretak of kortweg mistel genaamd, is wel een van de interes santste vertegenwoordigers van onze inlandse flora. De plant is niet alleen met een romantische waas omgeven, maar ook door haar groeiwijze een afwijking van de normale plant. De mistletoe, in het latijn geheten viscum album, is nl. een woekerplant, die dps ten koste van andere planten leeft. Ze parasiteert op verschillende boomsoorten als b.v. populieren, appelbomen, lijsterbessen, pruimebomen, lindebomen, meidoorn, eiken en nog anderen. Een bijzonderheid is nog, dat ze maar gedeeltelijk ten koste van haar slachtoffers leeft, daar ze zelf groene bladeren vormt en dus in staat is zelf voor haar luchtvoeding (koolstofassimilatie) te zorgen. De voedster- plant stelt haar in staat de nodige voedingszouten op te nemen. In ons land komt de mistletoe betrekkelijk weinig voor, ook in Zuid-Limburg, waar vroeger de plant veel op populieren voorkwam. Tengevolge van dit parasiteren nl. lijden de gastheren veel en om de houtstand te sparen, heeft men ze grotendeels uitgeroeid. Uit een kommerciëel oogpunt is dit te verdedigen, doch uit een botanisch oogpunt en natuurschoonheid is dit te betreuren. Het Geuldal, waar ze veel voorkwam heeft daardoor aap belangrijkheid verloren. MISTELLIJSTER EN VOGELLIJM n het buitenland als Engeland en het noord westen van Frankrijk, komt de mistletoe zeer veel voor en in het laatstgenoemde land ziet men dan ook allerwege die z.g. nesten zitten. Ook ziet men hier dat de gastheren er onder lijden, want de bomen, veelal populieren, zien er veelal maar slecht uit. De naam vogellijm heeft de plant gekregen, doordat de witte bes sen een taai slijm bevatten. De mistellijster, die in ons land niet zoveel voorkomt, eet graag de nogal grote zaden, die voor de meeste andere zaadetende vogels te groot zijn. Wanneer zij de zaden eten, trachten ze het slijm, dat aan hun snavels blijft kleven, aan de takken van bomen af te strijken. Op deze manier zorgt de vogel en de natuur weer voor hun verspreiding als de omstandigheden hiervoor gunstig zijn. Dit geeft ook een verklaring van het feit, dat de vogellijm alleen op bomen voorkomt en niet op de grond. ogen tekende zich een tafereel af, dat zijzelf héél vroeger gekend hadden. Een ronde tafel met daarop een rood met wit geborduurd kleed. Op die tafel een grote schaal met kren- tebrood en verse kadetjes. Een boerenkaas en een keulse pot vol boterballetjes flankeerden de schaal. De schaarse verlichting kwam van een paar kaarsen, die hier en daar in wat den- negroen waren gestoken. In een leunstoel achter de tafel, zat de boerin. Oud en haast nog krommer dan haar man, hielden haar gerim pelde handen een opengeslagen bijbel vast. Steef en Elsa konden geen woord uitbrengen, maar Joost had een prachtig kerststalletje ont dekt en nam één voor één de fijne houten fi guurtjes in z'n hand. Elsa wilde hem verbieden, maar de boerin knikte de jongen vriendelijk toe. Tegelijk vroeg ze heel eenvoudig: "Vertelt u straks rustig uw verhaal, maar mogen wij nu toch steeds weer nieuwe verhaal,.. Wat was het voor hen lang geleden dat.... Na het voorlezen lieten ze zich het brood en de kaas goed smaken, terwijl Joost zat te genieten van een beker warme chocolademelk. In hun ogen kwam dezelfde uitdrukking als in die van de oude boer en boerin: rust, vrede.... De hoorn van de telefoon bleef op de haak liggen en pas heel laat, toen Joost allang op de divan sliep, belden ze om hulp. Steef en Elsa wilden het voor elkaar maar in hun hart vonden ze het jammer niet weten' dat ze weer naar hun eigen luxe moes ten. Nog heel vaak na deze onvergetelijke Kerst avond, bezochten ze de oude mensen. En deze bezoeken werden voor hen een verademing in hun jachtige leven. even het Bijbelse kerstverhaal uitlezen? Neemt u een stoel en schuift bij; er is straks genoeg voor ons allemaal!" En daar klonk het Kerstverhaal, verteld met een oude, gebroken, maar nog zo'n stem vol vuur, dat Steef en Elsa hun gestrande auto, het prachtige diner en al hun gasten gewoon ver gaten. Geboeid luisterden ze naar het oude en En Joost? Ach, Joost kreeg een opa en oma, waarbij hij zo vaak als hij wilde, mocht komen logeren. En dat was héél vaak. De pech aan het begin van Kerstavond had hun veel geluk gebracht, want door het een voudige feestmaal werden hun ogen geopend voor de kleine, simpele, maar waardevolle dingen van het leven. EEN HEKSETAK! Heksenbezems zijn ook het gevolg van woe kerplanten, maar niet van de mistletoe en heb ben daarom niets gemeen met haar. De mistletoe heeft al vanaf het begin onze jaartelling een grote rol gespeeld in de gods dienstige gebruiken van de oude Germanen. Hun oude priesters of wijzen, de druïden, ver zamelden tegen midwinter takken van yde mistletoe (maretakken) welke nog met een be paald mes gesneden moesten worden. Liefst sneed men ze van de eikebomen, daar de eik voor hen de heilige boom was. De bedoeling was, het sap uit de bessen te verzamelen, dat van een bijzondere geneeskracht zou zijn. Bo vendien was het witte besje tussen de gaffel vormig geplaatste blaadjes, het symbool van nieuw leven, waarnaar in de donkere tijd van midwinter verlangend werd uitgezien. Ook bij de Romeinen en Grieken heeft deze eigenaardige plant een grote plaats in de my thologie ingenomen en er zijn dan ook talrijke legenden omheen geweven: In Engeland, het land van oude gebruiken en tradities, speelt de mistletoe met de kerstdagen een grote rol op feesten, boven de deur wordt dan een takje mistletoe gehangen en de kus onder de mistletoe is daar een ingeburgerd ge bruik. In ons land wordt de mistletoe veel voor kerstversiering gebruikt en zijn alle heidense gebruiken verdwenen met de invoering van het christendom. DE GROEI wat zich in de schors boort en daar het eerste jaar alleen een bobbeltje vormt. Soms gaat de ontwikkeling de eerste paar jaar niet verder. Dan ziet men 2 kleine spatelvormige blaadjes ontstaan. Deze vormen het volgend jaar op hun beurt weer nieuwe blaadjes, welke altijd gaf felvormig tegenover elkaar geplaatst zijn. De ontwikkeling verloopt zeer langzaam en het kan jaren duren voordat de plant zover is dat ze bloeit, bessen vormt en er van gesneden kan worden. De bessen zijn klein en doorschijnend wit van kleur. De bladeren hebben de eige naardige doffe, groene kleur en de twijgjes zijn geel-groen. In de winter als de bomen kaal zijn maken die groene nesten van de mistletoe een eigenaardige indruk. Zij die in het bezit van appelbomen of meidoorns kunnen zélf ook wel proberen deze met de mistletoe te infekteren. Wanneer u kans ziet van de een of andere lief hebber wat bessen machtig te worden, moeten de zaden uit de bessen verwijderd worden. In het voorjaar als de sapstroom weer begint, maakt men in de oksels van niet te dikke tak ken b.v. twee- of driejarig hout, een kleine in keping en deponeert daarin een zaadje. Schrij ver dezes heeft dit ook gedaan, maar kwam tot de droevige ervaring dat de vogels zijn plannen in de war stuurden. Het jaar daarop werd dit weer gedaan, doch om de oksels, waarin een zaadje in gedeponeerd was, werd een klein stukje fijn gaas gewikkeld, zodat de vogels er nu niet bij konden. Het re sultaat was dat er verschillende begonnen te kiemen en een enkele nu al een flinke bos (nest) heeft gevormd. Het is juist iets voor een echte liefhebber zoiets te proberen, want lukt het, dan kan hij bogen op een plantkundige bijzonderheid in zijn tuin, die nu eens afwijkt van het gewone alledaagse. Er wordt beweerd dat de beste kans van slagen dan is, als de zaden van de mistletoe van b.v. een appelboom ook op een appelboom gezaaid wordt enz. Dus ook hier zou dan sprake zijn van verschillende typen van mistletoe. Wij hopen, dat als u tegen de kerstdagen mist- letoetakken koopt ter versiering van uw kamer of tafel, of u ze in de bloemwinkels ziet, u ze met andere ogen dan tot dusverre zult bekij ken. 7

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 7