Dr. Ir.
W.M. Otto
De lage aardappelprijs negatief
en positief
Zeeuwse koudbloed terug op de
Goese markt
Na het veldwerk de andere De meeste gemalen konden het
karweitjes opknappen water nauwelijks verwerken.
spreekt tijdens de
Algemene
Ledenvergadering
der i£z.l.m.
KORTE WENKEN C.A.R.-Zevenbergen
VEEHOUDERIJ
Ook in de Kempen is de herfst begonnen. Na een periode van
heel weinig nachtvorst en verschillende bijna zomerse dagen
heeft regen en wind zich eindelijk meester gemaakt van ons
landschap.
Er vielen zelfs grote vlokken natte sneeuw en niet dat we daar nu
zo erg op zaten te wachten maar de reklame-foldertjes van Sint
Nicolaas in onze brievenbus beginnen hierdoor toch wat meer
realiteit te krijgen.
Het weiland is nog prachtig groen. Na de droogte van vorig jaar
zijn de toen nieuw gezaaide percelen er zo uit te halen. Na die
extra arbeid en kosten blijft de beloning thans niet uit. In dat
jonge gras zit nu eenmaal veel meer groei en als dergelijke
percelen niet te ver van huis liggen kunnen zelfs de melkkoeien
er nog een beet van meepikken.
Het knolgroen staat er weelderig bij en nu is men hier en daar
met 't bijvoeren begonnen. Met recht kun je spreken van "bij
voeren", de mogelijkheden zijn thans heel wat ruimer dan
vroeger om het voederrantsoen wat af te wisselen en of wat
geleidelijker te veranderen.
Het lastige plukken met de hand wordt vervangen door rant
soenbeweiding en als 't weer niet al te slecht is kunnen de koeien
in een paar \iur heel wat man-uurtjes verdienen. Terwijl de
bewegingsvrijheid voor hen zelf toch ook niet verkeerd is.
Dat de waterslang er voor het melken even aan te pas moet
komen is meer de schuld van de modder op weg van perceel
naar stal. dan van knoeierijen op 't land; er wordt weinig voer
vertrapt.
De overvloed aan voer blijkt ook uit de prijs van de aardappels.
Wat te zeggen van die veehouder die van zijn buurman een
partij aardappels kocht 5 cent per kg!
Wel triest voor die buurman, die er op dat moment geen raad
mee wist.
Ja, naast vakmanschap, spelen nog heel wat meer faktoren een
rol in het uiteindelijk gunstige of ongunstige resultaat, al was het
alleen maar de aardappelprijs die voor de teler ongekend
laag is. terwijl dit ook voor de veehouder geldt, maar dan in
positieve zin.
De markt is het hart van een stad. Wel op de Goese markt
werden voor het eerst sinds jaren weer paardenkeuringen ge
houden.
Een plezierig gezicht, jammer was het dat het weer zo bar en
boos was. De keuringen moesten min of meer tussen de buien
door geschieden. Met opgeslagen kragen trotseerden de juryle
den en de eigenaars van de dieren de weersomstandigheden.
Gelukkig was er nu en dan gelegenheid om even ergens binnen
te wippen en een hartverwarmertje te gebruiken. Ook dat is een
voordeel van het keuren op de markt. We zullen hier niet verder
ingaan op de resultaten van de beoordeling, die zullen later door
deskundigen worden toegelicht en weergegeven.
In de droge perioden zag je dat er ook heel wat mensen even
bleven stilstaan om die paarden te bekijken. Personen die in het
dagelijks leven waarschijnlijk alleen maar weten dat een paard
vier benen heeft. Ook schooljeugd was erg belangstellend. Velen
zullen zich misschien verwonderd over het feit dat er in deze
gemotoriseerde tijd toch noch zoveel interesse bestaat voor het
dier. Het is nog niet zo lang geleden dat de Grote Markt ook het
toneel was van een schapenkeuring. Al met al is het toch goed
dat ook die kant van het boerenleven zo naar buiten treedt.
Aan het rooien van de suikerbieten wordt op Schouwen-Duive-
land de laatste hand gelegd. Ook de oogst van bollen, knolsel
derij en witlof is nog niet klaar. Het slechte weer in november
was de oorzaak, dat er stagnatie optrad bij de oogst. Meer dan
150 mm regen in november was toch te veel. Met recht wegen de
laatste loodjes het zwaarst. De grond was zo nat, dat het de
afgelopen periode moeilijk, zo niet te moeilijk, werken was. Van
alles hebben we al gehad: storm, regen, hagel, sneeuw, onweer
en nu de laatste dagen van november nog temperaturen bene
den vriespunt. De laatste fase van de werkzaamheden op het
veld is nu ingetreden. Momenteel zit er nog ongeveer 200 ha
suikerbieten in de grond. Weersverbetering geeft nu de moge
lijkheid het rooien af te maken. Op vele percelen wintertarwe
stond water, zelfs grote plassen. Met de momenteel lage tempe
raturen kan dit nog wel problemen geven, voorzover men niet in
staat geweest is het overtollige water af te laten. Het winter-
voorploegen vordert langzaam. Laat het niet komen tot wate-
romploegen. Als 't wat mee zit, dan zal hier en daar nog wel
wintertarwe ingezaaid worden. Vermoedelijk is het wintertarwe
areaal groter dan vorig jaar. Ten aanzien van de rassen ligt het
ongeveer als volgt: 40% Okapi, 30% Arminda, 9%
Caribo en 9% Nantisa, 15% verdeeld over verschillende
andere rassen. Verder zijn er nog vele karweitjes blijven liggen,
waar nu toch ook weer aandacht aan besteed moet worden. Op
het erf en in de bedrijfsgebouwen willen we toch nog enige orde
hebben. Het werken in een ordeloze omgeving geeft meestal
toch ook niet de juiste bevrediging. Als het veldwerk gebeurd is,
zal het onderhoud en eventueel verbeteren van de bedrijfsge
bouwen zelf en het onderhoud en reparaties van de werktuigen
een nuttige en welbestede tijd zijn ten gunste van het bedrijfs
resultaat. Zo is het mogelijk de kosten wat te drukken. Het
steeds hoger wordende kostenpakket is wel onrustbarend. Het is
van groot belang na te gaan hoe het mogelijk is om deze stijging
zo veel mogelijk binnen de perken te houden.
't Is in de Westhoek, evenals elders in den lande, goed raak met
de hoeveelheden water die gevallen zijn. De mankementen, die
aan grond, drainage en ook eventueel bij het waterschap aan
wezig zijn, komen met zo'n regenval wel voor den dag. De
meeste gemalen kunnen zo'n 14 m.m. regenval per etmaal ver
werken. Wanneer er echter in 3 dagen tijd zo'n 80 m.m. valt en
daarna nog wat dan is het begrijpelijk, dat er iets mis gaat.
En dat was dan ook prompt het geval, voeg daarbij de hoge
waterstand van de rivieren de Mark en de Vliet, die ten gevolge
van de hoge waterstanden op 't Volkerak ook onvoldoende
konden lozen, dan hebt u het beeld compleet.
Toch wil het ook op deze tijd van 't jaar heel wat zeggen,
wanneer je in 't land niets kunt doen. Ineens ontdek je, dat er
toch nog meer bieten, knolselderie en witlof in de grond zitten
dan je aanvankelijk dacht! 't Schijnt, dat het in de Westhoek
t.o.v. andere gebieden in ons land nog meevalt. Wanneer we een
voorzichtige taxatie moeten maken, schatten we dat er nog 10 -
15% van de bieten in de grond zit. Knolselderie zit er nog
aanmerkelijk meer in de grond.
We hopen nu maar op beter weer en dan kan met onze moderne
rooimachines 't leed snel geleden zijn. Ook 't ploegwerk kan
afgerond worden en dan kan de winterrust beginnen. Dan komt
de tijd om alles weer eens goed op een rijtje te zetten en de
balans op te maken, 't Zal hier in 't Zuid-westen geen beste
balans worden, dat valt nu reeds te constateren, 't Gekke is, dat
onze noordelijke collega's ook zo'n periode hebben meege
maakt. Maar de laatste jaren zijn de uitkomsten daar duidelijk
in stijgende lijn en ook de opbrengsten per ha. vertonen daar een
stijging.
Gaan we in het Zuid-westen teveel op onze lauweren rusten? Of
zijn er misschien toch andere factoren die een rol spelen in onze
mindere opbrengsten? Toch wel zaak om aandacht aan de pro
blemen te besteden' zeker in de maanden die nu gaan komen!
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Zuidelijke
Landbouw Maêtschappij op vrijdag 9 december te Etten Leur
zal de heer Dr.Ir. W.M. Otto, direkteur generaal voor de lan
dinrichting en de visserijen spreken over het onderwerp "Ont
wikkelingen in de landinrichting".
Dr.Ir. W.M. Otto volgde destijds ir. S. Herweyer op, die toen
direkteur-generaal van de ruimtelijke ordening, in dienst van
het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
werd.
De heer Otto was sedert 1 april 1963 als direkteur van de Rijks
dienst voor de IJsselmeerpolders te Lelystad werkzaam bij het
ministerie van verkeer en waterstaat. Als zodanig was hij be
trokken bij de bouw en ontwikkeling van de nieuwe steden
Lelystad en Almere, de aanleg en het beheer van bossen en
natuurterreinen, alsmede de inrichting en uitgifte van land
bouwgronden. Dr. Otto was tevens als landdrost van het Open
baar Lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" belast met het
plaatselijke bestuur.
Tussen 1950 en 1963 was hij verbonden aan de Cultuurtechni
sche Dienst van het ministerie van landbouw en visserij te
Utrecht. De laatste zeven jaren daarvan was hij als direktielid
verantwoordelijk voor het onderzoek en de voorbereiding van
landinrichtingsprojekten. Voordien, van 1946 af, was hij hout
vester in Indonesië, o.m. belast met bosexploitatie en bosin-
richting.
De heer Otto werd 24 juni 1919 te Bandung geboren. Hij stu
deerde bosbouw aan de Landbouwhogeschool te Wageningen,
waar hij in 1946 de ingenieurstitel behaalde en in 1959 de doc
torsgraad op een cultuurtechnisch proefschrift.
Dr.ir. W.M. Otto is ridder in de Orde van de Nederlandse
Leeuw en drager van enkele buitenlandse onderscheidingen.
AKKERBOUW
SPRUITEN, KROTEN, maaiboerenkool, koolzaad en
knollenzaad zijn even goed als suikerbieten vermeerderaars
van het bietencystenaaltje. Teelt U een van deze gewassen,
dan moet U minstens drie jaar wachten voor U weer op
hetzelfde perceel met een van deze gewassen terug kunt
komen. Overtreedt u deze ongeschreven wet dan straft het
"kwaad" zichzelf door grote opbrengstvermindering.
ALS UW PLOEGWERK wat ongelijk is uitgevallen, dan
wordt het nu tijd om de kultivator vast achter de trekker te
zetten. Na een goede nachtvorst kan dan al korrigerend
worden gewerkt. Vooral op de percelen waar suikerbieten of
blauwmaanzaad moeten komen, is een vlakke ligging zeer
gewenst. Zorg dat vroeg begonnen kan worden, want om
10.00 uur 's morgens wordt de grond vaak al weer te zacht
voor een bewerking.
IN DE WINTERMAANDEN worden weer vele vergade
ringen gehouden. Dit is ook het geval op uw eigen vakge
bied. Zeg niet te gauw: "ik blijf maar thuis". Kom als het
effe kan naar de vergadering, want er valt ook voor U nog
wel wat te leren, te vragen of te zeggen.
HET IS EEN GOEDE gewoonte om als het landwerk
klaar is direkt de machines schoon te maken. Ruim ook uw
erf en tuin nog even op dan kan ieder zien dat u klaar bent
voor 1977 en weer gereed staat voor het komende jaar 1978.
AARDAPPELEN IN BEWAARCELLEN produceren
veel vocht. Ziet u kondens aan het plafond in de bewaar
plaats, dan klopt er iets niet. De isolatie van het plafond is
niet goed of u heeft te weinig luchtafvoer. Vooral dit laatste
is in veel bewaarplaatsen het geval. Door een heel kleine
ventilator in de topgevel van uw bewaarplaats te plaatsen en
kontinu te laten draaien, kunt u veel kondens voorkomen.
Bij vorst moet u deze kleine ventilator alleen overdag tijde
lijk laten draaien.
WEET WA T U DOET. Nu de koeien op stal staan, krijgen
ze een bepaalde hoeveelheid voer. Misschien denkt U: "er is
volop voer, dus vreet maar raak". Vooral in een seizoen van
overvloed komt het meermalen voor, dat er in het voorjaar
een tekort is. Door de kuilen op te meten en het rantsoen
eens een paar keer te wegen, weet u wat uw voert en kunnen
teleurstellingen in het voorjaar worden voorkomen.
HET ZIJN VOORAL DE KALVEREN, die geen melk
meer krijgen, die ekstra aandacht vragen wat voeding en
verzorging betreft. Het beste hooi met voldoende kolver-
korrels is maar net goed genoeg. Op een droog strobed en
een fris geventileerde kalverbox voelen zich onze toekom
stige melkkoeien het beste thuis. Een te warme stal, die ook
nog bedompt is, geeft meer moeilijkheden dan de dierenarts
kan oplossen.
VOO RA L WA NNEER DE KOEIEN PA S zijn opgestald'
komt speenbetrappen voor. Ze zijn nog wat onwennig in hun
nieuwe verblijf en moeten zich bij het opstaan aanpassen
aan de hangketting. Vooral bij oudere dieren geeft een te
strak gespannen hangketting en te weinig stro op de stand of
een te gladde vloer moeilijkheden.
6