LELY i INDUSTRIES NV J Onmisbaar in elk gezin is de vrouw. Onmisbaar is óók een verzekering op haar leven. Er zijn verschillende verzekeringsmogelijkheden bij het Ontwikkeling in de melkveehouderij M et betrekking tot de spektakulaire veranderingen in de Nederlandse melkveehouderij kan worden gememoreerd dat het aantal ligboxenstallen is gestegen van 834 in 1970 tot 10740 in 1976. Tevens kan hieraan worden toegevoegd, dat op de bedrijven het aantal diepkoeltanks is toegenomen van 4372 in 1971 tot 24982 in 1976. Deze en andere ontwikkelingen in de melkveehouderij monden veelal uit in grotere melkveestapels op de bedrijven. Aan de andere kant van dit ontwikkelingspro ces staat het feit dat in de zeventigerjaren veel melkveehouders door persoonlijke omstandigheden, dan wel door ontwikkeling van buitenaf (overschakeling bussenmelk - tankmelk), de koeien hebben afgestoten. Het voorgaande heeft onder meer ook zijn weerspiegeling in de gegeven van bijgaande tabel. V I n de melkveehouderij heeft de snelle vooruitgang en de produktietechniek de bewerkingskapaciteit per man in een kort tijdsbestek tot een veelvoud doen stijgen. Voor een efficiënte aanwending van arbeid, gebouwen en werktuigen is momenteel voor het veehouderijbedrijf een minimumomvang van de melkveestapel noodzakelijk. Bij het arbeidsaanbod van een gezin (boer aanvullende arbeid uit het gezin ca. 1,3 volwaardige arbeidskracht) moet worden gedacht aan minimaal 60 melkkoeien met jongvee. Dit stemt overeen met 45 melkkoeien jongvee per volwaardige arbeidskracht en 50 uren per koe per jaar. 1) H et proces van uitbreiding van het aantal koeien enerzijds en het afstoten van het melkvee anderzijds is nog volop aan de gang en dit proces zal (voorlopig) blijven voortgaan en wellicht in een versneld tempo: Dit houdt in dat er ook momenteel nog veel boeren voor de keuze staan de koeien af te stoten of de melk veestapel uit te breiden. Voorspelling leverbotbesmetting voor najaar en winter 1977/1978 De LELYTERRA, het geheim van een perfekte grondbewerking! Lely grondbewerking minimum grondbewerking voor maximum opbrengst! ONDERLINGE LEVENSVERZEKERINGMAATSCHAPPIJ OBF leeuwarden I postbus 328105100*45333 Ir. J.A.H. Haenen C.A.R. Zevenbergen Ingrijpende veranderingen Tabel: Aantal bedrijven met koeien 2) Op vee| |t|ejne bedrijven (12 a 15 melkkoeien), is geen opvolger. Daar zal de stal voorgoed leeg blijven. koeien per bedrijf: in 1970 1976 afname/toename 1- 9 37.729 19.171 17.558 10- 19 42.398 20.070 - 22.328 20-29 22.758 17.562 - 5.196 30-49 12.533 19.179 6.646 50-69 1.623 7.050 5.427 70-99 239 2.554 2.315 100 en meer 52 833 781 Totaal 116.332 86.419 - 29.913 de ontwikkeling van de melkveehouderij in de komende jaren speelt ondermeer de leeftijd van de boer ook een belangrijke rol. Óp de bedrijven kleiner dan 70 s.b.e. (12 a 15 melkkoeien) en waar de ondernemer 50 jaar of ouder is heeft 84% van de boeren geen opvolger. Het is aannemelijk dat veel van deze boeren bij bedrijfsbeëindiging of al eerder de koeien zullen afstoten. Op de bedrijven met meer dan 150 s.b.e. heeft 63% van de boeren van 50 jaar of ouder een opvolger. Bij voortzetting van het ouderlijk bedrijf met melkvee is het noodzakelijk dat de zoon de melkveehouderijtak aan de nieuwe ontwikkelingen blijft aanpassen. In de komende jaren moeten veel melkveehouders beslissen. Bij dergelijke ingrijpende bedrijfswijzigingen dient de veehou der de verschillende alternatieven vooraf te begroten en mede hierop zijn beslissing te baseren. Het is verstandig hierbij advies te vragen aan deskundigen. De voorlichtingsdienst van het Mi nisterie van Landbouw en die van de Landbouworganisaties zijn daarvoor beschikbaar. BRONNEN: 1) Jaarverslag van het Proefstation voor de Rundveehouderij 1976. 2) Landbouwcijfers 1977 L.E.I, en C.B.S. en verder "Vele melkveehouders voor een keuze" Ir. J. Egberink Landbouwschap. Op veel bedrijven is de melkveestapel sterk uitgebreid maar op een veelvoud van dit aantal bedrijven is het melkvee afgestoten. Met betrekking tot de bedrijven met een veestapel van 30 tot 49 koeien moet hier nog worden opgemerkt, dat hun aantal is blijven stijgen tot 19631 in 1974 en daarna is gaan teruglopen. Boer en bedrijf O p veel landbouwbedrijven is er in het algemeen een voort durende generatiedoorstroming. De duur per generatie komt gemiddeld uit op circa 35 jaar. Bij de naoorlogse generatie is er in het bedrijf wel veel veranderd, maar de oppervlakte cultuur grond per bedrijf is dooreengenomen niet veel toegenomen. Bij oor het achtste achtereenvolgende jaar zal er ook dit jaar weer weinig leverbot zijn. In tegenstelling tot de zeer zonnige, zeer droge en warme zomer van 1976 was 1977 somber, aan de droge kant en koud. Van de drie zomermaanden was juli het droogst. Daardoor ging op de meeste plaatsen hef aantal lever- botslakjes in die maand achteruit of ze verdwenen geheel. Op sommige plaatsen kwam er in augustus weer een opleving in het aantal slakjes, maar besmetting van slakken werd, enkele uit zonderingen daargelaten, zelden gevonden. Even gunstig waren de bevindingen in de slachthuizen. Het aantal door leverbot aangetaste levers van slachtlammeren was tot eind augustus zo gering, dat het praktisch viel te verwaarlozen. Op grond van genoemde en andere waarnemingen is de Werk groep Leverbotvoorspelling tot het volgende advies gekomen: Runderen: Over het algemeen zal het tijdens de komende stal- periode niet nodig zijn de runderen te behandelen tegen lever bot. Schapen: Over het algemeen is geen behandeling tegen leverbot nodig. Uitdrukkelijk zij vermeld, dat voorgaand advies betrekking heeft op vee, dat is geweid op percelen onder normale omstan digheden. Voor gebieden, waar de waterhuishouding sterk af wijkt, zoals lage oevers langs oude kreken, kwelplaatsen, kun nen de slakjes zich wel hebben ontwikkeld. In Zeeland was dit met name het geval in Oost-Zeeuws-Vlaanderen en langs het Veerse Meer. Voor vee, geweid op dergelijk weiland geldt het volgende advies: Runderen: Behandeling tegen leverbot kan nodig zijn in janua ri/februari 1978, als na mestonderzoek is aangetoond, dat le verbotbesmetting aanwezig is. Schapen: Een eenmalige behandeling in januari is in dit geval aan te bevelen. Raadpleeg zonodig Uw dierenarts of de Ge zondheidsdienst voor Dieren. v Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland, J.J. Pekelder, die renarts buitendienst. Vraag vrijblijvend gebruikersattesten en/of een demonstratie op Uw bedrijf! Lelyterra 350-30 - f MAASLAND. WEVERSKADE 10. TEL. 01899-12644 14

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1977 | | pagina 14