Grondbewerking in het
najaar.
WINTERROGGE, 1977
B ij de huidige stand van de mechanisatie en vooral bij een
bouwplan met veel hakvruchten, is het uitermate belang
rijk, dat de herfstgrondbewerking op de juiste wijze plaats
vindt. Wanneer deze bewerking slecht wordt uitgevoerd,
ondervindt men daarvan in het daaropvolgende groeisei
zoen grote nadelen.
Wintertarwerassen
in beproeving
Rassenbericht
RIVRO
Wageningen
Alternatieve landbouwmethoden
ING. H. DE BOER
C.A.R. IJsselnieerpolders
"Aspekten van de landbouw".
De tarwekwekers en vermeerderaars zitten niet stil. Zij hebben
een aantal rassen in beproeving, waarvan U onderstaand een
overzicht krijgt.
Rotonde (Kweker: De Samenwerkende Graankweekbedrijven
Wiersum-Zelder, Groningen).
Lijkt vrij goed kouderesistent. Ontwikkelt zich aanvankelijk wat
traag, later vlotter. Heeft vrij kort, stevig stro. Werd in 1977
ernstig door de gele roest aangetast. Nogal vatbaar voor bruine
roest en afrijpingsziekten. Weinig vatbaar voor meeldauw. De
opbrengsten waren gemiddeld goed doch werden soms door de
gele roest sterk gedrukt. Lijkt iets gevoelig voor schot.
Ricardo (Kweker: De Samenwerkende Graankweekbedrijven.
Wiersum-Zelder, Groningen).
Lijkt goed kouderesistent. Heeft in het voorjaar een trage ont
wikkeling. Vormt vrij lang, vrij stevig stro. Werd in 1977 plaat
selijk zeer ernstig door gele roest aangetast, waardoor de op
brengst sterk wisselde en vaak matig was. Bleef overigens vrij
goed gezond. Rijpt laat. Lijkt nogal gevoelig voor schot.
Donata (voorheen Cebeco 199)(Kweker(: Cebeco-HandelsraadJ
Rotterdam).
Lijkt middelmatig tot vrij goed kouderesistent. Heeft een vrij
vlotte voorjaarsontwikkeling. Vormt een bladrijk, zeer kort en
stevig gewas. Iets vatbaar voor gele roest, weinig vatbaar voor
meeldauw.en bruine roest. Sterk vatbaar v.oor afrijpingsziekten.
Rijpt vrij laat. Vrij weinig gevoelig voor schot. Geeft hoge op
brengsten.
Concorde (voorheen M.G. 6673) (Kweker: De kweekbedrijven
M.G., t.w. Dr. R. J. Mansholt's Veredelingsbedrijf B.V., Ulrum
en G. Geertsema-Groningen B.V., Groningen).
De verbouw van rogge bedraagt in ons land de laatste jaren ruim
20.000 ha. Dominant, het meest verbouwde ras,-is een midden
lange, vrij stevige rogge met een goede opbrengst.
Eldera en Nomaro zijn minder produktief en hebben langer en
slapper stro.
Animo geeft goede tot zeer goede opbrengsten. Het stro is mid
delmatig lang en vrij stevig tot stevig. Iets gevoelig voor droogte
en andere ongunstige omstandigheden.
Royal geeft goede opbrengsten; heeft tamelijk lang en matig
stevig stro.
In onderstaande tabel zijn de opbrengsten samengevat die van
1970 af op de interprovinciale proefvelden werden verkregen.
De kursief gedrukte betrouwbaarheidscijfers, vermeld achter de
opbrengsten, zijn afgeleid van het aantal proefvelden en het
aantal beproevingsjaren. Hoe hoger het cijfer, des te betrouw
baarder is het opbrengstgegeven.
Bij de in beproeving zijnde rassen is tussen haakjes het eerste
jaar van onderzoek vermeld.
Het grote voordeel van zo'n hoofdgrondbewerking is, dat er veel
verliesaardappelen bevriezen. Een nadeel is dat de ondergrond
op deze percelen vaak wat vaster is en dat men nogal eens hinder
ondervindt van de fijne grond, die op het maaiveld blijft liggen.
Het is daarom belangrijk, dat met een relatief kleine tandaf-
stand een grote werkdiepte van 25 en» wordt bereikt, gemeten
op de vaste grond.
Ploegen
B ij het ploegen is het vooral belangrijk, dat er vlak ploegwerk
wordt geleverd. De ligging moet zodanig zijn dat irt het voorjaar
met een enkele berwerking een vlak en ondiep zaaibed kan
worden gemaakt. Door alllerlei omstandigheden is dat niet al
tijd mogelijk. Aanvullend wordt er dan gedurende de winter
vooral op zware grond vaak een egaliserende bewerking uitge
voerd met de vastetandkultivator.
Op aardappelland dat niet slempgevoelig is kunnen de 40.000
achtergebleven aardappelen met een niet kerende grondbewer
king en strenge vorst bestreden worden.
'Lijkt goed kouderesistent. Heeft een trage voorjaarsontwikke
ling. Vrij lang, vrij stevig stro. Werd in 1977 plaatselijk zeer
ernstig door gele roest aangetast en gaf dan matige opbrengsten.
Overigens waren de opbrengsten goed. Werd vrij weinig door
meeldauw, bruine roest en afrijpingsziekten aangetast. Rijpt vrij
laat. Heeft een goede schotresistentie.
Durin (voorheen TL 36.5A/25/11) (Kweker: National Seed
Development Organisation Ltd., Cambridge, Groot-Brittannië.
Geïmporteerd door: Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J.
van der Have B.V., Kapeile 3615).
Lijkt middelmatig tot vrij goed kouderesistent. Heeft een vlotte
voorjaarsontwikkeling. Geeft een kort, zeer bladrijk gewas, dat
in stevigheid wat tegenvalt. Werd zeer weinig door ziekten
aangetast. Rijpt vrij laat en is iets gevoelig voor schot. Heeft zeer
hoge opbrengsten gegeven.
Magister (voorheen Cebeco 186A) (Kweker: Cebeco-Handels-
raad, Rotterdam).
Lijkt middelmatig tot vrij goed kouderesistent en ontwikkelt
zich in het voorjaar vlot. Geeft een kort, stevig, vrij bladrijk
gewas. Werd vrij weinig door gele roest en nogal door bruine
roest en afrijpingsziekten aangetast; weinig vatbaar voor meel
dauw. Lijkt vrij weinig gevoelig voor schot. Heeft wisselende,
gemiddeld goede opbrengsten gegeven. De raszuiverheid was
onvoldoende.
Marksman (voorheen TJB 368/251) (Kweker: National Seed
Development Organisation Ltd., Cambridge, Groot-Brittannië.
Geïmporteerd door: Kon. Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J.
van der Have B.V., Kapeile 3615).
Lijkt middelmatig kouderesistent en heeft een vrij volle voor
jaarsontwikkeling. Het stro is zeer kort en stevig. Werd weinig
KORRELOPBRENGSTEN: gemiddelden van 1970 t/m 1977
in verhoudingsgetallen
ras
goede grond
gemiddelde grond
100 .kg/are
50,3
40,1
Dominant
101 7
100 6
Eldera
94 6
97 6
Nomaro
97 6
97 6
Animo
103 6
101 5
Royal
102 6
102 6
in beproeving:
103 4
105 3
..elder HL (1975)
Zeider K2( 1976)
101 4
104 3
Voor meer uitvoerige gegevens over de rassenlijstrassen wordt
verwezen naar de Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwge
wassen die aan het einde van ieder jaar verschijnt bij B.V.
Leiter-Nypels te Maastricht.
Hieronder volgt een korte beschrijving van de de in beproeving
zijnde rassen.
Zeider HL (Kweker: Zeider B.V., Ottersum)
Geeft goede tot zeer goede opbrengsten. Het stro is vrij lang en
vrij stevig.
Zeider K2 (Kweker: Zeider B.V., Ottersum)
Geeft gemiddeld goede opbrengsten. Het stro is middenlang en
vrij stevig tot stevig.
Deze bewerking moet bij voorkeur vóór de winter, zo ondiep
mogelijk worden uitgevoerd. Bij een dergelijke bewerking in het
vroege voorjaar blijft de bovenlaag vaak te los om op de vaste
grond te kunnen zaaien.
Verschillende kultivatoren zijn leverbaar met verbredingsstuk
ken om bij de ondiepe bewerking een grote werkbreedte te
bereiken.
Wanneer de grond goed vlak is geploegd, is een egaliserende
bewerking overbodig en ongewenst. Zonodig kan voor een
sterkere verkruimeling het rister iets dwarser worden afgesteld
en/of de rijsnelheid worden verhoogd.
Aanschaf en afstelling van de ploeg
ooral voor het goed onderploegen van een grasgroenbe-
mester is het belangrijk dat de ploeg ruim gebouwd is; dat
betekent zowel veel ruimte tussen de scharen als tussen schaar
punt en ploegframe. Voor vlakke grondligging moet bij een
ploegdiepte van ruim 20 cm, de ploegbreedte niet groter zijn dan
37-38 cm; dit betekent dat de bandbreedte van de trekker niet
groter mag zijn dan 14.9 duim 37 cm. Dit houdt dan ook een
beperking in voor het gebruik van zeer zware trekkers. Verder is
het belangrijk, dat een ploeg op een eenvoudige manier goed is
af te stellen. Bij de nieuwe typen van de hier bekende merken is
dat in het algemeen wel het geval.
Voor het onderploegen van gras, is het belangrijk dat de kouters
en voorscharen in beide richtingen verstelbaar zijn. Hierna vol
gen nog de belangrijkste richtlijnen voor een goede ploegafstel-
ling:
- van achteren gezien moet de ploeg rechtop of iets overbuik
lopen,
- de topstang moet zo worden afgesteld dat het zoolijzerspoor
steeds op de bodem van de voor te zien is,
- stel de schijfkouters zo ondiep mogelijk af; een te diepe
afstelling vraagt enorm veel PK's, terwijl de ploeg op de
lagers gaat lopen,
- de onderkant van de scharen mag slechts over een breedte
van 2 a 3 m glad zijn; slijp de scharen zonodig bij,
- stel de voorscharen zo af dat de snede hiervan de grastoppen
van de groenbemester naar beneden brengt.
- de verhouding ploegbreedtc - spoorbreedte van de trekker
moet zodanig zijn, dat de topverbindingen n van ploeg en
trekker recht achter elkaar liggen; zonodig de trekkerspoor
breedte vergroten,
- stel de schijfkouters voor niet te smal; meet de werkbreedte
per schaar van schijfkoutersnede tot schijfkoutersnedè,
pas zonodig de rijsnelheid aan bij de gewenste verkruimeling
en het goed onderbrengen van gras.
door ziekten aangetast. Rijpte laat, bleek zeer gevoelig voor
schot. Heeft hoge opbrengsten gegeven.
Tumult (Kweker: Zeider B.V., Ottersum)
Mengras. Lijkt vrij goed wintervast. Heeft een vrij trage voor
jaarsontwikkeling. Het stro is tamelijk lang en middelmatig ste
vig. Bleek nogal gevoelig voor voetziekten. Werd weinig door
gele roest aangetast. Nogal vatbaar voor meeldauw en bruine
roest en vrij weinig vatbaar voor afrijpingsziekten. Lijkt tamelijk
gevoelig voor schot. Heeft op zand- en dalgrond gemiddeld
goede en op kleigrond gemiddeld vrij goede opbrengsten gege
ven. Van dit ras is een ruime hoeveelheid zaad voor praktijk-
beoefening beschikbaar.
Cebeco 7551 (Kweker: Cebeco-Handelsraad Rotterdam).
Lijkt goed kouderesistent. Ontwikkelt zich in het voorjaar traag.
Het stro is van gemiddelde lengte en vrij stevig. Lijkt vrij sterk
vatbaar voor gele roest. Werd vrij weinig door meeldauw, brui
ne roest en afrijpingsziekten aangetast. Gaf op zand- en dal
grond gemiddeld goede opbrengsten.
Korrelopbrengsten in verhoudingsgetallen op kleigrond
gemiddelden van de
gemiddelden van
gebied
oogstjaren 1972-1977*
het oogstjaar 1977**
zuidw.
centrale
zuidw.
centrale
ras
zeeklei
zeeklei
zeeklei
zeeklei
100 kg/are)
64.9
71.6
62.9
66.4
in beproeving:
-
Rotonde (1975)
104 2
1005
91 3
91 6
Tumult (1975)
97 2
96 5
93 1
86
Ricardo (1976)
100 4
107 4
85 5.
101 6
Donata (1976)
114 4
109 4
1135
110 6
Concorde (1976)
104 4
99 4
104 5
92 6
Durin (1976)
113 5
113 4
1165
1166
Magister (1977)
100 2
103 5
98 5
102 6
Marksman (1977)
119 2
120 2
1172
120 4
Achter de opbrengsten in v<
ïrhoudingsgetallen is cursief het betrouw-
baarheidscijfer geplaatst.
**Het cijfer achter deze opbrengsten geeft het aantal proefvelden aan
waarvan de gegevens werden verkregen.
Bedrijfsoverzicht van 26 verschillende ondernemingen.
Men kan verschillend over alternatieve landbouw en haar
methoden denken, vast staaat dat deze bedrijven in Nederland
aanwezig zijn. Zo is onlangs een inventarisatie, evaluatie en
aanbevelingen voor onderzoek gehouden naar de Alternatieve
landbouwmethoden in Nederland. Hierin is nu een bedrijfso
verzicht gegeven van de bezochte telers. Het gaat om 26 ver
schillende bedrijven, waarvan de situatie zoals die in 1972 be
stond wordt weergeven. De biologisch dynamische fruitteelt in
Nederland heeft een sterk amateuristisch karakter. Sommige
boomgaarden worden als hobby gehouden, anderen funktione-
ren slechts als onderdeel van een gemengd bedrijf. Het fruit
krijgt niet de aandacht die het verdient. Voor Zeeland wordt het
bedrijf J. van Dis te Oostkapelle genoemd (B.V. Cultuurmij
Loverendale), met een oppervlakte van 65 ha. In Noord-Bra
bant wordt genoemd het bedrijf Pannehoeve van de B.V. Cul
tuurmij Loverendale). Het gaat hier eveneens om een gemengd
bedrijf met een oppervlakte van 50 ha. Over deze en de andere
bedrijven worden vele gegevens vermeld. Dit rapport Alterna
tieve landbouwmethoden. Bijlage 3 "Bedrijfsoverzichten van de
bezochte telers" is verkrijgbaar door storting van vijf gulden op
rekening van het Centrum voor Landbouwpublikatires en Land-
bouwdocumentatie, Marijkeweg 17 te Wageningen...
Het belangrijkste punt bij de herfstgrondbewerking is het
verkrijgen van een vlakke grondlegging. Alleen daarmee
kan in het voorjaar een goede zaai- of pootbedbereiding
worden uitgevoerd. De belangrijkste facetten zullen we
hierna bespreken.
Kultivateren
oor het tegengaan van aardappelopslag is het kultivateren
met een vaste tandkultivator nog steeds één van de beste me
thoden. De methode is echter niet algemeen toepasbaar. Vanaf
grondsoort kode 7 bestaat er echter weinig gevaar voor ver-
slemping en kan de methode, mits goed uitgevoerd, worden
toegepast ?p gerooid aardappelland. Wat het werktuig betreft
moet de vaste tandkultivator een zware konstruktie hebben en
uitgerust zijn met een schuin naar voren stekende tandsteel en
een korte beitel, zoals bijvoorbeeld bij de merken Rumptstad en
Cappon. De tandafstand moet bij voorkeur 37!^ cm bedragen.
De gewenste werkdiepte is 25 cm. Bij de genoemde tandafstand
moet om en om in de geul en op de gerooide rug worden
gereden. Wanneer dat door de omstandigheden moeilijk uit
voerbaar blijkt, kan het beste met één tand weer door de laatst
bewerkte rug worden gereden. Om de aardappelen zo hoog
mogelijk in net profiel te ouden, is het nodig om in één keer
deze grondbewerking uit te voeren.
7