D it is mijn "Kerstbrief' voor U, maar op Nieuwsjaarsdag gaan in vele streken de
kinderen hun grootouders, en vooral hun peter of meter, gelukwensen: met het voorlezen
van hun NIEUWJAARSBRIEF, bijvoorbeeld in België, maar niet minder in Frankrijk, en
ook in Oostenrijk en in Hongarije (daar was het althans zo, voor dat land in 1945 door de
Russische troepen overstroomd werd). En aangezien in het oude Vlaanderen, doch ook in
vele andere landen, vóór 1575 het nieuwe jaar begon op Kerstdag, las men al in de 17e
eeuw de "Nieuwjaarsbrief' voor op Kerstavond, of op Kerstdag zelf.
D e kerst- en nieuwjaarsgeschenken zijn veel
ouder. Dat zijn overblijfselen uit de heidense
tijd, toen men (in deze tijd van het jaar) o.a.
"het feest der bloedverwantschap" vierde, met
goede gaven aan ouders en grootouders, maar
vooral met offers aan "de goden": aanvanke
lijk dierenoffers, van echte dieren (b.v. het
varken, dat overigens aan "de zonnegod" Fro
was toegewijd,) later met gebak in de vorm van
een dier. Meestal een varken (wij kennen de
varkentjes van marsepein en van speculaas
nog), vaak ook een paard. In verband daarmee
mag ik zeggen dat zelfs onze "nieuwjaarswa
feltjes", onze speculaas, onze taai-poppen en
"deegvinters", mannetjes van zuiver wit
brooddeeg gebakken, wat gekruid en gezoet,
rechtstreekse overblijfsels zijn van die "offer
broden". Onze boterletters, kerstkransen,
spritsletters en de (verdwenen) "suikerbroden"
H et oudste gebak van na de tijd van de ker
stening in onze lage landen, reeds uit de 11e
eeuw bekend!, zijn de speculaasje^. Het woord
komt van het latijnse woord "speculum" wat
"spiegel" betekent, meervoud: specula. Specu
laasis dus een dubbele meervoudsvorm!
NIEUWJAAR
Maar toen ik in 1938 op de morgen van Kerst
avond foto's ging maken nabij de Brugse
Kruispoort, hoorde ik van de eigenaar van de
machinale maalderij daar, dat hij nog altijd
gratis tarwe maalde op die dag, voor de armen
en voor de werklieden, die zelf nog bakten in
vele gevallen.
I n zijn herinneringen, verschenen in het
maandblad "Rond den Heerd", 1890 ongeveer,
heeft Guido Gezelle, (die als kind vaak speelde
in "de Bakkersmeulen", waar een zekere Fr.
Gevaert toen molenaar was en die de kleine
jongen ook voorlas uit de Bijbel en uit het
"Cruydtboeck" van Dodonaeus, Rembert Do-
doens),
Dat Kerstfeest in het oude Vlaanderen was een zo gewichtig feeet, dat men niet alleen le
en 2e kerstdag vierde, maar ook 3e kerstdag en tot 7e kerstdag toe. Het waren trouwens de
enige "vrije dagen" in de maatschappij van toen, samen met de Paasdagen, Pinksteren,
Hemelvaartsdag, ook: Onze Lieve Vrouw Hemelvaart (15 augustus) en een stuk of 17
"heiligdagen" waarop niet werd gewerkt, maar dat verschilde van streek tot streek.
Het "kerkelijk'jaar begint trouwens nog al
tijd op Kerstdag: 25 december. - Natuurlijk,
zegt gij, wanneer anders? Toch is de Kerstvie
ring pas in de 4e eeuw vastgesteld op 25 de
cember. Voordien nam men aan dat Christus
geboren werd: op een dag in mei, of in maart,
of in juli.... Er is in de Ver. Staten nog altijd een
sekte die op 27 juli "Kerstmis viert"! Met het
begin van het jaar (buiten Kerstmis) was het
een hopeloze verwarring. Er zijn perioden ge
weest dat het nieuwe jaar aanving op Drieko
ningendag 6 jan.), op Goede Vrijdag, op Pa
sen. Om een lange historie kort te maken: pas
in 1575, 6 juli. werd op het bordes van het
stadhuis van Gent een "plakkaat" voorgelezen,
door de wethouders (schepenen); het bevel Fi-
lips II van Spanje, Heer der Nederlanden: dat
het nieuwe jaar voortaan altijd zou beginnen
op Eén Januari, en dat elk jaar lopen zou tot en
met de laatste dag van december.
Voor en na 1575 - "76 gaf men in alle christe
lijke landen, vooral in Vlaanderen, elkaar ge
schenken, en zeker werden rijke kado's aange
boden aan de pachters, de burgemeesters der
steden, de landsheer, de bisschoppen enz. Die
geschenken gingen van jonge schapen (in het
Vlaamse kustland) tot edelstenen en kostbare
tapijten toe (in Brugge, Gent, Mechelen, enz.).
Een heel bijzonder gebruik bestond nog in
Brugge tot halverwege de 19e eeuw: de een
voudige mensen mochten dan hun graan gratis
laten malen bij de mulder die zij zelf kozen.
Een van die molens te Brugge bestaat nog, en
maalt ook weer, na reparatie, enkele jaren ge
leden. Het is de z.g. Sint-Jansmolen, op de
Kruisvest (bij de Kruispoort), dicht bij het ge
boortehuis van de grootste Vlaamse (en alge
meen Nederlandse) dichter: Guido Gezelle.
Die St. Jansmolen behoorde tot de Franse tijd
(toen alle ambachten afgeschaft werden als
"organisatie") toe aan het Brugse Bakkersam
bacht.
Aan de Kruispoort te Brugge, Kerstavond 1938, maakte ik deze foto. De molen is niet de St. Jansmolen, waar de kleine Guido Gezelle
luisterde naar de vertellingen van molenaar Gevaert, rond 1840-'45, maar de z.g. "Bonne Chiere" (het goede leven!), die allang niet meer
in gebruik was toen. De gevel uiterst links op dit prentje is (was) de elektrische "maalderij", waar toen nog gratis tarwe gemalen werd op
de dag voor Kerstmis voor de armen en de "werkmensen". Zie de man met een zak graan op de fiets, en de tweewielige kar met een
muilezel ervoor, van een man van Sint-Kruis bij Brugge, die ook gratis zijn tarwemeel mee naar huis mocht nemen. Links en midden,
achtergrond, ouderwetse "voermanskarren" bij de maalderij; van bakkers die "in 't groot lieten malen" (tegen betaling).
geschreven over het beleven van Kerstavond
toen, in de jaren 1835 1840. Gezelle was ge
boren: 1 mei 1830. Als kind zag en hoorde hij
"over de snee" .(sneeuw) de "carols" komen,
die Kerstliederen zongen, begeleid door een
vioolspeler. Het waren, die "carols", de koor
zangertjes van Gezelle's parochiekerk: de St.-
Annakerk. (De kerstliederen zelf noemt men in
Engeland nog altijd "carols", en de zangertjes
"carolsingers").
xh r gaat geen enkele Kerst- en Nieuwjaarspe
riode voorbij of ik lees nog altijd de verzen van
Gezelle, die daarop betrekking hebben. Over
"Kerstdag" schreef Gezelle: hier is de aanvang
van het gedicht: - O O GROOTE GOD: GE
WORDEN EEN KLEEN KIND, WAAROM
IS T DAT GIJ MIJ ZOO BEMINT!? - WAT
BEN IK U, DIE NIET MED-AL (NIEMEN
DAL) EN BEN; EN, KENNEND MIJ, MIJ
WAARLIJK NIET EN KEN! (enz.).
Wat ik al tientallen van jaren uit mijn hoofd
ken, is het "dichtje" dat Gezelle wijdde aan
Nieuwjaar, hoe schoon is het!!:
Het jaar is uit
en tendengeleefd;
van al zijne oude
ellenden en heeft
den last het ons ontgeven;
het nieuwjaar heeft,
van heden af aan,
voor elk ende een, (iedereen), en schrede ge
daan:
wie zal 't tot tenden leven?
Het Natiehuis der Genuezen op het Schouw
burgplein, hoek Grauwwerkersstraat, in zijn
tegenwoordige staat, na de restauratie van en
kele jaren geleden. In de eerste Wereldoorlog
was daar het "Matrosenheim und Garnisons-
bücherei" van het "Marinekorps Flandern" dat
heel de Belgische kust tot Middelkerkse (voor
bij Oostende) bezette, en ook een sektor van het
Duitse front aan deze zijde van de IJzer.
Dit "Gezelle-dichtje" kan men nog altijd vin
den op vele gedrukte Nieuwjaarskaarten, die
partikulieren aan hun familie en vrienden
zenden. Een zéér oud gebruik, die "wensen"
die er al waren, vaak in de vorm van een brief,
in het 17e eeuwse Duitsland; maar ook in Ne
derland, bestonden die eigenhandig geschreven
en vaak versierde brieven!
Die koekjes, het deeg uit een vormpje van aar
dewerk, later van hout (speculaasplanken), en
dan gebakken, zijn immers het"spiegelbeeld"
van de afbeeldingen op koekplanken of koek-
vormen van steen: een soort tegeltjes van ge
bakken klei waren dat.
van een soort moscovisch gebak, gaan daarop
terug. Al worden "deegventjes" en ....Sinter
klaas op zijn paard van hetzelfde gebak nu
meestal op en voor 5 december aan de kinderen
geschonken.
VA
Vroege herfst 1917 rond Brugge: krijgsgevangenen Engelse soldaten, in de verschrikkelijke slag bij
Passendale-Ieper in oktober '17 "gepakt" en hier: tussen hun Duitse bewakers marcherend naar
een vervallen Brugse kazerne. Enkele tientallen bleven te Brugge tot januari 1918. Kerstavond
1917.... waren enkele Tommies (die dat wilden, de meesten weigerden), aanwezig op het Duitse
Kerstfeest in het "Matrosenheim", het voormalige (15e eeuwse) "Natiehuis der Genuese kooplie
den".
12