Stilte voor de storm maakt
in Brussel de tongen losser
M3EUWS
UIT
1U
BELGISCHE
BOEREN
NAMEN
DANKBAAR
AFSCHEID
VAN
VOORZITTER
BOON
O
D,
T egen het weekend van 10 december zal landbouw-kom-
missaris Finn Gundelach zijn prijsvoorstellen voor de
oogst 1978 openbaren.
D e Belgische boeren hebben dankbaar en soms ontroerd
afscheid genomen van hun alombekende landelijk voorzit
ter prof. C. Boon. Bij zo'n gelegenheid merk je hoe groot de
verschillen tussen Nederland en België zijn. De nuchtere
Nederlander moet bij dergelijke gelegenheden toegeven
dat zijn zuiderbuur, omdat hij zijn gevoelens wat makke
lijker uit, vaak meer op een Italiaan lijkt.
P rof. Boon heeft bij zijn afscheid de boêren en tuinders nog
eens een helder kollege gegeven. Hij zette uiteen hoe overal de
vraag van de konsument verzadigd raakt. Ook het agrarisch
bedrijfsleven gaat dat merken. Zacht fruit, de pluimveesektor,
de varkenshouderij, de groenteteelt en-de melkveehouderij, het
zijn allemaal sektoren waar na een periode van toenemende
vraag de grenzen bereikt zijn.
DEQUAE
Vlaskenner
gaat
nu
Boerenbond
leiden
Melkheffing
S an onze correspondent in Brussel
In Brussel draait de geruchten-machine al.
Zo vernemen wij hier onderhands dat de Deense kommis-
saris de prijzen voor de agrariërs vrijwel wenst te bevriezen.
Maximaal gemiddeld 2% zou op dit moment zijn uiterste
bod zijn. De objektieve berekening die Brussel in het ver
leden hanteerde komt uit op een gemiddelde prijsverhoging
met 4,2%.
Het Nederlandse kostencijfer brengt een wenselijke prijs
aanpassing met 7 tot 8% voort. België kan met reden zelfs
bijna 10% eisen. Tot zover de cijferaars.
Daarbij past de aantekening dat Gundelach nog met zijn
plan door de Europese Commissie heen moet, waar leden
hem de voet dwars kunnen zetten. Een gesprek tussen
minister van der Stee en kommissaris Vredeling zou in dat
verband wenselijk kunnen worden. Want de landen met
zwakke munten (Groot-Britannië, Italië en Frankrijk)
hebben geen belang bij redelijke prijsverhogingen, omdat
zij die zelf wel kunnen toestaan op grond van hun valutaire
achterstand. En van West-Duitsland hoeven onze agra
riërs ook al niet veel steun te verwachten, omdat ze daar
nog altijd onder de fraaie hemel van een ideaal inflatie
cijfer leven.
Van de speculatieve berichtgeving nu naar de werkelijk
heid. De ministerraad was vorige week weer in Brussel
bijeen. Daar heerste de stilte voor de storm die in december
ongetwijfeld rond de prijsvoorstellen zal losbarsten. De
belangrijkste besluiten:
Het gemeenschappelijk douane-tarief op appelen voor di-
rekte konsumptie gaat van 14 naar 6%. De invoer uit de
derde landen wordt aldus 8% goedkoper en dat kan druk
kend werken op de prijzen die onze fruittelers ontvangen.
e ministers spraken in vrijblijvende termen over de beste
ding van de opbrengst van de melkheffing. Daarbij bleek dat de
inspraak van het bedrijfsleven, vorig jaar door de toenmalige
kommissaris Lardinois vaak toegezegd, in de praktijk niet erg
veel voorsteld.
De Nederlandse minister wil het geld van de veehouders in de
eerste plaats aanwenden om van de berg melkpoeder af te ko
men.
Anderen denken aan dure projekten op het terrein de ontwik
keling van nieuwe zuivelprodukten. Daar is de Nederlandse
delegatie niet zo gek op. Wij nemen aan dat onze internationale
voorsprong op dat terrein, die we via de melkheffing dus ten
dele zouden kunnen verspelen, daarbij een grote rol speelt.
Hardop gezegd wordt zoiets uiteraard door de woordvoerders
niet.
Voor de periode tot 1 september 1978 denkt de Europese Com
missie ongeveer 800 miljoen gulden aan heffingen te kunnen
besteden. Daaruit valt af te leiden dat de melkheffing ook in het
komende prijsjaar geheven zal worden.
Ontwikkeling nieuwe produkten, verkoop bevordering,
marktverkenning en het aanboren van afzetmogelijkheden
buiten de Euromarkt - 135 miljoen gulden. In het algemeen
zal voor dergelijke projekten 50% van de kosten worden
gesubsidieerd.
Schoolmelkprogramma - 88 miljoen.
Verwerking botervet in ijsjes - 109 miljoen.
Gekoncentreerde boter - 51 miljoen.
Reserve - 153 miljoen.
Voorlopig niet te verdelen, het grootste bedrag van het lijstje
- 170 miljoen gulden.
Met deze schets heeft de Commissie nogal wat aan haar eerdere
opzet veranderd. Zij ging daarbij niet in de richting van Neder
landse verlangens. Het is ook zeer de vraag of het krachtig
opvoeren van de post research (ontwikkeling zuivelprodukten
en nieuwe afzet) nu wel zo'n goed idee is. Vooral Frankrijk en
België hebben daar op aangedrongen. Parijs wil met name lage
termijnkontrakten met ontwikkelingslanden voor de afzet van
zuivelprodukten.
Het bedrijfsleven is ons inziens mans genoeg om dat zelf aan te
pakken en zal daardoor toch zeker niet op bijdragen van Brussel
blijven wachten. Zo was onze eerste reaktie. "Aan welke strijk
stokken zal dat geld grotendeels wel blijven hangen?".
De Nederlandse delegatie in Brussel maakte bezwaren tegen de
aandrang van Franse zijde om in ontwikkelingslanden fabrie
ken te bouwen waar ze het Europese-melkpoeder etc. weer in
melk kunnen omzetten. Ook over de uiteindelijke verdeling van
de opbrengst van de melkheffing is nog geen enkel besluit ge
vallen. Wel staat vast dat het bedrijfsleven verder nauwelijks
inspraak geboden zal worden. De Europese konsumentenorga-
nisatië. BEUC heeft woensdag ertegen geprotesteerd dat de
veehouders de besteding van de heffing mogen regelen. Dat
protest is dus misplaatst.
Over naar het rundvlees. Botswana, Swasiland, Kenia en Ma
dagaskar wordt ook volgend jaar de kans geboden om rundvlees
naar de gemeenschap te exporteren. Negentig procent van de
Brusselse heffing wordt terug betaald, hetgeen deze ontwikke
lingslanden op jaarbasis 100 miljoen gulden oplevert. Groot-
Britannië wilde het Afrikaanse kwantum met 7% verhogen,
maar dat ging niet door.
Inkomens overdracht
K,
ommissaris Gundelach gaf de bewindslieden inzicht in en
kele opvattingen bij de kommissie voor wat landbouw in de
EEG-landen bij de Middellandse Zee betreft.
De Franse en Italiaanse minister toonden zich nog maar weinig
tevreden. Rome eist op korte termijn voorstellen met aanwijs
bare resultaten van inkomensoverdrachten naar de zuidelijke
landen van de Gemeenschap. Besloten is om dit jmorme pro
bleem niet tegelijk met de prijsvoorstellen te behandelen en ook
om het later in fasen af te wikkelen. De Kommissie komt terug
op haar eerdere toezeggingen om volgende maand met kom-
plete voorstellen voor het marktordeningsbeleid en de struk-
tuurpolitiek te komen. Ze gaat nu haar plannen met betrekking
tot de landbouw rond de Middellandse Zee in onderdelen pre
senteren.
Zoals bekend houdt dit vraagstuk vooral verband met de toe
treding van nieuwe lidstaten.
In kringen van de Europese Commissie denkt men voor de
landbouw in de Zuidelijke landen vooral aan struktuur verbe
teringen, de oprichting van kommerciële organisaties (te verge
lijken met onze koöperaties) een meer op kwaliteitsverbetering
van de produkten gericht beleid en een meer gevarieerde pro-
duktie.
Hardop denkend wil men dan in Nederlandse kringen zelfs wel
zover gaan om voor een land als Italië de produktie van veel
meer graan en vlees te propageren. Dat land moet jaarlijks voor
het gigantische bedrag van 6.500 miljoen gulden vlees im
porteren. Dat is natuurlijk niet vol te houden. Voor wat de
marktondersteuning van groenten en fruit betreft denkt men in
Brussel aan hele lichte regelingen die de goede ondernemers
met behoorlijke produkten stimuleren.
Euro-president Jenkins heeft onlangs hier de gedachte van een
mini-Marshall plan voor de nieuwe lidstaten Spanje, Grieken
land en Portugal gelanceerd. Dat kost veel geld en de reakties,
voorzover hoor- of zichtbaar waren dan ook zuinig.
Toch lijkt het goed wanneer Jenkins zijn idee bij de op Sinter
klaasdag te houden Europese-raad in Brussel door de schoor
steen gooit. Dan blijkt meteen of het verbale geweld waarmee de
aspiranten worden toegejuicht ook in de bijbehorende klinken
de munt kan worden omgezet. "Sinterklaaskadeau voor Spanje"
is bovendien een aardig bericht voor de Europese pers om er de
voorpagina's mee te vullen. Zouden de minister-presidenten
hun portefeuille dicht houden dan weten wij meteen dat zij de
toetreding van de drie kandidaten niet werkelijk wensen.
Tenslotte gaf kommissaris Gundelach de ministers een toelich
ting op zijn voorstel om de monetaire kompensaties in een
periode van zeven jaar af te breken en de nieuwe Europese
rekeneenheid niet direkt in te voeren. De reakties van de mi
nisters waren zo voorspelbaar dat wij ze de lezer rustig kunnen
onthouden.
"De Boer en de Tuinder", weekblad van de Belgische
Boerenbond verzuchtte dan ook: Het is een haast onmo
gelijke taak, een juist verslag van een dergelijke gebeurte
nis neer te schrijven. Het afscheid heeft iets weemoedigs,
aldus het blad. Men blikt terug op het verleden; hier een
haast veertigjarige karriëre in dienst van de boeren- en
tuindersstand.
H et afscheidnemen heeft maar liefst vijf dagen geduurd. Ook
dat is verklaarbaar. België is in alle opzichten - kultureel, eco
nomisch, bestuurlijk - veel sterker dan Nederland gedecentrali
seerd. Wellicht daarom ook hier geen centraal afscheid maar
afzonderlijk in de regio Limburg (Hasselt), WestVlaanderen
(Roeselaere), Brabant (Leuven), Antwerpen en Oost-Vlaande-
ren (Gent). Overal waren de leden met honderden gekomen, 's
Morgens om te studeren - de grondproblematiek en daarna voor
het afscheidsfeest. De Belgische Boerenbond is een wijd ver
takte gezinsorganisatie. Naast de vaktechnische organen zijn er
de landelijke gilden voor sociaal-kultureel werk, het vormings
werk voor de vrouwen, de katholieke landjeugd, de landelijke
rijverenigingen, de sociaal-rechtelijke afdelingen, de koöpera
ties. Wie in Brussel-centrum ver weg van de in Leuven zetelen
de Boerenbond, over deze organisatie,spreekt krijgt steevast te
horen: '"t is een van de grootste financiële instellingen van ons
land".
Familiebedrijf
mdat het onbegonnen werk is de rij van sprekers die de heer
Boon uitluidden hier weer te geven vooral aandacht voor de
persoon van Boon zelf. In Nederland is hij bij velen bekend als
de grote tegenstrever van onze landgenoot Sicco Mansholt,
grondlegger van de EG-landbouwpolitiek. Konstant Emmanuel
Boon geldt in België als de verdediger van het familiebedrijf.
In december 1911 geboren in het Brabantse Kortrijk
derde uit een rij van zeven kinderen. "In mijn Dutsel' dorp was
toendertijd iedereen boer, behalve de pastoor en de nonnen
en de smid, maar die was er ook nog boer bij", zo vertelt de
scheidende voorzitter. Vader had een doorsnee bedrijf en gezin.
Zeven kinderen, zeven hektare, zeven koeien, zevental zeugen,
wat varkens en kippen. "Wanneer mijn ouders trouwden, kreeg
moeder een koe en een vaars mee. Vader een kalf. In zijn vestzak
had vader nog 75 centiemen".
De heer Boon werkte na de middelbare school een jaar thuis. In
de krisistijd van de dertiger jaren ging hij in Leuven bij de
Universiteit studeren. Dat jaar op de boerderij noemt hij, "Het
goddelijkste uit mijn leven". En nu voegt hij daar aan toe: "De
boer is de enig overblijvende in onze maatschappij die het pro-
dukt van zijn werk nog volledig door zijn handen ziet gaan. Van
zaad tot graan. Van pasgeboren big tot varken, van kalf tot koe".
Na een studie voor landbouwingenieur als een soort van "be-
delstudent" kwam Constant Boon precies veertig jaar geleden
op de studiedienst van de Boerenbond te werken. Tijdens de
oorlog werd hij ernstig op de proef gesteld. Veel van zijn kolle
ga's lieten er zich toe verleiden om bij de (foute) Nationale
landbouw en Voedingskorporatie te gaan werken. Boon vertrok
niet. "Mijn hart was daar". Wel kreeg hij in die oorlogsjaren de
naam "Boon de boekenverslinder" omdat hij de bibliotheek van
zijn organisatie leeg las. Zoals zijn beroemde linkse landgenoot
Louis Paul Boon in die jaren het schrijven leerde.
Sedert 1950 doceert de heer Boon aan de Leuvense universiteit
het landbouwbeleid. In 1958 publiceerde hij samen met A. de
Taverniet en G. Geens het boek "Perspektieven voor de land
bouw in de Euromarkt". Vier jaar later werd hij lid van het
hoofdbestuur van de bond die sedert de herfst van '64 onder zijn
leiding stond. Toen Boon in 1966 Nederlandse onderscheiding
van Commandeur in de Orde van Oranje Nassau ontving sprak
de Nederlandse pers over "het gedurende de lange reeks van
na-oorlogse jaren onafgesproken ijveren voor de harmonisatie
en de integratie van de landbouwsektor in de Benelux en later in
de Europese Economische Gemeenschap".
Stagnerende landbouw
Van het in Nederland, vooral in zuivelkringen, vaak gehoorde
uitvluchtje dat de ontwikkelingslanden nog zulke enorme af-
zetkansen bieden moet de heer Boon kennelijk niet veel hebben.
"De honger in de wereld wordt niet gemilderd met fruit of eieren
of vlees die hier in overschot zijn. Deze zorg moet in de eerste
plaats gemilderd worden door het opgang brengen - daar in die
ontwikkelingslanden - van produkties die de basisbehoeften van
de mens dekken: graan,.plantaardig en dierlijk eiwit".
De heer Boon ging verder. "Mag ik u enkele direkte vragen
stellen? Wie kregen in 1974 de zwaarste klappen van de ineen
gestorte varkensprijzen? Waren het de normaal uitgebouwde
gezinsbedrijven ook al hadden zij zich terdege gespecialiseerd,
of zij die ten koste van zware investeringen en schulden een
spitslopend bedrijf hadden uitgebouwd?"
"Wie leden het ergste van de droogte van het voorbije jaar?
Waren het de redelijk uitgebouwde melkveehouderijen, of de
overbezette zeer veerijke bedrijven? Dit alles moet ons tot na
denken stemmen. Waarom zouden wij nu niet terugdenken aan
ons Congres van 1976 waar zonder aarzelen geopteerd werd
voor een menselijke dimensie (omvang) van onze bedrijven? En
waarom zouden wij dat nu niet toepassen? Dit met het oog op
het levensvatbaar houden van de bedrijven en op het welzijn - ik
zeg welzijn - van onze gezinnen. Men versta mij evenwel niet
verkeerd. Ik pleit slechts tegen overmoed bij investeringen".
Het xoorpaard is wel veranderd. Wij hebben een traktor van 65
PK vervangen door een van 62, maar we zullen doorgaanMet
deze woorden is A ndré Dries) Dequae ingehaald als voorzitter van
de Belgische Boerenbond, opvolger van Constant Boon.
Dequae was al ondervoorzitter van de beweging. Hij heeft een
politieke loopbaan achter de rug. In eeh periode van vijftien jaar
was hij vijf keer minister. Wederopbouw 1950. Financiën 50-54.
Buitenlandse handel 58. Economische koördinatie '60 en tenslotte
\>an 196/ tot '65 weer minister van Financiën.
In een interview met het weekblad van de Boerenbond vroeg
hoofdredakteur Sterckx: "Landbouw hoorde er nooit bij?" De
quae: "Nee. Mijn vorming was meer economisch en financieel
gericht. Maar in vier van de vijf departementen kwam ik toch in
zeer belangrijke mate in nauw kontakt met de landbouw. En ik
geloof dat de landbouw zich over die aktiviteiten niet te beklagen
heeft gehad",
Dequae heeft zich zijn leven lang voor de vlast eelt geïnteresseerd.
AI meer dan 20jaar is hij voorzitter van de Internationale Vlas- en
Hennenfederatie. Hij is voorzitter van de verzekeringen van de
Boerenbond. Was de afgelopen drie jaar voorzitter van de Kamer
van Volksvertegenwoordigers. Is voorzitter van het Landbouwko-
mité van de Raad van Europa te Straatsburg. Dequae ziet het
monetaire probleem - het uiteen groeien van de waarde van de
munten - als het grootste probleem voor de landbouw van de
komende jaren.
18