u heeft allemaal kunnen lezen, dat voor de bromfietsen lan
delijk drastische premieverhogingen zijn goedgekeurd door
Economische Zaken. Met name in de sfeer van de wettelijke
aansprakelijkheid (W.A.) maar ook in de kaskosfeer. De ergste
boosdoener in de kaskosfeer blijkt dan het diefstalrisiko te zijn.
Vandaar ook, dat in dat opzicht ook hoge eigen risiko's worden
doorgevoerd, 't Is wel triest, dat in onze super demokratische
maatschappij wij onze spullen geen moment onbeheerd achter
kunnen laten.
Trekkerrijbewijs
voor 16 en 17 jarigen
W ij zijn nog een antwoord schuldig op vragen, welke gesteld werden tijdens de ledenraadsvergadering van de Z.L.M.,
aangaande het trekkerrijbewijs. Daar werd door de direkteur van de Rijks Middelbare land- en tuinbouwschool te Goes,
de heer Ir. W.M. Markusse gesteld, dat jeugdigen die na 1 november 1977 -16 jaar worden in het bezit moeten zijn van
een trekkerrijbewijs. Hebben zij dat niet dan mogen zij niet meer op de openbare weg met een trekker aan het verkeer
deelnemen. Punt uit, en hij heeft formeel helemaal gelijk. Alleen de soep wordt nooit zo heet gegeten, als ze wordt
opgediend.
I n het "Arbeidsbesluit voor jeugdigen" van 1 januari 1973 staat
nl. de bepaling dat jeugdigen jonger dan 18 jaar geen arbeid
mogen verrichten, bestaande uit het besturen van een trekker.
De georganiseerde landbouw vroeg en verkreeg daarop een
uitzondering zodat wij tot voor kort leefden onder het motto
N
E n nu de hete soep. Het is gelukkig niet zo, dat de politie vanaf
1-november j.l. aan het kontroleren geslagen is of uw zoon of
jeugdige werknemer net 16 jaar geworden is en derhalve in het
bezit moet zijn van een trekkerrijbewijs. De opleidingen zijn net
van de grond gekomen en dus verkeren wij in een overgangsfa-
Wijziging van de pachtprijzen
D e laatste weken bereiken ons veel verzoeken over de
ingang van de nieuwe pachtprijzen.
E en van de opvallende zaken in de wereld van geld en goed
is de verschillende prijsontwikkeling van onroerende goe
deren en die van aandelen.
Premieverhoging per 1 januari 1978
PACHTWET IN DE PRAKTIJK
Wat is nl. het geval
16-jarigen en ouder mogen met een traktor rijden.
Deze uitzondering werd gegeven met de bepaling, dat de 16- en
17-jarigen dan wel een trekkerrijbewijs moesten halen; dit ter
vergroting van de veiligheid. Welnu, het heeft tot 1 november j.l.
geduurd vooraleer een opleidingsmogelijkheid rond was.
Immers om een rijbewijs te kunnen halen moet er een oplei
dingsinstituut zijn; moeten er gediplomeerde instrukteurs en
examinatoren zijn.
De instrukteurs zijn nu gerecruteerd uit het lerarenkorps van de
land- en tuinbouwscholen. De opleiding voor het trekker-di
ploma geschiedt aan diezelfde scholen.
Voor ons werkgebied zijn op de volgende scholen opleidings
mogelijkheden voor het trekkerrijbewijs.
Landhouwpraktijkschool te Schoondijke,
Rijks Middelbare land- en tuinbouwschool te Goes,
Middelbare Tuinbouwschool te Kapelle,
Middelbare Landbouwscholen te Helmond, Breda, Cuyck'
Lagere Landbouwscholen te Bladel en Someren,
Lagere tuinbouwschool te Oudenbosch,
Scholengemeenschappen te Deume en Alphen.
Het wordt nu ernst
Enige voorwaarde tot deelname is, dat de kandidaat-kursist
moet aantonen, dat hij werkzaamheden met een traktor moet
verrichten, hetzij op het ouderlijk bedrijf of als werknemer.
Nogmaals, deze opleiding is een goede zaak en derhalve dient u
uw zoon(s) met de meeste spoed zo'n kursus te laten volgen.
Hoe met de verzekering?
u de opleidingsmogelijkheden van de grond zijn gekomen
wordt het noodzakelijk uw zoon van 16 of 17 jaar naar zo'n
kursus te sturen. Uit veiligheidsoverwegingen ook een zeer
goede zaak. Uw zoon behoeft niet toevallig op één yan de
vorengenoemde scholen te zitten, maar kan zich daar wel mel
den voor bedoelde opleiding.
De kursus bestaat uit 15 lesuren en wordt buiten het normale
lesrooster gegeven. Kursuskosten 10,— per persoon.
Zonder trekkerjeugdrijbewijs mag iemand van 16 tot 18 jaar niet
meer rijden.
se. Daar houden onze bobby's rekening mee en wij als O.V.M.
ook.
Dat betekent, dat wij als verzekeraar de oude situatie voorlopig
handhaven, d.w.z. trekkers bestuurd door 16 jarigen of ouder
zijn gedekt.
Nogmaals, er komt na verloop van tijd uiteraard een moment,
dat de opleidingsmogelijkheden goed lopen en aangenomen
mag worden, dat uw jeugdige zoon of werknemer over een
trekkerrijbewijs had kunnen beschikken. Dan komen er onget
wijfeld ook stringentere vervolgingsmogelijkheden (boetes) en
dan zullen ook wij ons beleid in dat opzicht gaan verscherpen.
Vandaar, dat het voor u geen vrijblijvende zaak mag zijn uw
zoon of werknemer naar zo'n kursus te stuken. Het wordt een
voudig dwingend voonespsch reven.
Voor de traktoren komt er landelijk ongetwijfeld ook een fikse
verhoging van de W.A. premie uit de bus, en voor de perso
nen-bestel- en vrachtauto's zal de premieverhoging ook niet mis
«zijn, althans wanneer Economische Zaken met de voorstellen
akkoord gaat.
Uw O.V.M. moet ook iets aan de premie doen, omdat de stij
gende schadelasten niet te keren zijn.
Voor de personen- en bestelwagens overigens geen verhoging.
Bij de traktoren- en combines gaat de W.A. premie bruto
12,— per stuk omhoog.
Bij de bromfietsen gaat de W.A. premie eveneens met 12,—
omhoog en de kaskopremie met 2,— per 100,—
Bovendien wordt voor de bromfietsen een eigen diefstalrisiko
ingevoerd van 10% met een minimum van 100,—
In de W.A. bedrijfs- en partikuliere sektor komt eveneens een
verhoging en wel van 25%. De W.A. partikulier gaat dan kosten
30,— per jaar.
De W.A. bedrijfspremie gaat, afhankelijk van de bedrijfsgrootte
en aard van het bedrijf dan kosten variërend van 69,- tot
138,-.
De arbeidsongeschiktheidsverzekering gaat met 5% omhoog,
waarschijnlijk alleen het na le jaarsrisiko.
De ziektekostenpremie zal eveneens omhoog moeten maar daar
is nog geen percentage van bekend.
Al met al zeer geringe verhogingen, bezien in het licht van de
landelijke ontwikkelingen. Niettemin zijn het voor u alweer
kostenverhogende faktoren. Als bij u de inkomsten in verhou
ding stijgen geen problemen; in het andere geval wel.
Verzoen u dan met de gedachte "wat geestdrift heeft geschapen,
gaat nimmer ten onder." De L.
De nieuwe pachtnormen ten aanzien van de pachtprijzen
zijn met ingang van 15 oktober 1977 van kracht geworden,
dus eigenlijk met ingang van het groeiseizoen 1978. In de
praktijk betekent dit dat de Grondkamer de pachtprijs in
nieuwe kontrakten, wijzigingsovereenkomsten en verzoe
ken om pachtprijsherziening met ingang van genoemde
datum zal toetsen aan de nieuwe normen.
Hoe komt een nieuwe pachtprijs tot stand en wanneer gaat
die in?
V an een pachtkontrakt kan de pachtprijs op ieder ge
wenst moment gewijzigd worden als de pachter en ver
pachter in gezamenlijk overleg tot overeenstemming ko
men over de nieuwe pachtprijs. De pachter en verpachter
maken dan een schriftelijke wijzigingsovereenkomst op om
de bestaande pachtprijs te verhogen.
De door beiden ondertekende wijzigingsovereenkomst
moet daarna in drievoud aan de Grondkamer ter goedkeu
ring worden ingezonden. De Grondkamer beoordeeld de
overeengekomen wijziging aan de hand van de nu geldende
normen.
Kunnen de pachter en de verpachter onderling niet tot
overeenstemming komen (bv. omdat de pachter de verho
ging teveel vindt) dan geldt wat in de Pachtwet (in art. 19)
geregeld is aangaande wijzigingen van de pachtprijs.
1Telkens vóór het verstrijken van een pachtperiode van 3
jaar kan de pachter of verpachter aan de Grondkamer
verzoeken de pachtprijs te herzien.
2. De Grondkamer herziet de pachtprijs als dit te goeder
trouw wordt gevorderd of door gewijzigde omstandig
heden gerechtvaardigd is, bv. de gewijzigde pachtnor
men.
3. De wijziging van de pachtprijs door de Grondkamer
gaat in met ingang van de nieuwe driejarige pachtpe
riode.
De genoemde driejarige pachtperiodes worden gerekend
vanaf de ingang van het pachtkontrakt of de laatste (wet
telijke) verlenging (met 6 jaar).
VOORBEELD: Ingang offic. officiële
wijziging, (na verzoek
van pachter of verpachter)
Pachtkontrakt loopt van: mits op tijd aangevraagd
1 nov. 1972 tot 1 nov. 1978 1 november 1978
1 nov. 1973 tot 1 nov. 1979 1 november 1979
1 nov. 1974 tot 1 nov. 1980 1 november 1980
1 nov. 1975 tot 1 nov. 1981 1 november 1978 en 1981
1 nov. 1976 tot 1 nov. 1982 1 november 1979 en 1982
1 nov. 1977 tot 1 nov. 1983 1 november 1980 en 1983
In de huidige situatie van verhoogde de verhoogde pacht
normen m.i.v. 15-10-1977 betekent dit:
- als de pachter en verpachter het samen eens zijn over
een nieuwe pachtprijs, kan deze na goedkeuring van de
Grondkamer ingaan met het nieuwe pachtjaar;
- als de pachter en verpachter het niet eens zijn, kan de
verpachter eenzijdig aan de Grondkamer verzoeken de
bestaande pachtprijs te herzien. Deze herziening gaat
dan in met ingang van de eerstvolgende driejarige
pachtperiode.
P. Tigchelaar.
Lange tijd heeft gegolden dat diegene die een waardevaste
belegging zocht terecht kon hetzij door aandelen hetzij door
onroerend goed te kopen.
Belegging in aandelen geldt, naar uit de koersontwikkeling
ter beurze blijkt, nauwelijks meer als een waardevaste be
legging. Wie de koersen vergelijkt ziet dat ongeveer 10 jaar
terug een bepaalde portefeuille een hogere koerswaarde had
dan dezelfde portefeuille nu.
Neen, het risikodragend aandelenkapitaal heeft zijn beleg
ger weinig vreugde en voordeel bezorgd in de voorbije jaren.
Deze ontwikkeling zet zich voort en als bijvoorbeeld de wet
op de vermogensaanwasdeling nog ingang zou vinden, wordt
daarbij in het bijzonder de positie van de verstrekkers van
risikodragend kapitaal, de groep dus van aandeelhouders'
wederom een fikse tik uitgedeeld.
Het bezit van Nederlandse aandelen wordt daarbij nog
onaantrekkelijker. Het is goed daarbij te bedenken dat naar
een ruwe schatting ongeveer 40% van de Nederlandse aan
delen in buitenlandse handen is.
Als deze bui afkomt en het buitenland in grote mate tot
verkoop van de Nederlandse aandelen zou overgaan is een
koersherstel voorlopig niet te verwachten.
Integendeel, ian ziet het er slecht uit voor de Nederlandse
aandeelhouder.
De klap komt dan dubbel hard aan; de winsten, zo deze
worden gemaakt, kunnen voor een kleiner deel in de eigen
onderneming worden aangewend, komen voor een kleiner
deel aan de aandeelhouders ten goede en als gevolg van deze
situatie komt het buitenlands bezit aan Nederlandse aan
delen boven de markt te hangen.
Wij moeten dit niet zien, dachten wij, als een toevallige
omstandigheid. Dit is een vorm van verandering van onze
maatschappelijke struktuur. Een vormverandering waarin
de ondernemingsgewijze produktie niet langer meer wordt
gehandhaafd, maar over gaat in handen van de gemeen
schap.
Wij zijn hiermede al een eindje op pad, het karakter van de
maatschappij struktuur verandert. Vroeger meende men dat
degene die kapitaal verschaften de enige eigenaars van de
onderneming waren. Vooral wanneer kapitaal en leiding
van de onderneming in één hand was.
De werknemers hadden geen zeggenschap in het al of niet
voortzetten van het bedrijf, zo min als in de bdrijfsvoering.
Wat er ook omging, fusie, beëindiging, afstoting van be
paalde produktieonderdelen, kapitaal en leiding beslisten
zonder inspraak van de toch ook zo belangrijke faktor van
de arbeider in de onderneming werkzaam.
Dat laatste gaat niet meer, het beschikkingsrecht is veran
derd en zal waarschijnlijk nog meer veranderen.
Konstatering van deze feiten is naar wij menen een belang
rijke verklaring voor de ontwikkeling van de aandelen
koersen in de laatste jaren.
Niet de economische ontwikkelingen, die op zichzelf geen
stimulansen inhielden, maar veel meer de maatschappelijke
opvattingen en ontwikkelingen drukken hun stempel op de
gang van zaken op de aandelenmarkt.
Het is goed zich dat te realiseren. PAA UWE.
3