KNLC K0MMENTAAR Wat is en doet de bedrijfsverzorgingsdienst? (IV slot) A Nieuwe normen sluiten meer aan bij bedrijfsresultaten D iegenen die nog geen lid waren van de bedrijfsverzorgingsdienst en het landbouwblad gelezen hebben, het doel en nut met hun vrouw besproken hebben, gaan die zich opgeven als lid? Dat zijn er veel van plan! Maar we begrijpen het, u had doodgewoon nog geen tijd om u op te geven, of u wilde eerst nog meer weten. D e maatschap op zichzelf niet. De maten van de maatschap wel. Wat vertelde iemand me deze week? Hij zei: "Bedankt dat je nog eens de nadruk hebt gelegd op de mogelijkheden van de bedrijfsverzorgingsdienst. Ik heb ervaren wat het betekende dat ze er was. Ik ben de bedrijfsverzorger dankbaar voor alles wat hij voor ons heeft gedaan. Ik heb respect voor de werkverdeler, dat hij altijd mogelijkheden zag om aan mij hulp te verlenen. Je kunt mensen die nog twijfelen lid te worden naar mij verwijzen". Ik heb gezegd dat dat niet nodig was. Er zijn in iedere streek voorbeel den bij buren, kennissen of vrienden die hulp hebben gehad bij ziekte of ongeval. M eer dan een half jaar nadat het Landbouwschp haar advies over het ontwerp pachtnormenbesluit 1977 had uitgebracht, zijn dan eindelijk de nieuwe pachtnormen definitief vastgesteld. En wel met ingang van 15 oktober 1977. Het is ons nog steeds niet duidelijk, waarom het bekend worden van deze nieuwe pacht normen zó lang heeft moeten duren. Hoewel het definitieve be sluit zondermeer een aanzienlijk aantal verbeteringen inhoudt ten opzichte van het ontwerp, zal toch zeker niet iedereen met de nu genomen besluiten tevreden zijn. Nog het meest met de me ning uit de praktijk stemmen de nieuwe maximale (basis)pacht- waardes overeen. Zowel wat de indeling naar grondsoort en kwaliteitsklassen, alsook de maximale bedragen betreft. Met name de verlaging met 30,— per ha ten opzichte van het ontwerp-voorstel der klasse I klei- en fruitteeltgronden komt goeddeels tegemoet aan de wensen van het Landbouwschap op dit gebied. Al blijft natuurlijk het totaal der verhogingen nog fors genoeg. H elaas kan dat zeker niet gezegd worden van de maximale 3Cz.l.m. Voorlichtingsserie Pachtnormenbesluit 1977 Persbericht Min. van Landbouw. Wie is arbeidsongeschikt en wie bepaalt dat? Het lid-deelnemer is verplicht een verklaring over te leggen van een geneeskundige, waaruit blijkt dat hij niet tot het verrichten van arbeid in staat is. Deze verklaring is nodig voor controle en de kosten hiervan zijn voor rekening van de zieke. Kan iedereen gebruik maken van de gereduceerde uurvergoe ding? Nee, dat kan niet wantje moet: ahet hoofdberoep in de landbouw, tuinbouw, veeteelt of fruitteelt hebben; b. jonger zijn dan 65 jaar; c. langer dan een maand bij een vereniging voor bedrijfsver- zorging zijn aangesloten; d. de overuren (meer dan 40 uur per kalenderweek) zijn voor rekening van de deelnemer en komen niet voor een geredu ceerde uurvergoeding in aanmerking. Waar komt de tariefsverlaging op neer bij de arbeidsongeschikt heidsregeling? In feite komt het er op neer dat het gaat over een aaneengesloten periode van 52 weken op basis van een 40-urige werkweek. De bedrijfshulp gaat het lid-deelnemer niet meer kosten dan maxi maal 16.300,— Dit bedrag is het hoogst dat het lid dus zelf moet betalen buiten de contributie. Wanneer hij door ziekte of ongeval 52 weken niet kan werken, m.a.w. voor het lid-deelne mer betekent de tariefsverlaging een garantie van 52 aaneenge sloten weken bedrijfshulp bij ziekte of ongeval tegen een tarief van/ 16.300.— per jaar. Welke tarieven worden berekend? In Zeeland is door het Bestuur van de Boeren en Tuinders- hulpverenigingen (het overkoepelend orgaan van de in Zeeland werkzame bedrijfsverzorgingsdiensten) besloten de tarieven voor 1977 als volgt samen te stellen: 1 week is er een reductie op het uurloon van -,— Deze gebinten hebben vele lasten gedragen. Kunt U het wagen, alle risiko's zelf te dragen? Of is het beter bij ziek zijn de hulp van de bedrijfsverzorger te vragen? 2e t/m 13e week een reductie op het uurloon van 5,— 14e t/m 39e week een reductie op het uurloon van 7,50 40e t/m 52e week een reductie op het uurloon van 10, De gereduceerde uurvergoeding gaat pas in nadat het lid-deel nemer 7 dagen wegens onafgebroken 'arbeidsongeschiktheid gebruik heeft gemaakt van de diensten van een bedrijfsverzor ger met een minimum van 4 uren per dag. Het weekend wordt gerekend als deel uitmakend van 7 dagen. Kan een maatschap ook lid zijn? Waar kun u inlichtingen inwinnen? voor Noord-Brabant, waar 36 verenigingen werkzaam zijn. Provinciaal secretariaat tel. 013-420080, Spoorlaan 350 te Til burg of de sociaal economische medewerkers van de Z.L.M. Stationslaan 4, Zevenbergen, tel. 01680-23730. Voor Zeeland Provinciaal secretariaat tel. 01100-21010 (de heer W.C. Sinke) of de afdeling voorlichting van de Z.L.M. 01100-21010. Als lid kunt u zich melden bij: Schouwen/ Duiveland: J.P. Boot, Lokkershofxeg 3 te Noordwelle tel. 01116-1695. Adm. kantoor Berman, Havenpark 22 te Zierikzee tel. 01110-2070. Tholen/St. Philipsland M.M. Punt, Hikseweg 7 te Oud-Vossemeer tel. 01667-392. A.C. van Heusden. L. Deurloostraat 31 te Scherpenisse tel. 01666-2540. De Bevelanden De Hannewijk, Dorpsstraat 159 te Heinkenszand tel. 01106-1589. W. op 't Hof, Steenweg 2 te Kapelle tel. 01102-1687. Walcheren K. Dekker, Kluithoekweg 3 te Biggekerke tel. 01185-1384. J.Janse, Noord weg 39 te Oostkapelle tel. 01189-1603. Zeeuws-Vlaanderen J. Bruggeman, Isabellaweg4 te Philippine tel. 01159-319. C.R.E. Cornelissens, Cambronstraat 7 te Vogelwaarde tel. 01140-2108. J.M. Eindelijk nieuwe pachtnormen Onrechtvaardig toeslagen of aftrekken voor externe produktieomstandigheden die nu worden toegestaan. Weliswaar is afgestapt van de onzalige gedachte om een extra toeslag gekoppeld aan kavelgrootte in te voeren en is de driedeling van toeslag c.q. aftrek in ontsluiting, waterhuishouding en verkaveling overgenomen. Evenwel de in gevulde bedragen zijn vooral voor de zeekleigronden en de fruit teeltgronden zeer veel hoger dan wij als bedrijfsleven gewenst achten. Het is duidelijk dat de regering met het oog op de do meingronden hier naar zich toe gerekend heeft. Zeker nu dit jaar maar al te duidelijk blijkt dat het opbrengend vermogen van deze, overwegend, akkerbouwgronden niet aan een paar goede aar dappeljaren mag worden afgemeten, komt deze verhoging van de maximale toeslag met meer dan 100% gewoonweg onrechtvaar dig over. Zo wil het er bij mij niet in dat een goede verkaveling op zeekleigronden bijna tweemaal zoveel "waard" zou zijn dan op andere gronden. Ik ben dan ook van mening dat de grondkamers de uiterste terughoudendheid zullen moeten inachtnemen bij het toetsen van de hoogte van deze toeslagen. Een tweede punt waarop het besluit afwijkt van het indringende advies van het Landbouwschap betreft de extra toeslag van 80% voor bijzondere teelten. Dit blijft principieel onjuist en bovendien in de praktijk nauwelijks aansluitend bij de realiteit. De toch al nauwelijks rendement opleverende klein-fruitteelt en de teelt van conserven, bonen en erwten lijkt hiermee voor de pachters nog minder mo gelijkheden te gaan bieden. Daarnaast zijn het vooral de kleinere bedrijven die door deze extra verhogingen van de pachtnormen worden getroffen. Dat gewassen als mais en uien niet onder deze toeslag vallen, kan dan ook niet verhinderen dat wij ons tegen deze toeslag zullen moeten blijven verzetten. Het pachtnormen- besluit blijft helaas de onnodige onzekerheden inhouden voor zover het de hoogst toelaatbare pachtprijs voor gebouwen en glasopstanden bij nieuwbouw of aangebrachte verbeteringen be treft. We zullen er moeten toezien dat de bedragen zoveel mogelijk zullen corresponderen met de kosten van afschrijving en rente op het werkelijk door de verpachter geïnvesteerde kapitaal. En niet op wat in de lucht hangende vervangingswaardes. Al met al een pachtnormenbesluit om met gemengde gevoelens tegemoet te zien. Aan de ene kant is het een goede zaak dat de pachten nu meer aan de reëele situatie kunnen worden aangepast, zodat hopelijk het areaal pachtgrond niet nog verder afbrokkelt. Aan de andere kant schieten een aantal verhogingen veel te ver door, terwijl er door de invoering van een toeslag voor bijzondere teelten op een voor ons onaanvaardbare wijze de individuele bedrijfsvoering wordt beïnvloedt. Uitgifte L n elk geval kan dit pachtnormenbesluit geen enkel excuus meer zijn om de uitgifte van nieuwe gronden in Zuid-Flevoland nog verder op te houden. We gaan er dan ook zondermeer van uit dat nu met grote voortvarendheid aan deze uitgifte zal worden ge werkt. Het is daarbij gewenst dat er voor 1978 een verhoogde uitgifte plaats vindt, die de opgelopen achterstand compenseert. Dit lijkt voorts temeer gewenst nu de Minister van Landbouw in zijn begroting de voortgang van het geplande areaal ruilverkave lingen en de veiligstelling van belangrijke natuur- en landschaps elementen duidelijk aangeeft, waardoor extra verplaatsingen naar Zuid Flevoland meer dan ooit nodig zijn om tot bevredi gende oplossingen op het oude land te komen LUTEIJN P er 15 oktober a.s. zullen nieuwe pachtnormen van kracht worden. Dit blijkt uit een Algemene Maatregel van Bestuur, gepubliceerd in Staatsblad nr. 545 d.d. 6 oktober 1977. Met deze nieuwe normen is meer dan in het verleden aansluiting gezocht bij de bedrijfsresultaten. Voor bouw- en grasland is onderscheid gemaakt naar vier grondsoorten, te weten zeekleigronden, rivierkleigronden, zand- en dalgronden en veengronden. Voorts zijn per grondsoort normen voor drie kwaliteitsklassen opgenomen. Deze opzet, te weten enerzijds een vermindering van het aantal grondsoorten, anderzijds een differentiatie naar kwaliteit, is gekozen teneinde de grondkamers meer ruimte te geven rekening te houden met het verschil in opbrengend vermogen tussen de verschillende gronden, naar gelang van grondsoort en kwaliteit. Goede externe produktie-omstandigheden zijn van essentieel belang voor de inkomensvorming van de individuele agrarische ondernemer. Teneinde de grondkamers de toepassing van de toeslag resp. aftrek voor de verschillende externe produktie-omstandigheden te vergemakkelijken, is een indeling in drie categorieën gemaakt, te weten de ontsluiting, de waterhuishouding en de verkaveling met daarbij de voor elke categorie maximaal toegestane toeslag of aftrek. Tabellen De maximum-pachtnormen voor land 2ijn als volgt vastgesteld (in guldens per ha per jaar). Kwaliteitsklasse toeslag of aftrek Grondsoort 1 II III ontsluiting waterhuis houding verkaveling Bouw- en grasland Zeekleigronden: 470 320 230 60 80 90 Rivierkleigronden: 340 260 170 50 70 60 Zand- en dalgronden: 360 270 ISO 50 70 50 Veengronden: 290 220 150 50 70 60 Tuinland in Noord-Holland en Zuid-Holland Kwaliteitsklasse I U III toeslag of aftrek ontsluiting waterhuis verkaveling gelegen boomkwekerijgronden en houding voor de bloembollenteelt ge bruikte geestgronden: 3500 1470 840 100 100 80 overige boomkwekerij- en bioembollengronden: 2100 1470 840 100 100 80 fruitteeltgronden: 470 320 230 60 80 60 overige tuinbouwgronden: 1190 910 700 100 100 80 Voorts is ingesteld een toeslag voor bijzondere teelten van maximaal 80% van de in de tabel gegeven bedragen voor de kwaliteitsklassen. Indien de grond door de aanleg van drainage geheel of ten dele op kosten van de verpachter is verbeterd, wordt de pachtprijs maximaal met 75,— per ha per jaar verhoogd. Voor infiltratie of ondergrondse aanvoer voor beregening wordt de pachtprijs voor zandgronden verhoogd met maximaal 100,— per ha, voorzover de verpachter dit bekostigt. De hoogst toelaatbare pachtprijs voor een boomgaard is de hoogst toelaatbare pachtprijs voor fruitteeltgrond, vermeerderd met een bedrag voor de boomopstand. Heeft de pachter deze aange legd en opgekweekt, dan is dit bedrag nihil. Is de boomopstand van zëer goede kwaliteit, in volle produktie, aangelegd en opgekweekt door de verpachter, dan is het bedoelde bedrag 1.500,- per ha per jaar. Voor overige boomopstanden geldt een bedrag, dat met het bovenstaande in redelijke verhouding is. De bedragen voor gebouwen zijn als volgt vastgesteld: Aard van het bedrijf Veeteelt- en gemengde bedrijven Akkerbouwbedrijven De hoogst toelaatbare pachtprijs voor bedrijfsgebouwen van bedrijven van 45 ha en groter wordt vastgesteld op basis van een redelijke vergoeding met betrekking tot de gebruikswaarde doch tenminste het bedrag dat voor bedrijfsgebouwen tot 45 ha wordt verkregen. Grootteklasse Doelmatigheid in ha Zeer goed Voldoende Slecht tot 15 300 175 45 15-25 260 150 40 25-35 225 130 35 35-45 190 110 35 tot 15 275 165 45 15-25 245 145 40 25-35 215 125 35 35-45 185 105 35 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 4