Modern onderzoek
ten bate van velen
H et ging niet allemaal over rozen. Er kwa
men nogal wat sociale en psychische spannin
gen. Verhuizen met het hele hebben en houden
is niet voor iedereen het leukste op aarde. Er
heerste een druk op de werksfeer. Tevens werd
het er niet gemakkelijker op toen ook nog
sprake was van een tijdelijke beperking in de
personele en materiële sfeer, tevens waren er
hernieuwd oplaaiende discussies over de orga
nisatie van het veevoedingsonderzoek in Ne
derland.
D e levenswijze van de mens in de westerse
samenleving leidt tot minder lichamelijke in
spanning zonder dat daaraan - zoals eigenlijk
vanzelfsprekend zou moeten zijn - de voedsel-
consumptie werd en wordt aangepast. Omdat
die - het meest te verkiezen - aanpassing blijk
baar achterwege blijft wordt nogal wat onder-
zoe k verricht naar de vetvorming in het dier,
opdat minder calorierijk voedsel kan worden
geproduceerd.
V oedselproduktie kost via mechanisatie, be
mesting, oogstbewerking, transport enz. een
bepaalde hoeveelheid fossiele energie. Op
wereldschaal gezien is daarbij vooral de pro-
duktie van eiwit van belang. Een belangrijk
deel van de onderzoekinspanning is gericht op
de eiwitproduktie door herkauwers, mede om
dat in de pens van deze dieren langs microbio
logische weg eiwitvorming plaatsvindt.
N u de stalperiode weer begint te naderen, is
het goed de aandacht te vragen voor enkele
punten die verband houden met de klauwver
zorging van de runderen. De klauwen van de
runderen die op stal staan, hebben veel te lij
den. Het is daarom zaak er voor te zorgen, dat
de klauwen gezond zijn als de koeien in het
najaar opgestald worden. Hoe kan dit het beste
bereikt worden? Men begint met een inspektie
van de klauwen van alle koeien. De klauwen
worden daarbij voor zover nodig goed bijges
neden. Daarna vindt er een ontsmetting van de
klauwen in een formalinebad plaats. Er kan
hierbij gekozen worden uit twee mogelijkhe
Instituut voor Veevoedingsonderzoek "Hoorn"
Klauwverzorging bij het rundvee
Onlangs werd het Instituut voor Veevoedongsonderzoek "Hoorn" te Lelystad in de
Flevopolder officieel in gebruik genomen. Voorheen was dit instituut in de buurt van het
plaatsje Hoorn in Noord-Holland gevestigd. Maar gezien de groei van het werk en de
uitbreidingsplannen bleek dat er in Hoorn geen plaatsruimte meer was. Na enige over
weging werd toen als nieuwe vestigingsplaats Lelystad gekozen. Voor veevoedingsonder
zoek heb je nu eenmaal ook nogal wat grond nodig, dat was er in de nieuwe polder
voldoende voorhanden.
Hoe verwerkt een varken zijn voer? Dat wordt
onder andere bestudeerd in een speciaal gebouw
voor stofwisselingsonderzoek, waarvan hier een
deel te zien is.
Gelukkig beschikt men nu over een onder-
zoeksoutillage die aan zeer hoge nationale en
internationale eisen voldoet. Het onderzoek
richt zich heden ten dage niet meer alleen op
het helpen oplossen van problemen binnen de
veehouderij en daarmee aanverwante groepe
ringen. maar ook zaken van een bredere maat
schappelijke betekenis. Verder is het een pri
maire taak van het instituut "Hoorn" om mee
te werken aan rendements verbeteringen ten
behoeve van onze nationale veehouderij
Feiten en gegevens van "Hoorn"
"II
11 oorn" - onder deze naam heeft het in
stituut in de achterliggende jaren (sinds ca.
Herkauwers hebben vier magen, waardoor de
spijsvertering extra ingewikkeld is. Verwacht
wordt dat daarover nog heel wat geheimen aan
het licht kunnen komen in deze nieuwe proef-
stal voor melkvee in het gebouw voor stofwis
selingsonderzoek.
Rendementsverbetering veehouderij
In ieder geval de medewerkers van het instituut
hebben in een bepaalde periode voor de defi
nitieve overgang veel moeten improviseren, dat
alles desondanks toch redelijk goed is blijven
draaien verdient waardering, aldus de heer ir.
F. de Boer, direkteur van "Hoorn".
1890) bekendheid in binnen- en buitenland
gekregen - houdt zich bezig met onderzoek op
het gebied van de voeding van herkauwers (-
rundvee, schapen) en varkens. Daarbij wordt
bestudeerd de aard en samenstelling van het
voeder en het verwerkingsproces van voeder in
het dier.
Het instituut beschikt daartoe over een grote
proefboerderij (200 ha, 270 melkkoeien, 80
vleesstieren, 200 ooien en - binnen afzienbare
tijd - 80 afzeugen en 60 mestvarkensplaatsen).
In het kader van onderzoeksamenwerking kan
voorts in onderling overleg beschikt worden
over 64 proefhokken voor mestvarkens in het
Regionale Varkensproefbedrijf te Raalte.
In het nieuwe instituutscomplex - waarin ook
het PR-kantoor is gevestigd - zijn gewoonlijk
80-90 personen voor "Hoorn" werkzaam,
waarbij ze de beschikking hebben over mo
derne laboratorium- en dierproefopstellingen.
Het onderzoekprogramma in het nieuwe
"Hoorn" is afgestemd op een aantal belang
rijke maatschappelijke feiten en ontwikkelin
gen, zoals:
voedselproduktie
efficiency van de landbouwproduktie
voedselkwaliteit en volksgezondheid
beperking milieuhinder
beperking energieverbruik.
Voedselproduktie
ooral rundvee, schapen en - tot op zekere
hoogte - ook varkens zijn in staat om voedsel
voor de mens te produceren uit produkten, die
door de mens niet worden gegeten: bietenpulp,
zemelen, bostel en ook gras.
Bestudering van de voederwaarde, o.m. in ver-
teringsproeven, van zulke voeders is er op ge
richt het rendement van de voedselproduktie te
vergroten. Hetzelfde geldt voor beweidings-
proeven met melkkoeien en voor ander lopend
onderzoek waarbij het unieke verteringsver
mogen van herkauwers wordt bestudeerd. In
tegenstelling tot wat dikwijls wordt veronder
steld leveren runderen op deze wijze voedsel-
winst voor de mensheid op.
"Schaap, wat heb je mooie jongen" zou je bij
deze foto kunnen zeggen. Verbetering van de
Nederlandse schapenhouderij vormt zowel bij
het IVVO als bij het PR een onderdeel van het
onderzoekprogramma.
Voedselkwaliteit en volksgezondheid
Op grond van dezelfde overwegingen wordt
van tijd tot tijd gezocht naar mogelijkheden om
via de voeding in varkensvlees het gehalte aan
meervoudig onverzadigde vetzuren te verho
gen. Bij dit onderzoek wordt intensief en nauw
samengewerkt met andere onderzoekinstellin
gen in ons land.
Een ander onderzoek is gericht op de verwer
king van ongewenste van ongewenste stoffen
(bestrijdingsmiddelen, sommige zware meta
len) in het vee, als deze met het voeder bin
nenkomen. Gebleken is al dat het vee over een
zeer sterke zeefwerking beschikt, zodat bij de
Nederlandse veiligheidsmaatregelen normali
ter geen risico's bestaan.
Beperking milieuhinder
"V erwerking van afvalprodukten van bepaal
de industrieën in veevoeder zou één van de
wegen kunnen zijn, waardoor milieuhinder
wordt tegengegaan. Zulke afvalprodukten
(bijv. van aardappelverwerkende bedrijven of
van zuivelfabrieken) worden in verterings- en
voederproeven op hun bruikbaarheid als vee
voedergrondstoffen getoetst.
Een andere onderzoekactiviteit is de bestude
ring van fosforbenutting door varkens. Uit dit
onderzoek, waarbij nauw wordt samengewerkt
met het Produktschap voor Veevoeder, zijn al
sterke aanwijzingen naar voren gekomen dat
de fosfor-toevoer uit de varkenshouderij naar
de grond verminderd kan worden zonder dat
dit de gezondheid van de varkens en het ren
dement van de varkensvleesproduktie in ge
vaar brengt.
Beperking energieverbruik
Deze varkens hebben geen glaasje op, maar ze
laten zich wel rijden. Dat vergemakkelijkt het
onderzoek aanzienlijk. Mest en urine kunnen
zo gemakkelijk worden opgevangen terwijl de
dieren voor allerlei wegingen en metingen ge
makkelijk te verplaatsen zijn. Ze zitten overi
gens nooit langdurig in deze "autootjes".
Veel werk wordt daarom door "Hoorn" gedaan
aan verbetering van de voederwaardeschatting
bij veevoeders en bestudering van de factoren
in het dier die de voedselverwerking - tijdens
de vertering en daarna - beheersen.
Niet alleen indirect - via een gunstige invloed
op de nationale handelsbalans - maar ook di
rect werkt dat gunstig door voor de consument:
het verwerken van bijprodukten van de voe
dingsmiddelenindustrie door het vee drukt de
prijs van belangrijke voedingsmiddelen zoals
bijv. brood en suiker.
Efficiency van de landbouwproduktie
oor de Nederlandse handelsbalans is de
landbouw een zeer belangrijke positieve factor.
Het aandeel van de agrarische export in het
totaal ligt de laatste jaren rond 23%. Dat zal
slechts mogelijk blijven door een zo uitgekiend
mogelijk produktiesysteem, waardoor via rela
tief lage kostprijzen gunstige concurrentiever
houdingen blijven bestaan. In de veehouderij
betekent dat een krachtig streven naar een ef
ficiënte voederomzetting, omdat de voerkosten
de grootste kostenpost in de dierlijke produktie
zijn.
(Stichting Gezondheidsdienst voor dieren Z.H.)
(bedrijfsvoorlichting Zuid-Holland)
den: het stabad of het doorloopbad. De resul
taten van een doorloopbad zijn zeker zo goed
als die van een stablad. In de meeste gevallen
zal men op de bedrijven waar in het najaar niet
op een vaste plaats gemolken wordt echter
aangewezen zijn op het stabad. Het doorloop
bad wordt gedurende 3-4 dagen tweemaal
daags gebruikt. Daarna wacht men 3 weken en
herhaalt weer de behandeling.
Bij het stabad moeten de dieren begin oktober
gedurende 1 uur met de klauwen in het for
malinebad. Deze behandeling wordt herhaald
kort voor het opstallen.
Men moet er altijd aan denken dat wanneer de
dieren het stabad of het doorloopbad verlaten
zij op een schone ondergrond komen.
"Schoon" betekent een weide die 3 a 4 weken
niet weer beweid is door runderen of schapen,
of een gereinigde en ontsmette wachtruimte
voor de melkstal. "Schoon" kan ook zijn een
stal die de gehele zomer heeft leeg gestaan.
Is de stal in de zomer wel gebruikt, dan moet de
vloer eerst grondig ontsmet worden met een
halamid-oplossing (300 gram op 100 liter wa
ter) of een formaline-oplossing (3 liter han-
delsformaline op 100 liter water). Deze zelfde
formalinekoncentratie wordt ook gebruikt
voor het voetbad.
Komen de dieren na het bad direkt weer op een
vuile, dus besmette vloer, dan heeft de behan
deling weinig effekt.
Uit praktijkervaringen blijkt dat men met deze
wijze van handelen veel stinkpootinfekties, die
de meeste kreupelheden veroorzaken, kan
voorkomen.
Het schema dat men moet aanhouden is sa
menvattend dus als volgt: begin oktober de
klauwen inspekteren en zonodig bijsnijden.
Direkt daarna 1 uur in het stabad of gedurende
3-4 dagen 2x daags door het doorloopbad. Het
stabad herhaalt men kort voor de dieren op stal
komen. De doorloopbad behandeling herhaalt
men om de 3 weken.
Men dient er hier bij aan te denken dat de
dieren na de behandeling op een schone on
dergrond komen om herbesmetting te voorko
men.
Houdt u zich ook aan de meest gewenste kon-
centratie voor het formalinebad: 3 liter han-
delsformaline op 100 liter water!
11