O Landbouwhal van de praktijkschool te Schoondijke geopend D e Landhouwpraktijkschool in Schoondijke heeft samen met de praktijkscholen in Ede en Emmeloord de laatste 20 jaren een sleutelpositie ingenomen bij de verhoging van de produktiviteit van de landbouw. Dit door opleiding van leraren, de ontwikkeling van leerstof en de afronding van het onderwijs aan landbouwscholen en -kursussen een zinvolle toepassing voor de techniek in de landbouw mogelijk te maken en te begeleiden. Mede dankzij deze scholen produceert de landbouw efficiënt en is bijgedragen aan verhoging van de welvaart door met een kleiner aantal agrarische beroeps beoefenaren de Iandbouwproduktie te vergroten. D e groei van het landbouwonderwijs aldus ir. P. van der Schans, lijkt onstuitbaar. Voor dit jaar bedraagt de groei voor lagere, middelbare en hogere agrarische scholen resp. 10. 14 V2 en 15%. Het aantal leerlingen van de lagere agrarische scholen is in vijfjaar zelfs verdubbeld. Door dit alles zijn de kosten voor het landbouwonderwijs tot ongekende hoogte gestegen. Bijna D e uitbreiding van het aantal leerlingen van agrarische scho len is niet aan Zeeland voorbijgegaan. Zodoende lijkt, naast Goes, Schoondijke weer een levensvatbare middelbare agrari sche school te kunnen krijgen. De heer van der Schans blijft het echter betreuren dat grote delen van deze provincie, met zo'n uitgesproken agrarisch karakter, verstoken zijn van lager agra risch onderwijs. Hij vond het een goed idee dat de Zeeuwse landbouworganisaties aan het E.T.l. hebben gevraagd de mo gelijkheden te onderzoeken van vestiging van lager agrarisch onderwijs. De enige plaats in de provincie waar dit onderwijs momenteel kan worden verzorgd is Kapelle. TeelthandHeidingen knolselderij en bleekselderij I n de serie teelthandleidingen van het Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (PAGV) zijn zojuist weer twee aan de nieuwste ontwikkelingen aangepaste uitgaven verschenen, te weten nr. 3: "teelt van knolselderij, inkl. bladselderij" en nr. 4: "teelt van bleekselderij". De boekjes in deze serie zijn volledig op de praktijk gericht en tevens geschikt voor het land- en tuinbouwonderwijs. Alle onderdelen die bij de teelt van het betreffende gewas belangrijk zijn, worden er in beschreven zoals: grondsoort en bewerking, bemesting, rassen, zaaien en planten, bestrijding van ziekten en onkruiden, oogst, bewaren en afleveren. Verder zijn er enkele hoofdstukken over arbeidsbehoefte, saldoberekening en gegevens over oppervlakte en afzet in opgenomen. In de hoofdstukken waar dit nodig is, wordt onderscheid genfaakt in teelt voor verse konsumptie en voor de verwerkende industrie. Belangrijke tijdelijke regeling intensieve veehouderijen! Aanmeldingsdatum sluit 1 december 1977 M et nadruk wordt erop gewezen, dat intensieve vee houderijen, die reeds op last van de gemeente moesten worden gesloten, maar ook die bedrijven, die moeilijkhe den vrezen bij het verkrijgen van een hinderwetvergunning, er goed aan doen zich vóór 1 december (uiterlijke datum) aan te melden in het kader van de zogenaamde tijdelijke beëindigingsregeling intensieve veehouderijen. De moge lijkheid tot aanmelding voor deze regeling sluit per 1 de cember a.s. H et aanmelden voor deze beëindigingsregeling betekent na drukkelijk niet. dat men daarmede te kennen geeft het bedrijf te willen beëindigen. Het betekent uitsluitend, dat men door aan melding voor deze regeling de garantie krijgt, voor een goede begeleiding, ook van de zijde van het ministerie van Landbouw, van een eventueel in te dienen of reeds ingediende aanvrage voor een hinderwetvergunning. De bedoeling is zéér nadrukke lijk dat in alle gevallen eerst wordt bezien welke mogelijkheden er zijn het bedrijf alsnog aan een hinderwetvergunning te helpen en tevens welke mogelijkheden andere regelingen, zoals een tijdelijke vergunning of bedrijfsverplaatsing, bieden. A anmelding op tijd dus voor 1 december a.s., garandeert, dat in het geval dat een hinderwetvergunning onverhoopt alsnog zou moeten worden geweigerd, uw rechten op de beëindigings vergoeding tijdig zeker zijn gesteld. Dit geldt ook voor de in de regeling voorziene beëindigingsvergoeding voor werknemers op deze bedrijven, mits de ondernemer zich tijdig heeft aangemeld. Waarderingsprijs Ned. Bloemisterij Daarom leven Vlamingen langer dan Walen Landhouwpraktijkschool sleutelpositie produktiviteit Dit o.m. zei de direkteur van het landbouwonderwijs, ir. P. van der Schans, in zijn rede op 11 november j.l. bij de opening van de landbouwhal van de landhouwpraktijkschool "Prinses Beatrix" te Schoondijke. Het onderwijs dat via de praktijkscholen aan leerlingen van landbouwscholen en -kursussen wordt gegeven is bij uitstek gericht op de behoefte van de moderne samenleving. Hoe tegenstrijdig dit ook mag klinken, het onderwijs in beroepsge richte technieken is een onmisbare bijdragè aan de algemene vorming van de leerlingen in onze moderne samenleving. Doordat de dagscholen te klein zijn om goed toegerust te wor den. aangepast aan de moderne ontwikkelingen, verschaffen de praktijkscholen een plaats waar centraal kostbare voorzieningen en specifieke deskundigheid zijn bijeengebracht, in dienst van het agrarische onderwijs. Enorme groei in het agrarisch onderwijs 30% van de uitgaven van het ministerie van landbouw en visserij heeft betrekking op het landbouwonderwijs. Uiteraard heeft deze toeneming zijn grenzen. Daarom is de praktijkscholen reeds vorig jaar meegedeeld dat de groei van de scholen geen gelijke tred houden met de toename van het aantal kursisten. De top in de investeringsontwikkeling moet worden afgevlakt. Dit betekent dat de praktijkscholen de komende jaren zullen moe ten woekeren met de mogelijkheden die ze hebben in materieel en personeel opzicht. Met dit te stellen bedoelde de heer van der Schans geenszins dat het belang van het praktijkschoolonder wijs zich in dalende lijn beweegt. Agrarisch onderwijs in Zeeland V Dc oppervlakte knolselderij is in Nederland de laatste jaren regelmatig toegenomen tot rond 1500 ha in 1975 en 1976. In 1977 was er zelfs een sterke stijging tot 2000 ha, waarvan 900 ha op kontrakt. De produktiewaarde bedroeg in het seizoen 1975/'76 ruim 9 miljoen gulden. Vooral zavel- en niet te zware kleigronden zijn voor de teelt geschikt. Voor bleekselderij ko men alleen lichtere ert vochthoudende grondsoorten in aan merking. In België, Frankrijk en Engeland is dit een belangrijk gewas. In Nederland is de oppervlakte gering; de laatste jaren valt er echter enige uitbreiding te konstateren. Met behulp van verwarmde plantenopkweëk en verschillende planttijden is het mogelijk de oogst in de vollegrond te spreiden van ongeveer half juli tot begin november. Abonnees van het PAGV ontvangen de boekjes na het ver schijnen automatisch. Niet-abonnees kunnen ze in hun bezit krijgen door het bedrag over te maken op postgiro 22.49.700 t.n.v. het PAGV, Edelhertweg 1 te Lelystad, onder vermelding van hetgeen wordt verlangd. Prijs: teelt van knolselderij 5'— teelt van bleekselderij 5,— PROEFSTATION Indien u tot na 1 december wacht met aanmelding verspeelt u dat-recht op vergoeding. Aanmelding verplicht tot niets. U kunt, als u dat wilt, deze aanvrage altijd weer intrekken. Inlichtingen over de regeling en de beoogde begeleiding kunt u verkrijgen bij de sociaaleconomische voorlichters van uw orga nisatie of de Hoofdingenieur-direkteur voor de landinrichting in uw provincie. De aanvraag formulieren kunt u verkrijgen bij de distriktsbu- reauhouders. Het al dan niet aanvragen van een hinderwetvergunning blijft er beoordeling van betrokkene. Eerst nadat door hem een aanvra ge voor een hinderwetvergunning is ingediend, komt de aan melding voor deze regeling in behandeling. Schrijf nu in, dan kunt u straks altijd nog eieren voor uw geld kiezen' Aan HJ. van Gooi *'redakteur-sekretaris van het maandblad voor Land- en Tuinbouwonderwijs", werd de waarderingsprijs 1977 van de "Nederlandse Bloemisterij" toegekend. Door het toekennen vavan de "waarderingsprijs 1977" heeft de Beoordelingskommissie van de Nederlandse Bloemisterij haar grote waardering uitgesproken voor het vele werk dat door de heer van Gooi gedaan werd en wordt. Bij de beoordeling werd overwogen: - dat de heer van Gooi als voorzitter van de werkgroep bloe menteelt, ingesteld door de Direktie Landbouwonderwijs met name aandacht heeft besteed aan het ontwikkelen van leerstof voor het bloementeeltvakonderwijs, waarbij hij dit inhoudelijk bijzonder heeft gericht op de praktische vorming van de leerlingen; - dat hij zich in sterke mate heeft ingezet voor het realiseren van vaktechnische studiedagen voor tuinbouwpraktijklera- ren bloementeelt; - dat hij gedurende geruime tijd een belangrijke bijdrage aan het pedagogisch didactisch deel van de opleiding tot tuin- bouwpraktijkleraar heeft geleverd; - dat hij als redakteur-sekretaris van het Maandblad voor het Land- en Tuinbouwonderwijs aanzetten heeft gegeven tot vernieuwing van het tuinbouwonderwijs; - dat hij er door zijn initiatieven toe heeft bijgedragen dat een betere aansluiting van de afgestudeerden op de praktijk is verkregen. Op grond hiervan heeft de Commssie gemeend, ook wegens de goede kontaktuele eigenschappen van de heer van Gooi, dat hij volgens artikel 10 van het reglement als eerste voor de waarde ringsprijs 1977 in aanmerking kwam. Volgens dit reglement wordt ieder jaar aan twee personen, die bijzondere prestaties geleverd hebben op het gebied van het onderzoek- de voorlichting- het onderwijs of de binnenlandse afzet sterk bevorderd hebben, de "waarderingsprijs" toegekend. Vanaf 1960 hebben tot nu toe 32 personen deze prijs ontvangen (waarvan inmiddels zes zijn overleden) en wel: twee uit de voorlichting; tien uit het onderzoek; vijf uit het onderwijs; vijftien uit de afzet. In de najaarsvergadering van de vereniging "De Nederlandse Bloemisterij" die op het Proefstation te Naaldwijk plaatsvond, onderstreepte de voorzitter mr. P.P.A. Teunissen de visie van het "De roomboter zou de oorzaak zijn Wie in de zuidelijke provincies van België - in Wallonië - gebo ren is, eet volgens het daar gebruikelijke voedingspatroon veel meer boter en gaat dus eerder dood aan een hartkwaal dan zijn Vlaamse landgenoten. Deze verbijsterend simpele redenering vormt de slotkonklusie van een onderzoek dat de Leuvense hoogleraar Joossensmet enkele kollega's heeft gedaan naar het verband tussen de hogere sterftecijfers aan hart- en vaatziekten onder de Walen en hun grotere trek in "echte boter". Het onderzoek, gepubliceerd in het Engelse medische tijdschrift "The Lancet" heeft internationaal tal van kritische reakties opgeroepen van deskundigen op medisch- en voedingsgebied. Vermaarde wetenschappers als Professor Astrup uit Kopenha gen en Professor Renner van de Westduitse universiteit van Giessen bijvoorbeeld, hebben met name scherpe kritiek op het nogal dubieuze hanteren van bepaalde statistische gegevens en methodieken geleverd. In vrijwel alle reakties wordt er op ge wezen, dat met de gebruikte gegevens en methoden Joossens c.s. nooit tot een dergelijke konklusie hadden mogen komen. Uit het onderzoek zelf kan al zo het voorbeeld van de Waalse provincie Luxemburg worden gehaald, waar het boterverbruik maar liefst vier keer zo hoog is, als in de Vlaamse provincie Limburg. Maar de sterftecijfers in beide provincies lopen nauwelijks uiteen. Ook uit Franse onderzoeken - van MacLennan en Meyer - heeft men nooit een samenhang kunnen konstateren tussen een hoger boterverbruik en de sterfte aan hart- en vaatziekten in bepaalde gebieden. "The Lancet" ontving ook een reaktie van drs. H. de Waard van het Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek (NIZO) en Ir. G.J. Hiddink van het Nederlands Zuivelbureau, die hun kritiek in het hier bijgevoegde vraaggesprek wat uitvoeriger toelichten. De heren Hiddink en De Waard stellen onder meer, dat er bij het vaststellen van de vetkonsumptie en de mortaliteitscijfers teveel verschillende onderzoeken en onderzoekmethoden die onvergelijkbaar zijn, door elkaar zijn gehaald, wat de gevonden resultaten op overweldigende wijze kan hebben beïnvloed. Zij noemen bijvoorbeeld het opgegeven vetverbruik van 86 gram in Vlaanderen ongeloofwaardig. De beide Nederlandse zuivel- deskundigen - die in hun kritiek ook worden gesteund door de Nederlandse voedingsdeskundigen - vallen met name over het onzorgvuldig correleren van sterftecijfers aan het boterverbruik. Inderdaad liggen de sterftecijfers aan verschillende ziekten in Wallonië hoger dan in Vlaanderen, maar er kunnen nog tal van andere faktoren zijn, die hierin meespelen. Bovendien is in het rapport van Professor Joossens en de zijnen op geen enkele manier aangetoond, dat een sterk gedaald vetverbruik in Vlaanderen mogelijk ook een lagere sterfte aan hart- en vaat ziekten tot gevolg heeft gehad. bestuur dat, naast wetenschappelijk onderzoek en vakgericht onderwijs, ook praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de leden van uitermate groot belang moet worden geacht. Na zijn openingswoord en een geestige speech reikte mr. P.P.A. Teunissen de gekalligrafeerde oorkonde uit en "de enveloppe" die bij deze waarderingsprijs hoort. Mevrouw van Gooi, onder allerhand voorwendsels baar Den Haag gelokt, kreeg een bijzonder mooie ruiker overhandigd. In zijn dankwoord - l'improviste" - dat bijzonder "ad rem" was, en zijn bijna Bourgondische levensstijl eigen, sprak hij zijn dank uit voor de toekenning van deze prijs, daarbij steeds meer oude bekenden in de zaal ontdekkend PAA. Kakebeeke 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 15