Bij het slapen gaan
R^ozen fatsoeneren we door de stengels tot op
40-50 cm in te korten. Er is dan taklengte vol
doende over om het invriezen te kunnen op
vangen. Als extra bescherming van de kwets
bare wortelhals deponeren we daaromheen wat
stalmest, kompost of aarde.
G edurende de hele periode dat de planten in
rust zijn, kunnen we planten en verplanten.
Veel is er al gezegd en geschreven over de
wenselijkheid van najaars- en/of voorjaars
planting. De praktijk heeft (ons althans) ge
leerd, dat de tijdstippen maar zeer betrekkelijk
zijn. Zowel aanplantingen in oktober-decem-
ber, januari-februari als maart-april bleken
steeds suksesvol, mits er maar aan een voor
waarde werd voldaan: De omstandigheden
waaronder wordt geplant moeten goed zijn. De
grond moet zich goed laten bewerken. Niet te
nat, geen vorst in de grond en in het late voor
jaar niet te droog. Als het in november te nat is
wacht dan gerust tot december-januari. Mocht
het dan vriezen, dan kan er ook in februari
maart nog uitstekend geplant worden. Gefor
ceerd aanplanten onder slechte omstandighe
den kan leiden tot veel plantenverlies. En dat is
niet nodig' want voor wie geduld heeft komt er,
dat blijkt ieder jaar weer, het goede ogenblik.
N a een seizoen van energiek groeien en
bloeien kunnen op sommige plekken de plan
ten een wat te rommelige aanblik bieden.
Uiteengevallen bossen vasteplanten, uitge
bloeide eenjarigen, en doorgeschoten rozen
zijn daar voorbeelden van. En omdat het oog
ook wat wil, brengen we in die toestand wat
orde door de al te chaotische elementen als
dooreenliggende vaste planten, ingezakte en
uitgebloeide eenjarigen e.d. af te snijden en/of
te verwijderen. We pleiten niet voor een volle
dige kaalslag van vasteplante borders. Vaste
planten en siergrassen waarvan de uitgebloeide
delen stevig en fraai gevormd zijn, laten we
staan. Ze houden de tuin nog wat aangekleed
en onder rijp en sneeuw komen elegante vor
men nog eens extra uit de verf.
D e zwakkere broeders in de tuin die het, als
het erg koud wordt, wat moeilijk krijgen, hou
den we extra in de gaten. Die zwakke broeders
zijn in het algemeen de zogenaamde halfhees-
ters. Met halfheesters bedoelen we die planten
die aan de voet houtachtig zijn, maar waar
daarvandaan de stengels steeds zachter wor
den. En hoe zachter de stengel, des te groter de
DINGEN VAN DE WEEK
Tuinbouwjournaal
van het Landbouwschap
H.
Beveland b.v.
C.J.Nouse
Rozen
Gazon
Een berk is een boom die, als we hem willen
snoeien, voor kerstmis moeten aanpakken. An
ders bestaat de kans dat hij gaat bloeden.
omdat zulke bloedingen slecht te stelpen zijn,
kan het gebeuren dat zo'n boom zich dood
bloedt.
Planten en verplanten
T ijdens de harde novemberstormen verliezen de heesters en bomen hun laatste bladeren.
Het teken, dat een periode van aktief zijn teneinde is. Het leven heeft zich in takken,
twijgen en onder dikke knopschubben teruggetrokken. De lange winterslaap kan begin
nen. En zoals bij het slapen gaan een goed ouderpaar zich er van overtuigd dat de kinderen
goed toegestopt de nacht ingaan, zo vergewissen we ons in de tuin of we al die voorzorgen
getroffen hebben die nodig zijn om onze planten netjes en zonder kleerscheuren de winter,
door te helpen.
gevoeligheid voor vorst. Voorbeelden van zul
ke planten zijn Fuchsia, Buddleia, Lespedeza,
Caryopteris, Ceanothus e.d. Bij vorst sterven de
zachte stengeldelen snel af. Om te voorkomen
dat deze struikjes tot op de wortel invriezen,
beschermen we de eerste vijfentwintig cm. bo
ven de grond met wat stro-achtig materiaal. We
kunnen dat nu al doen, maar beter is het te
wachten tot de vorst zich aandient. Zorg wel
voor een voorraadje zodat u bij dreigende vorst
direkt kunt ingrijpen.
In de vasteplantenborder dekken we als koning
winter er aan komt de minder harde soorten
met een extra dekentje van stro-achtig mate
riaal toe. Liever stro-achtig materiaal dan turf
molm e.d., omdat in lange natte winters in het
laatste materiaal meer water dan lucht zit
waardoor eronder gemakkelijk rotting kan
plaatsvinden.
Bloedende bomen
Fatsoeneren
sterkt de winter door waarbij dunne en kale
plekken sneller "vol stoelen".
De zwakke broeders
B ij sommige boomsoorten komt ondanks
ogenschijnlijke rust de sapstroom (vocht- en
voedingsstoffen vanuit de wortel) weer al om
streeks de jaarwisseling op gang. Belangrijke
soorten voor de tuin zijn in dit verband esdoorn
en berk.
Belangrijk omdat als snoeien wenselijk is, dat
gedaan moet worden voor de sapstroom op
gang komt. Dus voor Kerstmis. Snoeien we
later dan perst de op gang gekomen sapstroom
zich door de gemaakte snoeiwonden naar bui
ten. Dat verschijnsel noemen we bloeden. En
an het gazon verwijderen we alle rommel
en bladeren. We doen dat heel grondig omdat
achterblijvende resten mosvorming sterk in de
hand werken. Omdat vooral in de winter de
wortelvorming van het gras doorgaat, geven
we, als nog niet in een najaarsbemesting voor
zien is, nu een kunstmestgift van plm. 2 kg
12-10-18 per 100 m2. Het gras komt dan ge-
De aardige halfheestertjes als Hebe-soorten moeten tegen strenge vorst worden beschermd
Energieprijs
De definitieve cijfers over de uitkomsten 1976 van de glastuin
bouw zijn bekend. Per 100,— kosten is de opbrengst 97,—
In het kader van de prijsafspraken voor het aardgas betekent dit,
dat per 1 oktober 1977 de normale verwachte prijsverhoging
heeft plaatsgevonden met 1 ct/m3.
Per sektor zijn er grote verschillen in rentabiliteit. De potplan
tenteelt is het beste geweest, daarna de groenteteelt en ten slotte
de snijbloementeelt. Zoals bekend worden deze cijfers omgere
kend tot een gewogen gemiddelde voor de gehele verwarmde
glastuinbouw. Naast de bedrijfsuitkomsten spelen ook andere
elementen mee, o.a. de groei van het areaal. Beide laatste on
derdelen geven geen aanleiding tot een korrektie op de meerja
renafspraak.
De btw op energie blijft de gemoederen terecht bezighouden.
Velen in de tuinbouw vrezen dat deze belastingverhoging bo
venop de prijsverhoging komt. Dit is namelijk het geval voor
degenen die de landbouwregeling voor de btw toepassen. Het
Landbouwschap heeft voorgesteld de tuinbouw vrij te stellen
van de verhoging op het energieverbruik.
Als de tuinbouw op deze manier gedwongen wordt de onder
nemersregeling te kiezen, dan brengt de gehele verhoging voor
de regering ook geen geld op. Alleen moet de belastingdienst
dan wel jaarlijks 10.000 afrekeningen erbij verwerken.
Energiebesparing
We willen alle tuinders graag herinneren aan de mogelijkheden
om een bijdrage te krijgen voor investeringen, waarmee een
beduidende energiebesparing bereikt wordt. Er zijn thans twee
regelingen. Informaties kan men verkrijgen bij het ministerie
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, tel. 070-264101.
toestel 2963 en bij het ministerie van Economische Zaken, tel.
070-814011. De aanvragen voor de regeling van Economische
Zaken moeten vóór 15 december a.s. ingediend worden.
Overleg over de glasverzekering
Tussen Landbouwschap en de Hagelunie en AGO wordt het
overleg over de acceptatierichtlijnen voor glasopstanden voort
gezet. Inmiddels is gebleken dat de Hagelunie en AGO wèl
bereid zijn tweedehandskassen te verzekeren, maar dan moeten
deze wel aan bepaalde technische normen voldoen. Uiteraard
zal uit de inhoud en hantering van deze normen moeten blijken,
in hoeverre het verzekeren van tweedehandskassen ook daad
werkelijk in de praktijk mogelijk zal zijn. Het Landbouwschap is
van mening dat dit niet alleen een papieren regeling mag wor
den.
Voorlichting op 50-50 basis in de glastuinbouw
In de afdelingen Bloementeelt en Groenteteelt vindt een ver
dere discussie plaats over de vraag of,we in de glastuinbouw de
weg op moeten van voorlichting op 50-50 basis. In feite betekent
dit het medefinancieren van de voorlichting door het bedrijf
sleven. Over deze zaak blijkt nog geen eenstemmigheid te be
staan. Besloten is om de 50-50 voorlichting ook te bezien in
relatie tot de medefinanciering door het bedrijfsleven van het
tuinbouwkundig onderzoek.
Let is bij de Nederlandse fruittelers allerminst prettig over
gekomen dat er door de E.E.G. besloten is tot een verlaging van
de invoerrechten op appelen uit derde landen met 8% tot het eind
van dit jaar. De direkte gevolgen zijn misschien niet eens zo groot
want na een invoergolf van appelen uit Oost Europese landen in
de afgelopen weken, lijkt het aanbod van die kant weer al minder
te worden en van andere zijde is direkt niet zoveel te verwachten.
Psychologisch komt het echter slecht over omdat we als fruitte
lers jaren hebben moeten leven met prijzen voor onze produkten
welke belangrijk beneden de kostprijs lagen. Dringende en goed
gefundeerde verzoeken aan de E.E.G. om bescherming aan de
grenzen door middel van hogere invoerrechten of invoerverboden
werden meestal afgewezen. Nu is er dan eindelijk voor een aantal
fruittelers sprake van een jaar waarin de opbrengsten in een
redelijke verhouding staan tot de kosten en nu moeten er direkt
maatregelen genomen worden om de invoer goedkoper te maken.
Het zal wel passen in het E.E.G. beleid anno 1977 maar het komt
niet best over.
Net zo min als het goed over komt dat er grote invoeren van Oost
Europese appelen plaats vinden waarvan de kwaliteit dikwijls
allesbehalve goed te noemen is. Er is weliswaar een Land-
bouwkwaliteitswet en op grond hiervan moet de A.I.D. toe zien
op de kwaliteit van het ingevoerde fruit, maar toch zien we soms
fruit op de markten waarvan we ons afvragen hoe het mogelijk is
dat dit verkocht mag worden. Voor onze klasse III bestaat een
verhandelingsverbod. Dat is dan nu wel ingetrokken voor wat
betreft de rassen Goudreinette en Cox's Orange Pippin maar
overigens bestaat het. We hebben daar geen moeite mee, want
ook zonder een dergelijk verbod moesten de telers genoeg zelf
discipline kunnen opbrengen en fruit van mindere kwaliteit niet
aanvoeren voor verse consumptie. Hiermede wordt de afzet in
haar totaliteit alleen maar kwaad gedaan en de kansen van het
betere produkt min of meer nadelig beïnvloed. Het is dan echter
niet meer dan een redelijke eis van rechtvaardigheid en billijk
heid dat wat er binnen komt ook nauwkeurig wordt beoordeeld op
de kwaliteit en dat er afdoende maatregelen worden genomen om
te voorkomen dat ze in het handelsverkeer voor consumptie
komen.
Wat de bevoorrading van de markt met het betere fruit betreft
zouden we nog eens willen wijzen op de noodzaak om ook een
begin te maken met de verkoop van Colden Delicious uit de
koelhuizen. Er is beslist vraag naar het betere fruit en wat er nu
nog komt uit de schuren kan voor veel afzet doeleinden niet meer
worden gebruikt.
O,
p de geldmarkt hadden we in de afgelopen periode te maken
met het duurder worden van het geld door de verhoging van het
disconto met een vol procent. De geldleningen welke gekoppeld
zijn aan het promesse disconto van de Nederlandse bank worden
hierdoor direkt ook duurder. Het zat in de lucht dat iets
dergelijks zou plaats vinden en mogelijk zal deze ontwikkeling
nog verder gaan.
Er gaan de laatste tijd ook steeds meer stemmen op die pleiten
voor een devaluatie (waardevermindering) van de gulden. Hier
door zou onze positie op de internationale markten weer beter
worden want bij een goedkopere gulden nemen de export kansen
toe. De waarde van de gulden wordt steeds voor een belangrijk
deel gekoppeld aan die van de West Duitse Mark maar deskun
digen vinden dit in toenemende mate een slechte zaak omdat de
economische ontwikkeling van ons land helemaal niet te verge
lijken is met die van West Duitsland. Bij ons is er sprake van een
zeer lusteloze stemming op economisch gebied, niet in het minst
ook door de houding van overheid en vakbeweging tegenover het
bedrijfsleven. Door de sterk gestegen lonen is onze exportpositie
steeds moeilijker geworden, vandaar de roep om een waardever
mindering van de gulden om weer een steviger ondergrond te
verkrijgen voor het bedrijfsleven. Ook in onze sektor zouden we
daar de voordelen van kunnen ondervinden. De export van onze
tuinbouwprodukten is de laatste jaren in toenemende mate
moeilijker geworden door de zeer vaste gulden waardoor onze
produkten in het buitenland steeds duurder werden. Op de bui
tenlandse markten moeten we concurreren met landen als Italië
en Frankrijk die een zeer zwakke valuta hebben en dat geeft veel
problemen, zeker wanneer men te maken heeft met kostenstij
gingen zoals deze zich de laatste jaren in ons land hebben voor
gedaan.
Op het ogenblik gaat het iets beter met de stijging van de kosten
van b.v. het levensonderhoud. Produkten uit onze sektor verlenen
daartoe ook een bijdrage want de groente is bijzonder goedkoop
en ook de aardappelen hebben hun bijdrage geleverd om het
huishoudpakket goedkoper te houden. Over het arbeidsvoor
waardenbeleid in het nieuwe jaar bestaat echter nog veel onze
kerheid. Aan de ene kant is iedereen er van overtuigd dat het van
enorm belang is dat de koopkracht van de werknemer behouden
blijft en mogelijk groter wordt, aan de andere kant betekent elke
lastenverzwaring voor het bedrijfsleven meer sluitingen en extra
werkloosheid. De regering zal hierbij de helpende hand moeten
bieden maar nog steeds is er weinig uitzicht op een ploeg van
bewindslieden die werkelijk weer gaan regeren zoals het behoort.
19