ADINA J uienzaad S 1 w D e gemiddelde opbrengst per ha van tarwe daalde in verge lijking met 1976 met 4% tot 5.200 kg. Dit blijkt uit de definitieve oogstraming 1977 van het C.B.S. Voor wintertarwe een daling met 5% tot 5.400 kg, zomertarwe bleef onveranderd met 4.300 kg. De totale opbrengst van tarwe bedroeg 661,2 min kg (-7%), waarvan wintertarwe 584,0 min kg (-5%) en zomertarwe, mede door een kleinere oppervlakte, 77,2 min kg (-16%). De gemiddelde opbrengst per ha voor wintergerst bedroeg 4.800 kg (-4%) en voor zomergerst 4.300 kg 2%). Een uitbreiding van het areaal van zowel wintergerst als zomergerst resulteerde voor beide in een produktiestijging met 9% tot resp. 51,5 min kg en 235,1 min kg. Voor totaal gerst werd de gemiddelde op brengst geraamd op 4.400 kg 2%) en de totale opbrengst op 286,6 min kg 9%). D e gemiddelde opbrengsten per ha van peulvruchten lagen voor alle soorten op een hoger niveau. De gemiddelde opbrengst van bruine en witte bonen steeg in vergelijking met 1976 met 100% tot 2.500 kg per ha; ten opzichte van het gemiddelde over de voorafgaande periode van 5 jaar een stijging van 9%. Met uitzondering van de groene erwten, waarbij door een geringere oppervlakte de totale opbrengst daalde met 39% tot 6,3 min kg, steeg de produktie in deze groep dan ook, n.l. van schokkers tot 2,9 min kg 12%), van kapucijners en grauwe erwten tot 4,1 min kg 29%) en van bruine en witte bonen tot 10,4 min kg 65%). D e gemiddelde opbrengst van koolzaad bleef gelijk aan die van het vorig jaar n.l. 2.750 kg per ha. Door een afneming van de oppervlakte daalde de totale opbrengst met 11% tot 30,4 min kg. De gemiddelde opbrengst van karwijzaad daalde met 22% tot 1.250 kg per ha. Met daarbij een forse daling van de oppervlakte kwam de totale opbrengst op 1,7 min kg (-46%). Bij blauw- maanzaad daarentegen resulteerde een uitbreiding van de op pervlakte en een stijging van de gemiddelde opbrengst tot 1.350 kg 23%) in een totale opbrengst van 7,5 min kg 58%). D e gemiddelde opbrengst per ha van consumptie-aardappelen (incl. uitval) op kleigrond bleef met 33.000 kg gelijk aan die in het voorgaande jaar. Een uitbreiding van het areaal had tot gevolg dat de totale opbrengst steeg met 9% tot 2.263 min kg. Exclusief uitval bedroeg de totale opbrengst 2.401 min kg 10%). D e opbrengst van snijmaïs bedroeg 50.500 kg per ha 58%). Met een uitbreiding van de oppervlakte kwam de totale pro duktie op 5.535 min kg 95%). H et door de minister van Landbouw vastegestelde Pachtnor- menbesluit 1977 kan geen genade vinden bij het Landbouw schap. Op indringende wijze heeft het bestuur van het Land bouwschap zijn bezwaren tegen de vastgestelde nieuwe pacht normen geuit. Definitieve oogstraming akkerbouwgewassen 1977 voor vroege Uil produktie en \Aav hoge opbrengst \Jlr rülEliï KAPELLE-tel. 01102-1441 Landbouwschap uit kritiek op nieuwe pachtnormen Melkveestapel nadert niveau van vorig jaar Bedrijfstakverkenningen agrarische industrie verschenen Huidige ontwerp - Grondwaterwet niet verdedigd door Kabinet KORTE WENKEN C.A.R.-Zevenbergen Voor de meeste gewassen hogere opbrengsten per ha; lagere opbrengsten voor wintertarwe, wintergerst en karwijzaad Granen Zowel de gemiddelde als de totale opbrengst van rogge steeg met 13%, de gemiddelde opbrengst bedroeg 3.500 kg, de totale opbrengst 73,6 min kg. Ondanks een stijging van de gemiddelde opbrengst van haver met 10% tot 4.500 kg, daalde echter, door een vermindering van de oppervlakte, de totale opbrengst met 9% tot 94,2 min kg. Peulvruchten H andelsgewassen Voor ongerepcld vlas steeg de gemiddelde opbrengst met 26% tot 7.650 kg per ha. Cevoegd bij een uitbreiding van het areaal kwam de totale opbrengst op 43,7 min kg 35%). Knol-, bol- en wortelgewassen De consumptie-aardappelen (incl. uitval) op zand- en veengrond hadden een gemiddelde opbrengst van 33.000 kg per ha 47%). Met daarbij een uitbreiding van de oppervlakte kwam de totale opbrengst op 570,5 min kg 73%). Exclusief uitval bedroeg de totale opbrengst 484,1 min kg 94%). De gemiddelde opbrengst van suikerbieten bleef met 46.500 kg per ha gelijk aan het vorige jaar. Een geringere oppervlakte gaf een daling van de produktie met 7% tot 6.017 min kg. Het suikergehalte wordt geraamd op 15,8% tegen 15,3% in 1976. Bij de voederbieten daalde de oppervlakte maar steeg de ge middelde opbrengst met 17% tot 79.000 kg per ha. De totale opbrengst wordt geraamd op 210,3 min kg 2%). De geoogste oppervlakte van zaai-uien is groter, ook de gemid delde opbrengst per ha steeg met 65% tot 45.500 kg waardoor een totale produktie werd verkregen van 590,4 min kg 90%). Snijmaïs Het Landbouwschap heeft tijdens de openbare bestuursvergade ring het nieuwe Pachtnormenbesluit besproken. Dezelfde dag nog heeft het Landbouwschap de bezwaren tegen dit besluit in een brief aan de minister van Landbouw voorgelegd. Het Bestuur van het Landbouwschap is bijzonder gekant tegen de bepaling in het Pachtnormenbesluit, dat de pacht normen voor bouw- en grasland met 80% worden verhoogd, wanneer hierop specifieke gewassen, zoals klein fruit en grove tuinbouwgewassen of bloembollen, worden geteeld. De extra toeslag is volgens het bestuur in beginsel onjuist. Het Land bouwschap zal de minister dan ook vragen deze bepaling inzake de extra toeslag alsnog uit het Pachtnormenbesluit te schrappen. Als deze extra toeslag doorgevoerd wordt, betekent het dat veel ondernemers op kleinere bedrijven met een intensief bouwplan heel erg worden getroffen. Het motief van de minister, dat de produktie van bijzondere gewassen een hogere financiële op brengst levert dan die bij de gewone akkerbouwgewassem, gaat voor een aantal grove tuinbouwprodukten (onder meer erwten en bonen) niet op. Het bestuur van het Landbouwschap vindt dat ook al op grond hiervan een herziening van het Pachtnor menbesluit noodzakelijk is. Het Landbouwschap is voorts ontstemd over het feit, dat de minister van Landbouw de maximum toeslag voor externe pro- duktieomstandigheden voor zeekleigronden te hoog heeft vast gesteld. Het verschil met het door het Landbouwschap zeer zorgvuldig gedane voorstel is 60,— per hectare. Tijdens de behandeling van het Pachtnormenbesluit in de openbare be stuursvergadering van het Landbouwschap werden telegram men uit het land (o.a. van agrarische jongeren en van land bouworganisaties uit de IJsselmeerpolders) voorgelezen. In de telegrammen werd met klem bepleit om aan het eerder door het Landbouwschap ingenomen standpunt inzake pachtnormen vast te houden. Rundvee. De totale rundveestapel is toegenomen van 4.662.000 op 1 september 1976 tot 4.754.000 op 1 september 1977 2%). De melkveestapel was op 1 september 1977 nog maar 16.000 stuks (bijna 1%) kleiner dan vorig jaar. Dit blijkt uit de betref fende C.B.S.-steekproef per 1 september 1977. Het aantal stuks gedekt jongvee was 1 september 1977 6% groter dan vorig jaar (695 resp. 658.000 stuks). De groep "ander rundvee bestemd voor de fokkerij" was op 1 september 1977 36.000 stuks kleiner dan op 1 september 1976 (-3%). Deze vermindering blijkt vrijwel geheel voor rekening te komen van het fokvee, jonger dan 1 jaar. Het aantal stuks mestvee nam toe met 107.000 stuks tot 721.000 (+17%). Varkens. De uitkomsten met betrekking tot varkens per 1 sep tember 1977 geven aan dat er in vergelijking met vorig jaar rond 1 miljoen meer zouden zijn. Doordat de cijfers met betrekking tot de groepen "overige biggen en jonge varkens tot 50 kg" en "mestvarkens 50 kg en zwaarder" over 1976 en 1977 niet geheel vergelijkbaar zijn, kan van deze groepen de toeneming niet worden vastgesteld. Deze zal echter hooguit 10% hebben be dragen zodat de toeneming van de totale varkensstapel in feite ongeveer 700.000 was. Het aantal gedekte zeugen nam toe van 542.000 op 1 september 1976 tot 598.000 op 1 september 1977 10%). Ook het totaal van de andere categorieën fokvarkens laten een toeneming zien van rond 10%. Leghennen. Het aantal hennen aan de leg nam toe van 21,4 min op 1 september 1976 tot 24,7 min op 1 september 1977 15%). In samenwerking met het ministerie van economische zaken, is als een vervolg op de economische struktuurnota "de bedrijfs takverenigingen" opgesteld. Er wordt ingegaan op het reilen en zeilen van de bedrijfstakken. De visie van de overheid hierop is een belangrijk gegeven. Waar dat ging zijn ook beleidslijnen aangegeven. De voedings- en genotsmiddelen industrie neemt een kwart van de omzet industrie voor haar rekening, 15% van de industriële werkgelegenheid, 5% van de bruto toegevoegde waarde tegen De ontwerp-Grondwaterwet zal in zijn huidige vorm niet door de Regering in de Eerste Kamer worden verdedigd. In plaats daarvan overweegt het kabinet een ontwerp-wijzigingswet (no velle) in te dienen bij de Staten-Generaal. Tijdens de behandeling van het ontwerp-Grondwaterwet in de Tweede Kamer werd een amendement aangenomen, dat de Minister van Verkeer en Waterstaat verplichtte een heffing op te leggen aan partikuliere verbruikers van grondwater. Grondwettelijke eis Naderhand twijfelt de Regering eraan of deze heffing - die men kan zien als een belasting - wel voldoet aan de grondwettelijke eis, dat belastingheffing alleen kan geschieden uit kracht van wet. Dit bezwaar heeft ertoe geleid, dat het wetsontwerp - thans in behandeling bij de Eerste Kamer - niet door het kabinet wordt verdedigd. De Regering onderzoekt nu de mogelijkheid voor een wettelijke bepaling die de Minister van Verkeer en Waterstaat de be voegdheid geeft om bij algemene maatregel van bestuur een heffing in te stellen. Deze heffing zal het verschil moeten ver minderen tussen de kosten van partikulieren die grondwater onttrekken en het waterleidingtarief. Op de manier hoopt men het gebruik van grondwater te beperken. Men overweegt tevens in hetontwerpwijzigingswet een bepaling op te nemen die erin voorziet, dat een dergelijke algemene maatregel van bestuur eerst aan de Staten-Generaal wordt voorgelegd. marktprijzen en 16% van de totale uitvoer. Eind 1976 werkten ongeveer 174.000 werknemers in deze bedrijfstak. Tweederde deel van de totale agrarische produktie in de agrarische indus trie wordt be- of verwerkt. Dit is ongeveer de helft van de totale waarde van de benodigde grondstoffen in de industrie. Voorts wordt in deze verkenningen nog ingegaan op de slachterijen en de vleeswarenindustrie, zuivelindustrie, mengvoeder en aar- dappelverwerkende industrie en de groente- en fruitverwer- kende bedrijven. Dit rapport "Bedrijfstakken verkend 1977" nummer 1, over de Voedings- en Genotsmiddelen industrie is verkrijgbaar bij de Staatsdrukkerij voor een bedrag van f 4,50, tel. 070 - 624551. AKKERBOUW OP GEPLOEGD LAND, werkt alleen TCA tegen kweek. Roundup en Dalapan moeten via de bovengrondse delen de plant binnen dringen. Voor de laatste twee middelen is het nu te laat. Wilt IJ TCA gebruiken, weet dan dat er minstens vier maanden moet worden gewacht voor het zaaien van het volgende gewas. HET AANKOPPELEN VAN WERKTUIGEN achter de trekker is nog steeds niet eenvoudig. Vooral als U op een eenmans-bedrijf werkt. Door het gebruik van SNELKOP PELING, gaat deze bevestiging van de werktuigen achter de trekker veel beter. Het is maar dat U het weet. Vele gebruikers zijn erg tevreden met deze snelkoppelingen. 4 LS DE VELD WERKZAA MHEDEN klaar zijn, komen de muizen en ratten weer naar de woningen en gebouwen. Neem tijdig maatregelen, want ratten en muizen zijn niet alleen onrendabele kostgangers, maar vernielen ook nog veel. EEN GRASGROEN BEMESTING onderploegen, is niet eenvoudig. Zorg voor scherpe voorscharen van voldoende breedte, zodat het gras goed in de voor komt. De gras- groenbemester op de voor- en achter-wendakker kunt U het beste doodspuiten met 3 l. Gramoxone per ha. Want zelfs voor de beste ploeger, zijn dit de gedeelten van het perceel, waar het meeste gras boven blijft. Minimaal 3 dagen voor het ploegen, moet U spuiten. A LLEEN "HARDE" UIEN zijn goedbewaarbaar. Zachte uien en dikhalzen bederven veel partijen uien. Veen venti leren met vijf graden opgewarmde lucht gaat het beste. Gaat U de lucht meer dan vijfgraden opwarmen of boven de 25 gr. brengen, dan krijgt U kale uien, doordat de buitenste vliezen te snel indrogen. Regelmatige kontrole met goede apparatuur is nodig. Natte partijen moet U wel vier weken ventileren. RUNDVEEHOUDERIJ NA HET A FKA L VEN, de krachtvoergift opvoeren tot wat eigenlijk nodig is voor de produktie, is een rendabele zaak. Dit voeren boven de norm houdt men vol tot 10 a 12 weken na-het afkalven. Het is gebleken dat ze niet alleen in deze periode, maar tijdens de gehele laktatie meer melk blijven produceren dan koeien, die de eerste 10 a 12 weken precies volgens de norm zijn gevoerd. OP TIJD OVERLEGGEN en plannen maken, is nooit weg. Zeker is dit belangrijk als U volgend jaar een nieuwe stal gaat bouwen. De bouwvergunning, maar meer nog een hinderwetvergunning, kunnen weieens langer wegblijven dat U gedacht had. Bouwt U op een nieuwe plaats, vraag dan eens na hoe het zit met de mogelijke aansluitingen en kosten van elektriciteit en waterleiding. A LS HET DROOG IS, wordt gauw vergeten dat greppels, drains en sloten nog altijd bedoeld zijn om overtollig water af te voeren. Vooral bij aanleg van nieuwe grasland worden bestaande waterafvoeren nogal eens beschadigd door werk tuigen. Let er eens op en laat uw pas ingezaaid grasland niet in de steek. 9

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 9