VREDE OP AARDE De verwoesting van Jeruzalem "GEEN AARDIGHEID MEER AAN!" Natuurlijk is de kreet: "Er is geen aardigheid meer aan" ook een soort modeverschijnsel. Het is een zegje dat we elkaar klakkeloos nazeggen, want wie niet kankert wordt niet voor vol aangezien. Wat opvalt is, dat mensen voor wie het niet zo maar een zegje is, mensen die het aan het hart gaat dat er voor zovelen geen aardigheid meer aan is, tegelijk vaak moeite krijgen om de Kerstboodschap: Vrede op aarde!, nog positief te beleven. "Mooie vrede!" is vaak de wrange reaktie. "Mooie vrede en een mooie God die er niet meer van weet te maken". Het onrechtmatige in deze reaktie is dat wij wel wat al te vlot de schuld van onze onvrede op God schuiven, alsof wij niet zelf de ware schuldigen zijn. en aan God beleven realiseren heel even, heel klein iets van wat Hij bedoelt voor alle mensen, voor eeuwig. Daarom lijkt mij een kerstviering waar we weer aardigheid aan hebben een weliswaar oppervlakkige maar toch echte kennismaking met Gods vredesplan. Niet dat we het er mee redden. Kerstfeest verkondigt ons dat we het nooit redden. Met onze aardigheden evenmin als met de veel vaker voorkomende onaardigheden. "Ere zij God" en "Vrede op aarde" klonken voor het eerst daar waar geen plaats was voor wie er niet dik voor kon betalen. Ze klonken voor het eerst toen een willekeurig bevel van een alleenheerser honderdduizenden mensen als pionnen heen en weer schoof. Het rechtmatige in deze reak tie - en daar gaat het me nu om - is, dat men bewust of onbe wust een direkt verband ziet tussen ons leven en Gods be doelingen: Als er zelfs al geen plaats meer is voor aardigheid die je aan de dingen beleven kunt, dan verdwijnt God met zijn vrede zeker uit ons leven. Dat verband wordt terecht ge legd. Zo doet de bijbel dat ook. j evensvreugde, aardigheid hebben aan elkaar, aan je werk, aan God en de mensen, dat zijn allemaal zaken die meeklinken als in de bijbel ie mand het woord Vrede in de mond neemt. Als we zo leven met elkaar, als we zo trachten aan elkaar aardigheid te hebben en te schenken, dan wordt er iets zichtbaar van de vrede die God bedoelt. Het is die vrede niet (op geen stukken na zelfs!), maar het is er wel een zichtbaar teken van. Mensen die genoegen aan elkaar Er was geen aardigheid meer aan daar in Bethlehem in die wereld van toen, maar dat verhinderde de engelen niet om er toch luid keels van te zingep en te ver kondigen dat God toch vrede brengt. "Zalig Kerstfeest", "Geze gend Kerstfeest", zo zeiden ze dat vroeger vaak. Misschien vinden we die woorden wat te dik. Maak er dan om te begin nen voor uzelf en anderen dit jaar eens een plezierig Kerst feest van. Iets waar aardigheid aan te beleven valt. Misschien dat iemand er na lange tijd een glimlach van God in herkent, een teken van: Vrede op aarde. Misschien dat iemand er weer wat aardigheid aan krijgt, aan dat leven en werken waar hij niks meer in zag en er dan, misschien fluisterend, toch weer aan meedoet als er gezongen wordt: "ERE ZIJ GOD" Goes, Ds. J.AScholten NIET VER van Bethlehem, waar Jezus werd geboren, ligt Jeruzalem, de oude hoofdstad van Palestina. Vele jaren was de stad verdeeld in een oud gedeelte, dat in 1948 bij de totstandkoming van de staat Israël aan Israël werd toegewezen. Sedert de laatste oorlog in het nabije oosten heeft Israël echter ook het oude Jeruzalem weer in handen, zulks tot ergernis van de gehele Arabische wereld. "Jeruzalem is dus nog steeds een betwiste stad zoals ze dat door de eeuwen heen altijd is geweest. Een veel-gehoorde klacht is tegenwoordig dat er geen aardigheid meer aan is. Die overtuiging ligt als een klam me deken over ons leven en samenleven. Voor de middenstander is er geen aardigheid meer aan. Hij kan er immers niets aan doen dat hij door de groot-onder nemers wordt fijngeknepen? Voor de arbeider is er geen aardigheid meer aan sinds zijn levens- en werkritme ontmenselijkt is door de machine die hem opslokt. Voor de "rentenier" (ideaal van de klein-burger) is er geen aardigheid meer aan, want voor hij zelf aan bod komt, heeft de belastingsdienst hem stevig te grazen gehad. Voor werklozen en gepensioneerden is er, ondanks het recht op uitkering, geen aardigheid meer aan. Ze voelen zich terzijde gesteld. Voor de boer is er ook geen aardigheid meer aan nu hij steeds meer industrieël wordt. Zijn grond en zijn vee, vroeger zijn trots en genoegen, steeds verder gedegradeerd tot het niveau van zijn machines: Investering met-alle- kopzorg-daarvan-en-verder-niets. Er is geen aardigheid meer aan en dat geldt zeker ook voor het Kerstfeest. Gelukkig heeft de plastik kerstboom de markt niet veroverd, maar het mooie is er toch vanaf. Een lekkere scheut romantiek in je Kerstviering schijnt verbo den te zijn. Sinds de grote honger in de wereld niet meer weg te versieren valt kunnen we met Kerstfeest ook niet meer zo ongegeneerd-genoeglijk schransen als we vroeger wel deden, fcleen, het mooie is er af. Er is geen aardigheid meer aan. T oegegeven: Dat is jammer. De aardigheid van een feest is juist dat je er met elkaar aardigheid aan beleeft en ik kan niet inzien dat het Kerstfeest vanzelf aan betekenis wint naarmate we er minder aardigheid aan beleven. Dat wordt binnen en buiten de kerk wel beweerd, maar dat zegt me niet zoveel. Ik wens ons allemaal een Kerstfeest waar we veel aardigheid aan beleven, dan hebben we dat tenminste. Als we kans zien om van het Kerstfeest iets te maken waar voor iedereen aardigheid aan is, dan hebben we al heel wat gewonnen. Het is onder ons al zo vaak koud en triest: "Geen aardig heid aan!" Laten we maar niet meedoen als ons geadviseerd wordt ook het Kerstfeest af te takelen tot er niets meer aan is. Nogmaals: Dan hebben we dat tenminste, maar hoe fijn dat op zichzelf ook is: Het is tenminste. Het is het minste dat Kerstfeest je geven kan en je mag je wel 10 keer bedenken voordat je "Ere zij God" en "Vrede op aarde" als versjes voor de aardigheid zingt. Zo zijn ze van meet af niet bedoeld. Ze zijn bedoeld om in deze wereld waar wij er voor elkaar steeds minder aardigheid aan ma ken, hoop-die-leven-doet te brengen. TITUS KWAM KRUISEN TE KORT Wanneer we vandaag aan de dag het oude Palestina bezoeken, vinden we nog iets terug van de sfeer van Jezus' dagen in Beth lehem. zeker in het landschap. Kómen we in Jeruzalem, dan zijn de stoffelijke herinneringen aan het verblijf van Christus in die stad vrijwel volledig weggevaagd. Maar het geestelijk klimaat uit de dagen van Jezus is in alle opzichten nog aanwezig. Het was en is een stad met een vulka nische natuur. Arabieren en Israëliërs staan hier fel tegenover elkaar, de hartstochten kunnen ieder ogenblik weer g%fel oplaaien. Te midden van deze gistende wereld die geteisterd wordt door felle tegenstellingen, leefde ook Zijn prediking, die het regelrecht op ieder mens had begrepen. Het onstuimig le vende volk van Jeruzalem was te zeer in konflikten gewikkeld om zijn hart open te zetten voor Christus' woorden. Romeinen Herhaaldelijk heeft Jezus getracht Jeruzalem ervan te overtui gen dat er geen vrede kon bestaan zonder deze liefde. Maar men heeft niet naar hem willen luisteren. De bijbel, die helemaal niet van sentimentele verhalen houdt' vertelt ons dat Jezus tenslotte wenend naar Jeruzalem keek en dat hij de ondergang van deze stad voorspelde. Die ondergang is gekomen. De profetie werd al heel gauw bittere werkelijkheid. Een tragisch lot is de stad ten deel gevallen in het jaar 70 na Christus. Er waren toen bijna veertig jaren verlopen sinds men Christus buiten de stad had laten brengen om hem te kruisigen. Velen van degenen, die hem toen aan het kruishout zagen hangen, hebben bij de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen eenzelfde lot ondergaan. Vijf maanden lang werd de stad door Titus en zijn legioenen belegerd. Elke dag liet de Romeinse veldheer minstens vijfhon derd gevangenen en overlopers aan het kruis slaan, zodat rond Jeruzalem alle bomen moesten worden gekapt om nieuwe krui sen te kunnen laten maken. GEEN STEEN OP DE ANDERE De geschiedschrijver Flavius Josephus, die zelf tot de gevange nen van de Romeinen heeft hehoord, stelde een uitvoerige kro niek samen van de belegering en de val van Palestina's hoofd stad. Na een uithongering van vijf maanden was er niets menselijks meer overgebleven in de gedragingen der burgers. Men slachtte zelfs kinderen om zich met hun vlees te voeden. Nadat de legioenen van Titus eindelijk de "dodenstad" hadden ingeno men, restte de soldaten nog maar één taak: de algehele ver woesting van de stad. Nu was Jeruzalem onder de regering van Herodus en zijn op volgers zeer verfraaid en daardoor een van de mooiste steden van de wereld geworden. Bijvoorbeeld de tempel, dezelfde die Jezus nog had betreden' was een bouwwerk van de eerste orde. Titus had deze tempel graag willen behouden, maar hij kon zijn soldaten niet meer in toom houden. Dus werd ook de tempel in brand gestoken. Heel Jeruzalem werd met de grond gelijk ge maakt. De profetie van Christus' dat geen steen op de andere zou worden gelaten, kwam ten volle uit. En de vloek, die Christus liet horen op de stad, die zich in alle eeuwen van hem heeft afgekeerd, geldt nog. Geen enkele stad waar het "vrede op aarde" zo weinig in praktijk is gebracht. NOG STEEDS DREIGING Ook nadat Jeruzalem was herbouwd, vloeide talloze malen bloed door de straten. We denken aan de opstand onder Bar Kochba in de tweede eeuw, aan de overovering in 1099 door Godfried van Bouillon, aan de konflikten onder het wisselend bestuur in de volgende aan de latere onlusten sedert de opsplitsing van eeuwen' Pales tina, in de Jordaans en een Israëlisch deel. Zelfs de stad werd in tweeën gehakt. Inmiddels is nu ook het oude Jeruzalem in han den van de Israëliërs, maar de Arabieren nemen hier natuurlijk geen genoegen mee en vroeg of laat kan het bezit van deze stad weer de inzet vormen voor een nieuwe oorlog. Zo blijft Jeruza lem een stad vol dreiging. Het vredige Bethlehem - 10 kilometer verder en het woelige Jeruzalem. Twee plaatsen, die het begin en het eind van Jezus'- leven markeren en die leren, dat alleen geluk en vrede is bij degenen, die van goede wil zijn. 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 3