Nog steeds aanzienlijk grote voorraden graszaad U it gegevens die door het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten ter beschikking komen middels stukken die behoren bij de agenda van de vergadering van 10 november blijkt dat er een aanmerkelijk betere marktsituatie voor graszaden is ontstaan in vergelijking met twee jaar geleden. De droogte van 1976 was er de oorzaak van dat zeer veel grasland opnieuw gezaaid moest worden waardoor de enorme voorraden ineens grotendeels konden worden ingekrom pen. In 1973 bedroeg de voorraad 8.281 ton, dat liep vervolgens op in 1976 tot 19.919 ton, waarna de voorraad nu in 1977 weer is gedaald tot 12.038 ton. Toch zijn deze voorraden nog aanzienlijk hoger dan in de jaren 73 en 74. De opbrengsten van dit jaar zijn gemiddeld genomen nor maal geweest, de oogstomstandigheden waren wisselend. De oogst van fijne zaden en ook van de vroege raaigrassen ge schiedde onder goede omstandigheden, terwijl bij de oogst van de late raaigrassen nogal wat regen viel, waardoor de opbrengst en ook de kwaliteit ongunstig werden beïnvloed. De meeste grassen doen nu goede prijzen, met uitzondering van het Ita liaans raaigras. Het EEG-areaal is uitgebreid, maar de vraag is gering, wat weer veroorzaakt wordt door de goede ruwvoeder- positie op de veehouderijbedrijven. Marktbericht graszaden november 1977 D e laatste weken is de handel in graszaden vrij rustig geworden nadaftot midden oktober van een aktieve handel kon worden gesproken waarin enkele soorten verder in prijs zijn gestegen. Hieraan schijnt nu, althans voorlopig, een einde te zijn gekomen. De kopers hebben zich gedeel telijk ingedekt voor de komende voorjaarshandel en willen voor het nog niet ingekochte gedeelte, bij het voor de meeste soorten relatief hoge prijsniveau, de verdere ont wikkeling even aanzien. Het verbruik dit najaar is in een aantal landen normaal geweest en in enkele andere landen door allerlei omstandigheden iets beneden de verwachtin gen gebleven al in een vergelijking met de herfst van 1976 niet helemaal reëel i.v.m. de in dat jaar zeer droge zomer welke een recordverbruik in het najaar van 1976 tot gevolg had. E en belangrijke vraag is steeds of we voor het komende jaar, in dit geval oogstjaar 1978, weer een minimum prijs moeten heb ben, ja dan nee. En hoewel het niet meetbaar is wat een mini mum prijs oplevert tegenover de offers die daarvoor gebracht moeten worden, zijn we telkenjare opnieuw tot de conclusie gekomen, dat we de bodem in de markt bij pootaardappelen I n de EEG blijkt dat het graszaadareaal nogal aan schomme lingen onderhevig is. Tot 1975 breidde zich de teelt uit, toen R eeds meer dan 25 jaar hebben we in Nederland als poot- goedbedrijfsleven een eigen minimum prijssysteem dat we voor 100% zelf, met heffingen op het produkt, betalen. In totaal wordt door de telers en handelaren ruim 7 miljoen per jaar bij elkaar gebracht. Ongeveer 2 miljoen wordt ieder jaar gebruikt voor exportpropaganda, ruim 200.000 voor algemene zaken, kwik-beheer en subsidies en de rest zijnde ongeveer 5 miljoen wordt bestemd voor het fonds waaruit het garantie-systeem wordt gefinancierd. T en slotte Westerwolds en Italiaans Raaigras. Vooral vanwege de slechte oogstopbrengsten van Westerwolds Raaigras in het buitenland dit jaar blijft deze soort goed aan prijs. De huidige noteringen zijn 2,50 tot 2,70. T ot nu toe hadden we een z.g.n. meerjarenplan. Het ene jaar moest het fonds wat meer worden aangesproken dan het andere, maar gemiddeld konden we vele jaren een minimum-prijsstelsel financieren met 5 miljoen per jaar. En ogenschijnlijk zou dat wel door kunnen gaan, zij het dat er wat onzekere factoren op ons afkomen. Pootaardappelen 1978 Totaal areaal graszaad EEG 100.000 ha Zolang mogelijk de minimumprijs handhaven Italiaans raaigras maakt slechte prijs In Nederland in 1977, ruim 15.000 ha graszaad an 1973 tot 1975 is het areaal van onze vier belangrijkste grassoorten aanzienlijk uitgebreid. Door het lage prijspeil van 1975 werd het areaal in 76 drastisch ingekrompen. In dit jaar werd het areaal van Engels en Italiaans raaigras sterk uitgebreid. Van Roodzwenkgras en Veldbeemdgras is minder voor keuring aangegeven, omdat veel percelen van deze meerjarige grassen in 1976 de droogte niet hebben overleefd. Het totale areaal is hier door weinig uitgebreid. In 1977 bedroeg het graszaadareaal onderverdeeld in rassen de volgende hektares, Engels Raaigras 6.515 ha, Italiaans raaigras 2.777 ha, Roodzwenkgras 2.276 ha, Veldbeemdgras 2.255 ha en andere rassen 1.344 ha. Totaal was dit 15.167 ha graszaad. Vorig jaar bedroeg dit 14.270 ha, in 1975 was het 19.655 ha, in 1974 bedroeg het 17.046 ha en tot slot in 1973 kwam men tot 13.657 ha. In het Landbouwschap beraden we ons als telers reeds gedurende enkele maanden over de ontwikkelingen rond de pootaardappelen in de richting van het komende jaar. De den we dat in het verleden in nauwe samenwerking met "de handel", dit jaar zijn daar ook de kwekers bij betrokken. Het overleg over het pootaardappelbeleid vindt plaats in de z.g.n. P.C.C., het pootgoedcontractorgaan Landbouw- Handel, waar dan nu de kwekers bij betrokken worden. Een minimum prijssysteem Momenteel zijn de vooruitzichten wat betreft de marktsituatie niet ongunstig In de EEG bedraagt het areaal 100.000 L aten we in het kort de diverse soorten nader belichten. De prijzen voor de gazongrassen handhaven zich goed. Vooral bij veldbeemd mag van een zeer vaste markt worden gesproken, mede door de kleinere oogst in Nederland en Amerika. Vooral de goede Nederlandse rassen voor gazons en sportvelden wordep internationaal zeer gevraagd en noteren afhankelijk van het ras tussen de 4,50 en 6,00 per kilo. Gewoon roodzwenk blijft vrij constant op hetzelfde prijsniveau van 4,20/4,50 per kg. Ook hardzwenk - selekties blijven vast in prijs en noteren afhankelijk van de kwaliteit van 4,75 tot 5,00 per kg. Van zowel Veldbeemd als Gewoon roodzwenk en Hardzwenk is gezien de voorraadpositie ook voor de rest van het seizoen een vaste markt te verwachten. Roodzwenk met grove uitlopers is weliswaar de laatste maanden iets vaster geworden maar blijft toch invloed van de Deense prijzen ondervinden. Momenteel liggen de noteringen van 3,00 tot 3,25 al naargelang de kwaliteit. De nieuwe groep van rassen Engels raaigras voor gazons en sportvelden blijft duidelijk in de belangstelling staan. Afhankelijk van ras en kwaliteit liggen de prijzen tussen de 3,75 en 4,25. B ekijken we nu de markt van de voedergewassen dan zien we vooral een vaste markt voor Timothee en Beemdlangbloem. Timothee, dat qua produktie in Nederland niet zo belangrijk is, ligt boven de 5,00 én Beemdlangbloem op ca. 4,50 voor het hooitype. Het weidetype ligt daar nog wat bóven. Ook Engels niet graag willen missen. Ook dit jaar lijkt het weer die kant op te gaan. Hoever zou de marktprijs bij een overschotsitüatie bene den het huidige minimum van zo'n 22 a 23 duiken? Op zo'n moment wordt niet gekeken naar de kosten die al gemaakt zijn. Nee, de één na de andere zou verder door de knieën gaan om z'n produkt toch maar kwijt te worden. Getuige de schandelijk lage prijzen waarvoor vele consumptietelers thans bereid moeten zijn hun produkt aan de markt af te staan. Daarvoor zijn ook aanmerkelijk hogere kosten gemaakt dan de 7, 8 of 9 centen die thans per kg gelden. Bij een afzet van 500.000 ton pootaardappelen, zoals we dat de laatste jaren ge wend waren, betekent iedere gulden prijsverschil per 100 kg een totaal opbrengstverschil van 5 miljoen. We zouden elkaar van tevoren plechtig kunnen beloven dat we niet bereid zijn beneden de 22 of 23 cent per kg te verkopen (ook nog maar 60 70% van de kostprijs Toch ben ik er bijna zeker van, dat bij het ontbreken van een minimum prijs voor bepaalde gevallen de marktprijs wel eens 10 cent lager zou kunnen komen te liggen. Dat is ongeveer 50 miljoen in totaal. Mijn conclusie zal dan ook duidelijk zijn, n.I.: zo lang mogelijk pleiten voor een minimum prijssysteem bij pootaardappel, zo lang dat enigszins betaalbaar blijft. Heffingen Iedereen zal aanvoelen dat we de laatste jaren goed "geboerd" hebben met het fonds. We hebben dan ook een "spaarpotje" van ruim 20 miljoen en ik hoop dat we dat na afwerking van oogst 1977 ook nog hebben. tengevolge van lage prijzen beperkte men zich weer met bijna 40.000 ha. In 1977 is het areaal weer met 14.000 ha toegenomen en voorlopig totaal op ongeveer 100.000 ha terecht gekomen. De belangrijkste grassoort Engels Raaigras is in één jaar van circa 50.000 ha (75) naar rond 30.000 ha (76) gedaald. In 1977 is er weer een geringe uitbreiding van deze teelt waar te nemen. Italiaans Raaigras breidde zich sterk uit in Frankrijk en Dene marken, n.I. met 9.000 ha. Vele andere soorten zijn qua areaal gekrompen, met name Thimothee en Ruwbeemdgras. Beemd- landbloem, Roodzwenkgras Veldbeemdgras werd iets meer geteeld. Tevens doet zich uitbreiding voor bij Rietzwenkgras en Gekuist raaigras. In Denemarken ligt momenteel een derde van het totale EEG areaal graszaad. Na 1975 is de oppervlakte trouwens daar erg ingekrompen. Ook was dit het geval in de meeste andere producerende landen. In Frankrijk echter is de oppervlakte uitgebreid, sinds 1973 meer dan verdubbeld. Het gaat hierbij vooral om Italiaans raaigras dat sinds 1973 met rond 7.000 ha is toegenomen, daarnaast is ook het Rietzwenkgras toegenomen. Frankrijk heeft nu een groter oppervlakte dan Nederland. De areaal verdeling zag er in 1977 alsvolgt uit, Denemarken 35.594 ha, Frankrijk 18.639 ha Ver.Koninkrijk 15.441 ha, Ne derland 15.151 ha. Ierland 1.559 ha, België 997 ha, Italië 123 ha en tot slot Luxemburg 100 ha. De graszaadproduktie V an de onder de EEG marktverordening vallende grassoorten zijn er de laatste vijf jaar de volgende hoeveelheden uit Neder landse produktie gecertificeerd. 1972, 14.255 ton; 1973, 15.536 ton; 1974, 18.672 ton; 1975, 24.732 ton en in 1976 16.527 ton. De produktie in 1976 was 33% lager dan het jaar daarvoor terwijl het areaal met 27% werd ingekrompen. In 1976 werd 6466 ton Engels Raaigras geproduceerd, voor Roodzwenk was dit 3.676 ton, Veldbeemdgras 2.860 ton, Ita liaans Raaigras 2.503 ton, Beemdlangbloem 435 ton en voor Westerwoldsraaigras 285 ton. De uitbreiding van de graszaad produktie is vooral tot stand gekomen door de gestegen op brengsten van Engels raaigras. Daarnaast zijn ook Roodzwenk gras en Veldbeemdgras in omvang toegenomen. Over de oogst van 1976 gecertificeerde hoeveelheden graszaad van 16.527 ton is een steunbedrag uitgekeerd van ruim 9 miljoen gulden. Dit komt overeen met gemiddeld 637,— per ha graszaad. Van oogst 1975 toen de opbrengsten meer normaal en derhalve wat hoger waren bedroeg het uitgekeerde steunbedrag per ha 700,- weidetype is de laatste maanden verder in de belangstelling gekomen. Vooral door de tegenvallende oogst in Engeland is er van die kant veel vraag geweest en de prijs is geleidelijk gestegen tot ca. 3,75 op dit moment. Ook de middenlate en late hooitypen van Engels raaigras zijn mee omhoog geklommen en variëren nu van 2,80 tot 3,10. De vroege rassen blijven hierbij aanzienlijk achter (ca. 2,00 tot 2,40). Deze moeten in een aantal gevallen met Deens Engels konkur- reren dat nog steeds goedkoop wordt aangeboden. Hetzelfde geldt min of meer voor Engels tetraploid. Italiaans daarentegen is de laatste weken verder in prijs gedaald en de vooruitzichten voor de rest van het seizoen zijn tamelijk onzeker. fhankelijk van het ras liggen de prijzen op dit moment zowel voor diploid als voor tetraploid tussen de 1,80 en 2,25 per kg. Als algemene konklusie kan men stellen dat over het geheel genomen de markt van graszaden voor dit seizoen een gezonde ontwikkeling doormaakt hetgeen van groot belang is voor de teelt van dit produkt in de toekomst van Nederland, (samengesteld door: Mommersteeg Internationaal en Fa.v.d. Have). Problemen In de eerste plaats lijkt het moment dat er een EEG-marktor- dening voor aardappelen komt, zeer nabij. Per 1 januari 1978 is voor de laatst toegetreden lid-staten de overgangsfase afgelo pen. Dan moet er een vrij verkeer zijn tussen alle lid-staten zonder economische barrières, ook voor aardappelen. In o.a. Engeland zal daardoor het Potatoe Marketing Boardsysteem (een marktbeheer voor alle aardappelen!) komen te vervallen. Thans is er erg veel haast om Engeland wat te compenseren door een EEG-marktordening te creëren. Een regeling waarover al jaren (en nu nog) grote verdeeldheid bestaat. Verder dan een marktordening met kwaliteitsregels en een referentieprijzen systeem tegenover derde landen zal het wel niet komen. Maar dan hangt ons "Stopa-systeem" aan een zijden draadje. Als we op zuiver vrijwillige basis ons geld bij elkaar zouden brengen, kan niemand ons iets doen. Maar we hebben een heffingssysteem dat berust op de verordende bevoegdheid van de schappen, waardoor enkele "tegenstanders" van ons systeem als het ware gedwongen worden om mee te doen. En iedereen moet mee doen om het systeem goed te laten funktioneren. Er is derhalve in onze beleidsorganen een toenemende onzekerheid over het mogen laten voortbestaan van de regeling. Een ander probleem is de sterke toename van het aantal hecta res pootaardappelen gedurende de jaren 1976 en '77. Zet die lijn zich door? Is er bij deze ontwikkeling snel genoeg afzet te vinden? Zal bij normale opbrengsten een overschot-situatie ontstaan, waardoor de "pot" in één keer leeggehaald wordt of zelfs meer dan dat? Moeten we dan niet, met een EEG-markt ordening in het verschiet, meer per jaar afrekenen? Allemaal vragen waarover we ons thans buigen en waarop ik over enkele weken verder in zal gaan. A. Vermeer Swifterband 10

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 10