/9 De nieuwe pachtnormen N u de nieuwe pachtnormen enkele weken bekend zijn komen de reakties en vragen uit de praktijk los, hoe het pachtnormenbesluit 1 977 ingevuld moet worden. W ij zijn van mening dat in ons werkgebied van Zeeland en West-Brabant praktisch geen gronden aanwezig zijn W at betreft de toeslag of aftrek van de externe pro duktie-omstandigheden vragen wij ons af waarom zee kleigronden hogere toeslagen krijgen dan b.v. zand- en dalgronden. v:' zeelMV 7 zuidelijke landbouw maatschappij VANUIT DE Z.L.M. GEZIEN z /53#// 4 VRIJDAG 28 OKTOBER 1977 65e JAARGANG - NO. 3404 I land- en tuinbouwlilad De afgelopen weken hebben we een aantal schitterende herfstdagen gehad. Koude nachten met hier en daar mist en vorst, terwijl gedurende de dag de zon stralend scheen. Ideaal weer voor de suikerbieten, zowel voor de oogst- werkzaamheden als voor het suikergehalte van het ongerooide produkt, dat onder deze gunstige omstandigheden nog fors stijgt. Bij deze en gene zijn gemiddelde gehaltes van zeventien procent geen uitzondering. Om te beginnen willen wij er geen onduidelijkheid over laten bestaan dat de extra toeslag van 80 voor bijzon dere teelten onaanvaardbaar is, maar ook onhanteerbaar. Onaanvaardbaar omdat op akkerbouwbedrijven konser- vengewassen, die ook onder de bijzondere teelten vallen, geteeld worden als welkome aanvulling ter verruiming van het bouwplan. De financiële resultaten zijn echter gemiddeld niet gunstiger dan van de "normale" gewas sen. Door deze gewassen op deze manier extra te belas ten, komt de konkurrentiepositie van de konserventeelt nog ongunstiger te liggen. En dit zou wel eens gevaar in kunnen houden dat deze teelt geheel uit ons bouwplan verdwijnt, met alle gevolgen van dien. Onhanteerbaar lijkt ons deze toeslag ook. Hoe te bepalen wanneer grond al dan niet met deze toeslag belast kan worden? Een verpachter, die zijn grond verpacht aan iemand die alleen normale gewassen teelt, zou een ongunstiger ren dement hebben dan die verpachter waarvan de gebruiker wel speciale gewassen op deze gronden teelt. Wij vinden deze toeslag temeer overbodig omdat met de nieuwe normen er veel meer ruimte is gekomen om kwaliteits verschil en externe produktie-omstandigheden tot zijn recht te laten komen. Wij hebben de indruk dat de ver hoging van de normen door de praktijk als vrij- tot zeer fors ervaren worden. Toch is bij het nieuwe besluit op verschillende punten tegemoet gekomen aan de wensen van het Landbouwschap o.a. wat betreft de kavelopper- vlaktetoeslag en de verlaging van de maximale prijs voor kleigronden met 30,— Wij hebben de indruk dat er speciaal naar de maximale prijs gekeken wordt. die onder de maximale normen vallen. Eerst zal beoor deeld moeten worden in welke klasse de grond ingedeeld moet worden. Wanneer nu een kavel eventueel wel in klasse I ingedeeld wordt, kan daarvoor een pachtprijs vastgesteld worden van pakweg 350,— exklusief ex terne produktie-omstandigheden. Wij willen hiermee duidelijk maken dat er niet alleen meer ruimte is gekomen door de indeling in 3 kwaliteits klassen maar ook binnen deze kategoriën zelf veel ruimte zit. En dat nu vinden wij een belangrijk winstpunt. Immers, was het bij de oude normen praktisch onmogelijk enige spreiding te geven in de pachtprijzen aan de hand van het produktievermogen, daar is nu zeker voldoende ruimte voor gekomen. Wel houdt dit in dat het moeilijker zal worden om tot een juiste waardebepaling te komen. Wij vragen ons af, of hierdoor de grondkamers meer inge schakeld zullen worden dan in het verleden het geval was. Het lijkt ons een goede zaak dat er gebruik gemaakt wordt van de ervaring van de leden van de grondkamers om tot een rechtvaardige pachtprijsvaststelling te komen. Het behoeft door zowel de pachter als de verpachter niet ervaren te worden als een zekere onmacht of gebrek aan vertrouwen tussen de partijen. Door de grondkamers in te schakelen zal dit de uniformiteit van de pachtprijzen ten goede komen. Is een goede verkaveling en ontsluiting niet even be langrijk op deze gronden dan op kleigronden, vragen wij ons af. Een andere vraag is of een goede waterhuishouding (te recht wordt niet meer over ontwatering gesproken) voor zandgronden niet even belangrijk is, dan voor vocht- houdende kleigronden. Met waterhuishouding wordt toch ook bedoeld waterbeheersing. De zomer van 1976 heeft geleerd hoe belangrijk waterbeheersing speciaal voor zandgronden kan zijn. Konklusie is dan ook dat er geen reden is om een verschil van 60,voor de ex terne produktieomstandigheden tussen de genoemde grondsoorten "hard" te maken. lot slot nog een antwoord op de vraag wanneer de nieu we pachtnormen bij individuele pachtkontrakten gehan teerd kunnen worden. De pachtnormen mogen via de grondkamer om de drie jaar herzien worden. Dat blijkt ook nu van kracht. De wijziging van de pachtprijs, ook van deze nieuwe normen, gaat pas in na het verstrijken van de 3-jarige periode. Doeleman. In dit nummer o.m. Verzekering van meewerkende kinderen pag. 4 Konklusies inspraak "Landelijke Gebieden" pag. 5 Technische begeleiding bij agrarisch bouwen pag. 6 Het drogen en bewaren van zaaiuien pag. 7 Bouwlandgewassen in Noord-Brabant pag. 8 De zorg voor een goede kalkbemfesting pag. 9 De maand november op het Z.W. landbouwbe drijf pag. 10 en 11 Nieuws uit Brussel pag. 12 De aspergeteelt verdient meer aandacht pag. 13 De Zeeuwse fokschapendag te Goes pag. 14 Tuinbouwklanken peg. 15 De kleinste appeloogst sinds jaren pag. 16

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 1